Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CN0364

    Zaak C-364/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Bíróság (Hongarije) op 11 juli 2011 — Mostafa Abed El Karem El Kott e.a./Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal, Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen

    PB C 347 van 26.11.2011, p. 7–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.11.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 347/7


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Bíróság (Hongarije) op 11 juli 2011 — Mostafa Abed El Karem El Kott e.a./Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal, Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen

    (Zaak C-364/11)

    2011/C 347/10

    Procestaal: Hongaars

    Verwijzende rechter

    Fővárosi Bíróság (stedelijke rechtbank van Boedapest)

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Mostafa Abed El Karem El Kott, Chadi Amin A Radi en Kamel Ismail Hazem

    Verwerende partij: Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal, Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen

    Prejudiciële vragen

    Moet artikel 12, lid 1, sub a, van richtlijn 2004/83/EG (1) aldus worden uitgelegd dat:

    1)

    de voorzieningen uit hoofde van de richtlijn de erkenning als vluchteling of één van de twee binnen de werkingssfeer van de richtlijn vallende beschermingsvormen (vluchtelingenstatus en subsidiaire bescherming) inhouden, naargelang van de keuze van de lidstaat, dan wel dat die voorzieningen de verlening van geen van die beschermingsvormen automatisch inhouden, maar enkel betekenen dat de betrokkenen binnen de werkingssfeer ratione personae van de richtlijn vallen?

    2)

    het wegvallen van de bescherming of de bijstand van de instelling verband houdt met het verblijf buiten het gebied waar de instelling werkzaam is, de beëindiging van de activiteiten van de instelling, het feit dat de instelling niet langer bescherming of bijstand kan bieden, dan wel een onbedoeld beletsel als gevolg van een legitieme of objectieve reden waardoor de rechthebbende die bescherming of bijstand niet kan inroepen?


    (1)  Richtlijn van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming (PB L 304, blz. 12).


    Top