This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014PC0620
Proposal for a DECISION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the mobilisation of the European Globalisation Adjustment Fund, in accordance with Point 13 of the Interinstitutional Agreement of 2 December 2013 between the European Parliament, the Council and the Commission on budgetary discipline, on cooperation in budgetary matters and on sound financial management (application EGF/2014/009 EL/Sprider Stores)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores)
/* COM/2014/0620 final */
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores) /* COM/2014/0620 final */
TOELICHTING ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL 1. De regels die van toepassing
zijn op de financiële bijdragen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de
globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het
Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees
fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van
Verordening (EG) nr. 1927/2006[1]
("de EFG-verordening"). 2. De Griekse autoriteiten
hebben aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores ingediend voor een financiële
bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Sprider Stores S.A. in
Griekenland. 3. Na de aanvraag te hebben
beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van
de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van
een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan. SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG EGF-aanvraag: || EGF/2014/009 EL/Sprider Stores Lidstaat || Griekenland Belangrijkste betroffen regio('s) (NUTS II) || Κεντρική Μακεδονία (Centraal-Macedonië) (EL12) Aττική (Attica) (EL30) Datum van de indiening van de aanvraag || 6.6.2014 Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag || 13.6.2014 Datum van het verzoek om aanvullende informatie || 20.6.2014 Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie || 1.8.2014 Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling || 24.10.2014 Criterium voor steunverlening || Artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening Primaire onderneming || Sprider Stores S.A. Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling)[2] || Afdeling 47 ("Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen") Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten || 0 Referentieperiode (vier maanden) || 17 november 2013 - 17 maart 2014 Aantal ontslagen of beëindigingen van de werkzaamheden tijdens de referentieperiode (a) || 703 Aantal ontslagen of beëindigingen van de werkzaamheden voor of na de referentieperiode (b) || 58 Totaal aantal ontslagen (a + b) || 761 Geschat totaal aantal beoogde begunstigden || 761 Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen) || 550 Budget voor individuele dienstverlening (EUR) || 11 941 500 Budget voor de implementatie van het EFG[3] (EUR) || 210 000 Totaal budget (EUR) || 12 151 500 EFG-bijdrage (60 %) (EUR) || 7 290 900 BEOORDELING VAN DE AANVRAAG Procedure 4. De Griekse autoriteiten
hebben aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores ingediend op 6 juni 2014,
binnen 12 weken na de datum waarop aan de in de punten 6 tot en met 8 vermelde
criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van
de aanvraag bevestigd binnen twee weken na de indiening van de aanvraag,
namelijk op 13 juni 2014. De Commissie heeft de Griekse autoriteiten op 20 juni
2014 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd
verstrekt binnen zes weken na de datum van het verzoek. De termijn van twaalf
weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet
beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een
financiële bijdrage, loopt op 24 oktober 2014 af. Subsidiabiliteit van de aanvraag Betrokken ondernemingen en begunstigden 5. De aanvraag betreft 761
werknemers die werden ontslagen bij Sprider Stores S.A., een onderneming die
actief was in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 47
("Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en
motorfietsen"). De winkels waren vooral gevestigd in de NUTS[4] II-regio's
Κεντρική Μακεδονία
(Centraal Macedonië) (EL12) en Aττική (Attica) (EL30). Criteria voor steunverlening 6. De Griekse autoriteiten
hebben de aanvraag ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van
artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, dat vereist dat binnen
een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten
minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun
werkzaamheden hebben beëindigd, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn
ontslagen en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd bij
leveranciers of downstreamproducenten. 7. De
referentieperiode van vier maanden loopt van 17 november 2013 tot en met 17
maart 2014. 8. De
aanvraag heeft betrekking op 703 werknemers die tijdens de referentieperiode
van vier maanden bij Sprider Stores werden ontslagen[5]. Berekening van het aantal ontslagen en
beëindigingen van werkzaamheden 9. Alle ontslagen werden
berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd
of afliep. In aanmerking komende werknemers 10. Naast de werknemers die reeds
werden vermeld, komen nog 58 werknemers in aanmerking die vóór de
referentieperiode van vier maanden werden ontslagen. Deze werknemers werden
ontslagen na de algemene aankondiging van de geplande ontslagen op 30 september
2013. Er kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd met de gebeurtenis
(de faillissementsaanvraag van het bedrijf) die aanleiding heeft gegeven tot de
ontslagen tijdens de referentieperiode. 11. In totaal komen 761 werknemers
in aanmerking. Verband tussen de ontslagen en de in
Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde economische crisis 12. Griekenland legt het verband
tussen de ontslagen enerzijds en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde
wereldwijde financiële en economische crisis anderzijds met het argument dat de
Griekse economie voor het zesde jaar op rij (2008-2013) een diepe recessie
doormaakt. Sinds 2008 zijn volgens Elstat (het Griekse bureau voor de
statistiek) het Grieks bbp met 25,7 procentpunten, de overheidsconsumptie met
21 procentpunten en de particuliere consumptie met 32,3 procentpunten gedaald,
terwijl de werkloosheid met 20,6 procentpunten is toegenomen. 13. Bovendien heeft het dalende
bbp de kloof tussen het Grieks bbp per hoofd en het bbp per hoofd in de EU
groter gemaakt, waardoor de vooruitgang die Griekenland in de periode 1995-2007
heeft geboekt om tot economische convergentie te komen, ongedaan wordt gemaakt. 14. Voorts heeft de Griekse
regering in 2008, met het oog op de afbetaling van buitenlandse schulden,
onpopulaire maatregelen genomen, zoals een verhoging van de belastingen, een
stroomlijning van de overheidsuitgaven en een verlaging van de salarissen in de
publieke sector. Ook in de privésector werden de lonen verlaagd in een poging
om de Griekse economie concurrerender te maken. Sinds 2008 hebben duizenden
ondernemingen hun werkzaamheden gestaakt en hun deuren gesloten, waardoor hun
personeel moest worden ontslagen, en hebben ook duizenden zelfstandigen hun
werkzaamheden beëindigd; dat alles heeft bijgedragen tot de scherpe stijging
van de werkloosheid. Een onmiddellijk effect van het verlaagde inkomen was een
daling van de consumptie. 15. In 2009 volgde de particuliere
consumptie in Griekenland dezelfde negatieve trend als in de EU-27. In 2010 en
2011 was er een herstel van de particuliere consumptie op het niveau van de
EU-27, die werd gevolgd door een daling in 2012. In Griekenland is de
particuliere consumptie sinds het begin van de financiële en economische crisis
blijven dalen, en de cijfers werden elk jaar slechter. Particuliere
consumptie
(% verandering in vergelijking met het jaar voordien) || 2008 || 2009 || 2010 || 2011 || 2012 EU-27 || 0,44 || -1,67 || 1,04 || 0,26 || -0,74 Griekenland || 4,67 || -1,91 || -6,39 || -7,91 || -9,07 16. Volgens het verslag van Elstat
over het inkomen en de levensomstandigheden van de gezinnen bevond in 2012
23 % van de Grieken zich onder de armoedegrens[6]. 17. Tot op heden werden voor de
detailhandel reeds drie andere EFG-aanvragen ingediend[7], die eveneens op de
wereldwijde financiële en economische crisis gebaseerd waren. Factoren die de ontslagen en de
beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt 18. Volgens de Griekse
autoriteiten hadden de ontslagen twee belangrijke oorzaken: 1) de daling
van het beschikbare gezinsinkomen ― ingevolge de hogere
belastingdruk, de dalende lonen (zowel in de privé- als in de overheidssector)
en de stijgende werkloosheid ― wat een zeer sterke daling van de
koopkracht tot gevolg had; 2) de drastische afname van de leningen aan
ondernemingen en particulieren door het gebrek aan liquide middelen in de
Griekse banken. Volgens de Bank van Griekenland is de jaarlijkse groei van
leningen aan gezinnen en bedrijven (met uitzondering van financiële
ondernemingen) sinds 2010 negatief door een gebrek aan liquide middelen in de
Griekse banken. 19. Sprider Stores werd opgericht
in 1971. In 1999 heeft de groep Hajioannou 80 % van het bedrijf gekocht en
Sprider Stores begon te groeien tot het de grootste Griekse multinationale
keten voor betaalbare mode werd, zoals het trots aankondigde op zijn
website[8].
In 2000 werd de dochteronderneming Sprider Bulgarije opgericht om de
aanwezigheid van de groep op de Balkan beter te ondersteunen. Zeven jaar later,
in 2007, breidde het bedrijf zijn aanwezigheid uit in Zuid-Oost Europa met de
opening van vijf winkels in Roemenië, één winkel in Lemesos (Cyprus) en nog een
winkel in Sofia (Bulgarije). Het jaar daarop opende Sprider Stores 21 nieuwe
winkels in Griekenland (10 in Athene en Thessaloniki en 11 gespreid over het
land) en 16 in het buitenland, in Roemenië, Bulgarije, Cyprus, Polen en Servië.
In 2009 beschikte het bedrijf over een netwerk van 114 kledingwinkels, had het
1 500 werknemers in dienst en maakte het een omzet van 150 miljoen EUR. 20. Door de daling van de koopkracht
van de Griekse gezinnen na de neergang van de Griekse economie sinds het begin
van de economische en financiële crisis is de vraag naar andere producten dan
basisvoedingsmiddelen ingestort en begon de omzet van Sprider Stores
dienovereenkomstig een neergang te vertonen. Omzet
van Sprider Stores (2009-2013)
Miljoen EUR 2009 || 2010 || 2011 || 2012 || 2013[9] 150,01 || 138,03 || 112,15 || 77,70 || 22,36 21. Een ander gevolg van de
recessie van de Griekse economie was het tekort aan kasstroom. Om dat probleem
te verhelpen, zocht Sprider Stores financiële hulp bij de banken, maar
tevergeefs. Volgens de pers was dat het belangrijkste argument dat Sprider
Stores aanvoerde toen het de stopzetting van zijn activiteiten aankondigde[10] 22. Door de combinatie van de
daling van de omzet die werd veroorzaakt door de daling van het verbruik en de
strengere kredietvoorwaarden kon Sprider Stores geen oplossing vinden, wat
ertoe heeft geleid dat de onderneming het faillissement aanvroeg en de
werknemers werden ontslagen. Verwachte gevolgen van de ontslagen voor
de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid 23. Aangezien Sprider Stores in
alle Griekse regio's aanwezig was, zijn de ontslagen over heel Griekenland
gespreid. De Griekse autoriteiten argumenteren dat de ontslagen bij Sprider
Stores de werkloosheidssituatie, die ingevolge de economische en financiële
crisis reeds was verslechterd en bijzonder kwetsbaar lijkt, verder zullen
verslechteren. Van alle EU-lidstaten heeft Griekenland de hoogste werkloosheid. Werkloosheid
Bron:
Eurostat[11] 24. De meeste ontslagen
(64 %) vallen in Attica en Centraal-Macedonië. In Q4 2013 was de
werkloosheid in beide regio's hoger dan het nationale gemiddelde (27,5 %).
In Attica bedroeg de werkloosheid 28,2 %, en in Centraal-Macedonië 30,3 %[12]. Voorts zijn er in
Attica en Centraal-Macedonië te weinig vacatures voor het hoge aantal
werkzoekenden. Bijgevolg is meer dan 70 % van de werklozen reeds meer dan
12 maanden werkloos. In Centraal‑Macedonië is de situatie van jonge
werkzoekenden bijzonder zorgwekkend, aangezien 60,4 % van de jongeren
werkloos is. 25. Bovendien is de regio Attica
goed voor 43 % van het Grieks bbp; de gevolgen van de sluiting van
ondernemingen die in deze regio gevestigd zijn, zullen zich bijgevolg in de
hele Griekse economie laten voelen. Beoogde begunstigden en voorgestelde acties Beoogde begunstigden 26. Naar verwachting zullen 761
werknemers voor wie steun wordt aangevraagd aan de maatregelen deelnemen.
Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep: Categorie || Aantal beoogde begunstigden Geslacht: || Mannen: || 112 || (14,7 %) || Vrouwen: || 649 || (85,3 %) Burgerschap: || EU-burgers: || 761 || (100,00 %) || Niet-EU-burgers: || 0 || (0,00 %) Leeftijdsgroep: || 15-24 jaar: || 37 || (4,9 %) || 25-29 jaar: || 171 || (22,5 %) || 30-54 jaar: || 549 || (72,1 %) || 55-64 jaar: || 4 || (0,5 %) || Ouder dan 64 jaar: || 0 || (0,00 %) 27. Daarnaast zullen de Griekse
autoriteiten door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening
verstrekken aan maximaal 550 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs
of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de
aanvraag jonger waren dan 30 jaar, aangezien 682 ontslagen die in punt 7 worden
vermeld zich voordoen in NUTS II-regio's die voor het
Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief in aanmerking komen[13]. 28. Het geschatte totale aantal
beoogde begunstigden dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen, met
inbegrip van NEET's, bedraagt bijgevolg 1 311. Subsidiabiliteit van de voorgestelde
maatregelen 29. De
individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers en de NEET's omvat de
volgende acties. –
Loopbaanbegeleiding:
deze begeleidende maatregel wordt aan alle deelnemers aangeboden en omvat de
volgende fasen: 1 Informatie voor NEET's. In tegenstelling tot de 761 beoogde werknemers, die reeds bekend zijn
(voormalige werknemers van Sprider Stores), moet de groep beoogde NEET's nog
worden afgebakend. Om de beoogde NEET's te selecteren, zullen de Griekse
autoriteiten onder meer criteria toepassen die zijn afgestemd op de criteria
van het uitvoeringsplan voor de Griekse jongerengarantie (m.a.w. met
uitsluiting bedreigde jongeren, de hoogte van het gezinsinkomen, het
onderwijsniveau, de duur van de werkloosheid enz.), alsook blijken van
belangstelling. Daartoe zijn zij van plan informatiecampagnes te organiseren
die specifiek op NEET's gericht zijn. 2 Intake en registratie. De eerste maatregelen die aan alle deelnemers worden aangeboden (zowel
werknemers als NEET's) omvatten informatie over beschikbare diensten en
opleidingsprogramma's en over vaardigheids- en opleidingseisen. 3. Beoordeling van de vaardigheden en
samenstelling van een persoonlijk en beroepsdossier. Deze
maatregel heeft tot doel werknemers en NEET's inzicht te helpen geven in hun
eigen vaardigheden en in de mogelijkheden die hun interessen bieden, en hen
erbij te helpen een realistisch loopbaanplan op te stellen. De beoordeling van
de vaardigheden omvat een intensieve en gepersonaliseerde begeleiding, die is
gestructureerd als een traject dat bestaat uit verschillende fasen waarin de
werknemer en de begeleider aan een thema werken (bijvoorbeeld kansen,
interessen, analyse van de motivaties en verwachtingen, hinderpalen, enz.). Na
deze beoordelingen wordt een persoonlijk en beroepsdossier opgesteld, met een
overzicht van de vaardigheden van de deelnemer, zijn/haar individuele project
en een actieplan. 4 Hulp bij het zoeken naar een baan en
loopbaanbegeleiding. Dit omvat: 1) horizontale
opleidingen zoals de ontwikkeling van sociale vaardigheden, aanpassing aan
nieuwe situaties, besluitvorming; 2) hulp bij het zoeken naar een baan,
inclusief informatie over vacatures, actief onderzoek van de plaatselijke en
regionale kansen op werk, technieken voor het zoeken naar een baan en een
cursus over het opstellen van cv's en begeleidende brieven en in het
voorbereiden van een sollicitatiegesprek; (3) loopbaanbegeleiding: de
loopbaanbegeleiders zullen de ontslagen werknemers helpen bij hun beroepskeuze
en hen in de richting van specifieke vacatures sturen. 5. Begeleiding bij de (re-)integratie op
de arbeidsmarkt. De adviseurs zullen de werknemers en
NEET's eveneens begeleiden bij de uitvoering van hun opleidingstrajecten en
individuele plannen met het oog op hun (re-)integratie op de arbeidsmarkt. De
deelnemers die een eigen bedrijf wensen op te richten, zullen daarbij in het
kader van de loopbaanbegeleiding algemene ondersteuning en begeleiding krijgen. 6. Monitoring. De
monitoring bestaat in een follow-up van de deelnemers tijdens de zes maanden na
afloop van de uitvoering van de maatregelen. –
Opleiding, omscholing en beroepsopleiding. In het kader van deze maatregel worden aan werknemers en NEET's
beroepsopleidingen aangeboden die beantwoorden aan hun behoeften zoals die bij
de loopbaanbegeleiding werden vastgesteld. Het betreft opleidingen op gebieden
en in sectoren met goede ontwikkelingsvooruitzichten, die op erkende behoeften
van de arbeidsmarkt zijn afgestemd. De opleidingen kunnen ook met stages worden
aangevuld. –
Bijdrage aan het opstarten van een bedrijf. De werknemers of NEET's die een eigen bedrijf oprichten, zullen
maximaal 15 000 EUR ontvangen als bijdrage in de oprichtingskosten. In
Griekenland is de toegang tot financiering een van de grootste problemen
waarmee ondernemers te kampen hebben wanneer zij een bedrijf willen oprichten.
Door het tekort aan liquide middelen wijzen de banken de meeste verzoeken om
een lening af. Met deze maatregel wordt beoogd ondernemerschap door deze
financiële steun aan te moedigen. –
Toelage voor het zoeken naar werk en
opleidingstoelage. Om de uitgaven te dekken die zij
moeten doen om aan de loopbaanbegeleiding deel te nemen, zullen de deelnemers
50 EUR ontvangen per dag waarop zij aan de maatregel deelnemen. Wanneer
zij een opleiding volgen, zullen zij een toelage van 6 EUR per uur ontvangen. –
Mobiliteitstoelage.
Werknemers en NEET's die een baan accepteren waarvoor zij moeten verhuizen,
ontvangen een eenmalige uitkering van 2 000 EUR voor de noodzakelijke uitgaven. 30. De
voorgestelde maatregelen die hier worden beschreven, zijn actieve
arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening
vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van
maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming. 31. De Griekse autoriteiten hebben
de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf
krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht
is. Zij hebben bevestigd dat een financiële bijdrage van het EFG niet in de
plaats zal komen van deze acties. Geraamd budget 32. De totale kosten worden op
12 151 500 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van
11 941 500 EUR voor individuele dienstverlening en van 210 000
EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en
publiciteit, en controle en rapportage. 33. Van
het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van
7 290 900 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd. Acties || Geraamd aantal deelnemers || Geraamde kosten per deelnemer (EUR) (*) || Geraamde totale kosten (EUR) (**) Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening) Loopbaanbegeleiding || 1 311 || 1 250 || 1 638 750 Opleiding, omscholing en beroepsopleiding || 1 311 || 2 658 || 3 484 000 Bijdrage aan het opstarten van een bedrijf || 200 || 15 000 || 3 000 000 Subtotaal (a): || – || 8 122 750 (68,02 %) Toelagen en stimulerende maatregelen (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening) Toelage voor het zoeken naar werk || 1 311 || 1 250 || 1 638 750 Opleidingstoelage || 1 100 || 1 800 || 1 980 000 Mobiliteitstoelage || 100 || 2 000 || 200 000 Subtotaal (b): || – || 3 818 750 (31,98 %) Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening 1. Voorbereiding || – || 40 000 2. Beheer || – || 40 000 3. Voorlichting en publiciteit || – || 100 000 4. Controle en rapportage || – || 30 000 Subtotaal (c): || – || 210 000 (1,73 %) Totale kosten (a + b + c): || – || 12 151 500 EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten) || – || 7 290 900 (*) Om decimale cijfers te vermijden, zijn de
geraamde kosten per werknemer afgerond. De afronding heeft evenwel geen
gevolgen voor de totale kosten van elke maatregel, die dezelfde blijven als in
de door Griekenland ingediende aanvraag. (**) Door het afronden kloppen de totalen niet
exact. 34. De kosten van de in de tabel
hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b),
van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten
voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. De Griekse
autoriteiten hebben bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname
van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in
verband met het zoeken van een baan. 35. De Griekse autoriteiten hebben
bevestigd dat de investeringkosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of
een eigen bedrijf opricht en voor overnames door werknemers per begunstigde
niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen. Periode waarbinnen de uitgaven
subsidiabel zijn 36. De Griekse autoriteiten hebben
de beoogde begunstigden met ingang van 1 september 2014 individuele
dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de in punt 29 genoemde acties
zullen bijgevolg van 1 september 2014 tot en met 1 september 2016 voor een
financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen. 37. Op 15 juli 2014 hebben de
Griekse autoriteiten de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op
de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van
voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage
zullen bijgevolg van 15 juli 2014 tot en met 1 maart 2017 voor een financiële
bijdrage van het EFG in aanmerking komen. Complementariteit met acties die door
nationale of EU-fondsen worden gefinancierd 38. Het
overheidsinvesteringsprogramma van het Ministerie van Ontwikkeling is de bron
van de nationale voor- of medefinanciering. 39. De Griekse autoriteiten hebben
bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage
uit het EFG ontvangen, niet ook steun van andere financiële instrumenten van de
Unie zullen ontvangen. Procedures voor het overleg met de
beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook
plaatselijke en regionale autoriteiten 40. De Griekse autoriteiten hebben
laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd
opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de beoogde begunstigden en
de Federatie van werknemers uit de privésector in Griekenland. In mei 2014 is
de voorgestelde aanvraag besproken op twee vergaderingen met de sociale
partners, die werden geraadpleegd over diverse aspecten van de inhoud van het
geïntegreerd pakket van maatregelen. Beheers- en controlesystemen 41. De aanvraag bevat een
beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden
van de betrokken organen specificeert. Griekenland heeft de Commissie
meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd en gecontroleerd door
de instanties die de financiering uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) in
Griekenland beheren en controleren. De autoriteit voor de coördinatie en de
monitoring van ESF-acties (Eysekt) zal optreden als beheersautoriteit, EDEL
(het fiscaal auditcomité) als controleautoriteit, en de speciale
betalingsautoriteit als certificerende autoriteit. Toezeggingen door de betrokken lidstaat 42. De Griekse autoriteiten hebben
op de volgende punten de nodige garanties geboden: –
bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun
uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie
worden gerespecteerd; –
aan de voorschriften van de nationale en
EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan; –
de voorgestelde acties zullen geen financiële steun
ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele
financiering zal worden voorkomen; –
de voorgestelde maatregelen zullen complementair
zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd; –
de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan
de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Begrotingsvoorstel 43. Zoals vastgesteld in
artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad
van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de
jaren 2014-2020[14]
mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011)
niet overschrijden. 44. Na de aanvraag te hebben
onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de
EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de
voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het
EFG een bedrag van 7 290 900 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen
overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties,
teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag. 45. Overeenkomstig punt 13 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees
Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de
samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[15] zal het voorgestelde
besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees
Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen. Met dit besluit samenhangende handelingen 46. Samen met dit voorstel voor
een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie
bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving
van 7 290 900 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel. 47. Wanneer de Commissie dit
voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen
goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een
besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op
de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om
middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen. Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD betreffende de beschikbaarstelling van
middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december
2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de
begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel
beheer (aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het
Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het
Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot
intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[16],
en met name artikel 15, lid 4, Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van
2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een
goed financieel beheer[17],
en met name punt 13, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Het Europees fonds voor
aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan
werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden
hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote
structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in
Verordening (EG) nr. 546/2009[18]
behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een
nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de
arbeidsmarkt terug te keren. (2) Zoals vastgesteld in
artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad
mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011)
niet overschrijden. (3) Griekenland heeft op 6 juni
2014 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen
voor ontslagen[19]
bij Sprider Stores S.A. in Griekenland en heeft overeenkomstig artikel 8, lid
3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens ingediend. Deze
aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG
overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013. (4) Griekenland heeft besloten om
door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening overeenkomstig
artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 ook te verlenen aan NEET's
(jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen). (5) Er moeten dan ook middelen
uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van
7 290 900 EUR te leveren aan de door Griekenland
ingediende aanvraag, HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT
VASTGESTELD: Artikel 1 Ten laste van de algemene begroting van de
Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt een bedrag van
7 290 900 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten
beschikbaar gesteld uit het EFG. Artikel 2 Dit besluit
wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855. [2] Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische
classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van
Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke
statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1). [3] Overeenkomstig artikel 7, vierde alinea, van
Verordening (EU) nr. 1309/2013. [4] Verordening (EU) nr. 1046/2012 van de Commissie van 8
november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het
Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een
gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de
statistiek (NUTS), wat de indiening van tijdreeksen voor de nieuwe regionale
indeling betreft (PB L 310 van 9.11.2012, blz. 34). [5] In de zin van artikel 3, onder a), van de
EFG-verordening. [6] In Griekenland ligt de armoedegrens op 5 708 EUR
per jaar per persoon (voor alleenstaanden) en op 11 986 EUR voor gezinnen
met twee volwassenen en twee kinderen tot 14 jaar. [7] EGF/2010/016 ES Detailhandel Aragón. COM(2010) 615. EGF/2011/004 EL ALDI
Hellas. COM(2011) 580. EGF/2014/013 EL
Odyssefs Fokas. Momenteel in behandeling bij de Commissie. [8] http://www.spriderstores.ro/values/ [9] De eerste negen maanden van het jaar [10] Kledingdetailhandel Sprider Stores stopt zijn activiteiten
na 32 jaar. "Deze ontwikkeling is te wijten aan de recalcitrante houding
en weigering van de banken om te blijven financieren," aldus het bedrijf.
Bron: www.ekathimerini.com [11] Code
tsdec450 [12] Bron: Elstat. Arbeidskrachtenenquête Q4 2013. [13] Alle Griekse NUTS II-regio's komen in aanmerking voor het
Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief, met uitzondering van
Ιόνια Νησιά (de Ionische
eilanden). Van het totale aantal ontslagen vielen er 21 op de Ionische
eilanden, waarvan 13 op Corfu en 8 op Zakynthos. [14] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884. [15] PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1. [16] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855. [17] PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1. [18] PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26. [19] In de zin van artikel 3, onder a), van de
EFG-verordening.