Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D0156

    Besluit (EU) 2021/156 van de Commissie van 9 februari 2021 tot verlenging van het mandaat van de Europese Groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën

    C/2021/715

    PB L 46 van 10.2.2021, p. 34–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 24/07/2024

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/156/oj

    10.2.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 46/34


    BESLUIT (EU) 2021/156 VAN DE COMMISSIE

    van 9 februari 2021

    tot verlenging van het mandaat van de Europese Groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie zijn de waarden neergelegd waarop de Unie berust. Volgens artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie heeft het Handvest van de grondrechten dezelfde juridische waarde als de Verdragen en maken de grondrechten, zoals zij worden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij voortvloeien uit de constitutionele tradities die de lidstaten gemeen hebben, als algemene beginselen deel uit van het recht van de Unie.

    (2)

    Op 20 november 1991 heeft de Commissie besloten de afweging van ethische aspecten in het besluitvormingsproces voor communautair beleid op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling op te nemen door de instelling van de Adviesgroep ethische implicaties van de biotechnologie (AGEIB).

    (3)

    Op 16 december 1997 heeft de Commissie besloten de AGEIB te vervangen door de Europese Groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën (EGE) en daarbij het werkgebied van de groep uit te breiden tot alle toepassingsgebieden van de exacte wetenschappen en technologie. Het mandaat van de EGE is meerdere malen verlengd, laatstelijk bij Besluit (EU) 2016/835 van de Commissie (1) voor een periode van vijf jaar die op 28 mei 2021 afloopt.

    (4)

    Het is aangewezen het mandaat van de EGE na die datum voor onbepaalde tijd te verlengen en de nieuwe leden te benoemen, in overeenstemming met Besluit C(2016) 3301 final van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen (“de horizontale regels”).

    (5)

    De EGE moet de Commissie op horizontaal niveau onafhankelijk advies blijven verstrekken over alle beleidsmaatregelen en wetgeving van de Unie waar dimensies op het gebied van ethiek, maatschappij en grondrechten samen komen met de ontwikkeling van de exacte wetenschappen en nieuwe technologieën, hetzij op verzoek van de Commissie, hetzij op eigen initiatief en in overleg met de Commissie. De Commissie kan de aandacht van de EGE vestigen op vraagstukken die het Europees Parlement en de Raad van groot ethisch belang achten.

    (6)

    De taken van de EGE zijn van essentieel belang voor de integratie van grondrechten en waarden in het beleid van de Unie op alle gebieden van wetenschappelijke en technologische innovatie. Daartoe moet de EGE diepgaande analysen en specifieke aanbevelingen ontwikkelen om in adviezen en verklaringen belangrijke ethische uitdagingen te behandelen.

    (7)

    De EGE moet uit hooggekwalificeerde en onafhankelijke deskundigen bestaan, die op persoonlijke titel worden benoemd en onafhankelijk en in het algemeen belang handelen. Voor de selectie van de leden moet de Commissie door een onafhankelijk comité van aanbeveling worden bijgestaan. De selectie moet plaatsvinden op basis van objectieve criteria, na een open oproep tot kandidaatstelling.

    (8)

    Er moeten voorschriften betreffende de openbaarmaking van informatie door leden van de EGE worden vastgesteld.

    (9)

    Persoonsgegevens moeten overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (2) worden verwerkt.

    (10)

    Ter wille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet Besluit (EU) 2016/835 met ingang van 28 mei 2021 formeel worden ingetrokken. Wat betreft de noodzaak om de bepalingen van het selectieproces en de vergaderkosten vóór het verstrijken van het mandaat uit hoofde van Besluit (EU) 2016/835 te herzien, moeten de desbetreffende bepalingen van toepassing zijn met ingang van de dag van vaststelling van dit besluit,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Onderwerp

    De Europese Groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën (EGE) wordt opgericht.

    Artikel 2

    Taak

    De EGE heeft als taak de Commissie — hetzij op verzoek van de Commissie, hetzij op eigen initiatief, uitgesproken door de voorzitter van de EGE en in overleg met de verantwoordelijke dienst van de Commissie — onafhankelijk advies te verstrekken over vraagstukken waar ethiek, maatschappij en grondrechten samen komen met de ontwikkeling van de exacte wetenschappen en nieuwe technologieën.

    De EGE moet met name:

    a)

    ethische vraagstukken die voortvloeien uit ontwikkelingen op het gebied van de exacte wetenschappen en technologieën in kaart brengen, definiëren en onderzoeken;

    b)

    cruciale bijstand verlenen voor de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van het beleid of de wetgeving van de Unie in de vorm van analysen en aanbevelingen die in adviezen en verklaringen worden gepresenteerd, ter bevordering van ethische EU-beleidsvorming, met inachtneming van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

    Artikel 3

    Raadpleging

    De Commissie kan de EGE raadplegen over alle zaken die onder de in artikel 2 omschreven taak vallen. Binnen dit kader kan de Commissie de aandacht van de EGE vestigen op vraagstukken die het Europees Parlement en de Raad van groot ethisch belang achten. De EGE wordt voor zover nodig geraadpleegd door andere door de Commissie opgerichte deskundigenorganen over aangelegenheden die verband houden met de in artikel 2 omschreven taak.

    Artikel 4

    Samenstelling

    1.   De groep bestaat uit ten hoogste 15 leden.

    2.   De leden beschikken over deskundigheid inzake de in artikel 2 omschreven taak.

    3.   De leden worden op persoonlijke titel benoemd.

    4.   De leden handelen op onafhankelijke basis en in het openbaar belang. De leden stellen de verantwoordelijke dienst van de Commissie van het directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie tijdig in kennis van alle belangenconflicten die hun onafhankelijkheid in gevaar kunnen brengen.

    5.   Leden die niet langer in staat zijn om op doeltreffende wijze tot de beraadslagingen van de EGE bij te dragen, die, naar het oordeel van de verantwoordelijke dienst van de Commissie, niet aan de voorwaarden van artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voldoen of die ontslag nemen, worden niet langer uitgenodigd aan de vergaderingen van de groep deel te nemen en kunnen voor de rest van hun ambtstermijn worden vervangen door een persoon van de in artikel 5, lid 7, bedoelde reservelijst die door de voorzitter van de Commissie wordt benoemd.

    Artikel 5

    Selectieprocedure

    1.   De leden van de EGE worden geselecteerd na een openbare oproep tot kandidaatstelling die in het register van deskundigengroepen van de Commissie en andere adviesorganen (“het register van deskundigengroepen”) wordt bekendgemaakt. Daarnaast kan de oproep tot kandidaatstelling via andere media, waaronder speciale websites, worden bekendgemaakt. In de oproep tot kandidaatstelling worden de selectiecriteria, waaronder de vereiste deskundigheid betreffende de uit te voeren werkzaamheden, duidelijk geformuleerd. De termijn voor kandidaatstelling bedraagt ten minste vier weken.

    2.   Personen die zich kandidaat stellen, melden alle omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot een belangenconflict. Meer bepaald vereist de verantwoordelijke dienst van de Commissie van de desbetreffende personen dat zij als onderdeel van hun kandidaatstelling een belangenverklaring indienen op basis van het standaard belangenverklaringformulier voor deskundigengroepen, vergezeld van een bijgewerkt cv. Om voor benoeming tot lid op persoonlijke titel in aanmerking te komen, moeten zij een naar behoren ingevuld belangenverklaringformulier indienen. De beoordeling van belangenconflicten wordt in overeenstemming met de horizontale regels uitgevoerd.

    3.   De voorzitter van de Commissie benoemt de leden van de EGE op voorstel van het lid van de Commissie dat verantwoordelijk is voor de dienst van de Commissie die het secretariaat van de EGE voert, en kiest daarbij uit de deskundigen op de in artikel 2 genoemde gebieden die op de oproep tot kandidaatstelling hebben gereageerd.

    4.   Een comité van aanbeveling houdt toezicht op de selectieprocedure. Het comité van aanbeveling zal de Commissie met name bijstaan bij de selectie van mogelijke leden van de EGE en bij de beoordeling van hun beschikbaarheid en bereidheid om in de EGE zitting te nemen. Het comité van aanbeveling bestaat uit drie leden, die worden benoemd door het lid van de Commissie dat verantwoordelijk is voor de dienst van de Commissie die het secretariaat van de EGE voert, en die worden bijgestaan door een secretariaat dat door de verantwoordelijke dienst van de Commissie wordt gevoerd. Het comité van aanbeveling beoordeelt de in aanmerking komende kandidaten op de door de verantwoordelijke dienst van de Commissie ingediende lijst door alle kandidaatstellingen aan de selectiecriteria te toetsen. Het comité van aanbeveling dient zijn aanbeveling in bij het lid van de Commissie dat verantwoordelijk is voor de dienst van de Commissie die het secretariaat van de EGE voert.

    5.   Bij de selectie van de leden van de EGE streeft de verantwoordelijke dienst van de Commissie zoveel mogelijk naar een hoog niveau van deskundigheid en pluralisme, geografische spreiding en evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, alsmede een evenwichtige vertegenwoordiging van relevante specialismen en aandachtsgebieden, rekening houdend met de in artikel 2 omschreven taak van de EGE, de vereiste soort deskundigheid en de reactie van de kandidaten op de oproep tot kandidaatstelling.

    6.   De leden worden benoemd voor een ambtstermijn van maximaal drie jaar. Zij blijven in functie totdat zij worden vervangen of tot het einde van hun ambtstermijn. Hun ambtstermijn kan worden verlengd. Het lidmaatschap van de EGE wordt beperkt tot maximaal drie ambtstermijnen.

    7.   De verantwoordelijke dienst van Commissie stelt een reservelijst met geschikte kandidaten op voor gebruik bij vervanging van leden. De verantwoordelijke dienst van de Commissie vraagt de kandidaten om toestemming alvorens hun naam op de reservelijst te plaatsen.

    Artikel 6

    Voorzitterschap

    De leden van de EGE kiezen uit hun midden en voor de duur van hun ambtstermijn met een gewone meerderheid een voorzitter en een of twee vicevoorzitters.

    Artikel 7

    Werkwijze

    1.   De verantwoordelijke dienst van de Commissie is in nauwe samenwerking met de voorzitter van de EGE verantwoordelijk voor de coördinatie en organisatie van de werkzaamheden van de EGE en voor het voeren van haar secretariaat.

    2.   Ambtenaren van de Commissie van andere diensten van de Commissie die een belang in de werkzaamheden hebben, mogen verzoeken de vergaderingen van de EGE en haar subgroepen bij te wonen.

    3.   Het werkprogramma van de EGE, met inbegrip van de ethische analysen die uit hoofde van haar initiatiefrecht door de EGE zelf worden voorgesteld, wordt door de verantwoordelijke dienst van de Commissie goedgekeurd. Elk verzoek tot ethische analyse omvat de parameters van de gevraagde analyse. Wanneer de Commissie de EGE om advies vraagt, stelt zij een uiterste termijn voor de analyse vast.

    4.   Een advies van de EGE omvat aanbevelingen. Deze worden gebaseerd op een overzicht van de huidige stand van de betrokken exacte wetenschappen en technologieën en op een grondige analyse van de ethische vraagstukken in kwestie. De betrokken diensten van de Commissie worden in kennis gesteld van de door de EGE opgestelde aanbevelingen.

    5.   De leden van de EGE gaan collegiaal te werk. De werkprocedures op basis van het reglement van orde zijn zodanig dat ieder lid actief aan de werkzaamheden van de groep kan deelnemen. In principe stelt de groep haar adviezen en verklaringen bij consensus vast. Wanneer er wordt gestemd, wordt de uitslag van de stemming bij gewone meerderheid van de leden bepaald. De leden die tegen hebben gestemd of zich van stemming hebben onthouden, hebben het recht een document met een samenvatting van de motivering van hun standpunt (als “minderheidsstandpunt”) bij het advies of de verklaring te voegen, met de naam of namen van de leden die het niet met het advies of de verklaring eens zijn.

    6.   Alle adviezen worden aan de voorzitter van de Commissie of aan de door hem of haar aangeduide vertegenwoordiger toegezonden. Alle adviezen worden na aanname door de EGE onmiddellijk bekendgemaakt, op de website van de EGE ter beschikking gesteld en aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden.

    7.   De vergaderingen van de EGE vinden in beginsel plaats in de kantoren van de Commissie, overeenkomstig de door de verantwoordelijke dienst van de Commissie vastgestelde procedures en tijdschema’s. De EGE vergadert ten minste zes keer in een periode van twaalf maanden, hetgeen neerkomt op ten minste twaalf werkdagen per jaar. Indien nodig kunnen in overleg met de verantwoordelijke dienst van de Commissie aanvullende vergaderingen worden georganiseerd.

    8.   Met het oog op de opstelling van analysen door de EGE en binnen de grenzen van de hiervoor beschikbare middelen, kan de verantwoordelijke dienst van de Commissie het initiatief nemen voor studies om alle nodige wetenschappelijke en technische informatie te verzamelen en goede banden aanknopen met vertegenwoordigers van de verschillende organen op het gebied van de ethiek in de lidstaten en in derde landen.

    9.   De verantwoordelijke dienst van de Commissie organiseert voor elk advies van de EGE een publieke rondetafelconferentie om de dialoog te bevorderen en de transparantie te verbeteren. De EGE knoopt goede banden aan met de diensten van de Commissie die bij de door de EGE bestudeerde vraagstukken betrokken zijn.

    10.   Indien een advies over een bepaald onderwerp om operationele redenen sneller moet worden uitgebracht dan via de aannameprocedure voor adviezen mogelijk is, kan — zonder daarbij afbreuk te doen aan de transparantie die bij elk ander advies in acht wordt genomen — een korte verklaring of een andere vorm van analyse worden uitgegeven, die indien nodig wordt gevolgd door een volledigere analyse in de vorm van een advies. Verklaringen worden bekendgemaakt en op de website van de EGE ter beschikking gesteld. Indien de EGE dit nodig acht, kan zij in het kader van haar werkprogramma en in overleg met de verantwoordelijke dienst van de Commissie een advies actualiseren.

    11.   De besprekingen binnen de EGE zijn vertrouwelijk. In overleg met de verantwoordelijke dienst van de Commissie kan de EGE, bij een gewone meerderheid van haar leden, besluiten om haar beraadslagingen open te stellen voor het publiek.

    12.   Van de besprekingen over elk agendapunt en over de door de EGE verleende adviezen worden relevante en volledige notulen opgesteld. De notulen worden opgesteld door het secretariaat, onder verantwoordelijkheid van de voorzitter.

    Artikel 8

    Subgroepen

    1.   De verantwoordelijke dienst van de Commissie kan subgroepen oprichten om op basis van een door de verantwoordelijke dienst van de Commissie vastgestelde onderzoeksopdracht specifieke vraagstukken te onderzoeken. De subgroepen handelen overeenkomstig de horizontale regels en brengen aan de EGE verslag uit. Zij worden opgeheven zodra hun opdracht is vervuld.

    2.   De leden van subgroepen die geen lid zijn van de EGE, worden geselecteerd via een openbare oproep tot kandidaatstelling overeenkomstig artikel 5 en de horizontale regels (3).

    Artikel 9

    Uitgenodigde deskundigen

    1.   De verantwoordelijke dienst van de Commissie kan deskundigen en vertegenwoordigers van betrokken organisaties met een specifieke deskundigheid of gezichtspunten uitnodigen om voor een uitwisseling over een onderwerp dat op de agenda staat, op ad-hocbasis aan de werkzaamheden van de EGE of haar subgroepen deel te nemen.

    2.   De verantwoordelijke dienst van de Commissie kan ook externe deskundigen inschakelen om ad hoc aan de werkzaamheden van de EGE deel te nemen indien dit nodig wordt geacht om het brede spectrum aan ethische vraagstukken in verband met de vooruitgang in de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën te bestrijken.

    Artikel 10

    Reglement van orde

    Op voorstel van en in overleg met de verantwoordelijke dienst van de Commissie stelt de EGE haar reglement van orde vast met een gewone meerderheid van stemmen van haar leden, op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen en overeenkomstig de horizontale regels.

    Artikel 11

    Beroepsgeheim en behandeling van gerubriceerde informatie

    De leden van de EGE en leden van de subgroepen, alsmede uitgenodigde deskundigen en leden van het comité van aanbeveling, zijn gebonden aan het beroepsgeheim, dat op grond van de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan voor alle leden van de instellingen en hun personeelsleden geldt, alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie, die zijn neergelegd in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 (4) en (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie (5). Bij niet-nakoming van die verplichtingen kan de Commissie alle passende maatregelen nemen.

    Artikel 12

    Transparantie

    1.   De EGE en haar subgroepen worden in het register van deskundigengroepen geregistreerd en de namen van de leden worden daar bekendgemaakt.

    2.   Alle relevante documenten, inclusief de agenda’s, de notulen en de bijdragen van deelnemers, worden ter beschikking gesteld in het register van deskundigengroepen of via een link in het register naar een speciale website, waar deze informatie kan worden opgevraagd. Voor de toegang tot speciale websites wordt geen gebruikersregistratie, noch enige andere beperking opgelegd. Met name de agenda en andere relevante achtergronddocumenten worden bijtijds vóór aanvang van de vergadering bekendgemaakt, gevolgd door de tijdige bekendmaking van de notulen. Op de bekendmakingsplicht wordt uitsluitend een uitzondering gemaakt wanneer wordt geoordeeld dat de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (6).

    Artikel 13

    Vergaderkosten

    1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van de EGE en haar subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij aanbieden.

    2.   De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de activiteiten van de EGE en haar subgroepen en van de leden van het comité van aanbeveling worden door de Commissie vergoed. Vergoeding vindt plaats overeenkomstig de binnen de Commissie geldende bepalingen en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die op grond van de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen aan de diensten van de Commissie zijn toegewezen.

    Artikel 14

    Intrekking

    Besluit (EU) 2016/835 wordt ingetrokken met ingang van 28 mei 2021.

    Artikel 15

    Toepasselijkheid

    Met uitzondering van de artikelen 5 en 13 is dit besluit van toepassing met ingang van 28 mei 2021.

    Gedaan te Brussel, 9 februari 2021.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  Besluit (EU) 2016/835 van de Commissie van 25 mei 2016 inzake de verlenging van het mandaat van de Europese groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën (PB L 140 van 27.5.2016, blz. 21).

    (2)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

    (3)  Zie artikel 10 en artikel 14, lid 2, van de horizontale regels.

    (4)  Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

    (5)  Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).

    (6)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Deze uitzonderingen strekken tot bescherming van de openbare veiligheid, militaire aangelegenheden, internationale betrekkingen, het financieel, monetair of economisch beleid, de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu, commerciële belangen, gerechtelijke procedures en juridisch advies, inspecties/onderzoeken/audits en het besluitvormingsproces van de instelling.


    Top