Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013TB0194

    Zaak T-194/13 OST: Beschikking van het Gerecht van 18 oktober 2017 — United Parcel Service / Commissie („Artikel 165 van het Reglement voor de procesvoering — Verzuim om te beslissen — Interventie aan de zijde van de in het ongelijk gestelde partij — Kosten in verband met de interventie — Wijziging van de conclusies in de loop van het geding”)

    PB C 5 van 8.1.2018, p. 41–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.1.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 5/41


    Beschikking van het Gerecht van 18 oktober 2017 — United Parcel Service / Commissie

    (Zaak T-194/13 OST) (1)

    ((„Artikel 165 van het Reglement voor de procesvoering - Verzuim om te beslissen - Interventie aan de zijde van de in het ongelijk gestelde partij - Kosten in verband met de interventie - Wijziging van de conclusies in de loop van het geding”))

    (2018/C 005/55)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: United Parcel Service, Inc. (Atlanta, Georgia, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Ryan, B. Graham, solicitors, W. Knibbeler en P. Stamou, advocaten, vervolgens A. Ryan, W. Knibbeler, P. Stamou, A. Pliego Selie, F. Hoseinian en P. van den Berg, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk T. Christoforou, N. Khan, A. Biolan, N. von Lingen en H. Leupold, vervolgens T. Christoforou, N. Khan, A. Biolan en H. Leupold, gemachtigden)

    Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: FedEx Corp. (Memphis, Tennessee, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: aanvankelijk F. Carlin, barrister, G. Bushell, solicitor, en Q. Azau, advocaat, vervolgens F. Carlin, G. Bushell en N. Niejahr, advocaten)

    Voorwerp

    Verzoek krachtens artikel 165 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht.

    Dictum

    1)

    Punt 223 van het arrest van 7 maart 2017, United Parcel Service/Commissie, T-194/13, EU:T:2017:144, wordt gewijzigd als volgt: „Volgens artikel 134, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering wordt de in het ongelijk gestelde partij verwezen in de kosten, voor zover dat is gevorderd. Indien meer partijen in het ongelijk zijn gesteld, dient het Gerecht volgens artikel 134, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering het door elk van hen te dragen deel van de proceskosten te bepalen. Aangezien de Commissie en interveniënte in het ongelijk zijn gesteld, dient in de eerste plaats de Commissie te worden verwezen in haar eigen kosten en die van verzoekster, met uitzondering van de kosten in verband met de interventie. In de tweede plaats dient interveniënte te worden verwezen in haar eigen kosten en die van verzoekster in verband met haar interventie.

    2)

    Punt 2 van het dictum van het arrest van 7 maart 2017, United Parcel Service/Commissie, T-194/13, EU:T:2017:144, wordt gewijzigd als volgt: „De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten en die van United Parcel Service, Inc., met uitzondering van de kosten in verband met de interventie”.

    3)

    Punt 3 van het dictum van het arrest van 7 maart 2017, United Parcel Service/Commissie, T-194/13, EU:T:2017:144, wordt gewijzigd als volgt: „FedEx Corp. zal haar eigen kosten en die van United Parcel Service, Inc. in verband met haar interventie dragen”.

    4)

    United Parcel Service, Inc., de Europese Commissie en FedEx zullen hun eigen kosten in verband met de onderhavige zaak dragen.


    (1)  PB C 147 van 25.5.2013.


    Top