This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CA0230
Case C-230/15: Judgment of the Court (Second Chamber) of 14 July 2016 (request for a preliminary ruling from the Rechtbank Den Haag — Netherlands) — Brite Strike Technologies Inc. v Brite Strike Technologies SA (Reference for a preliminary ruling — Judicial cooperation in civil matters — Regulation (EC) No 44/2001 — Article 22(4) — Jurisdiction in intellectual property disputes — Article 71 — Conventions concluded by the Member States on particular matters — Benelux Convention on Intellectual Property — Jurisdiction in disputes concerning Benelux trade marks and designs — Article 350 TFEU)
Zaak C-230/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de rechtbank Den Haag — Nederland) — Brite Strike Technologies Inc./Brite Strike Technologies SA [Prejudiciële verwijzing — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Artikel 22, punt 4 — Rechterlijke bevoegdheid voor geschillen op het gebied van intellectuele eigendom — Artikel 71 — Door de lidstaten op bijzondere gebieden gesloten verdragen — Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom — Rechterlijke bevoegdheid voor geschillen betreffende Benelux-merken, -tekeningen en -modellen — Artikel 350 VWEU]
Zaak C-230/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de rechtbank Den Haag — Nederland) — Brite Strike Technologies Inc./Brite Strike Technologies SA [Prejudiciële verwijzing — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Artikel 22, punt 4 — Rechterlijke bevoegdheid voor geschillen op het gebied van intellectuele eigendom — Artikel 71 — Door de lidstaten op bijzondere gebieden gesloten verdragen — Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom — Rechterlijke bevoegdheid voor geschillen betreffende Benelux-merken, -tekeningen en -modellen — Artikel 350 VWEU]
PB C 335 van 12.9.2016, p. 21–21
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
12.9.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 335/21 |
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de rechtbank Den Haag — Nederland) — Brite Strike Technologies Inc./Brite Strike Technologies SA
(Zaak C-230/15) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Artikel 22, punt 4 - Rechterlijke bevoegdheid voor geschillen op het gebied van intellectuele eigendom - Artikel 71 - Door de lidstaten op bijzondere gebieden gesloten verdragen - Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom - Rechterlijke bevoegdheid voor geschillen betreffende Benelux-merken, -tekeningen en -modellen - Artikel 350 VWEU])
(2016/C 335/28)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Rechtbank Den Haag
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Brite Strike Technologies Inc.
Verwerende partij: Brite Strike Technologies SA
Dictum
Artikel 71 van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, gelezen in het licht van artikel 350 VWEU, staat er niet aan in de weg dat de in artikel 4.6 van het Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) van 25 februari 2005, ondertekend te ’s-Gravenhage door het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, neergelegde rechterlijkebevoegdheidsregel voor geschillen inzake Benelux-merken, -tekeningen en -modellen op die geschillen wordt toegepast.