Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009TN0222

    Zaak T-222/09: Beroep ingesteld op 1 juni 2009 — INEOS Healthcare/BHIM — Teva Pharmaceutical Industries (ALPHAREN)

    PB C 180 van 1.8.2009, p. 61–61 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.8.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 180/61


    Beroep ingesteld op 1 juni 2009 — INEOS Healthcare/BHIM — Teva Pharmaceutical Industries (ALPHAREN)

    (Zaak T-222/09)

    2009/C 180/112

    Taal van het verzoekschrift: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: INEOS Healthcare Ltd (Warrington, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: S. Malynicz, barrister, en A. Smith, solicitor)

    Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

    Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Teva Pharmaceutical Industries Ltd (Jeruzalem, Israël)

    Conclusies

    de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 24 maart 2009 in zaak R 1897/2007-2 vernietigen;

    het Bureau en de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep verwijzen in hun eigen kosten en in die van verzoekster.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster

    Betrokken gemeenschapsmerk: het woordmerk „ALPHAREN” voor waren van klasse 5

    Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

    Oppositiemerk of -teken: Hongaarse merkinschrijving van het woordmerk „ALPHA D3” voor waren van klasse 5; Litouwse merkinschrijving van het woordmerk „ALPHA D3” voor waren van klasse 5; Letse merkinschrijving van het woordmerk „ALPHA D3” voor waren van klasse 5

    Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de oppositie

    Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

    Aangevoerde middelen: niet-inaanmerkingneming door de kamer van beroep van het feit dat de andere partij in de voor haar gevoerde procedure geen bewijs van de soortgelijkheid van de betrokken waren heeft overgelegd; schending van artikel 75 van verordening nr. 207/2009 van de Raad en van het recht om te worden gehoord, op grond dat de kamer van beroep wezenlijke delen van haar beslissing ten onrechte heeft gebaseerd op bewijsmateriaal waarvoor verzoekster niet in de gelegenheid is gesteld opmerkingen erover te maken; schending van artikel 76 van verordening nr. 207/2009 van de Raad, op grond dat de kamer van beroep zich in een procedure inzake relatieve weigeringsgronden niet heeft beperkt tot het onderzoek van de door partijen aangevoerde feiten, bewijsmiddelen en argumenten en tot de door hen ingestelde vorderingen; schending van artikel 81, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009, op grond dat de kamer van beroep het relevante publiek onjuist heeft gedefinieerd en algemeen het gevaar voor verwarring onjuist heeft beoordeeld.


    Top