This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009TN0008
Case T-8/09: Action brought on 6 January 2009 — Dredging International and Ondernemingen Jan de Nul v EMSA
Zaak T-8/09: Beroep ingesteld op 6 januari 2009 — Dredging International en Ondernemingen Jan de Nul/EMSA
Zaak T-8/09: Beroep ingesteld op 6 januari 2009 — Dredging International en Ondernemingen Jan de Nul/EMSA
PB C 82 van 4.4.2009, p. 27–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
4.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 82/27 |
Beroep ingesteld op 6 januari 2009 — Dredging International en Ondernemingen Jan de Nul/EMSA
(Zaak T-8/09)
(2009/C 82/48)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Dredging International NV (Zwijndrecht, België) en Ondernemingen Jan de Nul NV (Hofstade-Aalst, België) (vertegenwoordiger: R. Martens, advocaat)
Verwerende partij: Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)
Conclusies
— |
nietigverklaring van het besluit van EMSA tot afwijzing van de inschrijving van de door verzoeksters opgerichte Joint Venture Oil Combat (JVOC) en tot gunning van de opdracht aan de succesvolle inschrijver; |
— |
verklaring dat de overeenkomst die EMSA en de succesvolle inschrijver hebben ondertekend in het kader van aanbestedingsprocedure EMSA/NEG/3/2008 nietig is; |
— |
toekenning van schadevergoeding voor het verlies dat JVOC heeft geleden als gevolg van het bestreden besluit, dat voorlopig wordt geraamd op 725 000 EUR, te verhogen met vertragingsrente te rekenen vanaf de indiening van dit verzoekschrift; |
— |
verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure, daaronder begrepen de kosten die JVOC heeft gemaakt voor juridisch advies. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoeksters vorderen nietigverklaring van verweerders besluit tot afwijzing van de offerte die zij hebben ingediend in het kader van offerteaanvraag EMSA/NEG/3/2008 (Perceel nr. 2: Noordzee) voor dienstenovereenkomsten voor de beschikbaarheid van 1 of meerdere reserveschepen voor de opruiming van olievlekken (1) en tot gunning van de opdracht aan de succesvolle inschrijver. Verzoeksters vorderen bovendien vergoeding voor de schade die zij stellen te hebben geleden in het kader van de aanbestedingsprocedure.
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters vier middelen aan.
Ten eerste heeft verweerder, door te weigeren verzoeksters de informatie te verstrekken waarom zij hadden verzocht in verband met de redenen voor afwijzing van hun offerte en in verband met de kenmerken en relatieve voordelen van de offerte van de succesvolle inschrijver, artikel 135, lid 2, van het reglement (2), artikel 253 EG en de fundamentele procedurele beginselen van de motiveringsplicht en van de rechten van de verdediging geschonden. Verzoeksters stellen bovendien dat verweerder heeft nagelaten de ondertekening van de overeenkomst met de succesvolle inschrijver op te schorten zolang de uitwisseling van de relevante informatie met verzoeksters duurde, en aldus artikel 105, lid 2, van het financieel reglement (3) en artikel 158 bis, lid 1, van verordening nr. 2342/2002 van de Commissie (4) heeft geschonden.
Ten tweede heeft verweerder bij de evaluatie van de door de succesvolle inschrijver ingediende offerte kennelijke beoordelingsfouten gemaakt waardoor verweerder het in artikel 89 van het financieel reglement vervatte gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel heeft geschonden.
Ten derde heeft verweerder kennelijke beoordelingsfouten gemaakt bij zijn afwijzing van de offerte van verzoeksters om reden dat niet zou zijn voldaan aan artikel 12.2 van het bestek, zonder de argumenten van verzoeksters nader te onderzoeken. Volgens verzoeksters heeft verweerder bijgevolg in strijd met artikel 89, lid 1, van het financieel reglement het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel geschonden.
Ten vierde is volgens de uitlegging die verweerder heeft gegeven aan artikel 12.2 van het bestek, het begrotingsplafond kennelijk onredelijk en staat dit niet toe dat confirmatieve offertes worden ingediend.
(1) PB 2008/S 48-065631.
(2) Reglement van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid van 9 december 2003 houdende vaststelling van nadere regels voor de uitvoering van het financieel reglement van 9 december 2003 dat geldt voor de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid goedgekeurd door de raad van bestuur op 3 juli 2003.
(3) Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248, blz. 1).
(4) Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357, blz. 1).