Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999D0123

    1999/123/EG: Besluit van de Commissie van 9 februari 1999 tot beëindiging van de registratie van modules, kits, subassemblages en delen van televisiecamerasystemen en tot beëindiging van het onderzoek naar de vermeende ontwijking van de antidumpingmaatregelen die waren ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1015/94 van de Raad, op de invoer van bepaalde televisiecamerasystemen uit Japan (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 276)

    PB L 38 van 12.2.1999, p. 56–57 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 09/02/1999

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1999/123(1)/oj

    31999D0123

    1999/123/EG: Besluit van de Commissie van 9 februari 1999 tot beëindiging van de registratie van modules, kits, subassemblages en delen van televisiecamerasystemen en tot beëindiging van het onderzoek naar de vermeende ontwijking van de antidumpingmaatregelen die waren ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1015/94 van de Raad, op de invoer van bepaalde televisiecamerasystemen uit Japan (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 276)

    Publicatieblad Nr. L 038 van 12/02/1999 blz. 0056 - 0057


    BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 9 februari 1999 tot beëindiging van de registratie van modules, kits, subassemblages en delen van televisiecamerasystemen en tot beëindiging van het onderzoek naar de vermeende ontwijking van de antidumpingmaatregelen die waren ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1015/94 van de Raad, op de invoer van bepaalde televisiecamerasystemen uit Japan (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 276) (1999/123/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 905/98 (2), inzonderheid op artikel 9,

    Na overleg in het kader van het Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A. PROCEDURE

    (1) Op 18 maart 1998 ontving de Commissie een klacht betreffende de vermeende ontwijking van de definitieve antidumpingrechten die waren ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1015/94 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1952/97 (4) op de invoer van televisiecamerasystemen (hierna "TCS" genoemd) uit Japan; deze ontwijking zou plaatsvinden door de invoer van modules, kits, subassemblages en delen van TCS uit Japan die gebruikt worden voor de assemblage of voltooiing van TCS in de Gemeenschap.

    (2) De klacht werd ingediend door Philips Broadcast Television Systems BV, de producent van TCS in de Gemeenschap die overeenkomstig artikel 4, lid 1 en artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 384/96 (hierna "de basisverordening" genoemd) een groot deel van de productie van het betrokken product in de Gemeenschap voor zijn rekening neemt.

    (3) Voor twee producenten/exporteurs, met name Ikegami Tsushinki Co. Ltd (hierna "Ikegami/Japan" genoemd) en Sony Corporation (hierna "Sony/Japan" genoemd) bevatte de klacht bewijzen van ontwijking van het recht; deze ontwijking vindt plaats in de vorm van door de verbonden importeurs in de Europese Gemeenschap verrichte assemblage/voltooiingswerkzaamheden. Er waren geen directe aanwijzingen van assemblage/voltooiingswerkzaamheden in verband met andere Japanse exporteurs/producenten. Geen enkel ander bedrijf maakte zich tijdens het onderzoek bij de Commissie bekend.

    (4) Na overleg leidde de Commissie bij Verordening (EG) nr. 1178/98 die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen werd bekendgemaakt (5) een onderzoek in naar de vermeende ontwijking van de definitieve antidumpingrechten die bij bovenvermelde verordening van de Raad waren ingesteld op TCS uit Japan; deze ontwijking zou hebben plaatsgevonden door de invoer van modules, kits, subassemblages en delen van TCS uit Japan die momenteel worden ingedeeld onder de volgende GN-codes: ex 8504 31 90, ex 8525 30 90, ex 8529 90 72, ex 8529 90 81, ex 8529 90 88, ex 8536 90 10, ex 8538 90 99, ex 8542 13 72, ex 8531 20 59, ex 8531 20 80, ex 8538 10 00, ex 8538 90 91 en ex 9002 90 90.

    (5) De Commissie gaf de douaneautoriteiten ingevolge artikel 14, lid 5, van de basisverordening de opdracht de invoer van bovenvermelde delen te registreren.

    (6) De Commissie bracht de betrokken exporterende producenten en importeurs, de vertegenwoordigers van het exporterende land en de producent in de Gemeenschap die de klagende partij vormde formeel van de inleiding van het onderzoek op de hoogte. Belanghebbende partijen werden in de gelegenheid gesteld om hun standpunt schriftelijk bekend te maken en om te verzoeken te worden gehoord binnen de termijn die is vastgesteld in de verordening waarmee de procedure werd ingeleid.

    B. INTREKKING VAN DE KLACHT EN BEËINDIGING VAN DE PROCEDURE

    (7) Per brief van 17 december 1998 aan de Commissie trok Philips Broadcast Television Systems BV formeel zijn klacht in.

    (8) Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de basisverordening mag de procedure worden beëindigd wanneer de klagende partij haar klacht intrekt tenzij deze beëindiging niet in het belang van de Gemeenschap zou zijn.

    (9) De Commissie oordeelde dat onderhavige procedure moest worden beëindigd aangezien het onderzoek geen overwegingen aan het licht had gebracht waaruit bleek dat deze beëindiging niet in het belang van de Gemeenschap was. Belanghebbende partijen werden hiervan op de hoogte gebracht en in de gelegenheid gesteld om hun standpunt bekend te maken. Er werden geen standpunten ontvangen waaruit bleek dat deze beëindiging niet in het belang van de Gemeenschap zou zijn.

    (10) De Commissie concludeert derhalve dat onderhavige procedure die betrekking heeft op de vermeende ontwijking van de definitieve antidumpingrechten die waren ingesteld op TCS uit Japan door de invoer van modules, kits, subassemblages en delen van TCS uit Japan, beëindigd moet worden zonder dat beschermende maatregelen worden ingesteld. Bijgevolg dient ook een einde te worden gemaakt aan de registratie van de betrokken delen,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Het onderzoek naar de ontwijking van de antidumpingrechten die bij Verordening (EG) nr. 1015/94 waren ingesteld op de invoer van televisiecamerasystemen uit Japan en dat werd ingeleid bij Verordening (EG) nr. 1178/98, wordt hierbij beëindigd. De ontwijking zou hebben plaatsgevonden door de invoer van modules, kits, subassemblages en delen van televisiecamerasystemen uit Japan die momenteel worden ingedeeld onder de GN-codes ex 8504 31 90, ex 8525 30 90, ex 8529 90 72, ex 8529 90 81, ex 8529 90 88, ex 8536 90 10, ex 8538 90 99, ex 8542 13 72, ex 8531 20 59, ex 8531 20 80, ex 8538 10 00, ex 8538 90 91 en ex 9002 90 90.

    Artikel 2

    Verordening (EG) nr. 1178/98 wordt hierbij ingetrokken.

    Gedaan te Brussel, 9 februari 1999.

    Voor de Commissie

    Leon BRITTAN

    Vice-Voorzitter

    (1) PB L 56 van 6. 3. 1996, blz. 1.

    (2) PB L 128 van 30. 4. 1998, blz. 18.

    (3) PB L 111 van 30. 4. 1994, blz. 106.

    (4) PB L 276 van 9. 10. 1997, blz. 20.

    (5) PB L 163 van 6. 6. 1998, blz. 20.

    Top