This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32017R1942
Council Implementing Regulation (EU) 2017/1942 of 25 October 2017 implementing Article 15(3) of Regulation (EU) No 747/2014 concerning restrictive measures in view of the situation in Sudan
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1942 van de Raad van 25 oktober 2017 tot uitvoering van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) nr. 747/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Sudan
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1942 van de Raad van 25 oktober 2017 tot uitvoering van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) nr. 747/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Sudan
PB L 276 van 26.10.2017, p. 1–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
26.10.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 276/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1942 VAN DE RAAD
van 25 oktober 2017
tot uitvoering van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) nr. 747/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Sudan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 747/2014 van de Raad van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Sudan en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 131/2004 en Verordening (EG) nr. 1184/2005 (1), en met name artikel 15, lid 3,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 10 juli 2014 Verordening (EU) nr. 747/2014 vastgesteld. |
(2) |
Het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 1591 (2005) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 17 oktober 2017 de gegevens met betrekking tot een persoon die aan beperkende maatregelen onderworpen is, bijgewerkt. |
(3) |
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 747/2014 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 747/2014 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 oktober 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
M. MAASIKAS
(1) PB L 203 van 11.7.2014, blz. 1.
BIJLAGE
De vermelding met betrekking tot de onderstaande persoon wordt vervangen door de volgende vermelding:
„2. |
ALNSIEM, Musa Hilal Abdalla Alias: a) Sheikh Musa Hilal; b) Abd Allah; c) Abdallah; d) AlNasim; e) Al Nasim; f) AlNaseem; g) Al Naseem; h) AlNasseem; i) Al Nasseem Functie: a) voormalig lid van de Nationale Vergadering van Sudan van het Al-Waha-district; b) voormalig speciaal adviseur bij het Ministerie van Federale Zaken; c) opperhoofd van de Mahamid-stam in Noord-Darfur Geboortedatum: a) 1 januari 1964; b) 1959 Geboorteplaats: Kutum Nationaliteit: Sudanees Adres: a) Kabkabiya, Sudan; b) Kutum, Sudan (verblijft in Kabkabiya en de stad Kutum, Noord-Darfur, en heeft in Khartoem verbleven) Paspoort: a) diplomatiek paspoort D014433, afgegeven op 21 februari 2013 (verlopen op 21 februari 2015); b) diplomatiek paspoort D009889, afgegeven op 17 februari 2011 (verlopen op 17 februari 2013) Identificatie: Nationaliteitsbewijs A0680623 Datum van aanwijzing door de VN:25 april 2006 Overige informatie: link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5795065 Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité: Alnsiem werd op 25 april 2006 uit hoofde van punt 1 van Resolutie 1672 (2006) op de lijst geplaatst als „opperhoofd van de Jalul-stam in Noord-Darfur”. Human Rights Watch beschikt volgens een van zijn rapporten over een memo van 13 februari 2004 van een plaatselijk overheidskantoor in Noord-Darfur waarin „veiligheidseenheden ter plaatse” worden gelast „de mujahedin en de vrijwilligers onder bevel van Sheikh Musa Hilal toe te staan in de regio's van [Noord-Darfur] hun activiteiten te ontplooien en te voorzien in hun vitale behoeften”. Op 28 september 2005 vielen 400 Arabische militieleden de dorpen Aro Sharrow (waaronder het IDP-kamp), Acho en Gozmena in West-Darfur aan. Waarschijnlijk was Musa Hilal tevens aanwezig bij de aanval op het IDP-kamp van Aro Sharrow: omdat zijn zoon was gedood bij de aanval van het SLA op Shareia, had hij nog een persoonlijke rekening te vereffenen. Er zijn gerede gronden om aan te nemen dat hij als opperhoofd rechtstreeks verantwoordelijk was voor deze acties en dat hij tevens verantwoordelijk is voor schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten en voor andere gruweldaden.” |