Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31969R0549

    Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 van de Raad van 25 maart 1969 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van de artikelen 12, 13, tweede alinea, en 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn

    PB L 74 van 27.3.1969, p. 1–2 (DE, FR, IT, NL)
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1969(I) blz. 119 - 120

    Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2010

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1969/549/oj

    31969R0549

    Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 van de Raad van 25 maart 1969 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van de artikelen 12, 13, tweede alinea, en 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn

    Publicatieblad Nr. L 074 van 27/03/1969 blz. 0001 - 0002
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0051
    Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1969(I) blz. 0108
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0051
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1969(I) blz. 0119
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0124
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0145
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0145


    ++++

    ( 1 ) PB nr . C 135 van 14 . 12 . 1968 , blz . 31 .

    ( 2 ) PB nr . L 56 van 4 . 3 . 1968 , blz . 1 .

    ( 3 ) PB nr . 181 van 11 . 12 . 1963 , blz . 2880/63 .

    VERORDENING ( EURATOM , EGKS , EEG ) Nr . 549/69 VAN DE RAAD

    van 25 maart 1969

    ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van de artikelen 12 , 13 , tweede alinea , en 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben , inzonderheid op artikel 28 , eerste alinea ,

    Gelet op het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen , inzonderheid op de artikelen 16 en 22 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ,

    Overwegende dat de voorrechten , immuniteiten en faciliteiten die in het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten zijn neergelegd ten behoeve van de ambtenaren en overige personeelsleden der Gemeenschappen , uitsluitend in het belang van de Gemeenschappen worden verleend ;

    Overwegende dat derhalve aan de ambtenaren en overige personeelsleden , op grond van hun taak en verantwoordelijkheid , alsmede van hun bijzondere positie , de voorrechten , immuniteiten en faciliteiten dienen te worden verleend die voor de goede werking van de Gemeenschappen vereist zijn ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Het bepaalde in artikel 12 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen geldt voor de volgende categorieën :

    a ) de ambtenaren die vallen onder het statuut van de ambtenaren der Gemeenschappen , met uitzondering van de ter beschikking gestelde ambtenaren , voor wie alleen het bepaalde sub a ) , en , ter zake van de door de Gemeenschappen betaalde vergoedingen , het bepaalde sub c ) van genoemd artikel 12 geldt ;

    b ) de personeelsleden die vallen onder de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen , met uitzondering van :

    1 . de plaatselijke functionarissen , voor wie alleen het bepaalde sub a ) van genoemd artikel 12 geldt ,

    2 . de hulpfunctionarissen met een niet volledige dagtaak , voor wie alleen het bepaalde sub a ) en sub b ) en , ter zake van de door de Gemeenschappen betaalde bezoldiging , het bepaalde sub c ) van genoemd artikel 12 geldt .

    Artikel 2

    Het bepaalde in artikel 13 , tweede alinea , van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen geldt voor de volgende categorieën :

    a ) de personen die vallen onder het statuut van de ambtenaren of de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen , met inbegrip van de personen die de bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang te verlenen vergoeding ontvangen , doch met uitzondering van de plaatselijke functionarissen ;

    b ) de personen die een door de Gemeenschappen uitgekeerd invaliditeits - , ouderdoms - of overlevingspensioen genieten ;

    c ) de personen die de in artikel 5 van Verordening ( EEG , Euratom , EGKS ) nr . 259/68 ( 2 ) bedoelde vergoeding wegens beëindiging van de dienst ontvangen .

    Artikel 3

    Het bepaalde in artikel 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen geldt voor de volgende categorieën :

    a ) de ambtenaren die onder het statuut van de ambtenaren der Gemeenschappen vallen ;

    b ) de personeelsleden die vallen onder de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen , met uitzondering van de plaatselijke functionarissen .

    Artikel 4

    Onverminderd het bepaalde in artikel 22 , eerste alinea , van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van de leden der organen van de Europese Investeringsbank , zijn de in de artikelen 12 , 13 , tweede alinea , en 14 van het Protocol bedoelde voorrechten en immuniteiten , onder overeenkomstige voorwaarden en binnen overeenkomstige grenzen als in de artikelen 1 , 2 en 3 van deze verordening zijn bepaald , van toepassing op :

    _ het personeel van de Europese Investeringsbank ;

    _ de personen die een door de Europese Investeringsbank uitgekeerd invaliditeits - , ouderdoms - of overlevingspensioen genieten .

    Artikel 5

    Verordening nr . 8/63/Euratom , 127/63/EEG ( 3 ) vervalt .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 25 maart 1969 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G . THORN

    Top