Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011R1354

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1354/2011 van de Commissie van 20 december 2011 houdende opening van jaarlijkse uniale tariefcontingenten voor schapen, geiten, schapenvlees en geitenvlees

    PB L 338 van 21.12.2011, p. 36–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; opgeheven door 32020R1987 zie art. 4

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2011/1354/oj

    21.12.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 338/36


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1354/2011 VAN DE COMMISSIE

    van 20 december 2011

    houdende opening van jaarlijkse uniale tariefcontingenten voor schapen, geiten, schapenvlees en geitenvlees

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (1), en met name artikel 144, lid 1, en artikel 148, juncto artikel 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Met ingang van 2012 moeten uniale tariefcontingenten voor schapen, geiten, schapenvlees en geitenvlees worden geopend. De rechten en hoeveelheden moeten worden vastgesteld overeenkomstig de betrokken, in 2012 geldende internationale overeenkomsten. Als gevolg van de onderhandelingen die zijn uitgemond in de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Nieuw-Zeeland uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Republiek Bulgarije en Roemenië, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie (2), heeft de Unie zich ertoe verbonden de jaarlijkse hoeveelheid van Nieuw-Zeeland met 400 t te verhogen en in haar lijst een erga omnes geldend jaarlijks tariefcontingent voor de invoer van schapenvlees en geitenvlees van 200 t geslacht gewicht op te nemen.

    (2)

    In Verordening (EG) nr. 312/2003 van de Raad van 18 februari 2003 houdende tenuitvoerlegging door de Gemeenschap van de tariefbepalingen vastgelegd in de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds (3) is bepaald dat vanaf 1 februari 2003 voor productcode 0204 een extra bilateraal tariefcontingent van 2 000 t moet worden geopend dat elk jaar met 10 % van de oorspronkelijke hoeveelheid wordt verhoogd. Derhalve moet jaarlijks een hoeveelheid van 200 t worden toegevoegd aan het GATT/WTO-contingent voor Chili en moeten beide contingenten verder op dezelfde wijze worden beheerd.

    (3)

    Bij Verordening (EU) nr. 1245/2010 van de Commissie van 21 december 2010 houdende opening van uniale tariefcontingenten voor schapen, geiten, schapenvlees en geitenvlees voor 2011 (4) zijn voor 2011 uniale tariefcontingenten geopend overeenkomstig de betrokken, in 2011 geldende internationale overeenkomsten. Deze tariefcontingenten moeten blijven bestaan en moeten jaarlijks worden geopend met inachtneming van de bepalingen van de hierboven bedoelde overeenkomst met Nieuw-Zeeland en met Chili. Verordening (EU) nr. 1245/2010 zal bijgevolg eind 2011 achterhaald zijn en moet worden ingetrokken. Bovendien moet in het belang van de vereenvoudiging worden voorkomen dat elk jaar een verordening op dit gebied moet worden vastgesteld en dient de onderhavige verordening voor meer dan één jaar van toepassing te zijn.

    (4)

    De invoer die in het kader van deze verordening plaatsvindt, moet op basis van een kalenderjaar worden beheerd.

    (5)

    Met het oog op het behoorlijk functioneren van de uniale tariefcontingenten moet een „equivalent geslacht gewicht” worden vastgesteld.

    (6)

    In afwijking van Verordening (EG) nr. 1439/95 van de Commissie van 26 juni 1995 tot vaststelling van bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3013/89 van de Raad inzake de invoer en de uitvoer van producten van de sector schapen- en geitenvlees (5), dienen de tariefcontingenten voor producten van de sector schapen- en geitenvlees te worden beheerd overeenkomstig artikel 144, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007. Dit dient te gebeuren overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (6).

    (7)

    De onder deze verordening vallende tariefcontingenten dienen aanvankelijk als niet-kritiek in de zin van artikel 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 te worden beschouwd indien zij worden beheerd volgens het systeem „wie het eerst komt, het eerst maalt”. Daarom dient de douaneautoriteiten te worden toegestaan om voor de aanvankelijk in het kader van die tariefcontingenten ingevoerde goederen overeenkomstig artikel 308 quater, lid 1, en artikel 248, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 af te zien van het eisen van een zekerheid.

    (8)

    Verduidelijkt dient te worden welk soort bewijs van oorsprong van de producten de betrokken marktdeelnemer moet leveren om volgens het systeem „wie het eerst komt, het eerst maalt” gebruik te kunnen maken van de tariefcontingenten.

    (9)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bij deze verordening worden met ingang van 1 januari 2012 jaarlijkse uniale tariefcontingenten voor de invoer van schapen, geiten, schapenvlees en geitenvlees geopend.

    Artikel 2

    De douanerechten die gelden bij de invoer van producten in het kader van de in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten, de GN-codes, de landen van oorsprong, de jaarlijkse hoeveelheid en de volgnummers worden vastgesteld in de bijlage.

    Artikel 3

    1.   Voor de invoer van producten in het kader van de in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten worden de hoeveelheden, uitgedrukt in equivalent geslacht gewicht, vastgesteld in de bijlage.

    2.   Voor de berekening van de in „equivalent geslacht gewicht” uitgedrukte hoeveelheden zoals bedoeld in lid 1, wordt het nettogewicht van de producten van de sector schapen- en geitenvlees vermenigvuldigd met de volgende coëfficiënten:

    a)

    voor levende dieren: 0,47;

    b)

    voor vlees zonder been van schapenlammeren en vlees zonder been van geitenlammeren: 1,67;

    c)

    voor vlees zonder been van andere schapen dan schapenlammeren en vlees zonder been van andere geiten dan geitenlammeren en voor mengsels daarvan: 1,81;

    d)

    voor producten met been: 1,00.

    Onder „geitenlammeren” worden geiten tot de leeftijd van één jaar verstaan.

    Artikel 4

    In afwijking van titel II, delen A en B, van Verordening (EG) nr. 1439/95 worden de tariefcontingenten die in de bijlage bij de onderhavige verordening worden vermeld, beheerd op basis van „wie het eerst komt, het eerst maalt” overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93. Er zijn geen invoercertificaten vereist.

    Artikel 5

    1.   Met het oog op het gebruik van de in de bijlage vermelde tariefcontingenten wordt voor de betrokken goederen aan de douaneautoriteiten van de Unie een door de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land afgegeven geldig bewijs van oorsprong overgelegd samen met een douaneaangifte voor het vrije verkeer.

    De oorsprong van de producten die vallen onder andere dan uit preferentiële tariefovereenkomsten voortvloeiende tariefcontingenten, wordt bepaald overeenkomstig de in de Unie geldende voorschriften.

    2.   Het in lid 1 bedoelde bewijs van oorsprong is:

    a)

    voor een tariefcontingent dat deel uitmaakt van een preferentiële tariefovereenkomst, het in die overeenkomst vastgestelde bewijs van oorsprong;

    b)

    voor andere tariefcontingenten, het overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgestelde bewijs en, naast de in dat artikel genoemde elementen, ook de volgende gegevens:

    de GN-code (ten minste de eerste vier cijfers),

    het volgnummer van het (de) betrokken tariefcontingent(en),

    het totale nettogewicht per in artikel 3, lid 2, van de onderhavige verordening genoemde coëfficiëntcategorie;

    c)

    met betrekking tot een land met onder de punten a) en b) vallende tariefcontingenten die zijn samengevoegd, het onder a) bedoelde bewijs.

    Als het onder b) bedoelde bewijs van oorsprong als stavend document voor slechts één aangifte voor het vrije verkeer wordt overgelegd, mag het verscheidene volgnummers bevatten. In alle andere gevallen mag het slechts één volgnummer bevatten.

    Artikel 6

    Verordening (EU) nr. 1245/2010 wordt ingetrokken.

    Artikel 7

    Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 20 december 2011.

    Voor de Commissie, namens de voorzitter,

    Dacian CIOLOȘ

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

    (2)  PB L 317 van 30.11.2011, blz. 2.

    (3)  PB L 46 van 20.2.2003, blz. 1.

    (4)  PB L 338 van 22.12.2010, blz. 37.

    (5)  PB L 143 van 27.6.1995, blz. 7.

    (6)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.


    BIJLAGE

    SCHAPENVLEES EN GEITENVLEES (in tonnen (t) equivalent geslacht gewicht) JAARLIJKSE UNIALE TARIEFCONTINGENTEN VANAF 2012

    GN-code

    Ad-valoremrecht

    %

    Specifiek recht

    EUR/100 g

    Volgnummer volgens wie het eerst komt, het eerst maalt

    Oorsprong

    Jaarlijks volume (in tonnen equivalent geslacht gewicht)

    Levende dieren

    (coëfficiënt =0,47)

    Lamsvlees zonder been (1)

    (coëfficiënt =1,67)

    Schapenvlees (excl. lamsvlees) zonder been (2)

    (coëfficiënt = 1,81)

    Vlees met been en karkassen

    (coëfficiënt = 1,00)

    0204

    Nul

    Nul

    09.2101

    09.2102

    09.2011

    Argentinië

    23 000

    09.2105

    09.2106

    09.2012

    Australië

    19 186

    09.2109

    09.2110

    09.2013

    Nieuw-Zeeland

    228 254

    09.2111

    09.2112

    09.2014

    Uruguay

    5 800

    09.2115

    09.2116

    09.1922

    Chili (3)

    6 800

    09.2121

    09.2122

    09.0781

    Noorwegen

    300

    09.2125

    09.2126

    09.0693

    Groenland

    100

    09.2129

    09.2130

    09.0690

    Faeröer

    20

    09.2131

    09.2132

    09.0227

    Turkije

    200

    09.2171

    09.2175

    09.2015

    Andere (4)

    200

    09.2178

    09.2179

    09.2016

    Erga omnes (5)

    200

    0204, 0210 99 21, 0210 99 29, 0210 99 60

    Nul

    Nul

    09.2119

    09.2120

    09.0790

    IJsland

    1 850

    0104 10 30

    0104 10 80

    0104 20 90

    10 %

    Nul

    09.2181

    09.2019

    Erga omnes (5)

    92


    (1)  Inclusief vlees van geitenlammeren.

    (2)  Inclusief vlees van andere geiten dan geitenlammeren.

    (3)  Tariefcontingent voor Chili wordt verhoogd met 200 t per jaar.

    (4)  Andere zijn alle WTO-leden, behalve Argentinië, Australië, Nieuw-Zeeland, Uruguay, Chili, Groenland en IJsland.

    (5)  Onder Erga omnes wordt hier verstaan alle landen van oorsprong inclusief de in deze tabel genoemde landen.


    Top