This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007D0226
2007/226/EC: Commission Decision of 11 April 2007 concerning the extension of the deadline for placing on the market of biocidal products containing certain active substances not examined during the 10-year work programme referred to in Article 16(2) of Directive 98/8/EC of the European Parliament and of the Council (notified under document number C(2007) 1545)
2007/226/EG: Beschikking van de Commissie van 11 april 2007 betreffende de verlenging van de termijn voor het op de markt brengen van biociden die bepaalde werkzame stoffen bevatten die niet in de loop van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad bedoelde tienjarige werkprogramma worden onderzocht (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1545)
2007/226/EG: Beschikking van de Commissie van 11 april 2007 betreffende de verlenging van de termijn voor het op de markt brengen van biociden die bepaalde werkzame stoffen bevatten die niet in de loop van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad bedoelde tienjarige werkprogramma worden onderzocht (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1545)
PB L 97 van 12.4.2007, p. 47–49
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
12.4.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 97/47 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 11 april 2007
betreffende de verlenging van de termijn voor het op de markt brengen van biociden die bepaalde werkzame stoffen bevatten die niet in de loop van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad bedoelde tienjarige werkprogramma worden onderzocht
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1545)
(Slechts de teksten in de Franse en de Poolse taal zijn authentiek)
(2007/226/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (1), en met name op artikel 16, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 16, lid 2, tweede alinea, en lid 3, van Richtlijn 98/8/EG (hierna „de richtlijn” te noemen) wordt bepaald dat wanneer de vereiste informatie en gegevens voor de beoordeling van een werkzame stof niet binnen de voorgeschreven periode zijn verstrekt, kan worden besloten deze werkzame stof niet in bijlage I, IA of IB van de richtlijn op te nemen. Nadat een dergelijk besluit is genomen, dienen de lidstaten alle toelatingen voor biociden die de werkzame stof bevatten, in te trekken. |
(2) |
In de Verordeningen (EG) nr. 1896/2000 (2) en (EG) nr. 2032/2003 (3) van de Commissie worden de gedetailleerde regels vastgesteld voor de uitvoering van de eerste en tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van de richtlijn bedoelde tienjarige werkprogramma. In artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2032/2003 wordt de datum met ingang waarvan de lidstaten toelatingen dienen in te trekken voor biociden die geïdentificeerde bestaande werkzame stoffen bevatten waarvoor geen sprake is van een aanvaarde kennisgeving of een aanmelding van een lidstaat als belanghebbende, vastgesteld op 1 september 2006. |
(3) |
In artikel 4 bis van Verordening (EG) nr. 2032/2003, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1048/2005 (4), wordt bepaald onder welke voorwaarden de lidstaten bij de Commissie een verlenging van de in artikel 4, lid 2, vastgestelde eliminatieperiode kunnen aanvragen en onder welke voorwaarden een dergelijke verlenging wordt toegestaan. |
(4) |
Voor sommige van de werkzame stoffen waarvan het gebruik in biociden na 1 september 2006 dient te worden verboden, zijn door bepaalde lidstaten aanvragen voor een verlenging van deze eliminatieperiode bij de Commissie ingediend met informatie waaruit blijkt dat voortzetting van het gebruik van de betrokken stoffen nodig is. |
(5) |
Polen heeft informatie ingediend waaruit blijkt dat er tijdelijk geen geschikte alternatieven zijn voor het gebruik van cyfluthrin als insecticide voor de bescherming van constructiehout in historische en andere constructies. Een korte verlenging van de eliminatieperiode voor deze stof lijkt terecht om de gelegenheid te bieden om gegevens over de effectiviteit van andere alternatieve stoffen in te dienen en om het mogelijk te maken dat deze overeenkomstig de nationale wetgeving op de Poolse markt worden gebracht. |
(6) |
Frankrijk heeft informatie ingediend waaruit blijkt dat er moet worden gezorgd voor een zo breed mogelijk spectrum van beschikbare larviciden voor de bestrijding van muggen die vector zijn van ernstige ziekten waaronder de bevolking van de overzeese departementen van deze lidstaat te lijden heeft en heeft verzocht om temefos in deze regio’s op de markt te houden. Een verlenging van de eliminatieperiode voor deze stof lijkt terecht om de gelegenheid te bieden voor de vervanging van deze stof door andere geschikte stoffen. |
(7) |
Frankrijk heeft informatie ingediend waaruit blijkt dat het gebruik van ammoniak als biocide voor veterinaire hygiënedoeleinden om infecties door coccidia, cryptosporidia en nematoden bij vee te voorkomen tijdelijk dient te worden voortgezet. Een verlenging van de eliminatieperiode voor deze stof om een geleidelijke vervanging mogelijk te maken door andere beschikbare stoffen waarvan wel kennisgeving is gedaan voor beoordeling in het kader van het evaluatieprogramma van de richtlijn, lijkt terecht. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In afwijking van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2032/2003 mogen de in kolom B van de bijlage bij deze beschikking vermelde lidstaten toelating verlenen of een bestaande toelating handhaven voor het op de markt brengen van biociden die in kolom A van de bijlage vermelde stoffen bevatten, en wel voor de in kolom D vermelde essentiële toepassingen en tot de in kolom C van de bijlage vermelde data.
Artikel 2
1. De lidstaten die gebruikmaken van de in artikel 1 van deze beschikking vastgestelde afwijking, zorgen ervoor dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a) |
voortzetting van het gebruik is uitsluitend mogelijk mits producten die de stof bevatten voor de beoogde essentiële toepassing worden goedgekeurd; |
b) |
voortzetting van het gebruik wordt alleen geaccepteerd als dit geen onaanvaardbare gevolgen voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu heeft; |
c) |
alle nodige maatregelen ter beperking van de risico’s worden bij de verlening van de toelating verplicht gesteld; |
d) |
dergelijke biociden die na 1 september 2006 op de markt blijven, worden opnieuw geëtiketteerd teneinde aan de voorwaarden voor beperkt gebruik te voldoen; |
e) |
indien van toepassing zorgen de lidstaten ervoor dat er door de houders van de toelatingen of de betrokken lidstaten naar alternatieven voor dergelijke toepassingen wordt gezocht of dat er een dossier wordt samengesteld om uiterlijk op 14 mei 2008 volgens de in artikel 11 van Richtlijn 98/8/EG vastgestelde procedure te worden ingediend. |
2. Waar van toepassing stellen de betrokken lidstaten de Commissie jaarlijks in kennis van de toepassing van lid 1 en met name van de maatregelen die krachtens punt e) worden genomen.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek en de Republiek Polen.
Gedaan te Brussel, 11 april 2007.
Voor de Commissie
Stavros DIMAS
Lid van de Commissie
(1) PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/140/EG van de Commissie (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 78).
(2) PB L 228 van 8.9.2000, blz. 6. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2032/2003 (PB L 307 van 24.11.2003, blz. 1).
(3) Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1849/2006 (PB L 355 van 15.12.2006, blz. 63).
(4) PB L 178 van 9.7.2005, blz. 1.
BIJLAGE
Lijst van de in artikel 1 bedoelde toelatingen
Kolom A |
Kolom B |
Kolom C |
Kolom D |
Werkzame stof |
Lidstaat |
Data |
Toepassing |
Cyfluthrin EC-nr. 269-855-7 CAS-nr. 68359-37-5 |
Polen |
1.9.2007 |
Voor de bescherming van constructiehout tegen insecten, uitsluitend voor professioneel gebruik. |
Temefos EC-nr. 222-191-1 CAS-nr. 3383-96-8 |
Frankrijk |
14.5.2009 |
Voor de bestrijding van muggen als vector; uitsluitend in de overzeese departementen van Frankrijk. |
Ammoniak EC-nr. 231-635-3 CAS-nr. 7664-41-7 |
Frankrijk |
14.5.2008 |
Biocide voor veterinaire hygiënedoeleinden om infecties door coccidia, cryptosporidia en nematoden bij vee te voorkomen; uitsluitend als er geen andere middelen met een vergelijkbaar effect kunnen worden gebruikt. |