EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0217

Zaak C-217/16: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 9 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Efeteio Athinon — Griekenland) — Europese Commissie / Dimos Zagoriou (Prejudiciële verwijzing — Besluit van de Europese Commissie tot terugvordering van gestorte bedragen dat executoriale titel vormt — Artikel 299 VWEU — Tenuitvoerlegging — Wijze van tenuitvoerlegging — Aanwijzing van de nationale rechter bevoegd voor tenuitvoerleggingsgeschillen — Aanwijzing van de persoon op wie de geldelijke verplichting rust — Toepassingsvoorwaarden van de nationale procedurevoorschriften — Procedurele autonomie van de lidstaten — Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel)

PB C 5 van 8.1.2018, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 5/8


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 9 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Efeteio Athinon — Griekenland) — Europese Commissie / Dimos Zagoriou

(Zaak C-217/16) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Besluit van de Europese Commissie tot terugvordering van gestorte bedragen dat executoriale titel vormt - Artikel 299 VWEU - Tenuitvoerlegging - Wijze van tenuitvoerlegging - Aanwijzing van de nationale rechter bevoegd voor tenuitvoerleggingsgeschillen - Aanwijzing van de persoon op wie de geldelijke verplichting rust - Toepassingsvoorwaarden van de nationale procedurevoorschriften - Procedurele autonomie van de lidstaten - Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel))

(2018/C 005/10)

Procestaal: Grieks

Verwijzende rechter

Efeteio Athinon

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Europese Commissie

Verwerende partij: Dimos Zagoriou

Dictum

1)

Artikel 299 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat dit artikel niet bepaalt welke nationale rechtsorde bevoegd is voor beroepen inzake de tenuitvoerlegging van besluiten van de Europese Commissie die overeenkomstig dat artikel een geldelijke verplichting voor natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van de staten, inhouden die executoriale titel vormen, aangezien die vaststelling onder het nationale recht valt op grond van het beginsel van de procedurele autonomie, op voorwaarde dat die vaststelling geen afbreuk doet aan de toepassing en de doeltreffendheid van het Unierecht.

Het staat aan de nationale rechter om vast te stellen of de toepassing van de nationale procedurevoorschriften op de beroepen inzake de tenuitvoerlegging van de in artikel 299 VWEU bedoelde besluiten, niet-discriminerend is ten aanzien van de procedures voor de beslechting van nationale gedingen van hetzelfde type en gebeurt volgens voorschriften die de terugvordering van de in die besluiten bedoelde bedragen niet moeilijker maken dan in vergelijkbare gevallen inzake de uitvoering van overeenkomstige nationale bepalingen.

2)

Artikel 299 VWEU en verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten, verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van verordening nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds, en verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van verordening nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie, moeten aldus worden uitgelegd dat zij in omstandigheden als die van het hoofdgeding niet de natuurlijke of rechtspersonen aanwijzen waartegen de tenuitvoerlegging kan worden gevorderd krachtens een besluit van de Europese Commissie tot terugvordering van gestorte bedragen dat executoriale titel vormt.

Het is een zaak van het nationale recht om die natuurlijke of rechtspersonen aan te wijzen, onder voorbehoud van de naleving van het gelijkwaardigheidsbeginsel en het doeltreffendheidsbeginsel.


(1)  PB C 222 van 20.6.2016.


Top