EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003L0116

Richtlijn 2003/116/EG van de Commissie van 4 december 2003 tot wijziging van de bijlagen II, III, IV en V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad, wat het schadelijke organisme Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. betreft

PB L 321 van 6.12.2003, p. 36–40 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/12/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2003/116/oj

32003L0116

Richtlijn 2003/116/EG van de Commissie van 4 december 2003 tot wijziging van de bijlagen II, III, IV en V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad, wat het schadelijke organisme Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. betreft

Publicatieblad Nr. L 321 van 06/12/2003 blz. 0036 - 0040


Richtlijn 2003/116/EG van de Commissie

van 4 december 2003

tot wijziging van de bijlagen II, III, IV en V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad, wat het schadelijke organisme Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/47/EG(2), en met name op artikel 14, tweede alinea, onder c) en d),

In overleg met de betrokken lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De bepalingen in verband met Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. moeten gelden voor alle waardplanten die dit schadelijke organisme kunnen verspreiden. De huidige bepalingen zijn evenwel niet van toepassing op sommige planten die als waardplant van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. bekendstaan. De lijst moet bijgevolg worden uitgebreid tot alle waardplanten van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.

(2) De bepalingen inzake "bufferzones" moeten worden bijgesteld om het risico dat Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. over korte afstanden wordt verspreid, te beperken. Daartoe moeten de "bufferzones" duidelijk worden afgebakend en moet een stringente bestrijdingsregeling worden toegepast die met name voorziet in het uitwieden van alle planten met symptomen van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.

(3) Voordat planten uit een gebied waarvan bekend is dat daar Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. voorkomt, mogen worden ingevoerd in of overgebracht naar de betrokken "beschermde gebieden", moet zijn gebleken dat de percelen waarop deze planten zijn geteeld, en een bepaalde zone rond die percelen gedurende de laatste volledige vegetatiecyclus vóór de invoer of het overbrengen vrij zijn geweest van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. Een en ander moet worden bevestigd aan de hand van visuele inspecties die op gepaste tijdstippen worden verricht, en van laboratoriumtests voor de opsporing van eventuele latente besmettingen.

(4) Er moeten regels worden vastgesteld voor het verplaatsen van bijenkorven en -kasten naar en binnen beschermde gebieden, aangezien die verplaatsingen belangrijk kunnen zijn voor de verspreiding van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.

(5) Voor planten die geteeld en in stand gehouden zijn op percelen die liggen in overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG officieel als "bufferzones" aangewezen gebieden en die vóór 1 april 2004 voldoen aan de desbetreffende eisen inzake percelen en "bufferzones" daarvan, moeten speciale regelingen worden getroffen.

(6) Derhalve moet Richtlijn 2000/29/EG dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II, III, IV en V bij Richtlijn 2000/29/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 maart 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mee, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 december 2003.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2) PB L 138 van 5.6.2003, blz. 47.

BIJLAGE

De bijlagen II, III, IV en V bij Richtlijn 2000/29/EG worden als volgt gewijzigd:

1. Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a) In deel A, rubriek II, onder b), punt 3, komt de tekst in de rechterkolom te luiden als volgt:

"Planten van Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden.".

b) In deel B, onder b), punt 2, komt de tekst in de tweede kolom te luiden als volgt:

"Delen van planten, met uitzondering van vruchten, zaden en planten bestemd voor opplant, maar inclusief levende pollen voor bestuiving, van Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L.".

2. In bijlage III, deel B, punt 1, komt de tekst in de eerste kolom te luiden als volgt:

"Onverminderd de verbodsbepalingen die gelden voor de planten die zijn genoemd in de punten 9, 9.1 en 18 van deel A, planten en levende pollen voor bestuiving van Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L., met uitzondering van vruchten en zaden, van oorsprong uit andere derde landen dan die welke volgens de procedure van artikel 18, lid 2, als vrij van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. zijn erkend, en die waar ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. overeenkomstig de desbetreffende internationale norm voor fytosanitaire maatregelen (International Standard for Phytosanitary Measures) ziektevrije gebieden zijn ingesteld die als zodanig zijn erkend volgens de procedure van artikel 18, lid 2.".

3. Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a) Deel A wordt als volgt gewijzigd:

i) In rubriek I komt punt 17 te luiden als volgt:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

ii) In rubriek II, punt 9, komt de tekst in de linkerkolom te luiden als volgt:

"Planten van Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden.".

b) In deel B komt punt 21 te luiden als volgt:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

4. Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

a) Deel A wordt als volgt gewijzigd:

i) In rubriek I komt punt 1.1 te luiden als volgt:

"1.1 Planten, bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden, van Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Prunus L., andere dan Prunus laurocerasus L. en Prunus lusitanica L., Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L.".

ii) In rubriek II komen de punten 1.3 en 1.4 te luiden als volgt:

"1.3 Planten, met uitzondering van vruchten en zaden, van Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Eucalyptus L'Herit., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L.

1.4 Levende pollen voor bestuiving van Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L.".

b) In deel B, rubriek II, komen de punten 3 en 4 te luiden als volgt:

"3. Levende pollen voor bestuiving van Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L.

4. Delen van planten, met uitzondering van vruchten en zaden, van Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L.".

Top