EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CA0485

Zaak C-485/12: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 10 april 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven — Nederland) — Maatschap T. van Oosterom en A. van Oosterom-Boelhouwer/Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie [Landbouw — Gemeenschappelijk landbouwbeleid — Regelingen inzake rechtstreekse steunverlening — Verordening (EG) nr. 73/2009 — Geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde steunregelingen — Systeem voor identificatie van landbouwpercelen — Subsidiabiliteitsvoorwaarden — Administratieve controles — Controles ter plaatse — Verordening (EG) nr. 796/2004 — Vaststelling van voor steun in aanmerking komende oppervlakte — Teledetectie — Fysieke inspectie van percelen landbouwgrond]

PB C 175 van 10.6.2014, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/8


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 10 april 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven — Nederland) — Maatschap T. van Oosterom en A. van Oosterom-Boelhouwer/Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

(Zaak C-485/12) (1)

([Landbouw - Gemeenschappelijk landbouwbeleid - Regelingen inzake rechtstreekse steunverlening - Verordening (EG) nr. 73/2009 - Geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde steunregelingen - Systeem voor identificatie van landbouwpercelen - Subsidiabiliteitsvoorwaarden - Administratieve controles - Controles ter plaatse - Verordening (EG) nr. 796/2004 - Vaststelling van voor steun in aanmerking komende oppervlakte - Teledetectie - Fysieke inspectie van percelen landbouwgrond])

2014/C 175/09

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

College van Beroep voor het Bedrijfsleven

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Maatschap T. van Oosterom en A. van Oosterom-Boelhouwer

Verwerende partij: Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — College van Beroep voor het bedrijfsleven — Nederland — Uitlegging van artikel 32 van verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 141, blz. 18) — Controles ter plaatse betreffende de verzamelaanvragen voor aan de oppervlakte gekoppelde steun — Teledetectie — Bevoegde autoriteit die op basis van luchtfoto’s heeft geconcludeerd dat de verklaring van een landbouwer in het kader van een steunaanvraag onjuist was

Dictum

Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 972/2007 van de Commissie van 20 augustus 2007, moet aldus worden uitgelegd dat wanneer de geautomatiseerde kruiscontroles waarmee wordt geverifieerd of de door een landbouwer in zijn aanvraag voor bedrijfstoeslag aangegeven percelen voor steun in aanmerking komen, vanwege de lopende actualisering van het systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen worden aangevuld met een verificatie op basis van recente luchtbeelden waaruit blijkt dat de aangifte van de landbouwer onjuistheden bevat, de bevoegde autoriteit niet gehouden is een veldinspectie uit te voeren, maar overeenkomstig artikel 24, lid 2, van die verordening beschikt over beoordelingsvrijheid met betrekking tot de dientengevolge te nemen maatregelen. In het bijzonder hoeft die autoriteit geen veldmeting van de betrokken percelen uit te voeren wanneer zij geen enkele twijfel koestert over de meetgegevens die zij heeft ontleend aan de luchtbeelden waarover zij beschikt.


(1)  PB C 26 van 26.1.2013.


Top