This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TA0282
Joined Cases T-282/16 and T/283/16: Judgment of the General Court of 19 March 2019 — Inpost Paczkomaty and Inpost v Commission (State aid — Postal sector — Compensation of the net costs resulting from universal service obligations — Decision declaring the aid compatible with the internal market — Action for annulment — Interest in bringing proceedings — Obligation to state reasons — Equal treatment — Proportionality — Right to property — Freedom to conduct a business)
Gevoegde zaken T-282/16 en T–283/16: Arrest van het Gerecht van 19 maart 2019 — Inpost Paczkomaty en Inpost/Commissie („Staatssteun — Postsector — Compensatie voor de nettokosten van de universeledienstverplichtingen — Besluit waarbij de steun verenigbaar met de interne markt wordt verklaard — Beroep tot nietigverklaring — Procesbelang — Motiveringsplicht — Gelijke behandeling — Evenredigheid — Recht op eigendom — Vrijheid van ondernemerschap”)
Gevoegde zaken T-282/16 en T–283/16: Arrest van het Gerecht van 19 maart 2019 — Inpost Paczkomaty en Inpost/Commissie („Staatssteun — Postsector — Compensatie voor de nettokosten van de universeledienstverplichtingen — Besluit waarbij de steun verenigbaar met de interne markt wordt verklaard — Beroep tot nietigverklaring — Procesbelang — Motiveringsplicht — Gelijke behandeling — Evenredigheid — Recht op eigendom — Vrijheid van ondernemerschap”)
PB C 155 van 6.5.2019, p. 37–38
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.5.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 155/37 |
Arrest van het Gerecht van 19 maart 2019 — Inpost Paczkomaty en Inpost/Commissie
(Gevoegde zaken T-282/16 en T–283/16) (1)
(„Staatssteun - Postsector - Compensatie voor de nettokosten van de universeledienstverplichtingen - Besluit waarbij de steun verenigbaar met de interne markt wordt verklaard - Beroep tot nietigverklaring - Procesbelang - Motiveringsplicht - Gelijke behandeling - Evenredigheid - Recht op eigendom - Vrijheid van ondernemerschap”)
(2019/C 155/44)
Procestaal: Pools
Partijen
Verzoekende partij in zaak T-282/16: Inpost Paczkomaty sp. z o.o. (Krakau, Polen) (vertegenwoordigers: aanvankelijk T. Proć, vervolgens D. Doktór, advocaten)
Verzoekende partij in zaak T-283/16: Inpost S.A. (Krakau, Polen) (vertegenwoordiger: W. Knopkiewicz, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: K. Herrmann, K. Blanc en D. Recchia, gemachtigden)
Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)
Voorwerp
Verzoeken krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit C(2015) 8236 final van de Commissie van 26 november 2015 om geen bezwaar te maken tegen de door de Poolse autoriteiten aangemelde maatregel waarbij aan Poczta Polska steun is verleend in de vorm van een compensatie voor de nettokosten die deze onderneming bij het vervullen van haar universelepostdienstverplichtingen in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015 heeft gemaakt.
Dictum
1) |
De beroepen worden verworpen. |
2) |
Inpost Paczkomaty sp. z o.o. en Inpost S.A. dragen elk hun eigen kosten alsmede die van de Europese Commissie. |
3) |
De Republiek Polen draagt haar eigen kosten. |