This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TA0579
Case T-579/16: Judgment of the General Court of 22 March 2018 — HJ v EMA (Civil service — Temporary staff — Refusal to renew a fixed-term contract — First paragraph of Article 8 of the CEOS — Reclassification of a fixed-term contract as an indefinite contract — Manifest error of assessment — Duty to have regard for the welfare of staff — Duty to state reasons — Right to be heard — Appraisal report — Duty to state reasons — Manifest error of assessment)
Zaak T-579/16: Arrest van het Gerecht van 22 maart 2018 — HJ / EMA („Openbare dienst — Tijdelijk functionarissen — Niet-verlenging van een overeenkomst voor bepaalde tijd — Artikel 8, eerste alinea, RAP — Herkwalificatie van een overeenkomst voor bepaalde tijd als overeenkomst voor onbepaalde tijd — Kennelijk onjuiste beoordeling — Zorgplicht — Motiveringsplicht — Recht om te worden gehoord — Beoordelingsrapport — Motiveringsplicht — Kennelijk onjuiste beoordeling”)
Zaak T-579/16: Arrest van het Gerecht van 22 maart 2018 — HJ / EMA („Openbare dienst — Tijdelijk functionarissen — Niet-verlenging van een overeenkomst voor bepaalde tijd — Artikel 8, eerste alinea, RAP — Herkwalificatie van een overeenkomst voor bepaalde tijd als overeenkomst voor onbepaalde tijd — Kennelijk onjuiste beoordeling — Zorgplicht — Motiveringsplicht — Recht om te worden gehoord — Beoordelingsrapport — Motiveringsplicht — Kennelijk onjuiste beoordeling”)
PB C 161 van 7.5.2018, p. 48–49
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.5.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 161/48 |
Arrest van het Gerecht van 22 maart 2018 — HJ / EMA
(Zaak T-579/16) (1)
((„Openbare dienst - Tijdelijk functionarissen - Niet-verlenging van een overeenkomst voor bepaalde tijd - Artikel 8, eerste alinea, RAP - Herkwalificatie van een overeenkomst voor bepaalde tijd als overeenkomst voor onbepaalde tijd - Kennelijk onjuiste beoordeling - Zorgplicht - Motiveringsplicht - Recht om te worden gehoord - Beoordelingsrapport - Motiveringsplicht - Kennelijk onjuiste beoordeling”))
(2018/C 161/53)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: HJ (vertegenwoordigers: L. Levi en A. Blot, advocaten)
Verwerende partij: Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) (vertegenwoordigers: F. Cooney en N. Rampal Olmedo, gemachtigden, bijgestaan door A. Duron en D. Waelbroeck, advocaten)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 270 VWEU, ten eerste strekkende tot nietigverklaring van verzoeksters beoordelingsrapport over de periode van 16 februari tot en met 31 december 2014, van het besluit van EMA van 1 april 2015 om haar overeenkomst van tijdelijk functionaris niet te verlengen en van de twee besluiten van 26 oktober 2015 tot afwijzing van haar klachten tegen die twee besluiten, en ten tweede tot vergoeding van de schade die verzoekster zou hebben geleden
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
HJ wordt verwezen in de kosten. |
(1) PB C 145 van 25.4.2016 (zaak aanvankelijk ingeschreven bij het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie onder nummer F-8/16, en op 1 september 2016 overgedragen aan het Gerecht van de Europese Unie).