Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0272

    Uitvoeringsverordening (EU) 2022/272 van de Commissie van 23 februari 2022 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle Suidae, met uitzondering van gespeende biggen en zeugen, en honden (vergunninghouder: Prosol S.p.A.) (Voor de EER relevante tekst)

    C/2022/999

    PB L 43 van 24.2.2022, p. 14–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/272/oj

    24.2.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 43/14


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/272 VAN DE COMMISSIE

    van 23 februari 2022

    tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle Suidae, met uitzondering van gespeende biggen en zeugen, en honden (vergunninghouder: Prosol S.p.A.)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de gronden en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor een preparaat van Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885 ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

    (3)

    Die aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor het preparaat van Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle Suidae, met uitzondering van gespeende biggen en zeugen, en honden, in te delen in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen”.

    (4)

    De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 23 juni 2021 (2) , (3) geconcludeerd dat het preparaat van Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885 onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. Zij heeft ook geconcludeerd dat dit preparaat wordt beschouwd als mogelijk irriterend voor de huid en de ogen en als een huid- en inhalatieallergeen. De Commissie is daarom van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat voor Suidae het preparaat doeltreffend kan zijn als zoötechnisch toevoegingsmiddel in diervoeders en dat het voor honden doeltreffend kan zijn voor het verbeteren van de fecale consistentie. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook het verslag over de analysemethoden voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

    (5)

    Uit de beoordeling van het preparaat van Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885 blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Daarom moet een vergunning worden verleend voor het gebruik van het preparaat zoals gespecificeerd in de bijlage bij de onderhavige verordening.

    (6)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “darmflorastabilisatoren”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 23 februari 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

    (2)   EFSA Journal 2021;19(7):6698.

    (3)   EFSA Journal 2021;19(7):6699.


    BIJLAGE

    Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

    Naam van de vergunninghouder

    Toevoegingsmiddel

    Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimumgehalte

    Maximumgehalte

    Overige bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    kve/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

    Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: darmflorastabilisatoren.

    4b1710

    Prosol S.p.A.

    Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885

    Samenstelling van het toevoegingsmiddel

    Preparaat van Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885

    met ten minste:

    1 × 109 kve/g toevoegingsmiddel

    Vaste vorm

    Karakterisering van de werkzame stof:

    Levensvatbare cellen van Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885

    Analysemethode  (1)

    Telling: gietplaatmethode met gebruikmaking van chlooramfenicol-glucosegistextractagar (CGYE) (EN 15789).

    Identificatie: polymerasekettingreactie (PCR)-methode.

    Alle Suidae, andere dan voor reproductieve doeleinden en gespeende biggen

    Alle Suidae voor reproductieve doeleinden, met uitzondering van zeugen

    Honden

    -

    -

    -

    3 × 109

    6,4 × 109

    7 × 1010

    -

    -

    -

    1.

    In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

    2.

    De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om de gevaren bij inademing of contact met de huid of met de ogen aan te pakken. Indien blootstelling van de huid, de luchtwegen en de ogen met deze procedures en maatregelen niet kan worden geëlimineerd of tot een minimum kan worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

    16.3.2032


    (1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports


    Top