This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CN0170
Case C-170/11: Reference for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden (Netherlands) lodged on 7 April 2011 — Maurice Robert Josse Marie Ghislain Lippens and Others v Hendrikus Cornelis Kortekaas and Others, other party: Ageas NV, previously Fortis N.V
Zaak C-170/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 7 april 2011 — Maurice Robert Josse Marie Ghislain Lippens e.a. tegen Hendrikus Cornelis Kortekaas e.a., andere partij: Ageas NV, voorheen Fortis NV
Zaak C-170/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 7 april 2011 — Maurice Robert Josse Marie Ghislain Lippens e.a. tegen Hendrikus Cornelis Kortekaas e.a., andere partij: Ageas NV, voorheen Fortis NV
PB C 179 van 18.6.2011, p. 12–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 179/12 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 7 april 2011 — Maurice Robert Josse Marie Ghislain Lippens e.a. tegen Hendrikus Cornelis Kortekaas e.a., andere partij: Ageas NV, voorheen Fortis NV
(Zaak C-170/11)
2011/C 179/22
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekers:
|
Maurice Robert Josse Marie Ghislain Lippens |
|
Gilbert Georges Henri Mittler |
|
Jean Paul François Caroline Votron |
Verweerders:
|
Hendrikus Cornelis Kortekaas |
|
Kortekaas Entertainment Marketing BV |
|
Kortekaas Pensioen BV |
|
Dirk Robbard De Kat |
|
Johannes Hendrikus Visch |
|
Euphemia Joanna Bökkerink |
|
Laminco GLD N-A |
Andere partij: Ageas NV, voorheen Fortis NV
Prejudiciële vraag
Moet de EG-Bewijsverordening (1), in het bijzonder art. 1, lid 1, daarvan, aldus worden uitgelegd dat de rechter die een in een andere lidstaat woonachtige getuige wenst te horen, voor deze vorm van bewijsverkrijging steeds gebruik moet maken van de door de EG-Bewijsverordening in het leven geroepen methoden, of is hij bevoegd gebruik te maken van de methoden voorzien in zijn eigen nationale procesrecht zoals oproeping van de getuige voor hem te verschijnen?
(1) Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (PB L 174, blz. 1).