EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CA0098
Case C-98/15: Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 9 November 2017 (request for a preliminary ruling from the Juzgado de lo Social No 33 de Barcelona (Spain)) — María Begoña Espadas Recio v Servicio Público de Empleo Estatal (SPEE) (Reference for a preliminary ruling — Directive 97/81/EC — Framework Agreement on part-time work concluded by UNICE, CEEP and the ETUC — Clause 4 — Male and female workers — Equal treatment in matters of social security — Directive 79/7/EEC — Article 4 — ‘Vertical’ part-time worker — Unemployment benefit — National legislation excluding days not worked from the contribution period for the purpose of establishing the duration of the benefit)
Zaak C-98/15: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 9 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Social n° 33 de Barcelona — Spanje) — María Begoña Espadas Recio/Servicio Público de Empleo Estatal (SPEE) (Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 97/81/EG — Door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid — Clausule 4 — Mannelijke en vrouwelijke werknemers — Gelijke behandeling op het gebied van de sociale zekerheid — Richtlijn 79/7/EEG — Artikel 4 — Werknemer in verticaal deeltijddienstverband — Werkloosheidsuitkering — Nationale regeling die bij het bepalen van de uitkeringsduur geen rekening houdt met de premietijdvakken die overeenkomen met niet-gewerkte dagen)
Zaak C-98/15: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 9 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Social n° 33 de Barcelona — Spanje) — María Begoña Espadas Recio/Servicio Público de Empleo Estatal (SPEE) (Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 97/81/EG — Door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid — Clausule 4 — Mannelijke en vrouwelijke werknemers — Gelijke behandeling op het gebied van de sociale zekerheid — Richtlijn 79/7/EEG — Artikel 4 — Werknemer in verticaal deeltijddienstverband — Werkloosheidsuitkering — Nationale regeling die bij het bepalen van de uitkeringsduur geen rekening houdt met de premietijdvakken die overeenkomen met niet-gewerkte dagen)
PB C 5 van 8.1.2018, p. 2–2
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.1.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 5/2 |
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 9 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Social no 33 de Barcelona — Spanje) — María Begoña Espadas Recio/Servicio Público de Empleo Estatal (SPEE)
(Zaak C-98/15) (1)
((Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 97/81/EG - Door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid - Clausule 4 - Mannelijke en vrouwelijke werknemers - Gelijke behandeling op het gebied van de sociale zekerheid - Richtlijn 79/7/EEG - Artikel 4 - Werknemer in verticaal deeltijddienstverband - Werkloosheidsuitkering - Nationale regeling die bij het bepalen van de uitkeringsduur geen rekening houdt met de premietijdvakken die overeenkomen met niet-gewerkte dagen))
(2018/C 005/02)
Procestaal: Spaans
Verwijzende rechter
Juzgado de lo Social no 33 de Barcelona
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: María Begoña Espadas Recio
Verwerende partij: Servicio Público de Empleo Estatal (SPEE)
Dictum
1) |
Clausule 4, lid 1, van de op 6 juni 1997 gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid, is niet van toepassing op een op premiebetaling berustende werkloosheidsuitkering als in het hoofdgeding. |
2) |
Artikel 4, lid 1, van richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat die in het geval van verticale deeltijdarbeid bij de berekening van de premiedagen geen rekening houdt met niet-gewerkte dagen en aldus een verkorting van de duur van de werkloosheidsuitkering teweegbrengt, wanneer blijkt dat de meeste werknemers in verticaal deeltijddienstverband vrouwen zijn die door een dergelijke wettelijke regeling worden benadeeld. |