Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0668

    Verordening (EG) nr. 668/2003 van de Commissie van 11 april 2003 tot verlening van een permanente vergunning voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 96 van 12.4.2003, p. 14–15 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/11/2017; opgeheven door 32017R1896

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/668/oj

    32003R0668

    Verordening (EG) nr. 668/2003 van de Commissie van 11 april 2003 tot verlening van een permanente vergunning voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 096 van 12/04/2003 blz. 0014 - 0015


    Verordening (EG) nr. 668/2003 van de Commissie

    van 11 april 2003

    tot verlening van een permanente vergunning voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1756/2002(2), en met name op de artikelen 3 en 9.D,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Volgens Richtlijn 70/524/EEG mag geen enkel toevoegingsmiddel in het verkeer worden gebracht zonder dat daartoe een communautaire vergunning is afgegeven.

    (2) Voor een reeds toegelaten toevoegingsmiddel kan een permanente vergunning worden verleend als het aan de voorwaarden van artikel 3.A van die richtlijn voldoet.

    (3) Voor het in deze verordening vermelde enzympreparaat is voor het eerst een voorlopige vergunning verleend bij Verordening (EG) nr. 1436/98 van de Commissie(3) overeenkomstig Richtlijn 93/113/EG van de Raad(4), na een positief advies van het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding, met name wat betreft de veiligheid van het product. De voorlopige vergunning voor dit toevoegingsmiddel is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG tot 30 juni 2004 verlengd(5).

    (4) De producent heeft nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag voor een vergunning zonder tijdsbeperking voor het in deze verordening vermelde enzympreparaat.

    (5) Het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding heeft op 4 december 2002 een gunstig advies gegeven betreffende de werkzaamheid van het enzympreparaat onder de in de bijlage vermelde voorwaarden.

    (6) Met inachtneming van het advies van het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding blijkt uit de beoordeling van de voor het enzympreparaat ingediende vergunningaanvraag dat dit aan de voorwaarden van artikel 3.A van Richtlijn 70/524/EEG voldoet. Voor dat preparaat kan derhalve een vergunning zonder tijdsbeperking worden verleend.

    (7) Uit de beoordeling van de aanvraag blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om de werknemers tegen blootstelling aan het in de bijlage opgenomen toevoegingsmiddel te beschermen. Die bescherming dient echter te worden gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk(6).

    (8) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het tot de groep "Enzymen" behorende preparaat dat in de bijlage wordt vermeld, kan onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding worden verleend.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 11 april 2003.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1.

    (2) PB L 265 van 3.10.2002, blz. 1.

    (3) PB L 191 van 7.7.1998, blz. 15.

    (4) PB L 334 van 31.12.1993, blz. 17.

    (5) Laatste verlenging bij Verordening (EG) nr. 2200/2001 van de Commissie (PB L 299 van 15.11.2001, blz. 1).

    (6) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.

    BIJLAGE

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top