EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D2166

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/2166 VAN DE COMMISSIE van 16 december 2019 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU met betrekking tot de opneming van Servië en Zuid-Korea in de lijsten van derde landen en gebieden waarvan de toezicht- en reguleringsvereisten als gelijkwaardig worden beschouwd ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

C/2019/8883

PB L 328 van 18.12.2019, p. 84–88 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 23/10/2021; stilzwijgende opheffing door 32021D1753

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/2166/oj

18.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 328/84


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/2166 VAN DE COMMISSIE

van 16 december 2019

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU met betrekking tot de opneming van Servië en Zuid-Korea in de lijsten van derde landen en gebieden waarvan de toezicht- en reguleringsvereisten als gelijkwaardig worden beschouwd ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 107, lid 4, artikel 114, lid 7, artikel 115, lid 4, artikel 116, lid 5, en artikel 142, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU (2) van de Commissie zijn lijsten vastgesteld van derde landen en gebieden waarvan de toezicht- en reguleringsstelsels gelijkwaardig zijn bevonden aan de overeenkomstige toezicht- en reguleringsstelsels die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 in de Unie worden toegepast.

(2)

De Commissie heeft verdere beoordelingen uitgevoerd van de toezicht- en reguleringsstelsels die gelden voor kredietinstellingen in bepaalde derde landen en gebieden. Aan de hand van deze beoordelingen heeft de Commissie kunnen vaststellen of deze regelingen al dan niet gelijkwaardig zijn om te bepalen hoe de relevante categorieën blootstellingen waarvan sprake in de artikelen 107, 114, 115, 116 en 142 van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten worden behandeld.

(3)

De gelijkwaardigheid is bepaald door een resultaatgerichte analyse van de toezicht- en reguleringsstelsels van het derde land waarbij wordt nagegaan of deze dezelfde algemene doelstellingen als de toezicht- en reguleringsstelsels van de Unie kunnen bereiken. De doelstellingen behelzen met name de stabiliteit en integriteit van zowel het binnenlandse als het mondiale financiële stelsel in zijn geheel; de effectiviteit en toereikendheid van de bescherming van inleggers en andere consumenten van financiële diensten; de samenwerking tussen verschillende actoren van het financiële stelsel, waaronder regulerende en toezichthoudende instanties; de onafhankelijkheid en de effectiviteit van toezicht; en de effectieve tenuitvoerlegging en handhaving van desbetreffende internationaal overeengekomen standaarden. Om dezelfde algemene doelstellingen van de toezicht- en reguleringsstelsels van de Unie te bereiken, moeten de toezicht- en reguleringsstelsels van het derde land aan een reeks operationele, organisatorische en toezichtstandaarden voldoen die de essentiële elementen weerspiegelen van de toezicht- en reguleringsvereisten van de Unie die voor betrokken categorieën van financiële instellingen gelden.

(4)

Bij haar beoordelingen heeft de Commissie rekening gehouden met de ontwikkeling van de toezicht- en reguleringsregelingen van Servië en Zuid-Korea sinds de vaststelling van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/536 (3) van de Commissie, waarbij zij diverse beschikbare informatiebronnen heeft geraadpleegd, waaronder de beoordeling die de Europese Bankautoriteit heeft uitgevoerd en waarin deze de aanbeveling deed dat de toezicht- en reguleringsstelsels die voor kredietinstellingen in deze landen gelden, voor de toepassing van artikel 107, lid 3, artikel 114, lid 7, artikel 115, lid 4, artikel 116, lid 5, en artikel 142, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 als gelijkwaardig aan het rechtskader van de Unie moeten worden beschouwd. De Commissie merkt verder op dat Servië zijn kader voor de bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme significant heeft verbeterd, en dat de werkzaamheden op dit gebied worden voortgezet.

(5)

De Commissie heeft geconcludeerd dat Servië en Zuid-Korea over toezicht- en reguleringsstelsels beschikken die voldoen aan een reeks operationele, organisatorische en toezichtstandaarden die ten minste gelijkwaardig zijn aan de essentiële elementen van de toezicht- en reguleringsstelsels van de Unie die voor kredietinstellingen gelden. Bijgevolg is het aangewezen ervan uit te gaan dat de toezicht- en reguleringsvereisten die gelden voor kredietinstellingen in Servië en Zuid-Korea ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke in de Unie gelden voor de toepassing van artikel 107, lid 3, artikel 114, lid 7, artikel 115, lid 4, artikel 116, lid 5, en artikel 142, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

(6)

Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU moet bijgevolg worden gewijzigd om Servië en Zuid-Korea op te nemen in de relevante lijsten van derde landen en gebieden waarvan de toezicht- en reguleringsvereisten voor de behandeling van de blootstellingen waarvan sprake in de artikelen 107, 114, 115, 116 en 142 van Verordening (EU) nr. 575/2013 worden beschouwd als gelijkwaardig aan de regeling van de Unie.

(7)

De lijst van voor de toepassing van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr. 575/2013 als gelijkwaardig te beschouwen derde landen en gebieden is niet uitputtend. De Commissie zal, met hulp van de Europese Bankautoriteit, regelmatig de ontwikkeling van de toezicht- en reguleringsstelsels van derde landen en gebieden blijven monitoren om, wanneer passend en ten minste om de vijf jaar, de in Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU vastgestelde lijsten van derde landen en gebieden te actualiseren rekening houdend met name met de ontwikkelingen van toezicht- en reguleringsstelsels, in de Unie en op mondiaal niveau, en in het licht van nieuwe beschikbare bronnen van relevante informatie.

(8)

De regelmatige beoordeling van de prudentiële en toezichtvereisten die gelden in de in de bijlagen I t/m V bij Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU opgenomen derde landen en gebieden, dient voor de Commissie de mogelijkheid onverlet te laten om, naast de algemene beoordeling, te allen tijde een specifieke beoordeling te verrichten wanneer relevante ontwikkelingen vereisen dat de Commissie de bij Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU verleende erkenning herbeoordeelt. Een dergelijke herbeoordeling kan tot de intrekking van de erkenning van gelijkwaardigheid leiden.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het Bankwezen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij dit besluit.

2)

Bijlage IV wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij dit besluit.

3)

Bijlage V wordt vervangen door de tekst in bijlage III bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 december 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU van de Commissie van 12 december 2014 betreffende de gelijkwaardigheid van de toezicht- en reguleringsvereisten van bepaalde derde landen en grondgebieden ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 359 van 16.12.2014, blz. 155).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/536 van de Commissie van vrijdag 29 maart 2019 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU met betrekking tot de lijsten van derde landen en grondgebieden waarvan de toezicht- en reguleringsvereisten als gelijkwaardig worden beschouwd ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 92 van 1.4.2019, blz. 3).


BIJLAGE I

“BIJLAGE I

LIJST VAN DERDE LANDEN EN GEBIEDEN VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 1 (KREDIETINSTELLINGEN)

1)

Argentinië

2)

Australië

3)

Brazilië

4)

Canada

5)

China

6)

Faeröer

7)

Groenland

8)

Guernsey

9)

Hongkong

10)

India

11)

Man

12)

Japan

13)

Jersey

14)

Mexico

15)

Monaco

16)

Nieuw-Zeeland

17)

Saudi-Arabië

18)

Servië

19)

Singapore

20)

Zuid-Afrika

21)

Zuid-Korea

22)

Zwitserland

23)

Turkije

24)

Verenigde Staten


BIJLAGE II

“BIJLAGE IV

Lijst van derde landen en gebieden voor de toepassing van artikel 4 (kredietinstellingen)

1)

Argentinië

2)

Australië

3)

Brazilië

4)

Canada

5)

China

6)

Faeröer

7)

Groenland

8)

Guernsey

9)

Hongkong

10)

India

11)

Man

12)

Japan

13)

Jersey

14)

Mexico

15)

Monaco

16)

Nieuw-Zeeland

17)

Saudi-Arabië

18)

Servië

19)

Singapore

20)

Zuid-Afrika

21)

Zuid-Korea

22)

Zwitserland

23)

Turkije

24)

Verenigde Staten


BIJLAGE III

“BIJLAGE V

LIJST VAN DERDE LANDEN EN GEBIEDEN VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 5 (KREDIETINSTELLINGEN EN BELEGGINGSONDERNEMINGEN)

Kredietinstellingen:

1)

Argentinië

2)

Australië

3)

Brazilië

4)

Canada

5)

China

6)

Faeröer

7)

Groenland

8)

Guernsey

9)

Hongkong

10)

India

11)

Man

12)

Japan

13)

Jersey

14)

Mexico

15)

Monaco

16)

Nieuw-Zeeland

17)

Saudi-Arabië

18)

Servië

19)

Singapore

20)

Zuid-Afrika

21)

Zuid-Korea

22)

Zwitserland

23)

Turkije

24)

Verenigde Staten

Beleggingsondernemingen:

1)

Australië

2)

Brazilië

3)

Canada

4)

China

5)

Hongkong

6)

Indonesië

7)

Japan (beperkt tot Type I Financial Instruments Business Operators)

8)

Mexico

9)

Zuid-Korea

10)

Saudi-Arabië

11)

Singapore

12)

Zuid-Afrika

13)

Verenigde Staten


Top