Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0805

    Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen

    PB L 143 van 30.4.2004, p. 15–39 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 26/10/2022

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/805/oj

    32004R0805

    Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen

    Publicatieblad Nr. L 143 van 30/04/2004 blz. 0015 - 0039


    Verordening (EG) Nr. 805/2004 van het Europees parlement en de Raad

    van 21 april 2004

    tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 5, tweede streepje,

    Gezien het voorstel van de Commissie(1),

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Gemeenschap heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en te ontwikkelen waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is. Daartoe dient de Gemeenschap onder meer de maatregelen aan te nemen op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken die nodig zijn voor de goede werking van de interne markt.

    (2) Op 3 december 1998 heeft de Raad een Actieplan van de Raad en de Commissie aangenomen over hoe de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam inzake de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid het best kunnen worden uitgevoerd(4) (Actieplan van Wenen).

    (3) De Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 onderschreef het beginsel van wederzijdse erkenning van gerechtelijke beslissingen als de hoeksteen van een ware rechtsruimte.

    (4) Op 30 november 2000 heeft de Raad een programma van maatregelen voor de uitvoering van het beginsel van wederzijdse erkenning van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aangenomen(5). Dit programma omvat in de eerste fase de afschaffing van het exequatur, dat wil zeggen de invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen.

    (5) Het begrip "niet-betwiste schuldvorderingen" dient betrekking te hebben op alle situaties waarin een schuldeiser, gelet op het feit dat gebleken is dat de schuldenaar de aard of de omvang van een schuldvordering niet betwist, een gerechtelijke beslissing tegen deze schuldenaar heeft verkregen of een executoriale titel waarmee de schuldenaar uitdrukkelijk moet instemmen, in de vorm van een door een gerecht goedgekeurde schikking of een authentieke akte.

    (6) Het ontbreken van betwisting door de schuldenaar overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b), kan de vorm aannemen van verstek laten gaan bij de terechtzitting of van geen gevolg geven aan een verzoek van het gerecht om het voornemen kenbaar te maken zich in de zaak schriftelijk te verweren.

    (7) Deze verordening dient van toepassing te zijn op beslissingen, gerechtelijke schikkingen en authentieke akten inzake niet-betwiste schuldvorderingen en op uitspraken gegeven ingevolge de instelling van rechtsmiddelen tegen als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissingen, gerechtelijke schikkingen en authentieke akten.

    (8) In zijn conclusies van Tampere heeft de Europese Raad geoordeeld dat de toegang tot de tenuitvoerlegging in een andere lidstaat dan die waar de beslissing is gegeven, sneller en eenvoudiger dient te worden gemaakt, doordat de tussenmaatregelen die in de lidstaat van tenuitvoerlegging moeten worden genomen voordat de beslissing ten uitvoer kan worden gelegd, worden afgeschaft. Een beslissing die door het gerecht van oorsprong als Europese executoriale titel is gewaarmerkt, moet, wat de tenuitvoerlegging betreft, op dezelfde manier worden behandeld als een beslissing die in de lidstaat van tenuitvoerlegging is gegeven. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld verloopt de registratie van een gewaarmerkte buitenlandse beslissing volgens dezelfde procedure als de registratie van een beslissing uit een ander deel van het Verenigd Koninkrijk; zij mag geen inhoudelijke toetsing van de buitenlandse beslissing inhouden. De wijze van tenuitvoerlegging van beslissingen blijven onderworpen aan het nationale recht.

    (9) Een dergelijke procedure zou aanzienlijke voordelen moeten bieden in vergelijking met de exequaturprocedure volgens Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken(6), omdat geen goedkeuring door het gerechtelijk apparaat in een tweede lidstaat met de daarmee gepaard gaande vertraging en kosten meer nodig is.

    (10) Wanneer een gerecht in een lidstaat een beslissing inzake een niet-betwiste schuldvordering heeft gegeven in een gerechtelijke procedure waarin de schuldenaar zich afzijdig heeft gehouden, is de afschaffing van elke vorm van controle in de lidstaat van tenuitvoerlegging onlosmakelijk verbonden met en afhankelijk van het bestaan van voldoende waarborgen voor de inachtneming van de rechten van de verdediging.

    (11) Deze verordening heeft tot doel de grondrechten te bevorderen, en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn vastgelegd. Daarbij wordt in het bijzonder het recht op een eerlijk proces, zoals dat wordt erkend in artikel 47 van het Handvest, volledig geëerbiedigd.

    (12) Minimumnormen dienen te worden vastgesteld voor de procedure die tot de beslissing leidt, teneinde ervoor te zorgen dat de schuldenaar, zo tijdig en op zodanige wijze als met het oog op zijn verdediging nodig is, in kennis wordt gesteld van de tegen hem ingestelde vordering, van de vereisten voor zijn actieve betrokkenheid bij de procedure om de vordering te betwisten, en van de gevolgen indien hij zich afzijdig houdt.

    (13) Wegens verschillen tussen de lidstaten op het gebied van de vormvoorschriften voor civiele procedures, en met name de voorschriften inzake de betekening en kennisgeving van stukken, moet een specifieke en gedetailleerde definitie van deze minimumnormen worden opgesteld. Met name een wijze van betekening of kennisgeving waarbij wordt uitgegaan van een juridische fictie ten aanzien van de naleving van deze minimumnormen, kan voor de erkenning van een beslissing als Europese executoriale titel niet als voldoende worden beschouwd.

    (14) Alle in de artikelen 13 en 14 vermelde wijzen van betekening en kennisgeving zijn gebaseerd op volledige zekerheid (artikel 13) of op een zeer hoge mate van waarschijnlijkheid (artikel 14) dat het betekende document de geadresseerde heeft bereikt. Wat deze laatste categorie betreft dient een beslissing alleen dan als Europese executoriale titel te worden gewaarmerkt, indien de lidstaat van oorsprong beschikt over een passende procedure via welke de schuldenaar overeenkomstig bepaalde voorwaarden een verzoek om integrale toetsing van de beslissing kan indienen in de uitzonderlijke in artikel 19 vermelde gevallen waarin het document, ondanks het feit dat aan artikel 14 is voldaan, de geadresseerde niet heeft bereikt.

    (15) Persoonlijke betekening of kennisgeving aan anderen dan de schuldenaar zelf, overeenkomstig artikel 14, lid 1, onder a) en b), mag alleen worden geacht aan de vereisten van die bepalingen te voldoen indien deze personen het document in kwestie daadwerkelijk in ontvangst hebben genomen.

    (16) Artikel 15 dient van toepassing te zijn in situaties waarin de schuldenaar zich niet zelf voor het gerecht kan vertegenwoordigen, zoals in het geval van een rechtspersoon, en waarin van rechtswege is bepaald door wie hij wordt vertegenwoordigd, en in situaties waarin de schuldenaar een ander, met name een advocaat, heeft gemachtigd hem in de specifieke gerechtelijke procedure te vertegenwoordigen.

    (17) De gerechten die bevoegd zijn te controleren of de procedurele minimumnormen volledig zijn nageleefd, dienen, indien dat het geval is, een gestandaardiseerd bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel te verstrekken dat deze controle en de resultaten ervan transparant maakt.

    (18) Op grond van het wederzijdse vertrouwen in de rechtspleging in de lidstaten kan door een gerecht van een lidstaat worden vastgesteld dat aan alle voorwaarden voor erkenning als Europese executoriale titel is voldaan, zodat een beslissing in alle andere lidstaten ten uitvoer kan worden gelegd, zonder rechterlijke toetsing van de toepassing van de procedurele minimumnormen in de lidstaat waar de beslissing ten uitvoer moet worden gelegd.

    (19) Deze verordening behelst geen verplichting voor de lidstaten hun nationale wetgeving aan te passen aan de procedurele minimumnormen die in deze verordening zijn vastgesteld. Zij verschaft daartoe wel een prikkel, door een snellere en efficiëntere tenuitvoerlegging van beslissingen in andere lidstaten slechts mogelijk te maken indien aan deze minimumnormen wordt voldaan.

    (20) Het verzoek om waarmerking als Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen is een keuzemogelijkheid voor schuldeisers, die in plaats daarvan ook voor het systeem van erkenning en tenuitvoerlegging krachtens Verordening (EG) nr. 44/2001 of krachtens andere Gemeenschapsinstrumenten kunnen kiezen.

    (21) Wanneer een document met het oog op betekening of kennisgeving van de ene lidstaat naar de andere moet worden gezonden, dienen de onderhavige verordening en in het bijzonder de daarin vervatte voorschriften voor betekening en kennisgeving te worden toegepast samen met Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken(7), en met name artikel 14 juncto de mededelingen van de lidstaten uit hoofde van artikel 23 van die verordening.

    (22) Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang of de gevolgen van de verordening beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

    (23) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(8).

    (24) Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, hebben het Verenigd Koninkrijk en Ierland schriftelijk kenbaar gemaakt dat zij wensen deel te nemen aan de aanneming en de toepassing van deze verordening.

    (25) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet aan de aanneming van deze verordening deel, die derhalve niet bindend voor noch van toepassing in Denemarken is.

    (26) Krachtens artikel 67, lid 5, tweede streepje, van het Verdrag is de medebeslissingsprocedure met ingang van 1 februari 2003 van toepassing voor bij deze verordening vastgestelde maatregelen,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    DOEL, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

    Artikel 1

    Doel

    Deze verordening heeft ten doel om door de vastlegging van minimumnormen een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen in het leven te roepen ten behoeve van het vrije verkeer van beslissingen, gerechtelijke schikkingen en authentieke akten in alle lidstaten zonder dat in de lidstaat van tenuitvoerlegging een intermediaire procedure hoeft te worden ingeleid voorafgaand aan de erkenning en tenuitvoerlegging.

    Artikel 2

    Toepassingsgebied

    1. Deze verordening is van toepassing in burgerlijke en handelszaken, ongeacht de aard van het gerecht. Zij heeft in het bijzonder geen betrekking op fiscale zaken, douanezaken en bestuursrechtelijke zaken of op de aansprakelijkheid van de staat wegens handelingen en omissies bij de uitoefening van het staatsgezag ("acta iure imperii").

    2. Zij is niet van toepassing op:

    a) de staat of de bevoegdheid van natuurlijke personen, het huwelijksgoederenrecht, testamenten en erfenissen;

    b) het faillissement, het akkoord en andere soortgelijke procedures;

    c) de sociale zekerheid;

    d) de arbitrage.

    3. In deze verordening wordt onder "lidstaat" verstaan: alle lidstaten behalve Denemarken.

    Artikel 3

    Als Europese executoriale titel te waarmerken executoriale titels

    1. Deze verordening is van toepassing op beslissingen, gerechtelijke schikkingen en authentieke akten inzake niet-betwiste schuldvorderingen.

    Een schuldvordering wordt als niet-betwist beschouwd indien:

    a) de schuldenaar uitdrukkelijk met de schuldvordering heeft ingestemd door het bestaan van de schuld te erkennen door middel van een schikking die door een gerecht is goedgekeurd of die in de loop van de gerechtelijke procedure voor een gerecht is getroffen; of

    b) de schuldenaar zich niet, overeenkomstig de toepasselijke vormvoorschriften volgens het recht van de lidstaat van oorsprong, in de loop van de gerechtelijke procedure tegen de schuldvordering heeft verweerd; of

    c) de schuldenaar tijdens de terechtzitting over de schuldvordering niet is verschenen of was vertegenwoordigd, nadat hij die schuldvordering in de loop van de procedure aanvankelijk had betwist, op voorwaarde dat deze handelwijze volgens het recht van de lidstaat van oorsprong gelijkstaat met een stilzwijgende erkenning van de schuldvordering of van de door de schuldeiser beweerde feiten; of

    d) de schuldenaar bij authentieke akte uitdrukkelijk de schuldvordering heefterkend.

    2. Deze verordening is eveneens van toepassing op beslissingen gegeven ingevolge de instelling van rechtsmiddelen tegen als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissingen, gerechtelijke schikkingen en authentieke akten.

    Artikel 4

    Definities

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    1. "beslissing": elke door een gerecht van een lidstaat gegeven beslissing, ongeacht de daaraan gegeven benaming, zoals arrest, vonnis, beschikking of rechterlijk dwangbevel, alsmede de vaststelling door de griffier van het bedrag der proceskosten;

    2. "schuldvordering": een vordering tot betaling van een geldbedrag dat opeisbaar is of waarvoor in de beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte de datum van opeisbaarheid is bepaald;

    3. "authentieke akte":

    a) een document dat als authentieke akte is verleden of geregistreerd en waarvan de authenticiteit:

    i) betrekking heeft op de ondertekening en de inhoud van de akte, en

    ii) is vastgesteld door een openbare instantie of door een andere daartoe door de lidstaat van oorsprong gemachtigde instantie,

    of

    b) een regeling inzake onderhoudsverplichtingen die met bestuurlijke autoriteiten is getroffen of die door deze autoriteiten authentiek is verklaard;

    4. "lidstaat van oorsprong": de lidstaat waar de beslissing, de gerechtelijke schikking of de authentieke akte die als Europese executoriale titel moet worden gewaarmerkt, is gegeven, respectievelijk goedgekeurd of getroffen, verleden of geregistreerd;

    5. "lidstaat van tenuitvoerlegging": de lidstaat waar de beslissing, de gerechtelijke schikking of de authentieke akte die als Europese executoriale titel moet worden gewaarmerkt, ten uitvoer moet worden gelegd;

    6. "gerecht van oorsprong": het gerecht waarbij de procedure aanhangig was op het tijdstip waarop de in artikel 3, lid 1, onder a), b) of c), vervatte voorwaarden vervuld waren;

    7. in Zweden wordt in het kader van de summiere procedures betreffende de "betalningsföreläggande" (aanmaningen tot betaling) onder de term "gerecht" ook de Zweedse tenuitvoerleggingsinstantie ("kronofogdemyndighet") verstaan.

    HOOFDSTUK II

    DE EUROPESE EXECUTORIALE TITEL

    Artikel 5

    Afschaffing van het exequatur

    Een beslissing die in de lidstaat van oorsprong als Europese executoriale titel is gewaarmerkt, wordt in de andere lidstaten erkend en ten uitvoer gelegd zonder dat een verklaring van uitvoerbaarheid nodig is en zonder enige mogelijkheid de erkenning te betwisten.

    Artikel 6

    Voorwaarden voor waarmerking als Europese executoriale titel

    1. Een in een lidstaat gegeven beslissing inzake een niet-betwiste schuldvordering wordt, op te eniger tijd aan het gerecht van oorsprong gedaan verzoek, als Europese executoriale titel gewaarmerkt, indien

    a) de beslissing in de lidstaat van oorsprong uitvoerbaar is; en

    b) de beslissing niet strijdig is met de bevoegdheidsregels van de afdelingen 3 en 6 van hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 44/2001; en

    c) de gerechtelijke procedure in de lidstaat van oorsprong aan de in hoofdstuk III gestelde vereisten voldeed, wanneer het gaat om een niet-betwiste schuld in de zin van artikel 3, lid 1, onder b) of c); en

    d) de beslissing is gegeven in de lidstaat van de woonplaats van de schuldenaar in de zin van artikel 59 van Verordening (EG) nr. 44/2001, wanneer:

    - een schuldvordering niet-betwist is in de zin van artikel 3, lid 1, onder b) of c), en

    - betrekking heeft op een overeenkomst gesloten door een persoon, de consument, voor een gebruik dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd; en

    - de consument de schuldenaar is.

    2. Indien een beslissing betreffende een niet-betwiste schuldvordering niet meer uitvoerbaar is of de uitvoerbaarheid ervan is opgeschort of beperkt, geeft het gerecht van oorsprong op te eniger tijd gedaan verzoek een bewijs af in de vorm van het in bijlage IV opgenomen standaardformulier, waarin vermeld staat dat de beslissing niet of beperkt uitvoerbaar is.

    3. Onverminderd artikel 12, lid 2, wordt, indien uitspraak is gegeven ingevolge de instelling van een rechtsmiddel tegen een overeenkomstig lid 1 als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissing, op te eniger tijd gedaan verzoek een vervangend bewijs afgegeven, in de vorm van het in bijlage V opgenomen standaardformulier indien die uitspraak op het ingestelde rechtsmiddel in de lidstaat van oorsprong uitvoerbaar is.

    Artikel 7

    Proceskosten

    Een beslissing die een uitvoerbare beslissing omvat over het bedrag van de proceskosten, de rentevoeten daaronder begrepen, wordt ook ten aanzien van de kosten als Europese executoriale titel gewaarmerkt, tenzij de schuldenaar, overeenkomstig het recht van de lidstaat van oorsprong, er in de loop van de procedure uitdrukkelijk bezwaar tegen heeft aangetekend dat hij deze kosten moet dragen.

    Artikel 8

    Gedeeltelijke Europese executoriale titel

    Indien slechts bepaalde gedeelten van de beslissing aan de eisen van deze verordening voldoen, wordt voor die gedeelten van de beslissing een gedeeltelijk bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel verstrekt.

    Artikel 9

    Verstrekking van het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel

    1. De Europese executoriale titel wordt verstrekt in de vorm van het in bijlage I opgenomen standaardformulier.

    2. Het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel wordt verstrekt in de taal van de beslissing.

    Artikel 10

    Rectificatie of intrekking van het Europese bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel

    1. Op een verzoek gericht aan het gerecht van oorsprong wordt het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel

    a) gerectificeerd wanneer ten gevolge van een materiële fout de beslissing en het bewijs van waarmerking onderling verschillen;

    b) ingetrokken wanneer het, in het licht van de in deze verordening neergelegde vereisten, kennelijk ten onrechte is toegekend.

    2. Het recht van de lidstaat van oorsprong is van toepassing op de rectificatie en op de intrekking van het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel.

    3. Voor het aanvragen van de rectificatie of de intrekking van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel kan gebruik gemaakt worden van het standaardformulier in bijlage VI.

    4. Tegen het verstrekken van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel kan geen rechtsmiddel ten gronde worden ingesteld.

    Artikel 11

    Gevolg van het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel

    Het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel heeft alleen gevolg binnen de grenzen van de uitvoerbaarheid van de beslissing.

    HOOFDSTUK III

    MINIMUMNORMEN VOOR PROCEDURES BETREFFENDE NIET-BETWISTE SCHULDVORDERINGEN

    Artikel 12

    Toepassingsgebied van de minimumnormen

    1. Een beslissing inzake een schuldvordering die onbetwist is in de zin van artikel 3, lid 1, onder b) of c), kan alleen als Europese executoriale titel worden gewaarmerkt indien de gerechtelijke procedure in de lidstaat van oorsprong aan de in dit hoofdstuk vastgestelde vormvoorschriften voldeed.

    2. Dezelfde voorschriften zijn van toepassing voor het verstrekken van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel of een vervangend bewijs in de zin van artikel 6, lid 3, voor een uitspraak gegeven ingevolge de instelling van rechtsmiddelen tegen een beslissing indien, ten tijde van die uitspraak, aan de voorwaarden van artikel 3, lid 1, onder b) of c), werd voldaan.

    Artikel 13

    Betekening of kennisgeving met bewijs van ontvangst door de schuldenaar

    1. Betekening of kennisgeving aan de schuldenaar van het stuk dat het geding inleidt of van een gelijkwaardig stuk kan op een der volgende manieren zijn geschied:

    a) door persoonlijke betekening of kennisgeving blijkend uit een door de schuldenaar ondertekende bevestiging met de datum van ontvangst;

    b) door persoonlijke betekening of kennisgeving blijkend uit een document ondertekend door de bevoegde persoon die de betekening of kennisgeving heeft verricht, en waarin wordt verklaard dat de schuldenaar het stuk in ontvangst heeft genomen of zonder wettige grond geweigerd heeft, en waarin de datum van betekening of kennisgeving is vermeld;

    c) door betekening of kennisgeving per post, blijkend uit een door de schuldenaar ondertekende en teruggezonden ontvangstbevestiging met de datum van ontvangst;

    d) door betekening of kennisgeving langs elektronische weg, bijvoorbeeld door middel van een faxbericht of een elektronisch postbericht, blijkend uit een door de schuldenaar ondertekende en teruggezonden ontvangstbevestiging met de datum van ontvangst.

    2. Enigerlei dagvaarding voor een terechtzitting kan aan de schuldenaar betekend of ter kennis gebracht zijn overeenkomstig lid 1, dan wel mondeling meegedeeld zijn tijdens een voorafgaande terechtzitting over dezelfde vordering en in de notulen van die voorafgaande terechtzitting zijn vermeld.

    Artikel 14

    Betekening of kennisgeving zonder bewijs van ontvangst door de schuldenaar

    1. Betekening of kennisgeving van het stuk dat het geding inleidt, van een gelijkwaardig stuk en van enigerlei dagvaarding voor een terechtzitting aan de schuldenaar kan ook zijn geschied op een van de hierna vermelde wijzen:

    a) in persoon op het persoonlijke adres van de schuldenaar, aan een persoon die als huisgenoot van de schuldenaar dezelfde woonplaats heeft of aldaar in dienst is;

    b) wanneer de schuldenaar een zelfstandige of een rechtspersoon is, in persoon op het zakenadres van de schuldenaar, aan een persoon die bij de schuldenaar in dienst is;

    c) door deponering van het stuk in de brievenbus van de schuldenaar;

    d) door deponering van het stuk op het postkantoor of bij de bevoegde autoriteiten, en schriftelijke mededeling daarvan in de brievenbus van de schuldenaar, mits in de schriftelijke mededeling duidelijk wordt vermeld dat het om een gerechtelijk stuk gaat of dat deze schriftelijke mededeling rechtsgeldig is als betekening of kennisgeving en de toepasselijke termijnen doet ingaan;

    e) per post zonder bewijs overeenkomstig lid 3 indien de schuldenaar zijn adres in de lidstaat van oorsprong heeft;

    f) langs elektronische weg, blijkens een automatische aankomstbevestiging, op voorwaarde dat de schuldenaar vooraf uitdrukkelijk met deze wijze van betekening of kennisgeving heeft ingestemd.

    2. Voor de toepassing van deze verordening is betekening of kennisgeving overeenkomstig lid 1 niet toegestaan indien het adres van de schuldenaar niet met zekerheid bekend is.

    3. Betekening of kennisgeving overeenkomstig lid 1, onder a) tot en met d), blijkt uit:

    a) een document dat is ondertekend door de bevoegde persoon die de betekening of de kennisgeving heeft verricht, en waarin het volgende wordt vermeld:

    i) de wijze waarop betekening of kennisgeving is geschied, en

    ii) de datum van betekening of kennisgeving, en

    iii) indien het stuk ter betekening of kennisgeving is aangeboden aan een andere persoon dan de schuldenaar, de naam van die persoon en zijn relatie tot de schuldenaar,

    of

    b) voor de toepassing van lid 1, onder a) en b), een ontvangstbevestiging van de persoon aan wie betekening of kennisgeving is geschied.

    Artikel 15

    Betekening of kennisgeving aan vertegenwoordigers van de schuldenaar

    Betekening of kennisgeving overeenkomstig de artikelen 13 of 14 mag ook zijn geschied aan een vertegenwoordiger van de schuldenaar.

    Artikel 16

    Behoorlijke inlichting van de schuldenaar over de schuldvordering

    Om te verzekeren dat de schuldenaar naar behoren over de schuldvordering werd ingelicht, moet het stuk dat het geding inleidt of het gelijkwaardige stuk de volgende gegevens hebben bevat:

    a) de naam en adres van de partijen;

    b) het bedrag van de schuldvordering;

    c) wanneer rente over de vordering wordt gevorderd, de rentevoet en de termijn waarover rente wordt gevorderd, tenzij volgens het recht van de lidstaat van oorsprong de hoofdsom automatisch met wettelijke rente wordt vermeerderd;

    d) de grondslag van de rechtsvordering.

    Artikel 17

    Behoorlijke inlichting van de schuldenaar over de ter betwisting van de schuldvordering noodzakelijke proceshandelingen

    In of tegelijk met het stuk dat het geding inleidt, het gelijkwaardig stuk, of enigerlei dagvaarding voor een terechtzitting moeten de volgende elementen duidelijk zijn vermeld:

    a) de vormvereisten voor betwisting van de vordering, met inbegrip van de termijn voor schriftelijke betwisting van de schuldvordering of, in voorkomend geval, het tijdstip van de terechtzitting, de naam en het adres van de instantie waaraan het antwoord moet worden gezonden of, in voorkomend geval, waarvoor men ter terechtzitting moet verschijnen, en of het verplicht is zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen;

    b) de gevolgen van het ontbreken van verweer of van het niet verschijnen ter terechtzitting, in het bijzonder, in voorkomend geval, een mogelijke beslissing of de tenuitvoerlegging daarvan tegen de schuldenaar en een veroordeling in de proceskosten.

    Artikel 18

    Herstel van niet-naleving van de minimumnormen

    1. Wanneer de procedure in de lidstaat van oorsprong niet aan de vormvereisten van de artikelen 13 tot en met 17 heeft voldaan, worden de vormgebreken hersteld en kan een beslissing als Europese executoriale titel worden gewaarmerkt, indien

    a) betekening of kennisgeving van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 13 of 14 aan de schuldenaar is geschied; en

    b) de schuldenaar de mogelijkheid heeft gehad tegen de beslissing een rechtsmiddel in te stellen door middel van een integrale toetsing, en de schuldenaar in of tegelijk met de beslissing naar behoren in kennis is gesteld van de desbetreffende vormvoorschriften, met inbegrip van de naam en het adres van de instantie waarbij het rechtsmiddel moet worden ingesteld en, in voorkomend geval, de toepasselijke termijn; en

    c) de schuldenaar heeft verzuimd overeenkomstig de toepasselijke vormvoorschriften tegen de beslissing een rechtsmiddel in te stellen.

    2. Wanneer de procedure in de lidstaat van oorsprong niet aan de vormvoorschriften van de artikelen 13 of 14 voldeed, worden de vormgebreken hersteld indien door het gedrag van de schuldenaar tijdens het proces is aangetoond dat hij het stuk waarvan betekening of kennisgeving moest plaatsvinden, zo tijdig als met het oog op zijn verdediging nodig was, persoonlijk in ontvangst heeft genomen.

    Artikel 19

    Minimumnormen voor heroverweging in uitzonderingsgevallen

    1. Een beslissing overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 18 kan enkel worden gewaarmerkt als Europese executoriale titel indien de schuldenaar volgens het recht van de lidstaat van oorsprong kan verzoeken om heroverweging van de beslissing als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) i) betekening of kennisgeving van het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk, dan wel in voorkomend geval, van de dagvaarding of oproep voor een terechtzitting is geschied op een van de in artikel 14 vermelde wijzen en

    ii) betekening of kennisgeving buiten zijn schuld niet zo tijdig is geschied als met het oog op zijn verdediging nodig was,

    of

    b) de schuldenaar de vordering niet heeft kunnen betwisten wegens overmacht of wegens buitengewone omstandigheden buiten zijn wil,

    mits de betrokkene in beide gevallen onverwijld handelt.

    2. Dit artikel laat de mogelijkheid voor lidstaten om een heroverweging van de beslissing onder gunstiger voorwaarden dan de in lid 1 genoemde, onverlet.

    HOOFDSTUK IV

    TENUITVOERLEGGING

    Artikel 20

    Tenuitvoerleggingsprocedure

    1. Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk worden de tenuitvoerleggingsprocedures beheerst door het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging.

    Een als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissing wordt onder dezelfde voorwaarden ten uitvoer gelegd als een beslissing die in de lidstaat van tenuitvoerlegging is gegeven.

    2. De schuldeiser dient de bevoegde tenuitvoerleggingsautoriteiten van de lidstaat van tenuitvoerlegging de volgende stukken te verstrekken:

    a) een afschrift van de beslissing dat aan de nodige voorwaarden voldoet om de echtheid ervan te kunnen vaststellen; en

    b) een afschrift van het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel dat aan de nodige voorwaarden voldoet om de echtheid ervan te kunnen vaststellen; en

    c) indien nodig, een transcriptie van het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel, of een vertaling van het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel in de officiële taal van de lidstaat van tenuitvoerlegging, of indien er in die lidstaat verscheidene officiële talen bestaan, in de officiële taal of een der officiële rechtstalen in de plaats waar de beslissing ten uitvoer moet worden gelegd overeenkomstig het recht van die lidstaat, of in een andere taal die de lidstaat van tenuitvoerlegging heeft aangegeven te aanvaarden. Iedere lidstaat kan mededelen welke officiële taal of talen van de instellingen van de Europese Gemeenschap hij naast zijn eigen taal of talen, voor de invulling van het bewijs van waarmerking kan aanvaarden. De vertaling wordt door een daartoe in een van de lidstaten bevoegde persoon als officiële vertaling gewaarmerkt.

    3. Van een partij die in een lidstaat om de tenuitvoerlegging van een in een andere lidstaat gegeven en als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissing verzoekt, mag geen zekerheid, borg of pand, in welke vorm ook, worden gevraagd op grond van het feit dat hij een onderdaan van een derde land is of zijn woon- of verblijfplaats niet in de lidstaat van tenuitvoerlegging heeft.

    Artikel 21

    Weigering van de tenuitvoerlegging

    1. De tenuitvoerlegging wordt op verzoek van de schuldenaar door het bevoegde gerecht in de lidstaat van tenuitvoerlegging geweigerd indien de als Europese executoriale beslissing gewaarmerkte beslissing onverenigbaar is met een in een van de lidstaten of een derde land gegeven eerdere beslissing op voorwaarde dat:

    a) de eerdere beslissing tussen dezelfde partijen is gegeven in een geschil dat hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak berust; en

    b) de eerdere beslissing in de lidstaat van tenuitvoerlegging is gegeven, of aan de voorwaarden voor erkenning in de lidstaat van tenuitvoerlegging voldoet; en

    c) de onverenigbaarheid in de gerechtelijke procedure in de lidstaat van oorsprong niet als verweer is aangevoerd en ook niet had kunnen worden aangevoerd.

    2. In geen geval wordt in de lidstaat van tenuitvoerlegging overgegaan tot de beoordeling van de juistheid van de beslissing of de waarmerking daarvan als Europese executoriale titel.

    Artikel 22

    Overeenkomsten met derde landen

    Deze verordening laat onverlet de overeenkomsten waarbij de lidstaten zich krachtens artikel 59 van het Verdrag van Brussel betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 44/2001 hebben verbonden om beslissingen, met name die welke in een andere staat die partij is bij dat verdrag, gegeven zijn tegen een verweerder die zijn woonplaats of zijn gewone verblijfplaats heeft in een derde land, niet te erkennen indien in een door artikel 4 van genoemd verdrag bedoeld geval de beslissing slechts gegrond kon worden op een bevoegdheid als bedoeld in artikel 3, tweede alinea, van dat verdrag.

    Artikel 23

    Opschorting of beperking van de tenuitvoerlegging

    Wanneer de schuldenaar

    - tegen een als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissing rechtsmiddelen heeft ingesteld, met inbegrip van een verzoek om heroverweging in de zin van artikel 19, of

    - overeenkomstig artikel 10 om rectificatie of intrekking van de Europese executoriale titel heeft verzocht,

    kan het bevoegde gerecht of de bevoegde instantie in de lidstaat van tenuitvoerlegging, op verzoek van de schuldenaar:

    a) de tenuitvoerleggingsprocedure tot bewarende maatregelen beperken; of

    b) de tenuitvoerlegging afhankelijk maken van het stellen van een door dit gerecht of deze instantie te bepalen zekerheid; of

    c) in buitengewone omstandigheden de tenuitvoerleggingsprocedure opschorten.

    HOOFDSTUK V

    GERECHTELIJKE SCHIKKINGEN EN AUTHENTIEKE AKTEN

    Artikel 24

    Gerechtelijke schikkingen

    1. Schikkingen betreffende een schuldvordering in de zin van artikel 4, lid 2, die in de loop van de procedure door een gerecht zijn goedgekeurd of voor een recht zijn getroffen en die uitvoerbaar zijn in de lidstaat waar de schikking werd goedgekeurd of getroffen, worden op verzoek door het gerecht dat de schikking heeft goedgekeurd of voor welke zij is getroffen, als Europese executoriale titel gewaarmerkt, waarbij gebruik wordt gemaakt van het in bijlage II opgenomen standaardformulier.

    2. Een schikking die in de lidstaat van oorsprong als Europese executoriale titel is gewaarmerkt, wordt in de andere lidstaten ten uitvoer gelegd zonder dat een verklaring van uitvoerbaarheid nodig is en zonder dat de mogelijkheid bestaat de uitvoerbaarheid te betwisten.

    3. Waar nodig is het bepaalde in hoofdstuk II, met uitzondering van artikel 5, artikel 6, lid 1 en artikel 9, lid 1, en in hoofdstuk IV, met uitzondering van artikel 21, lid 1, en artikel 22, van toepassing.

    Artikel 25

    Authentieke akte

    1. Authentieke akten betreffende vorderingen in de zin van artikel 4, lid 2, die in een van de lidstaten uitvoerbaar zijn, worden op verzoek door een door de lidstaat van oorsprong aangewezen instantie als Europese executoriale titel gewaarmerkt, waarbij gebruik wordt gemaakt van het in bijlage III opgenomen standaardformulier.

    2. Een authentieke akte die in de lidstaat van oorsprong als Europese executoriale titel is gewaarmerkt, wordt in de andere lidstaten ten uitvoer gelegd zonder dat een verklaring van uitvoerbaarheid nodig is en zonder dat de mogelijkheid bestaat de uitvoerbaarheid ervan te betwisten.

    3. Waar nodig is het bepaalde in hoofdstuk II, met uitzondering van artikel 5, artikel 6, lid 1, en artikel 9, lid 1, en in hoofdstuk IV, met uitzondering van artikel 21, lid 1, en artikel 22, van toepassing.

    HOOFDSTUK VI

    OVERGANGSBEPALING

    Artikel 26

    Overgangsbepaling

    Deze verordening is slechts van toepassing op de na haar inwerkingtreding gegeven beslissingen, goedgekeurde of getroffen gerechtelijke schikkingen en verleden of als authentiek geregistreerde akten.

    HOOFDSTUK VII

    VERHOUDING TOT ANDERE COMMUNAUTAIRE INSTRUMENTEN

    Artikel 27

    Verhouding tot Verordening (EG) nr. 44/2001

    Deze verordening laat de mogelijkheid onverlet om een beslissing, een gerechtelijke schikking of een authentieke akte inzake een niet-betwiste schuldvordering te laten erkennen en ten uitvoer te laten leggen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 44/2001.

    Artikel 28

    Verhouding tot Verordening (EG) nr. 1348/2000

    Deze verordening laat de toepassing van Verordening (EG) nr. 1348/2000 onverlet.

    HOOFDSTUK VIII

    ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 29

    Informatie over tenuitvoerleggingsprocedures

    De lidstaten werken samen om zowel het grote publiek als beroepsmatig betrokkenen te informeren over

    a) de tenuitvoerleggingsmethoden en -procedures in de lidstaten, en

    b) de voor tenuitvoerlegging bevoegde instanties in de lidstaten,

    in het bijzonder via het overeenkomstig Beschikking 2001/470/EG(9) opgerichte Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken.

    Artikel 30

    Gegevens betreffende rectificatie-, intrekkings- en toetsingsprocedures, talen en instanties

    1. De lidstaten doen de Commissie mededeling van

    a) de in artikel 10, lid 2, bedoelde rectificatie- en intrekkingsprocedure en de in artikel 19, lid 1, bedoelde toetsingsprocedure;

    b) de uit hoofde van artikel 20, lid 2, onder c), aanvaarde talen;

    c) de lijsten van de in artikel 25 bedoelde lijsten van instanties.

    2. De Commissie maakt de overeenkomstig lid 1 meegedeelde gegevens openbaar door bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie of door enig ander passend middel.

    Artikel 31

    Wijzigingen in de bijlagen

    Elke wijziging in de in de bijlagen opgenomen standaardformulieren wordt aangenomen volgens de artikel 32, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.

    Artikel 32

    Comité

    1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 75 van Verordening (EG) nr. 44/2001 ingestelde comité.

    2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

    3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 33

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op 21 januari 2005.

    Deze verordening is van toepassing met ingang van 21 oktober 2005, met uitzondering van de artikelen 30, 31 en 32, die van toepassing zijn met ingang van 21 januari 2005.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

    Gedaan te Straatsburg, 21 april 2004.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    P. Cox

    Voor de Raad

    De voorzitter

    D. Roche

    (1) PB C 203 E van 27.8.2002, blz. 86.

    (2) PB C 85 van 8.4.2003, blz. 1.

    (3) Advies van het Europees Parlement van 8 april 2003 (PB C 64 E van 12.3.2004, blz. 79), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 6 februari 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van het Europees Parlement van 30 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (4) PB C 19 van 23.1.1999, blz. 1.

    (5) PB C 12 van 15.1.2001, blz. 1.

    (6) PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1496/2002 van de Commissie (PB L 225 van 22.8.2002, blz. 13).

    (7) PB L 160 van 30.6.2000, blz. 37.

    (8) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    (9) PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25.

    BIJLAGE I

    BEWIJS VAN WAARMERKING ALS EUROPESE EXECUTORIALE TITEL - BESLISSING

    >PIC FILE= "L_2004143NL.002502.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004143NL.002601.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004143NL.002701.TIF">

    BIJLAGE II

    BEWIJS VAN WAARMERKING ALS EUROPESE EXECUTORIALE TITEL - GERECHTELIJKE SCHIKKING

    >PIC FILE= "L_2004143NL.002802.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004143NL.002901.TIF">

    BIJLAGE III

    BEWIJS VAN WAARMERKING ALS EUROPESE EXECUTORIALE TITEL - AUTHENTIEKE AKTE

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003002.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003101.TIF">

    BIJLAGE IV

    BEWIJS VAN ONUITVOERBAARHEID OF BEPERKTE UITVOERBAARHEID (artikel 6, lid 2)

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003202.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003301.TIF">

    BIJLAGE V

    VERVANGEND BEWIJS VAN WAARMERKING ALS EUROPESE EXECUTORIALE TITEL NADAT RECHTSMIDDELEN ZIJN INGESTELD (artikel 6, lid 3)

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003402.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003501.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003601.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003701.TIF">

    BIJLAGE VI

    VERZOEK OM RECTIFICATIE OF INTREKKING VAN DE WAARMERKING ALS EUROPESE EXECUTORIALE TITEL (artikel 10, lid 3)

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003802.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004143NL.003901.TIF">

    Top