This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TB0586
Case T-586/11: Order of the General Court of 25 October 2018 – Oppenheim v Commission (State aid — German tax legislation concerning the possibility of carrying losses forward to future tax years (Sanierungsklausel) — Decision declaring aid incompatible with the internal market — Annulment of the contested measure by the Court — Action which has become devoid of purpose — No need to adjudicate)
Zaak T-586/11: Beschikking van het Gerecht van 25 oktober 2018 — Oppenheim / Commissie („Staatssteun — Duitse wettelijke belastingregeling betreffende de overdracht van verliezen naar toekomstige belastingjaren (Sanierungsklausel) — Besluit waarbij de steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard — Nietigverklaring van het bestreden besluit door het Hof — Geding zonder voorwerp geraakt — Afdoening zonder beslissing”)
Zaak T-586/11: Beschikking van het Gerecht van 25 oktober 2018 — Oppenheim / Commissie („Staatssteun — Duitse wettelijke belastingregeling betreffende de overdracht van verliezen naar toekomstige belastingjaren (Sanierungsklausel) — Besluit waarbij de steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard — Nietigverklaring van het bestreden besluit door het Hof — Geding zonder voorwerp geraakt — Afdoening zonder beslissing”)
PB C 44 van 4.2.2019, p. 48–49
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
4.2.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 44/48 |
Beschikking van het Gerecht van 25 oktober 2018 — Oppenheim / Commissie
(Zaak T-586/11) (1)
((„Staatssteun - Duitse wettelijke belastingregeling betreffende de overdracht van verliezen naar toekomstige belastingjaren (Sanierungsklausel) - Besluit waarbij de steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard - Nietigverklaring van het bestreden besluit door het Hof - Geding zonder voorwerp geraakt - Afdoening zonder beslissing”))
(2019/C 44/61)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Sal. Oppenheim jr. & Cie AG & Co. KGaA (Keulen, Duitsland) (vertegenwoordigers: aanvankelijk W. Deselaers, J. Brückner en M. Haisch, vervolgens T. Bernard, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk R. Lyal, T. Maxian Rusche, M. Adam en M. Noll-Ehlers, vervolgens R. Lyal, T. Maxian Rusche en M. Noll Ehlers, en tenslotte R. Lyal, T. Maxian Rusche en K. Blanck, gemachtigden)
Interveniënte aan de zijde van verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: aanvankelijk T. Henze, K. Petersen en R. Kanitz, vervolgens T. Henze, R. Kanitz en K. Stranz, en tenslotte T. Henze, R. Kanitz en S. Eisenberg, gemachtigden
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit 2011/527/EU van de Commissie van 26 januari 2011 betreffende de steunmaatregel van Duitsland C 7/10 (ex CP 250/09 en NN 5/10) „KStG, Sanierungsklausel” (PB 2011, L 235, blz. 26)
Dictum
1) |
Op het beroep behoeft niet meer te worden beslist. |
2) |
De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten en in die van Sal. Oppenheim jr. & Cie AG & Co. KGaA. |
3) |
De Bondsrepubliek Duitsland draagt haar eigen kosten. |