This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CN0482
Case C-482/13: Request for a preliminary ruling from the Juzgado de Primera Instancia e Instrucción n °2 de Marchena (Spain) lodged on 10 September 2013 — Unicaja Banco SA v José Hidalgo Rueda and Others
Zaak C-482/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de Primera Instancia e Instrucción n °2 de Marchena (Spanje) op 10 september 2013 — Unicaja Banco SA/José Hidalgo Rueda e.a.
Zaak C-482/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de Primera Instancia e Instrucción n °2 de Marchena (Spanje) op 10 september 2013 — Unicaja Banco SA/José Hidalgo Rueda e.a.
PB C 352 van 30.11.2013, p. 4–4
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.11.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 352/4 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de Primera Instancia e Instrucción no 2 de Marchena (Spanje) op 10 september 2013 — Unicaja Banco SA/José Hidalgo Rueda e.a.
(Zaak C-482/13)
2013/C 352/06
Procestaal: Spaans
Verwijzende rechter
Juzgado de Primera Instancia e Instrucción no 2 de Marchena
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Unicaja Banco SA
Verwerende partijen: José Hidalgo Rueda, María del Carmen Vega Martín, Gestión Patrimonial Hive SL, Francisco Antonio López Reina, Rosa María Hidalgo Vega
Prejudiciële vragen
1) |
Dient de nationale rechter die vaststelt dat een beding betreffende moratoire rente in hypothecaire leningsovereenkomsten oneerlijk is, krachtens richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (1), meer bepaald artikel 6, lid 1, van de richtlijn, met het oog op de bescherming van de belangen van consumenten en gebruikers overeenkomstig de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid, het beding ongeldig en onverbindend te verklaren of dient hij daarentegen het rentebeding te matigen en de executant of kredietverstrekker te gelasten de rente te herberekenen? |
2) |
Vormt de tweede overgangsbepaling van Ley 1/2013 van 14 mei dan althans een duidelijke beperking van de bescherming van het consumentenbelang doordat zij de rechter impliciet verplicht tot matiging van een oneerlijk beding over moratoire rente door middel van herberekening van de overeengekomen rente, met instandlating van het oneerlijke beding, in plaats van het beding nietig en niet-bindend voor de consument te verklaren? |
3) |
Is de tweede overgangsbepaling van Ley 1/2013 van 14 mei, doordat zij de toepassing van de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid in het kader van de consumentenbescherming uitsluit en verhindert dat de sanctie van nietigheid en onverbindendverklaring van oneerlijke bedingen over moratoire rente wordt toegepast op vóór de inwerkingtreding van Ley 1/2013 van 4 mei afgesloten hypothecaire leningen, in strijd met richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, meer bepaald met artikel 6, lid 1, van die richtlijn? |
(1) PB L 95, blz. 29