This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32009D0290
2009/290/EC: Council Decision of 20 January 2009 providing Community medium-term financial assistance for Latvia
2009/290/EG: Beschikking van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland
2009/290/EG: Beschikking van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland
PB L 79 van 25.3.2009, p. 39–41
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 04/08/2009
25.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 79/39 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 20 januari 2009
tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland
(2009/290/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (1), en met name op artikel 3, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie, na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité (EFC),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Beschikking 2009/289/EG (2) heeft de Raad besloten tot toekenning van wederzijdse bijstand aan Letland. |
(2) |
Door een algemene verslechtering van het marktsentiment en toenemende zorgen over de gezondheid van de Letse economie met haar grote onevenwichtigheden in de vorm van een omvangrijk extern tekort, een verzwakking van de overheidsfinanciën en een hoge kosten- en prijsinflatie, zijn de Letse financiële en kapitaalmarkten in de afgelopen tijd onder druk komen te staan, terwijl er tegelijk sprake is van een zeer grote externe financieringsbehoefte. De Letse banksector heeft met ernstige liquiditeits- en vertrouwensproblemen te kampen. Als gevolg van interventies van de centrale bank om de koppeling van de wisselkoers in stand te houden, zijn de deviezenreserves verminderd. |
(3) |
De totale Letse externe financieringsbehoefte tot het eerste kwartaal van 2011 wordt geraamd op 7,5 miljard EUR. |
(4) |
De Gemeenschap moet Letland tot 3,1 miljard EUR steun verlenen in het kader van het mechanisme voor financiele ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 332/2002. Deze bijstand moet worden gecombineerd met een lening van 1,5 miljard STR van het Internationale Monetaire Fonds (1 200 % van het Letse IMF-quotum van circa 1,7 miljard EUR) in het kader van een IMF-stand-byregeling van 23 december 2008. De Noordse landen (Zweden, Denemarken, Finland, Estland en Noorwegen) zullen samen 1,9 miljard EUR bijdragen, de Wereldbank 0,4 miljard EUR en de Europese Bank voor Wederopbouw en ontwikkeling samen met Tsjechië en Polen in totaal 0,4 miljard EUR, waarmee het totale bedrag uitkomt op 7,5 miljard EUR over de periode tot het eerste kwartaal van 2011. |
(5) |
De Commissie moet de bijstand van de Gemeenschap beheren. De concrete economischebeleidsvoorwaarden die na raadpleging van het EFC met de Letse autoriteiten worden overeengekomen, moeten in een memorandum van overeenstemming worden vastgelegd. Deze moeten onder meer bestaan uit maatregelen om de directe liquiditeitsdruk tegen te gaan, de stabiliteit op lange termijn door een versterking van de banksector te herstellen, budgettaire onevenwichtigheden te verhelpen en binnenlands beleid vast te stellen dat tot een verbetering van het concurrentievermogen zal leiden. Voorts moeten ze bestaan uit een onmiddellijke en duurzame consolidatie van de begroting, een brede oplossingsstrategie voor probleembanken, een uitbreiding van de middelen van toezichthouders om crises het hoofd te bieden, ingrijpende structurele hervormingen en andere belangrijke maatregelen. De Commissie moet de nadere financiële voorwaarden in de leningovereenkomst vastleggen. |
(6) |
De bijstand is nodig om de directe liquiditeitsdruk tegen te gaan en mag alleen worden verleend als beleidsmaatregelen worden getroffen om de stabiliteit op lange termijn te herstellen door de banksector te versterken, budgettaire onevenwichtigheden te verhelpen en binnenlands beleid vast te stellen dat tot een verbetering van het concurrentievermogen zal leiden, terwijl tegelijk wordt vastgehouden aan de nauwe fluctuatiemarge van de wisselkoers rondom de bestaande spilkoers, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De Gemeenschap stelt Letland een middellangetermijnlening van maximaal 3,1 miljard EUR met een maximale gemiddelde looptijd van zeven jaar ter beschikking.
2. De financiële bijstand van de Gemeenschap wordt gedurende een periode van drie jaar beschikbaar gesteld, en wel met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van deze beschikking.
Artikel 2
1. De Commissie beheert de bijstand op een wijze die aansluit bij de verbintenissen van Letland en bij de aanbevelingen van de Raad. Deze voorwaarden worden in een memorandum van overeenstemming vastgelegd. De Commissie legt de nadere financiële voorwaarden in de leningovereenkomst vast.
2. De Commissie gaat samen met het EFC op gezette tijden na of voldaan wordt aan de economischebeleidsvoorwaarden die aan de bijstand verbonden zijn. De Commissie houdt het EFC op de hoogte van een eventuele herfinanciering van de leningen of een eventuele herstructurering van de financiële voorwaarden.
3. Letland staat klaar om aanvullende consolidatiemaatregelen te nemen en uit te voeren om de economie te stabiliseren, mochten dergelijke maatregelen tijdens het bijstandsprogramma noodzakelijk zijn. Vóór de vaststelling van die maatregelen winnen de Letse autoriteiten advies in bij de Commissie.
Artikel 3
1. De Commissie stelt de financiële bijstand van de Gemeenschap aan Letland beschikbaar in ten hoogste zes tranches, waarvan de omvang in het memorandum van overeenstemming zal worden vastgelegd.
2. De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de leningovereenkomst en het memorandum van overeenstemming.
3. Een voorzichtig gebruik van renteswaps met tegenpartijen die de hoogste kredietwaardigheid bezitten, is toegestaan indien dit nodig is om de lening te financieren.
4. De Commissie beslist na raadpleging van het EFC over de vrijgave van de volgende tranches.
5. Elke volgende tranche wordt alleen uitgekeerd bij een bevredigende tenuitvoerlegging van het nieuwe, in het convergentieprogramma opgenomen economische programma (het zogeheten „programma om de economie te stabiliseren en de groei te herstellen”), en meer in het bijzonder van de concrete economischebeleidsvoorwaarden die in het memorandum van overeenstemming zijn vastgelegd. Daarbij gaat het onder meer om:
a) |
de vaststelling van een duidelijk budgettair middellangetermijnprogramma om het begrotingstekort in 2011 terug te brengen tot niet meer dan de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp; |
b) |
de uitvoering van de begroting voor 2009 zoals gewijzigd bij de aanvullende (uiterlijk eind maart 2009 nader uit te werken) begroting van 12 december 2008, waarin gemikt wordt op een overheidscashflowtekort van niet meer dan 5 % van het bbp of 5,3 % volgens het ESR 95; |
c) |
een terugdringing van de gemiddelde nominale beloning in de publieke sector in 2009 met ten minste 15 % ten opzichte van de oorspronkelijke begroting van 14 november 2008 en met nog eens 2 % in 2010 en 2011; |
d) |
voortzetting van de in 2008 aangevangen maatregelen die leiden tot een personeelsreductie bij de centrale overheden in 2008 met ten minste 5 % en uiterlijk op 30 juni 2009 met de totale reductie van 10 %; |
e) |
een verbetering van de ontwikkeling en uitvoering van begrotingsprocedures door de vaststelling van een begrotingskader- en begrotingshervormingswet door middel van een wijziging van de huidige wet op de begroting en het financiële beheer; |
f) |
de invoering van een duidelijk en transparant beloningssysteem voor rechtstreeks voor de overheid werkzaam personeel en de instelling van één systeem voor de planning en het beheer van de personele middelen bij overheidsinstellingen; |
g) |
mechanismen om de stabiliteit in het bankwezen op middellange termijn te waarborgen, waaronder een reeks prudentiële en toezichtmaatregelen en monetairebeleidsmaatregelen. Daarmee moet de kredietgroei worden teruggedrongen tot een houdbaar niveau en moet een sterke afhankelijkheid van niet-gegarandeerde buitenlandse financiering worden tegengegaan. Er wordt gericht onderzocht of de banken solvabel en voldoende gekapitaliseerd zijn; |
h) |
schuldherstructureringsmaatregelen voor de particuliere sector. De desbetreffende rechtsgrondslag voor de herstructurering van de looptijd en valuta van de bestaande schuld wordt versterkt. Ook krijgen een vergemakkelijking van insolventieprocedures en een snelle uitvoering van saneringsplannen prioriteit; |
i) |
maatregelen om ervoor te zorgen dat de resterende minderheidsaandeelhouders van Parex Bank niet profiteren van de oplossing van de problemen bij de bank, en maatregelen om de financiële stabiliteit door een volledige nationalisatie van Parex Bank te vergroten; |
j) |
in het Letse nationale hervormingsprogramma opgenomen structurele hervormingsmaatregelen in het kader van de Lissabonstrategie, waarbij onder meer een actief beleid wordt gevoerd voor de arbeidsmarkt en een leven lang leren, de particuliere sector nauwer wordt betrokken bij O&O en innovatie, de export wordt bevorderd en administratieve lasten voor het bedrijfsleven worden geschrapt; |
k) |
de uitvoering van EU-gefinancierde projecten op het geplande niveau zodat de verhandelbare sector een grotere bijdrage kan leveren aan de economische groei; |
l) |
maatregelen om de toegang tot financiering te verbeteren voor ondernemingen en ondernemers wier aanvraag voor een structuurfondsbijdrage is ingewilligd of die van plan zijn een aanvraag voor een structuurfondsbijdrage in te dienen. |
Artikel 4
Deze beschikking is gericht tot de Republiek Letland.
Artikel 5
Deze beschikking wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2009.
Voor de Raad
De voorzitter
M. KALOUSEK
(1) PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1.
(2) Zie bladzijde 37 van dit Publicatieblad.