Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R0529

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/529 van de Commissie van 18 december 2020 tot vaststelling van technische reguleringsnormen tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 wat betreft de aanpassing van de liquiditeitsdrempels en transactiepercentielen die worden gebruikt voor het bepalen van de voor het instrument specifieke omvang die van toepassing is op bepaalde andere dan eigenvermogensinstrumenten (Voor de EER relevante tekst)

    C/2020/8824

    PB L 106 van 26.3.2021, p. 47–48 (BG, ES, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB L 106 van 26.3.2021, p. 49–50 (CS)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2021/529/oj

    26.3.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 106/47


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/529 VAN DE COMMISSIE

    van 18 december 2020

    tot vaststelling van technische reguleringsnormen tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 wat betreft de aanpassing van de liquiditeitsdrempels en transactiepercentielen die worden gebruikt voor het bepalen van de voor het instrument specifieke omvang die van toepassing is op bepaalde andere dan eigenvermogensinstrumenten

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 9, lid 5, derde alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie (2) worden de transparantievereisten vastgesteld die van toepassing zijn op obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten. Met het oog op een soepele tenuitvoerlegging van die vereisten worden bij deze gedelegeerde verordening over een periode van vier jaar, beginnende in 2019, fasegewijs elk jaar een aantal transparantiedrempels ingevoerd. Deze gefaseerde invoering maakt het mogelijk de toepassing van de overeenstemmende transparantieverplichtingen geleidelijk te verruimen. Het gaat met name om het criterium “gemiddelde dagelijkse aantal transacties” dat gebruikt wordt voor het bepalen van de obligaties waarvoor er een liquide markt bestaat, en om de transactiepercentielen die gebruikt worden voor de vaststelling van de voor het instrument specifieke omvang, waardoor het mogelijk wordt ontheffingen te verlenen van de transparantieverplichtingen vóór de handel.

    (2)

    Volgens deze gefaseerde aanpak verloopt de overgang naar de volgende fase niet automatisch. De Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) moet bij de Commissie jaarlijks een beoordeling indienen over de vraag of het passend is over te gaan naar de volgende fase. In haar beoordeling moet de ESMA nagaan hoe de transactievolumes voor de betrokken financiële instrumenten zich in de huidige fase verder ontwikkelen, en anticiperen op de mogelijke gevolgen die de overgang naar de volgende fase zou kunnen hebben voor de beschikbare liquiditeit en voor de marktdeelnemers. Indien gerechtvaardigd, moet de ESMA samen met haar verslag een herziene reguleringsnorm indienen om over te gaan naar de volgende fase.

    (3)

    De ESMA heeft haar beoordeling en herziene reguleringsnormen op 23 juli 2020 bij de Commissie ingediend. Zij concludeert dat tussen 0,15 % en 0,31 % van de obligaties die verhandeld zijn in de periode van het vierde kwartaal van 2018 tot en met het derde kwartaal van 2019, als liquide werden beschouwd volgens de criteria die in fase S1 van toepassing zijn. De overgang naar fase S2 betekent een toename met ongeveer 50 %. Met betrekking tot de voor het instrument specifieke omvang concludeert de ESMA dat 16 % van het notionele handelsvolume van overheidsobligaties en 6 % van dat van de overige obligaties in fase S1 plaatsvond in het kader van de ontheffing betreffende de voor het instrument specifieke omvang. De overgang naar fase S2 moet ervoor zorgen dat er minder obligatietransacties in aanmerking komen voor deze ontheffing.

    (4)

    Rekening houdend met de beoordeling van de ESMA moet worden overgegaan naar fase S2 voor het bepalen van obligaties waarvoor er een liquide markt bestaat, en voor de voor het instrument specifieke omvang in het geval van obligaties. De overgang naar fase S2 moet het bestaande niveau van transparantie in de obligatiemarkt verhogen zonder dat er negatieve gevolgen zijn voor de liquiditeit. Aangezien de eerste jaarlijkse transparantieberekeningen voor andere instrumenten dan eigenvermogensinstrumenten die geen obligatie zijn, pas dit jaar gepubliceerd zijn, bestond er echter niet genoeg bewijsmateriaal om naar fase S2 over te gaan voor andere categorieën financiële instrumenten.

    (5)

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (6)

    Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de ESMA bij de Commissie heeft ingediend.

    (7)

    De ESMA heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en heeft de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583

    Artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 1 wordt vervangen door:

    “1.   Voor het bepalen van de obligaties waarvoor geen liquide markt bestaat voor de toepassing van artikel 6 en overeenkomstig de in artikel 13, lid 1, punt b), gespecificeerde methodologie, wordt de benadering voor het liquiditeitscriterium “gemiddelde dagelijkse aantal transacties” gekozen door het “gemiddelde dagelijkse aantal transacties” behorend bij fase S2 (10 dagelijkse transacties) toe te passen.”;

    b)

    lid 3 wordt vervangen door:

    “3.   Voor het bepalen van de voor het financieel instrument specifieke omvang voor de toepassing van artikel 5 en overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, punt b), i), gespecificeerde methodologie, wordt de benadering voor het transactiepercentiel gekozen door het transactiepercentiel behorend bij fase S2 (40e percentiel) toe te passen.

    Voor het bepalen van de voor het financieel instrument specifieke omvang voor de toepassing van artikel 5 en overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, punt b), ii), iii) en iv), gespecificeerde methodologie, wordt de benadering voor het transactiepercentiel gekozen door het transactiepercentiel behorend bij fase S1 (30e percentiel) toe te passen.”.

    Artikel 2

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 18 december 2020.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat betreft technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatforms en beleggingsondernemingen ten aanzien van obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 229).

    (3)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).


    Top