This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R0451
Commission Delegated Regulation (EU) 2023/451 of 25 November 2022 specifying the factors to be taken into consideration by the competent authority and the supervisory college when assessing the recovery plan of central counterparties (Text with EEA relevance)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/451 van de Commissie van 25 november 2022 tot nadere specificatie van de factoren die door de bevoegde autoriteit en het toezichtcollege in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling van het herstelplan van centrale tegenpartijen (Voor de EER relevante tekst)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/451 van de Commissie van 25 november 2022 tot nadere specificatie van de factoren die door de bevoegde autoriteit en het toezichtcollege in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling van het herstelplan van centrale tegenpartijen (Voor de EER relevante tekst)
C/2022/8435
PB L 67 van 3.3.2023, p. 7–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
3.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 67/7 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/451 VAN DE COMMISSIE
van 25 november 2022
tot nadere specificatie van de factoren die door de bevoegde autoriteit en het toezichtcollege in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling van het herstelplan van centrale tegenpartijen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (1), en met name artikel 10, lid 12,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Wanneer zij bij de beoordeling van het herstelplan van een centrale tegenpartij (“CTP”) de kapitaalstructuur en het risicoprofiel van die CTP onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges nagaan of met herstelplan de toereikendheid van de financiële middelen van de CTP en indien noodzakelijk ook een tijdige herkapitalisatie van de CTP en een aanvulling van diens voorgefinancierde middelen kunnen worden gewaarborgd, en of met dat plan financierings- en liquiditeitstekorten kunnen worden opgevangen. |
(2) |
Wanneer zij bij de beoordeling van het herstelplan van een CTP de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling van de CTP onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges nagaan of de structuur van de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling van die CTP en de regels voor verliestoewijzing toereikend zijn om alle voorziene verliesscenario’s bij wanbetaling te dragen, en of die verliestoewijzingen wettelijk afdwingbaar zijn. |
(3) |
Wanneer zij bij de beoordeling van het herstelplan van een CTP de complexiteit van de organisatiestructuur van die CTP onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges nagaan of de eigendomsstructuur en de governanceregelingen van die CTP voldoende duidelijk en uitvoerbaar zijn om de haalbaarheid van het herstelplan te bevestigen en een soepele uitvoering van de herstelmaatregelen te waarborgen. |
(4) |
Wanneer zij bij de beoordeling van het herstelplan van een CTP de vervangbaarheid van de activiteiten van die CTP onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges nagaan op welke wijze het herstelplan van die CTP erin voorziet dat alle clearingdiensten van de CTP, of een deel daarvan, kunnen worden verricht door andere CTP’s waaraan in de Unie een vergunning is verleend of die in een derde land zijn erkend, om het risico op verstoring van diensten die vitaal zijn voor de reële economie en de financiële stabiliteit, te beperken. |
(5) |
Wanneer zij bij de beoordeling van het herstelplan van een CTP het risicoprofiel van die CTP onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges aan de hand van de bedrijfskenmerken en de governance- en juridische risico’s van die CTP nagaan of die CTP in staat is de in het herstelplan omschreven maatregelen vlot en doelmatig uit te uitvoeren, ongeacht de specifieke kenmerken van de CTP. |
(6) |
Wanneer zij bij de beoordeling van het herstelplan van een CTP onderzoeken in hoeverre een CTP voorbereid is op stresssituaties die de levensvatbaarheid van de CTP in gevaar brengen, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges nagaan in hoeverre in het herstelplan opgenomen scenario’s en indicatoren gezien de specifieke kenmerken van die CTP toereikend zijn om te waarborgen dat de CTP zich op geloofwaardige wijze op dergelijke stresssituaties heeft voorbereid. |
(7) |
Wanneer zij bij de beoordeling van het herstelplan van een CTP het bedrijfsmodel van die CTP onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges nagaan in hoeverre in dat herstelplan naar behoren wordt vastgesteld welke functies kritiek zijn, en op welke wijze in het herstelplan in verkoop van activa of bedrijfsonderdelen wordt voorzien om te anticiperen op de gevolgen van de uitvoering van het herstelplan voor clearingleden, cliënten en indirecte cliënten, en in uitbestedingsregelingen. |
(8) |
Wanneer zij de gevolgen van een herstelplan van een CTP voor bepaalde entiteiten op communicatiegebied onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges nagaan in hoeverre de procedures van de CTP op het gebied van communicatie en openbaarmaking toereikend zijn om informatie zo transparant mogelijk te delen en om mogelijk negatieve marktreacties op de moeilijkheden van de CTP te beheersen. |
(9) |
Wanneer zij de gevolgen van een herstelplan van een CTP voor clearingleden onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges nagaan op welke wijze die CTP de complexiteit van haar clearinglidmaatschap beoordeelt om te anticiperen op de gevolgen van het herstelplan voor clearingleden, cliënten en indirecte cliënten, en hun contractuele verplichtingen in elk herstelscenario onderzoeken. |
(10) |
Wanneer zij de gevolgen van een herstelplan van een CTP voor gekoppelde marktinfrastructuren onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges nagaan of de uitvoering van de herstelmaatregelen van die CTP een weerslag kan hebben op de activiteiten van een gekoppelde infrastructuur, om de gevolgen van het afwikkelingsplan voor wat betreft interoperabiliteitseffecten naar behoren te beoordelen. |
(11) |
Wanneer zij de gevolgen van een herstelplan van een CTP voor door de CTP bediende financiële markten, waaronder handelsplatformen, onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges elke band met de handelsplatformen van die CTP in aanmerking nemen, om te anticiperen op alle wezenlijke gevolgen van de herstelmaatregelen voor het vermogen van een handelsplatform om transacties te verwerken of prijzen vast te stellen. |
(12) |
Wanneer zij de gevolgen van een herstelplan van een CTP voor het financiële stelsel van een lidstaat en voor de Unie als geheel onderzoeken, moeten bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges de gevolgen van herstelmaatregelen voor entiteiten met wezenlijke banden met die CTP, clearingleden en FMI’s beoordelen, om alle eventueel uit de uitvoering van het herstelplan voortvloeiende besmettingsrisico’s in aanmerking te nemen. Ook moeten zij nagaan in hoeverre met de in het herstelplan opgenomen prikkels kan worden gewaarborgd dat de herstelmaatregelen en de instrumenten voor verliestoewijzing maximale kansen op een succesvol herstel bieden, met een billijke en evenredige toewijzing van kosten onder de aandeelhouders, clearingleden en hun cliënten. |
(13) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“ESMA”) bij de Commissie heeft ingediend. |
(14) |
De ESMA ontwikkelde de ontwerpen van technische normen waarop deze verordening is gebaseerd in samenwerking met het Europees Stelsel van centrale banken en het Europees Comité voor systeemrisico’s. De ESMA heeft open publieke consultaties gehouden over die ontwerpen van technische reguleringsnormen, de potentiële kosten en baten ervan geanalyseerd en het advies ingewonnen van de Stakeholdergroep effecten en markten die overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad is opgericht (2), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Beoordeling van de kapitaalstructuur en het financiële risico van een CTP
Wanneer zij beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van de kapitaalstructuur en het financiële risico van die CTP volstaat, onderzoeken bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges alle navolgende factoren:
a) |
de vraag of er tegenstrijdigheden zijn tussen de kapitaalstructuur van de CTP en de herstelmaatregelen die voorzien in tijdige herkapitalisatie van de CTP in het geval waarin de kapitaalpositie van die CTP tot onder de kennisgevingsdrempel afneemt of niet meer aan de kapitaalvereisten voldoet; |
b) |
de vraag of in het herstelplan voldoende rekening wordt gehouden met het in artikel 9, lid 14, van Verordening (EU) 2021/23 bedoelde extra bedrag aan voorgefinancierde specifieke eigen middelen; |
c) |
de vraag of de maatregelen in het herstelplan, gelet op de soorten producten die worden gecleard, goed ontworpen, haalbaar, geloofwaardig en geschikt zijn om de CTP in staat te stellen:
|
d) |
de vraag of de maatregelen in het herstelplan voldoende getest zijn om toewijzing en prijsbepaling mogelijk te maken; |
e) |
de vraag of de maatregelen in het herstelplan en de in punt c), iv), bedoelde instrumenten voldoende betrouwbaar en snel beschikbaar zijn in geval van zowel specifieke als stelselbrede herstelgebeurtenissen; |
f) |
de vraag of in het herstelplan wordt voorzien in regelingen om zowel financieringstekorten als tijdelijke liquiditeitstekorten op te vangen en in dat plan de liquiditeitsregelingen worden omschreven waarover de CTP kan beschikken; |
g) |
de vraag of voor de maatregelen in het herstelplan rekening wordt gehouden met het marginmodel en de marginprocedures, alsmede met het kader van zekerheden, waaronder een lijst van aanvaarde zekerheden en zekerheden waarop binnen de CTP een reductiefactor is toegepast, en meer in het bijzonder met al het volgende:
|
h) |
de vraag of het herstelplan voorziet in het gebruik van permanente centrale-bankfaciliteiten en of er duidelijk de activa in worden omschreven die naar verwachting op grond van de voorwaarden van de centrale-bankfaciliteit als zekerheid worden aangemerkt. |
Artikel 2
Beoordeling van de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling van de CTP
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling van de CTP volstaat door alle navolgende factoren te onderzoeken:
a) |
de vraag of de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling en de verschillende wegen waarlangs verliezen zich verspreiden duidelijk zijn omschreven en of de gevolgen van verliezen zijn gemodelleerd overeenkomstig de regels voor de toewijzing van deze verliezen, waaronder regelingen tussen de CTP en haar clearingleden en het algemene kader voor risicobeheer van de CTP, waaronder het CTP-regelboek; |
b) |
de vraag of relevante juridische risico’s zijn beoordeeld en afgedekt door te waarborgen dat de trapsgewijze dekking afdwingbaar is jegens clearingleden die in rechtsgebieden van derde landen zijn gevestigd. |
Artikel 3
Beoordeling van de organisatiestructuur van een CTP
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van de mate van complexiteit van de organisatiestructuur volstaat door alle navolgende factoren te onderzoeken:
a) |
de vraag of de eigendomsstructuur van de CTP van invloed kan zijn op het herstelplan; |
b) |
de wijze waarop de eigendomsstructuur van de CTP tot uiting komt in stimuleringsregelingen of besluitvormingsprocessen van de CTP; |
c) |
de wijze waarop vereisten voor eigenaren in het kader van het herstelplan van invloed kunnen zijn op het herstelplan, ook wanneer contractuele regelingen voor steun door een moederonderneming of een groep deel uitmaken van het herstelplan, en meer in het bijzonder het volgende:
|
d) |
de vraag of de banden van de CTP met entiteiten uit dezelfde groep voldoende worden beoordeeld om te waarborgen dat mogelijke besmettingsrisico’s als gevolg van financiële moeilijkheden of wanbetaling van een entiteit binnen de groep zijn geïnventariseerd, en beoordelen hoe deze banden van invloed kunnen zijn op de toepasbaarheid van de maatregelen in het herstelplan; |
e) |
de vraag of het beleid en de procedures voor goedkeuring van het herstelplan en de inventarisatie van de personen binnen de organisatie die verantwoordelijk zijn voor het opstellen en uitvoeren van het herstelplan, geschikt, duidelijk en uitvoerbaar zijn; |
f) |
de vraag of het herstelplan in overeenstemming is met de bestuursstructuur van de CTP en de besluitvormingsprocessen en de interne governance van de CTP; |
g) |
de vraag of de mate van complexiteit van de interne organisatie van de CTP een belemmering kan vormen voor tijdige maatregelen, en of procedures efficiënt kunnen verlopen met duidelijke besluitvormingsprocessen en duidelijk omschreven verantwoordelijkheden; |
h) |
de vraag of procedures en actieplannen uit het herstelplan duidelijk en uitvoerbaar zijn, waaronder procedures voor besluitvormingsprocessen, uitvoerige contactgegevens van personen die van belang zijn voor de uitvoering van het herstelplan, mogelijkheden voor toegang op afstand en toegankelijkheid tot beleidsbepalers, en of het herstelplan voorziet in procedures voor toegang tot hoofdverantwoordelijken ter plaatse en elders; |
i) |
de vraag of het herstelplan, indien vereist, daadwerkelijk is opgenomen in de werkingsregels van de CTP; |
j) |
de vraag of de CTP beschikt over passende regels en voorschriften om haar herstelplan geregeld met zijn clearingleden te testen, en indien mogelijk, om hun cliënten en indirecte cliënten te inventariseren. |
Artikel 4
Beoordeling van de vervangbaarheid van de activiteiten van een CTP
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van de vervangbaarheid van de activiteiten van die CTP volstaat door alle navolgende factoren te onderzoeken:
a) |
de vraag of in het herstelplan in aanmerking is genomen of andere CTP’s waaraan een vergunning is verleend of die zijn erkend ingevolge artikel 14 of artikel 25 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (3), enkele of alle door de CTP verrichte clearingdiensten aanbieden; |
b) |
in hoeverre in het herstelplan nadere regelingen zijn opgenomen, gebruikmakend van de informatie waarover de CTP beschikt, over de wijze waarop door een andere CTP aangeboden clearingdiensten zijn geïnventariseerd en of die geïnventariseerde diensten van andere CTP’s reeds bestaande diensten of nieuw opgerichte clearingdiensten zijn; |
c) |
de vraag of het herstelplan voorziet in overdraagbaarheid van transacties of in volledige of gedeeltelijke overdracht van niet-kritieke activiteiten naar een andere dienstverrichter, en:
|
Artikel 5
Beoordeling van het risicoprofiel van een CTP
1. Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van het risicoprofiel van die CTP volstaat, door alle navolgende factoren te onderzoeken:
a) |
de vraag of in het herstelplan van de CTP in algemene zin passende maatregelen zijn opgenomen om verschillende soorten risico’s, alsmede aannemelijke combinaties daarvan, te ondervangen, waarbij het gebruik van de in artikel 1, punt c), iv), bedoelde herstelinstrumenten noodzakelijk kan zijn; |
b) |
de vraag of het risico van verstoringen vanuit zowel de CTP als andere entiteiten en dienstverrichters waaraan de CTP is blootgesteld, waaronder clearing, investeringen, bewaarneming en betalingen, in het herstelplan wordt beoordeeld en beperkt; |
c) |
de vraag of in het herstelplan rekening wordt gehouden met de aard, de omvang en de complexiteit van de bedrijfsactiviteiten van de CTP en de wijze waarop deze aspecten zijn verwerkt in de door de CTP voorgestelde maatregelen; |
d) |
de vraag of de CTP het herstelplan onafhankelijk en zonder inmenging van andere entiteiten binnen dezelfde groep van bedrijven kan toepassen en, indien mogelijk, of eventuele neveneffecten op andere groepsentiteiten en onderlinge financiële verwevenheden duidelijk zijn geïnventariseerd; |
e) |
de vraag of in het herstelplan rekening wordt gehouden met milieurisico’s en het risico van cyberaanvallen die de financiële situatie van de CTP aanzienlijk kunnen doen verslechteren, en met andere risico’s die zijn vastgesteld bij de uitvoering van stresstests overeenkomstig artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 en artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1095/2010, voor zover relevant voor het herstelplan; |
f) |
de vraag of de juridische risico’s in het herstelplan zijn beoordeeld, en meer in het bijzonder of alle in het herstelplan opgenomen maatregelen rechtmatig, geldig, bindend en afdwingbaar zijn; |
g) |
de vraag of de regelingen, overeenkomsten en contracten, waaronder de werkingsregels van de CTP en overeenkomsten met dienstverrichters, duidelijk, rechtmatig, geldig, bindend en afdwingbaar en uitvoerbaar zijn, om te waarborgen dat de risico’s van juridische procedures en rechtszaken worden beheerst en tot een minimum worden beperkt; |
h) |
de vraag of, indien nodig, juridisch advies is ingewonnen om de rechtsgeldigheid en de afdwingbaarheid van de herstelmaatregelen en -overeenkomsten aan te tonen, met name indien de wederpartij bij de overeenkomst in een derde land is gevestigd; |
i) |
indien de raad van de CTP bij de vaststelling van het herstelplan van de CTP heeft besloten het advies van het risicocomité niet op te volgen: de vraag of de reden die de CTP overeenkomstig artikel 9, lid 18, van Verordening (EU) 2021/23 aan zowel de leden van het risicocomité als aan zijn bevoegde autoriteiten heeft opgegeven, afdoende is. |
2. Voor de toepassing van lid 1, punt a), dienen, naargelang van de CTP, de risico’s te worden onderzocht op het gebied van bedrijfsvoering, kredieten, liquiditeit, bewaarneming, afwikkeling, investeringen, markten, milieu en klimaat, alsmede algemene zakelijke risico’s en systeemrisico’s.
3. Voor de toepassing van lid 1, punt c), kunnen de in dat punt bedoelde risico’s in het herstelplan worden beoordeeld door alle navolgende aspecten van de bedrijfsvoering van de CTP te onderzoeken:
a) |
het soort financiële instrumenten dat door de CTP wordt gecleard of zal worden gecleard; |
b) |
de door de CTP geclearde of te clearen financiële instrumenten waarvoor de in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde clearingverplichting geldt; |
c) |
de gemiddeld door de CTP in een jaar geclearde waarden, per soort product en valuta, zowel in absolute bedragen als in verhouding tot het kapitaal van de CTP, uitgesplitst voor de afzonderlijke clearingleden en, indien mogelijk, voor elke cliënt; |
d) |
de vraag of de door de CTP geclearde transacties worden uitgevoerd op een EU-handelsplatform, een platform van een derde land dat overeenkomstig artikel 2 bis van Verordening (EU) nr. 648/2012 als gelijkwaardig wordt beschouwd, of een otc; |
e) |
de lidstaten waar de CTP diensten en andere grensoverschrijdende activiteiten verricht of voornemens is te verrichten. |
Artikel 6
Beoordeling van het risicoprofiel van de CTP in verband met de mate van voorbereiding van een CTP
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van de in het herstelplan opgenomen termijnen, scenario’s en indicatoren volstaat. Bij die beoordeling onderzoeken bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges alle navolgende factoren:
a) |
de vraag of de beoogde toepassing en de ontworpen strategie van het herstelplan:
|
b) |
de vraag of voor het kader van kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren uit het herstelplan wordt omschreven onder welke omstandigheden de maatregelen uit het herstelplan moeten worden genomen. |
Artikel 7
Beoordeling van het risicoprofiel van de CTP in verband met het bedrijfsmodel
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van het operationele risico van het bedrijfsmodel van die CTP volstaat, door alle navolgende factoren te onderzoeken:
a) |
de vraag of de kritieke functies van de CTP naar behoren zijn omschreven; |
b) |
de vraag of de voorbereidende regelingen om de verkoop van activa of bedrijfsonderdelen te vergemakkelijken, zoals voorzien in het herstelplan, geschikt zijn voor de CTP, rekening houdend met al het volgende:
|
c) |
indien de CTP verschillende producten cleart: de vraag of de CTP de mogelijkheid van splitsing van een verkoop over producten heeft overwogen, en of belemmeringen zijn vastgesteld die het gevolg van een dergelijke splitsing zouden zijn, en of andere gevolgen voor het herstelplan zijn vastgesteld ingeval een dergelijke gesplitste verkoop plaatsvindt; |
d) |
de vraag of het aantal en het belang van de verschillende banden met entiteiten, waaronder aanbieders van liquiditeit, afwikkelingsbanken, platforms, bewaarders, investeringsmakelaars, banken of dienstverrichters, in het herstelplan zijn beoordeeld en de wijze waarop die banden van invloed zijn op de herstelmaatregelen en de doeltreffendheid van het herstelplan; |
e) |
de vraag of het belang of de materialiteit van elke band is beoordeeld, ook voor wat betreft geclearde volumes en financiële blootstellingen in het kader van die regelingen; |
f) |
de vraag of uitbestedingsregelingen voor een deel van de kernactiviteiten van de CTP voldoende zijn beoordeeld en of vastgestelde risico’s zijn beperkt; |
g) |
de wijze waarop de juridische afdwingbaarheid van het herstelplan bij dienstverrichters van uitbestedingsregelingen als bedoeld in punt f) zijn beoordeeld en de vraag of het onvermogen van de aanbieder van die uitbestede regelingen om zijn verplichtingen uit hoofde van de uitbestedingsregelingen na te komen voldoende is beoordeeld en de wijze waarop de risico’s in het herstelplan zijn beperkt. |
Artikel 8
Beoordeling van de totale gevolgen voor bepaalde entiteiten in verband met het communicatie- en openbaarmakingsplan van een CTP
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van het communicatie- en openbaarmakingsplan van die CTP volstaat door de totale gevolgen te onderzoeken die de uitvoering van het herstelplan zou hebben op de entiteiten of markten als bedoeld in artikel 10, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/23, en in het bijzonder door alle navolgende factoren te onderzoeken:
a) |
de vraag of het communicatie- en openbaarmakingsplan van de CTP voldoet aan de vereisten van deel A, punt 3, van de bijlage bij Verordening (EU) 2021/23, en in het bijzonder of in het communicatie- en openbaarmakingsplan van de CTP:
|
b) |
de vraag of in het communicatie- en openbaarmakingsplan van de CTP duidelijke procedures zijn opgenomen over de wijze en het moment waarop informatie met verschillende entiteiten wordt gedeeld, vergezeld van duidelijke omschrijvingen van de wijze waarop in deze procedures rekening wordt gehouden met wettelijke vereisten en andere bindende voorschriften. |
Artikel 9
Beoordeling van de totale gevolgen van het herstelplan van een CTP voor clearingleden, hun cliënten, en indirecte cliënten
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP volstaat ten aanzien van de totale gevolgen ervan voor de clearingleden van de CTP en, voor zover die informatie voor de CTP beschikbaar is, voor hun cliënten en indirecte cliënten, ook indien deze cliënten en indirecte cliënten als andere systeemrelevante instellingen (ASI) zijn aangemerkt, en onderzoeken daartoe alle navolgende factoren:
a) |
de vraag of het herstelplan een juiste afspiegeling geeft van de mate van complexiteit van het clearinglidmaatschap van de CTP, waaronder al het volgende:
|
b) |
de vraag of in het herstelplan rekening is gehouden met de totale gevolgen voor clearingleden en, indien die informatie voor de CTP beschikbaar is, voor hun cliënten en indirecte cliënten, van een mogelijke verstoring van de door de CTP verrichte clearingdiensten, met inbegrip van mogelijke gevolgen voor de toegang tot clearing, alsmede andere effecten die voortvloeien uit de werkingsregels van de CTP; |
c) |
de vraag of in het herstelplan rekening is gehouden met het mogelijke gevolg van de ingevolge het herstelplan te nemen overeengekomen maatregelen voor clearingleden en, indien van toepassing, voor hun cliënten en indirecte cliënten; |
d) |
de vraag of, ingevolge de werkingsregels van de CTP, de clearingleden en, indien van toepassing, hun cliënten en indirecte cliënten, enige financiële of contractuele verplichting zijn aangegaan, onder meer over de wijze waarop het bedrag van de verplichting wordt berekend, de vraag of een maximum of een plafond wordt toegepast, of het bedrag een vooraf overeengekomen som is of aan de blootstellingen van het lid of de cliënt gerelateerd is, en de wijze waarop die middelen worden opgevraagd. |
Artikel 10
Beoordeling van de totale gevolgen van het herstelplan van een CTP voor gekoppelde FMI’s
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van de totale gevolgen ervan voor gekoppelde financiële marktinfrastructuren (FMI’s) volstaat door alle navolgende factoren te onderzoeken:
a) |
de vraag of in het herstelplan de mogelijke gevolgen van de toepassing van de herstelmaatregelen voor interoperabele CTP’s en andere met de CTP gekoppelde FMI’s worden beoordeeld, door een beoordeling van de omvang van de betrokkenheid van de CTP bij die entiteiten; |
b) |
de vraag of in het herstelplan interoperabiliteits- of kruislingse marginovereenkomsten met andere CTP’s aan de orde komen, evenals de werkingssfeer van die regelingen, waaronder de volumes die worden gecleard en de financiële middelen die worden uitgewisseld in het kader van dergelijke regelingen; |
c) |
de vraag of de gevolgen van de uitvoering van maatregelen in het kader van het herstelplan van invloed kan zijn op de toegang tot andere FMI’s, en indien belemmeringen of beperkingen worden aangetroffen, de wijze waarop zij worden beperkt; |
d) |
de vraag of gekoppelde FMI’s en belanghebbenden die verliezen zouden lijden, kosten zouden dragen of zouden bijdragen aan het opvangen van liquiditeitstekorten indien het herstelplan zou worden uitgevoerd, overeenkomstig artikel 9, lid 16, van Verordening (EU) 2021/23 op een doeltreffende en bevredigende wijze bij het opstellen van dat plan betrokken zijn geweest. |
Artikel 11
Beoordeling van de totale gevolgen van het herstelplan van een CTP voor de financiële markten, waaronder handelsplatforms, die door de CTP worden bediend
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP volstaat ten aanzien van de totale gevolgen ervan voor de financiële markten, waaronder handelsplatforms, die door de CTP worden bediend, en onderzoeken daartoe alle navolgende factoren:
a) |
de vraag of de mogelijke gevolgen van de toepassing van de herstelmaatregelen voor handelsplatforms en andere met de CTP verbonden transactiebronnen in het herstelplan zijn beoordeeld, met een beoordeling van de omvang van de betrokkenheid van de CTP bij die entiteiten van en de vraag of de gevolgen een bedreiging vormen voor de stabiliteit van de betrokken entiteiten; |
b) |
de vraag of de CTP, naast clearingdiensten, ook andere of bijkomende wezenlijke of significante diensten in verband met clearing verricht, en of maatregelen ingevolge het herstelplan gevolgen kunnen hebben voor de door de CTP bediende markt, indien de CTP dergelijke andere of bijkomende wezenlijke of significante diensten verricht. |
Artikel 12
Beoordeling van de totale gevolgen van het herstelplan van een CTP voor het financiële stelsel van een lidstaat en van de Unie als geheel
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP ten aanzien van de totale gevolgen voor het financiële stelsel van een lidstaat en van de Unie als geheel volstaat, door alle navolgende factoren te onderzoeken:
a) |
de vraag of de mogelijke gevolgen van het herstelplan zijn beoordeeld voor:
|
b) |
met het oog op een beoordeling van de bredere gevolgen van het herstelplan voor de systeemrisico’s: de vraag of de resultaten van incidentele analyses van de ESMA, indien deze voor het herstelplan relevant zijn, in het herstelplan worden meegewogen of onderzocht, en de vraag of relevante constateringen of punten van zorg voor zover mogelijk in dat plan worden beperkt; |
c) |
de vraag of wezenlijke banden met entiteiten, waaronder liquiditeitsverschaffers, afwikkelingsbanken, platforms, bewaarders, investeringsmakelaars, banken of dienstverrichters zijn onderzocht, door te beoordelen op welke wijze het herstelplan gevolgen kan hebben voor de bedrijfsactiviteiten van de gekoppelde entiteiten, en de vraag of de maatregelen in het herstelplan geschikt en werkbaar zijn voor de aangetroffen entiteiten met wezenlijke banden, of wezenlijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor het financiële stelsel van een lidstaat en van de Unie als geheel; |
d) |
de vraag of liquiditeitsverschaffers, indien zij onder toezicht van de bevoegde autoriteit van de CTP staan of voor zover informatie over hun liquiditeitsrisico’s beschikbaar is, aanleiding geven tot geconcentreerde liquiditeitsrisico’s vanwege de verschillende rollen die deze liquiditeitsverschaffers voor meerdere CTP’s kunnen spelen, onder meer als clearinglid, betalingsbank, investeringsbank, bewaarder of aanbieder van achtervangregelingen voor liquiditeit. |
Artikel 13
Prikkels
Bevoegde autoriteiten en toezichtcolleges beoordelen in hoeverre het herstelplan van een CTP volstaat ten aanzien van het creëren voor de eigenaren en clearingleden van die CTP en, indien mogelijk, hun cliënten, naargelang van het geval, van de passende prikkels om de hoeveelheid risico’s die zij in het systeem brengen of aangaan te beheersen, de risico- en risicobeheeractiviteiten van de CTP te monitoren en tot het proces inzake wanbetalingsbeheer van de CTP bij te dragen, door alle navolgende factoren te onderzoeken:
a) |
de vraag of de prikkels de kansen op een succesvol herstel doen toenemen en of in het herstelplan de prikkels voor verschillende belanghebbenden worden omschreven, in voorkomend geval met voorbeelden van de wijze waarop vrijwillige of facultatieve bijdragen, naast de overeengekomen bijdragen ingevolge de werkingsregels van de CTP, in tijden van crisis kunnen worden gestimuleerd; |
b) |
de vraag of verzoeken om middelen, bijdragen of de toewijzing van kosten in verband met het herstelplan passende prikkels vormen voor de CTP, haar clearingleden, hun cliënten en indirecte cliënten, voor zover deze directe en indirecte cliënten bekend zijn, aandeelhouders en andere entiteiten binnen dezelfde groep, om zodanig te handelen dat risico’s en eventuele kosten zo veel mogelijk worden beperkt; |
c) |
de vraag of de structuur van de procedure voor het beheer van wanbetalingen een prikkel vormt voor deelname aan het beheer van wanbetalingen door de clearingleden en hun cliënten, door het gebruik van herstelinstrumenten en door de bij herstel aan de CTP te verstrekken middelen, waaronder boeten wanneer eventuele overeengekomen middelen niet worden verschaft, waaronder gedetacheerde medewerkers om bij het beheer van het herstel ondersteuning te verlenen of wanneer bij een veiling geen concurrerend bod wordt uitgebracht; |
d) |
de vraag of de regelingen en maatregelen voor veilingen van de posities van in gebreke gebleven leden niet in gebreke zijnde clearingleden voldoende stimuleren om een concurrerend bod uit te brengen en goed zijn opgezet, en de vraag of deze regelingen en maatregelen de in het herstelplan beoogde prikkels tot stand brengen; |
e) |
de vraag of de band tussen de bedrijfsactiviteiten van clearingleden en de verliezen die zij mogelijk ten gevolge van het herstelplan lijden een passende prikkel tot stand brengt die de kansen op een succesvol herstel vergroot, en ook de vraag of de verliezen of een plafond voor eventuele verliezen evenredig zijn met een maatstaf voor de activiteit van het lid, gebaseerd op variatiemargin, initiële margin, bijdragen aan een wanbetalingsfonds of andere op risico’s en bedrijfsactiviteiten gebaseerde maatstaven; |
f) |
de vraag of de mechanismen van de CTP om gekoppelde FMI’s en belanghebbenden die verliezen zouden lijden, kosten zouden dragen of aan het opvangen van liquiditeitstekorten zouden bijdragen indien het herstelplan zou worden uitgevoerd, te betrekken bij het opstellen van het herstelplan en te laten deelnemen aan relevante discussies over het beperken van risico’s, goed zijn opgezet en geschikte prikkels leveren om het evenwicht tussen de belangen van gekoppelde FMI’s en belanghebbenden te waarborgen; |
g) |
de vraag of bij betrokkenheid van clearingleden, en mogelijk hun cliënten of andere entiteiten met banden met de CTP, bij de verrichting van diensten, om in geval van herstel verliezen te beperken, sprake is van de juiste prikkel om passende diensten voor de CTP te verrichten, ook door op te treden als repo-tegenpartij en liquiditeit te verschaffen. |
Artikel 14
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 november 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 22 van 22.1.2021, blz. 1.
(2) Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
(3) Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).