Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997R0543

    Verordening (EG) nr. 543/97 van de Raad van 17 maart 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1107/70 betreffende de steunmaatregelen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren

    PB L 84 van 26.3.1997, p. 6–7 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 02/12/2009; stilzwijgende opheffing door 32007R1370

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1997/543/oj

    31997R0543

    Verordening (EG) nr. 543/97 van de Raad van 17 maart 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1107/70 betreffende de steunmaatregelen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren

    Publicatieblad Nr. L 084 van 26/03/1997 blz. 0006 - 0007


    VERORDENING (EG) Nr. 543/97 VAN DE RAAD van 17 maart 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1107/70 betreffende de steunmaatregelen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 75 en 94,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

    Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag (3),

    (1) Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad van 4 juni 1970 betreffende de steunmaatregelen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren (4) de lidstaten de mogelijkheid geeft het gecombineerde vervoer te bevorderen door middel van steunmaatregelen ten behoeve van infrastructuurinvesteringen investeringen in het voor overslag noodzakelijke vaste en mobiele materieel en in specifiek aan het gecombineerde vervoer aangepast materieel dat uitsluitend in het gecombineerde vervoer gebruikt wordt of door steunverlening voor de exploitatiekosten van een intracommunautaire gecombineerde-vervoersdienst via het grondgebied van derde landen;

    (2) Overwegende dat, gezien de steeds grotere mobiliteitsbehoeften en de eisen en belastingen die daaruit voortspruiten voor mens en milieu en gezien de buitengewoon onevenwichtige wijze waarop op dit moment de kosten worden toegerekend en tussen de verkeersmiddelen worden verdeeld, de mogelijkheid moet worden geschapen om voor milieuvriendelijke middelen van vervoer steun toe te kennen;

    (3) Overwegende dat het huidige vervoersbeleid nog niet de voorwaarden heeft kunnen realiseren voor een gezonde concurrentie tussen de verschillende takken van vervoer en dat het financiële evenwicht bij de spoorwegmaatschappijen nog niet is bereikt;

    (4) Overwegende dat uit de evolutie van het gecombineerde vervoer blijkt dat de aanloopfase voor het gebruik van deze techniek nog niet in alle regio's van de Gemeenschap is afgesloten; dat de steunregeling dientengevolge verlengd moet worden;

    (5) Overwegende dat het derhalve wenselijk is de huidige steunregeling tot en met 31 december 1997 te continueren; dat de Raad, op de door het Verdrag bepaalde voorwaarden, moet beslissen over de in een later stadium te hanteren regeling dan wel, in voorkomend geval, over de omstandigheden waarin deze steunverlening zal worden beëindigd;

    (6) Overwegende dat de mogelijkheid van steunverlening voor de exploitatiekosten van gecombineerd transitovervoer over het grondgebied van derde landen slechts voor Zwitserland en het voormalige Joegoslavië moet worden gehandhaafd;

    (7) Overwegende dat Beschikking 75/327/EEG (5), waarnaar in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1107/70 wordt verwezen, bij artikel 13 van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (6), is ingetrokken; dat derhalve dit artikel 4 dient te worden geschrapt;

    (8) Overwegende dat reeds gebleken is dat de toegelaten steunvormen ten behoeve van het gecombineerde vervoer bevredigend functioneren en dat derhalve de controle hierop kan worden vereenvoudigd door deze vrij te stellen van de procedure van artikel 93, lid 3, van het Verdrag;

    (9) Overwegende dat de vaststelling van voorschriften betreffende door de lidstaten verleende steun op vervoersgebied uitsluitend tot de bevoegdheid van de Gemeenschap behoort en in de vorm van een verordening dient te geschieden;

    (10) Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1107/70 dienovereenkomstig dient te worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EEG) nr. 1107/70 wordt als volgt gewijzigd:

    1. artikel 3, punt 1, onder e) wordt als volgt gewijzigd:

    - in de eerste en de derde alinea wordt de datum 31 december 1995 vervangen door 31 december 1997;

    - in de eerste alinea, vierde streepje, wordt de verwijzing naar Oostenrijk, geschrapt;

    2. artikel 4 wordt geschrapt;

    3. artikel 5, lid 2, wordt vervangen door:

    "2. De in artikel 3, punt 1, onder e), bedoelde steunmaatregelen zijn vrijgesteld van de procedure van artikel 93, lid 3, van het Verdrag; aan het begin van elk jaar worden zij aan de Commissie in een raming meegedeeld; naderhand, na het einde van het begrotingsjaar, wordt haar hierover verslag uitgebracht.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 1996.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 17 maart 1997.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    J. VAN AARTSEN

    (1) PB nr. C 253 van 29. 9. 1995, blz. 22.

    (2) PB nr. C 39 van 12. 2. 1996, blz. 102.

    (3) Advies van het Europees Parlement van 29 februari 1996 (PB nr. C 78 van 18. 3. 1996, blz. 25), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 25 oktober 1996 (PB nr. C 372 van 9. 12. 1996, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 19 februari 1997 (PB nr. C 85 van 17. 3. 1997).

    (4) PB Nr. L 130 van 15. 6. 1970, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3578/92 (PB nr. L 364 van 12. 12. 1992, blz. 11).

    (5) Beschikking 75/327/EEG van de Raad van 20 mei 1975 betreffende de sanering van de toestand bij de spoorwegondernemingen en de harmonisatie van de voorschriften voor de financiële betrekkingen tussen deze ondernemingen en de staten (PB nr. L 152 van 12. 6. 1975, blz. 3).

    (6) PB nr. L 237 van 24. 8. 1991, blz. 25.

    Top