EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 21999A0116(01)

Conferentie over het Energiehandvest - Regels voor de beslechting van geschillen over doorvoer

PB L 11 van 16.1.1999, p. 39–44 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/1999/37/oj

Related Council decision

21999A0116(01)

Conferentie over het Energiehandvest - Regels voor de beslechting van geschillen over doorvoer

Publicatieblad Nr. L 011 van 16/01/1999 blz. 0039 - 0044


BIJLAGE

REGELS VOOR DE BESLECHTING VAN GESCHILLEN OVER DOORVOER

De onderstaande regels, die uit hoofde van artikel 7, lid 7, onder f), van het Verdrag inzake het Energiehandvest door de Conferentie over het Energiehandvest zijn aangenomen, hebben betrekking op de bemiddeling in geschillen overeenkomstig artikel 7, lid 7, onder a) t/m c) van dat Verdrag.

De in deze regels gebruikte termen hebben dezelfde betekenis als in het Verdrag inzake het Energiehandvest en de aangehaalde artikelen zijn die van dat Verdrag.

Regel 1: Kennisgeving van een geschil

1. Een geschil wordt door een verdragsluitende partij schriftelijk aan de secretaris-generaal voorgelegd; daarbij wordt vermeld welke de partijen bij het geschil ("partijen") zijn, worden de desbetreffende feiten en de gronden van de vordering van de verdragsluitende partij uiteengezet en wordt de uitputting bevestigd van alle beschikbare contractuele of andere van tevoren overeengekomen middelen voor het beslechten van geschillen tussen de verdragsluitende partijen die partij zijn bij het geschil, of tussen lichamen die onderworpen zijn aan de controle of de rechtspraak van de verdragsluitende partijen die partij zijn bij het geschil.

2. Zodra het praktisch mogelijk is, stelt de secretaris-generaal na ontvangst van de kennisgeving van een verwijzing, alle partijen bij het Verdrag inzake het Energiehandvest in kennis van het bestaan van de verwijzing, en verzoekt hij hen mede te delen of ze zichzelf een van de andere betrokken verdragsluitende partijen achten met het oog op het aanwijzen van de bemiddelaar uit hoofde van artikel 7, lid 7, onder b). Over de vorm van de kennisgeving aan de verdragsluitende partijen beslist de secretaris-generaal, maar deze draagt er zorg voor dat er voldoende informatie wordt verstrekt om de verdragsluitende partijen in staat te stellen de noodzakelijke beoordeling van hun belang te maken.

3. De secretaris-generaal zendt een afschrift van de schriftelijke kennisgeving van de verwijzing van het geschil aan alle verdragsluitende partijen die daarin als partij worden vermeld. De secretaris-generaal kan de in de verwijzing vermelde partijen verzoeken bij wijze van reactie een verklaring in te dienen die wordt toegevoegd aan het materiaal dat de bemiddelaar ter hand zal worden gesteld zodra deze is aangewezen. De betrokken partijen zijn niet verplicht aan dit verzoek te voldoen.

Regel 2: Aanwijzing van de bemiddelaar

1. De secretaris-generaal neemt een besluit over de passende vorm van het overleg over de aanwijzing van de bemiddelaar. Bij het aanwijzen van de bemiddelaar stelt de secretaris-generaal er in het bijzonder belang in dat er een bemiddelaar wordt aangewezen die:

i) (waarschijnlijk) het vertrouwen van de partijen geniet,

ii) onafhankelijk en onpartijdig zal zijn,

iii) feitelijke of ogenschijnlijke belangenconflicten zal vermijden,

iv) de bij de onderhavige regels vereiste vertrouwelijkheid in acht zal nemen en

v) de bemiddelingsprocedure zo zal uitvoeren dat de integriteit en de reputatie ervan wordt gewaarborgd.

2. Het besluit van de secretaris-generaal om een bepaalde persoon aan te wijzen, is onherroepelijk, behoudens regel 4, punt 1).

3. Wanneer hij of zij wordt aangewezen, ondertekent de bemiddelaar de verklaring in aanhangsel 1 bij de onderhavige regels, en verstrekt hij of zij alle informatie, waarvan redelijkerwijs mag worden verwacht dat die hem of haar op dat moment bekend is, die mogelijkerwijs zijn of haar onafhankelijkheid of onpartijdigheid kan aantasten, of aanleiding kan geven tot gerechtvaardigde twijfels daaromtrent. De verstrekte informatie zal het soort gegevens bevatten dat in de voorbeeldenlijst van aanhangsel 2 wordt beschreven.

4. De voorwaarden voor de aanwijzing van de bemiddelaar omvatten een verklaring van de secretaris-generaal omtrent zijn standpunt ten aanzien van de partijen en andere betrokken verdragsluitende partijen, zulks ten behoeve van de verklaring van de bemiddelaar, en bieden de bemiddelaar alle informatie die relevant is voor de bemiddeling.

5. Indien de secretaris-generaal overeenkomstig artikel 7, lid 7, onder e), ervan afziet een bemiddelaar aan te wijzen, zal hij of zij zo spoedig mogelijk de partijen en alle andere betrokken verdragsluitende partijen schriftelijk van zijn of haar besluit in kennis stellen.

Regel 3: Ontslag, overlijden of onbekwaamheid van de bemiddelaar

1. Een bemiddelaar kan zijn of haar ambt neerleggen door zijn of haar ontslag in te dienen bij de secretaris-generaal.

2. Indien een bemiddelaar zijn of haar ambt neerlegt, overlijdt, of door de secretaris-generaal niet meer bekwaam of in staat wordt geacht om zijn of haar functie te vervullen, brengt de secretaris-generaal zulks onmiddellijk ter kennis van de partijen en de andere betrokken verdragsluitende partijen. De procedure wordt ten aanzien van de in artikel 7, lid 7, onder c), bedoelde termijn als geschorst beschouwd.

3. De secretaris-generaal kan gezien de fase waarin de procedure zich bevond, de partijen ertoe aanzetten de snelste aanpak overeen te komen.

4. De secretaris-generaal wijst in overleg met de partijen en de andere betrokken verdragsluitende partijen zo spoedig mogelijk een nieuwe bemiddelaar aan, maar in elk geval uiterlijk 30 dagen na het ontslag, het overlijden of de gebleken onbekwaamheid van de bemiddelaar. De secretaris-generaal stelt de nieuwe bemiddelaar het feitenmateriaal ter hand, met inbegrip van de verklaringen en gegevens, die in de loop van de bemiddelingsprocedure zijn bijeengebracht.

5. De secretaris-generaal kan in het kader van de voorwaarden voor de aanwijzing van een nieuwe bemiddelaar, zo nodig, een termijn stellen voor de afwikkeling van de bemiddeling. Voor de termijn kan rekening worden gehouden met de overeenstemming tussen de partijen, of bij gebrek aan overeenstemming, het oordeel van de secretaris-generaal over de meest passende termijn gelet op de fase van de procedure, de omstandigheden van het geschil en het doel van een spoedige beslechting ervan.

Regel 4: Diskwalificatie van de bemiddelaar

1. Partijen of andere betrokken verdragsluitende partijen die in het bezit zijn of komen van bewijsstukken over de handelwijzen van de bemiddelaar die niet stroken met de onafhankelijke of onpartijdige afwikkeling van de bemiddeling, waarbij ook de schijn van een belangenconflict wordt vermeden, stellen de secretaris-generaal daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis.

2. De secretaris-generaal beslist zo spoedig mogelijk, gelet op de noodzaak de bemiddelaar de gelegenheid tot reactie te bieden, of de bemiddelaar dient te worden gediskwalificeerd. De secretaris-generaal kan besluiten de procedure tijdelijk te schorsen. De secretaris-generaal stelt de partijen en de andere betrokken verdragsluitende partijen in kennis van zijn of haar beslissing over de diskwalificatie van de bemiddelaar.

3. De secretaris-generaal kan gezien de fase waarin de procedure zich bevond, de partijen ertoe aanzetten de snelste aanpak overeen te komen.

4. De secretaris-generaal wijst in overleg met de partijen en de andere betrokken verdragsluitende partijen zo spoedig mogelijk een nieuwe bemiddelaar aan, maar in ieder geval uiterlijk 30 dagen na de datum van de diskwalificatie van de bemiddelaar. De secretaris-generaal stelt de nieuwe bemiddelaar het feitenmateriaal ter hand, met inbegrip van de verklaringen en gegevens, die in de loop van de bemiddelingsprocedure zijn bijeengebracht. De nieuwe bemiddelaar bepaalt in overleg met de partijen hoe dat feitenmateriaal mag worden gebruikt.

5. De secretaris-generaal kan in het kader van de voorwaarden voor de aanwijzing van een nieuwe bemiddelaar, zo nodig, een termijn stellen voor de afwikkeling van de bemiddeling. Voor de termijn kan rekening worden gehouden met de overeenstemming tussen de partijen, of bij gebrek aan overeenstemming, het oordeel van de secretaris-generaal over de meest passende termijn gelet op de fase van de procedure, de omstandigheden van het geschil en het doel van een spoedige beslechting ervan.

Regel 5: De afwikkeling van de bemiddelingsprocedure

1. De bemiddelaar voert de bemiddelingsprocedure op een wijze die hij of zij passend acht, waarbij de onderhavige regels alsmede de beginselen van onpartijdigheid, billijkheid en rechtvaardigheid onverlet blijven.

2. Bij de eerste gelegenheid die zich aandient, raadpleegt de bemiddelaar de partijen die in de verwijzing worden vermeld, om vast te stellen hoe zij tegen het voorwerp van het geschil aankijken, en om ervoor te zorgen dat vanaf het begin van de procedure duidelijk vaststaat welke de partijen bij het geschil zijn. Dat kan worden gedaan op de wijze die door de bemiddelaar het meest passend wordt geacht, bijvoorbeeld via vragenlijsten, conferenties, hoorzittingen of indiening van schriftelijk of ander materiaal.

3. De bemiddelaar draagt er zorg voor dat alle hem of haar door een van de partijen verstrekte informatie aan de andere partij of partijen ter beschikking wordt gesteld. De bemiddelaar kan een uitzondering op de regel van volledige informatieverstrekking maken, wanneer hij of zij bepaalt dat de betrokken informatie van commercieel vertrouwelijke aard is, en de betrokken partij redenen heeft gegeven waarom informatieverstrekking haar belangen zou schaden.

4. Na raadpleging van de partijen stelt de bemiddelaar de plaats vast waar wordt vergaderd of waar mondelinge verklaringen worden opgetekend, waarbij rekening wordt gehouden met de omstandigheden van de bemiddelingsprocedure en de noodzaak om de kosten van de procedure te beheersen. De bemiddelaar bekijkt of het wenselijk is gebruik te maken van de faciliteiten van het secretariaat van het Energiehandvest en kan met instemming van de partijen voor een dergelijk gebruik regelingen treffen met de secretaris-generaal.

Regel 6: Vertegenwoordiging en bijstand

De partijen mogen worden vertegenwoordigd of bijgestaan door personen van hun keuze. De namen en adressen van deze personen dienen schriftelijk aan de andere partij of partijen, de bemiddelaar en de secretaris-generaal te worden medegedeeld.

Regel 7: Getuigen en deskundigen

1. De bemiddelaar mag getuigenissen of deskunding advies vragen van personen die over informatie of deskundigheid beschikken die relevant is voor het geschil; dergelijke getuigenissen of adviezen worden aan de partijen ter beschikking gesteld.

2. Elke partij mag in elke fase van de procedure verlangen dat de bemiddelaar de getuigen en de deskundigen hoort wier bewijzen de partij relevant acht. De bemiddelaar stelt een termijn vast waarbinnen een dergelijke hoorzitting plaatsvindt.

3. Getuigen en deskundigen worden door de bemiddelaar ondervraagd. Ook kunnen partijen onder toezicht van de bemiddelaar vragen aan hen stellen.

4. Een vertegenwoordiger van een partij kan, indien hij of zij daartoe gemachtigd is, als getuige of deskundige optreden en alle informatie verstrekken die nodig kan zijn voor de procedure. Bij het verzoek om als getuige of deskundige te verschijnen, wordt specifiek vermeld waarover en in welke hoedanigheid de vertegenwoordiger van die partij zal worden ondervraagd.

5. Indien een getuige of deskundige niet in staat is op de plaats van de hoorzitting te verschijnen, kan de bemiddelaar met instemming van de partijen passende regelingen treffen opdat de verklaringen schriftelijk worden verstrekt of dat deze tijdens een zitting in een andere plaats worden opgetekend. De partijen ontvangen een afschrift van dergelijke schriftelijke verklaringen of zijn gerechtigd aan dergelijke zittingen deel te nemen.

Regel 8: Administratieve bijstand

Teneinde de afwikkeling van de bemiddelingsprocedure te vergemakkelijken, kan de bemiddelaar met instemming van de partijen zorgen voor administratieve of technische bijstand door het secretariaat van het Energiehandvest, dan wel door enige andere geschikte instelling of persoon.

Regel 9: Samenwerking tussen de partijen en de bemiddelaar

1. De partijen werken te goeder trouw samen met de bemiddelaar; in het bijzonder verstrekken zij desgevraagd alle relevante documenten, informatie en verklaringen, en gebruiken zij de hun ter beschikking staande middelen om de bemiddelaar in staat te stellen de getuigen en deskundigen te horen die deze wenst op te roepen. Tevens vergemakkelijken de partijen door de bemiddelaar wenselijk bevonden bezoeken aan en onderzoeken op elke met het geschil verband houdende plaats.

2. De partijen houden zich aan alle termijnen die met de bemiddelaar zijn overeengekomen of door deze zijn vastgesteld.

Regel 10: Voorstellen voor een regeling van het geschil

1. Een partij kan op eigen initiatief of op verzoek van de bemiddelaar voorstellen indienen voor een regeling van het geschil.

2. De bemiddelaar kan in elke fase van de bemiddelingsprocedure voorstellen doen voor een regeling van het geschil.

Regel 11: Akkoord tussen de partijen

1. Een akkoord tussen de partijen over de beslechting van het geschil, of een procedure om tot een dergelijke beslechting te komen, wordt op schrift gesteld en door de partijen ondertekend.

2. De bemiddelaar deelt de secretaris-generaal schriftelijk mede dat er tussen de partijen een akkoord is bereikt. De secretaris-generaal stelt alle verdragsluitende partijen bij het Verdrag inzake het Energiehandvest ervan in kennis dat een dergelijk akkoord is bereikt.

Regel 12: Aanbeveling/besluit van de bemiddelaar

1. Wanneer de partijen geen akkoord hebben bereikt binnen de bij artikel 7, lid 7, onder c), of bij regel 3, punt 5), en regel 4, punt 5), bepaalde termijn:

a) doet de bemiddelaar schriftelijk zijn of haar aanbeveling voor een beslechting van het geschil of een procedure om tot een dergelijke beslechting te komen, alsmede zijn of haar besluit over de voorlopige tarieven en andere voorwaarden die voor de doorvoer in acht moeten worden genomen, met inbegrip van de datum van ingang;

b) neemt de bemiddelaar een verklaring op omtrent de redenen voor zijn of haar aanbeveling en besluit; en

c) verstrekt de bemiddelaar ondertekende afschriften van zijn of haar aanbeveling en besluit aan de partijen en de secretaris-generaal.

2. De secretaris-generaal:

a) legt een ondertekend afschrift van de aanbeveling en het besluit in de archieven van het secretariaat neder;

b) stelt alle verdragsluitende partijen ervan in kennis dat er een aanbeveling is gedaan en er een besluit over de voorlopige tarieven is genomen.

Regel 13: Beëindiging van de bemiddelingsprocedure

De bemiddelingsprocedure wordt beëindigd door:

a) de ondertekening van een akkoord van de partijen, overeenkomstig regel 11; of doordat

b) de bemiddelaar overeenkomstig regel 12 een aanbeveling doet en een besluit neemt over de voorlopige tarieven.

Regel 14: Talen

1. De bemiddelaar beslist na raadpleging van de partijen over de taal of talen waarin de procedure zal worden gevoerd.

2. Indien de bemiddelaar besluit meer dan één taal te gebruiken, kan ieder document in al deze talen worden verstrekt. In hoorzittingen kunnen alle talen worden gebruikt, op voorwaarde dat er wordt vertaald en getolkt, indien de bemiddelaar daartoe besluit. De bemiddelaar zorgt ervoor dat zijn of haar aanbeveling en besluit beschikbaar zijn in de taal of talen die hij of zij voor de procedure heeft aangewezen.

Regel 15: Kosten

1. De bemiddelaar kan de partijen verzoeken als voorschot voor de in punt 2), onder a) tot en met d), beschreven kosten een bedrag te deponeren. Alle uit hoofde van dit punt door de partijen gedeponeerde bedragen worden aan de secretaris-generaal betaald, die de uitgaven doet voor de kosten als beschreven in punt 2).

2. Na beëindiging van de bemiddelingsprocedure stelt de bemiddelaar de kosten van de bemiddeling vast, en stelt hij of zij de partijen en secretaris-generaal schriftelijk van deze kosten in kennis. De term "kosten" omvat uitsluitend:

a) het honorarium van de bemiddelaar, dat moet worden vastgesteld op het tijdstip dat hij of zij door de secretaris-generaal wordt aangewezen, zulks in overeenstemming met reglement 14 van de bestuurs- en financiële reglementen van het Internationaal Centrum voor beslechting van investeringsgeschillen;

b) reiskosten en andere uitgaven van de bemiddelaar;

c) reiskosten en andere uitgaven van getuigen of deskundigen die door de bemiddelaar uit hoofde van regel 7, punt 1), worden opgeroepen;

d) de kosten in verband met het gebruik van andere faciliteiten voor het houden van hoorzittingen dan die van het secretariaat van het Energiehandvest;

e) de kosten van administratieve bijstand die, uit hoofde van regel 8, door een andere persoon of instelling dan het secretariaat van het Energiehandvest wordt verleend; en

f) de kosten die, overeenkomstig regel 14, tijdens de procedure voor vertaling en/of vertolking worden gemaakt.

3. Tenzij in het overeenkomstig regel 11 door de partijen bereikte akkoord de verdeling van de kosten is geregeld, slaat de bemiddelaar de kosten over de partijen om met inachtneming van de bijzondere omstandigheden van de procedure, en stelt hij of zij de partijen en de secretaris-generaal schriftelijk in kennis van zijn of haar besluit. Alle overige kosten die door een partij worden gemaakt, zijn voor rekening van die partij.

4. De secretaris-generaal brengt aan de partijen verslag uit over de ontvangen voorschotten, en betaalt eventuele saldi aan de partijen terug, of verzoekt om een definitieve betaling, waarbij rekening wordt gehouden met het besluit van de bemiddelaar omtrent de verdeling van de kosten.

Regel 16: Vertrouwelijkheid

1. De onderhavige regels wijken op generlei wijze af van de wetsvoorschriften van de partijen inzake de behandeling van vertrouwelijke informatie, met inbegrip van de voorschriften over de intellectuele-eigendomsrechten.

2. Partijen die weigeren vertrouwelijke informatie te verstrekken op een verzoek uit hoofde van regel 5 of regel 7, geven redenen en een niet-vertrouwelijk overzicht van de informatie die in de procedure mag worden gebruikt. Wanneer uit hoofde van regel 5, punt 3), een uitzondering op volledige informatieverstrekking wordt gemaakt, verschaft de betrokken partij eveneens aan de andere partij of partijen een niet-vertrouwelijk informatieoverzicht in een vorm die in de procedure mag worden gebruikt.

3. De bemiddelaar, de partijen en alle personen die in een om het even welke hoedanigheid bij de bemiddelingsprocedure zijn betrokken, behandelen alle aangelegenheden in verband met de bemiddelingsprocedure vertrouwelijk. Informatie die in de loop van deze procedure is verzameld, wordt enkel voor deze procedure gebruikt. Vertrouwelijkheid is ook van toepassing op de voorwaarden voor het akkoord tussen de partijen overeenkomstig regel 11, alsook op de aanbeveling en het besluit van de bemiddelaar overeenkomstig regel 12, tenzij de partijen anders overeenkomen, of het voor uitvoerings- en handhavingsdoeleinden noodzakelijk is de informatie vrij te geven.

Regel 17: Rol van de bemiddelaar in andere procedures

De bemiddelaar treedt niet op als scheidsrechter, vertegenwoordiger of adviseur in arbitrale of gerechtelijke procedures in verband met een geschil dat het voorwerp van de bemiddelingsprocedure vormt. De partijen en de andere betrokken verdragsluitende partijen roepen de bemiddelaar in dergelijke procedures niet als getuige op.

Regel 18: Toelaatbaarheid van feitenmateriaal in andere procedures

De partijen baseren zich niet op de onderstaande elementen, en voeren deze ook niet als feitenmateriaal op in arbitrale, gerechtelijke of administratieve procedures, of die nu al dan niet betrekking hebben op het geschil dat het voorwerp van de bemiddelingsprocedure vormt:

a) meningen of suggesties van partijen ten aanzien van een mogelijke regeling van het geschil;

b) toegevingen van partijen gedurende de bemiddelingsprocedure;

c) voorstellen van de bemiddelaar; of

d) de omstandigheid dat een partij zich bereid heeft getoond een regelingsvoorstel van de bemiddelaar te aanvaarden.

Aanhangsel 1

Bemiddeling nr.: . . . . . . . . . . . . . .

VERKLARING

Ik heb de regels betreffende de afwikkeling van de bemiddelingsprocedure voor geschillen over doorvoer gelezen en er nota van genomen; ik zal ervoor zorgen dat de bemiddelingsprocedure conform deze regels zal worden uitgevoerd. Ik zal enkel onderwerpen in aanmerking nemen die aan de orde zijn gekomen en noodzakelijk zijn voor het vervullen van mijn taken uit hoofde van de regels.

Ik behandel alle informatie waarvan ik ten gevolge van mijn deelname aan deze procedure kennis neem, alsmede de inhoud van een eventueel akkoord tussen de partijen bij dit geschil uit hoofde van regel 11 of eventuele aanbevelingen en besluiten uit hoofde van regel 12 vertrouwelijk.

Ik aanvaard van geen enkele bron instructies of vergoedingen met betrekking tot de procedure, behalve zoals is bepaald in de regels en de voorwaarden waaronder ik door de secretaris-generaal ben aangewezen.

Ik treed niet op als scheidsrechter, vertegenwoordiger of adviseur in arbitrale of gerechtelijke procedures in verband met een geschil dat het voorwerp van de onderhavige bemiddelingsprocedure vormt.

Hierbenevens (1) verstrek ik alle informatie die mijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid kan aantasten, of die aanleiding kan geven tot gerechtvaardigde twijfels omtrent de integriteit en de onpartijdigheid van de bemiddelingsprocedure, en stel ik de secretaris-generaal onmiddellijk in kennis van enige verandering in mijn omstandigheden die relevant zou kunnen zijn voor de uitoefening van mijn functie van bemiddelaar.

Ingeval ik mijn ambt neerleg of niet in staat ben de bemiddelingsprocedure af te ronden, zend ik alle documenten en gegevens die ten gevolge van mijn aanwijzing in mijn bezit zijn gekomen, aan de secretaris-generaal terug.

Ondertekend: Datum:

Aanhangsel 2

LIJST MET VOORBEELDEN VAN TE VERSTREKKEN GEGEVENS

De onderhavige lijst bevat voorbeelden van gegevens die een voor een geschil over doorvoer aangewezen bemiddelaar uit hoofde van de regels dient te verstrekken.

Iedere bemiddelaar is bij voortduring gehouden de in regel 2, punt 3), beschreven informatie te verstrekken, die de volgende gegevens kan omvatten:

a) financiële belangen (bv. investeringen, leningen, aandelen, interesten, andere schulden); zakelijke belangen (bv. directeurschap of andere contractuele belangen) en eigendomsbelangen die relevant zijn voor het geschil in kwestie;

b) beroepsbelangen (bv. vroegere of huidige banden met particuliere cliënten, of belangen die de persoon in nationale of internationale procedures kan hebben, en de implicaties daarvan, voorzover die betrekking hebben op soortgelijke aangelegenheden als die welke in het geschil in kwestie aan de orde zijn);

c) andere actieve belangen (bv. actieve deelname aan groeperingen van algemeen belang of aan andere organisaties waarvan de openlijke agenda relevant kan zijn voor het geschil in kwestie);

d) weldoordachte getuigenissen van persoonlijke standpunten over aangelegenheden die relevant zijn voor het geschil in kwestie (bv. publicaties, publieke verklaringen);

e) tewerkstellings- of familiebelangen (bv. de mogelijkheid dat er indirecte voordelen worden behaald, of de waarschijnlijkheid dat er mogelijk druk wordt uitgeoefend door de werkgever, zakenpartners of naaste familieleden van de bemiddelaar).

(1) In voorkomend geval, bijlage van de bemiddelaar.

Top