EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0027(01)

2011/21/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 13 december 2010 betreffende het storten van de verhoging van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (ECB/2010/27)

PB L 11 van 15.1.2011, p. 54–55 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2013; opgeheven door 32013D0019(01)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/21(1)/oj

15.1.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/54


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 13 december 2010

betreffende het storten van de verhoging van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben

(ECB/2010/27)

(2011/21/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid artikel 28.3,

Overwegende:

(1)

Besluit ECB/2008/24 van 12 december 2008 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten (1), bepaalde in welke vorm en in hoeverre de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten die de euro als munt hebben, gehouden waren tot volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) op 1 januari 2009.

(2)

Krachtens artikel 1 van Besluit ECB/2010/26 van 13 december 2010 betreffende de verhoging van het kapitaal van de Europese Centrale Bank (2), is het kapitaal van de Europese Centrale Bank met ingang van 29 december 2010 met 5 000 miljoen EUR verhoogd van 5 760 652 402,58 EUR tot 10 760 652 402,58 EUR.

(3)

Besluit ECB/2008/23 van 12 december 2008 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (3), stelt overeenkomstig artikel 29.3 van de ESCB-statuten de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de ECB vast en legt met ingang van 1 januari 2009 de aan elke NCB toegewezen weging in de kapitaalverdeelsleutel vast (hierna de „wegingen in de kapitaalverdeelsleutel” te noemen).

(4)

Luidens artikel 28.3 van de ESCB-statuten heeft de Raad van bestuur de bevoegdheid om met de in artikel 10.3 van de ESCB-statuten voorgeschreven gekwalificeerde meerderheid van stemmen te bepalen in hoeverre en in welke vorm het kapitaal moet worden gestort.

(5)

Ingevolge artikel 1 van Besluit 2010/416/EU van de Raad van 13 juli 2010, overeenkomstig artikel 140, lid 2 van het Verdrag betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011 (4), voldoet Estland aan de noodzakelijke voorwaarden voor de aanneming van de euro en zal de ingevolge artikel 4 van het Toetredingsverdrag (5) van 2003 aan Estland verleende derogatie met ingang van 1 januari 2011 worden ingetrokken.

(6)

Overeenkomstig Besluit ECB/2010/34 van 31 december 2010 inzake de storting van kapitaal, de overdracht van externe reserves en de bijdrages aan de reserves en voorzieningen van de Europese Centrale Bank door Eesti Pank (6), is Eesti Pank gehouden het resterende deel van haar inschrijving op het kapitaal van de ECB met ingang van 1 januari 2011 te storten, rekening houdend met de verhoging van het kapitaal van de ECB met ingang van 29 december 2010, en rekening houdend met de vorm waarin het kapitaal gestort dient te worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Mate en vorm van het geplaatste en gestorte kapitaal

1.   Rekening houdend met de in artikel 2 van Besluit ECB/2008/23 genoemde wegingen in de kapitaalverdeelsleutel en rekening houdend met de verhoging van het kapitaal van de ECB overeenkomstig artikel 1 van Besluit ECB/2010/26, geldt voor iedere NCB met betrekking tot het totale geplaatste kapitaal het naast haar naam in de volgende tabel vermelde bedrag:

NCB

EUR

Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique

261 010 384,68

Deutsche Bundesbank

2 037 777 027,43

Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

119 518 566,24

Bank of Greece

211 436 059,06

Banco de España

893 564 575,51

Banque de France

1 530 293 899,48

Banca d’Italia

1 344 715 688,14

Central Bank of Cyprus

14 731 333,14

Banque centrale du Luxembourg

18 798 859,75

Bank Ċentrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

6 800 732,32

De Nederlandsche Bank

429 156 339,12

Österreichische Nationalbank

208 939 587,70

Banco de Portugal

188 354 459,65

Banka Slovenije

35 381 025,10

Národná banka Slovenska

74 614 363,76

Suomen Pankki

134 927 820,48

2.   Elke NCB stort het in de volgende tabel naast haar naam vermelde aanvullende bedrag:

NCB

EUR

Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique

121 280 000

Deutsche Bundesbank

946 865 000

Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

55 535 000

Bank of Greece

98 245 000

Banco de España

415 200 000

Banque de France

711 060 000

Banca d’Italia

624 830 000

Central Bank of Cyprus

6 845 000

Banque centrale du Luxembourg

8 735 000

Bank Ċentrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

3 160 000

De Nederlandsche Bank

199 410 000

Österreichische Nationalbank

97 085 000

Banco de Portugal

87 520 000

Banka Slovenije

16 440 000

Národná banka Slovenska

34 670 000

Suomen Pankki

62 695 000

3.   NCB’s betalen de in lid 2 vermelde bedragen aan de ECB middels een aparte overboeking via het geautomatiseerde trans-Europees „real-time” bruto-vereveningssysteem (TARGET2).

4.   Iedere NCB stort haar aandeel in het verhoogde kapitaal in drie gelijke jaarlijkse termijnen. De eerste termijn wordt op 29 december 2010 betaald, en de volgende termijnen worden twee werkdagen voor de laatste openingsdag van TARGET2 in de volgende twee jaren betaald.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 29 december 2010.

Gedaan te Frankfurt am Main, 13 december 2010.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 21 van 24.1.2009, blz. 69.

(2)  Zie bladzijde 53 van dit Publicatieblad.

(3)  PB L 21 van 24.1.2009, blz. 66.

(4)  PB L 196 van 28.7.2010, blz. 24.

(5)  Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).

(6)  Zie bladzijde 58 van dit Publicatieblad.


Top