This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R1771
Commission Implementing Regulation (EU) 2023/1771 of 12 September 2023 amending Implementing Regulation (EU) 2017/373 as regards air traffic management and air navigation services systems and constituents and repealing Regulations (EC) No 1032/2006, (EC) No 633/2007 and (EC) No 262/2009
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1771 van de Commissie van 12 september 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 wat betreft systemen en onderdelen van luchtverkeersbeheers- en luchtvaartnavigatiediensten en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1032/2006, (EG) nr. 633/2007 en (EG) nr. 262/2009
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1771 van de Commissie van 12 september 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 wat betreft systemen en onderdelen van luchtverkeersbeheers- en luchtvaartnavigatiediensten en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1032/2006, (EG) nr. 633/2007 en (EG) nr. 262/2009
C/2023/5204
PB L 228 van 15.9.2023, p. 49–72
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
15.9.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 228/49 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1771 VAN DE COMMISSIE
van 12 september 2023
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 wat betreft systemen en onderdelen van luchtverkeersbeheers- en luchtvaartnavigatiediensten en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1032/2006, (EG) nr. 633/2007 en (EG) nr. 262/2009
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 43, lid 1, punten a), e) en f), artikel 44, lid 1, punt a), en artikel 62, lid 15, punten a) en c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 140, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1139 moeten de uitvoeringsbepalingen die op basis van de ingetrokken Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad (2) zijn vastgesteld, uiterlijk op 12 september 2023 aan de bepalingen van Verordening (EU) 2018/1139 worden aangepast. |
(2) |
In Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 (3) van de Commissie zijn gemeenschappelijke eisen vastgesteld voor het verlenen van luchtverkeersbeheers- en luchtvaartnavigatiediensten (“ATM/ANS”) en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer (“ATM-netwerkfuncties”) ten behoeve van het algemene luchtverkeer, en voor het toezicht daarop. |
(3) |
Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1769 van de Commissie (4) zijn ATM/ANS-systemen en ATM/ANS-onderdelen (“ATM/ANS-apparatuur”) onderworpen aan certificering of verklaring door organisaties die betrokken zijn bij het ontwerp en de productie van ATM/ANS-apparatuur. Om de passende installatie, tests ter plaatse en veilige ingebruikname van dergelijke apparatuur en het toezicht daarop te waarborgen, moet Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 worden gewijzigd om daarin de nodige eisen op te nemen die van toepassing zijn op ATM/ANS-verleners en de bevoegde autoriteiten daarvan. |
(4) |
Om de continuïteit van de eisen voor het gebruik van ATM/ANS-apparatuur te waarborgen, moeten de wijzigingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 worden gebaseerd op de desbetreffende uitvoeringsvoorschriften die zijn vastgesteld op basis van de ingetrokken Verordening (EG) nr. 552/2004, met de nodige aanpassingen. |
(5) |
In Verordening (EG) nr. 1032/2006 van de Commissie (5) zijn eisen vastgesteld voor automatische systemen voor de uitwisseling van vluchtgegevens met het oog op de aanmelding, coördinatie en overdracht van vluchten tussen luchtverkeersleidingseenheden. In Verordening (EG) nr. 633/2007 (6) van de Commissie zijn eisen vastgesteld voor de toepassing van een protocol voor de overdracht van vluchtberichten dat wordt gebruikt met het oog op de aanmelding, coördinatie en overdracht van vluchten tussen luchtverkeersleidingseenheden, en in Verordening (EG) nr. 262/2009 (7) van de Commissie zijn eisen vastgesteld voor de gecoördineerde toewijzing en toepassing van Mode S-ondervragingscodes voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim (SES). Deze eisen moeten worden weerspiegeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373. |
(6) |
De in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1079/2012 (8) van de Commissie vastgestelde eisen met betrekking tot lucht-grondcommunicatie met 8,33 kHz-kanaalafstand zijn niet van toepassing op diensten die niet worden verleend in het gemeenschappelijk Europees luchtruim buiten de Europese (EUR) regio van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO), zoals gedefinieerd in het Europese (EUR) Air Navigation Plan Volume I (Doc 7754) van de ICAO, noch in de FIR/UIR Canarische Eilanden, omdat hun lokale omstandigheden de toepasselijkheid ervan niet voldoende rechtvaardigden. Deze verordening moet voorzien in hetzelfde toepassingsgebied. |
(7) |
Artikel 14, lid 2, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1079/2012 voorzag in vrijstellingen van de verplichting om alle frequentietoewijzingen om te zetten in 8,33 kHz-kanaalafstand. Deze verordening mag de bestaande vrijstellingen niet wijzigen. |
(8) |
De in Verordening (EG) nr. 262/2009 van de Commissie vastgestelde eisen met betrekking tot de toewijzing van Mode S-ondervragingscodes zijn niet van toepassing op diensten die worden verleend in het gemeenschappelijk Europees luchtruim buiten de EUR-regio van de ICAO vanwege het lage lokale verkeersvolume in dat luchtruim en de geografische situatie waarbij het luchtruim alleen grenst aan luchtruim dat uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van ATM/ANS-verleners van een derde land valt, hetgeen verschillende lokale coördinatieregelingen met omringende niet-EU-landen rechtvaardigt. Deze verordening moet voorzien in hetzelfde toepassingsgebied. |
(9) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd en de Verordeningen (EG) nr. 1032/2006, (EG) nr. 633/2007 en (EG) nr. 262/2009 moeten worden ingetrokken. |
(10) |
Bij de ontwikkeling van de eisen in deze verordening is rekening gehouden met de inhoud van het ATM-masterplan en de daarin vervatte communicatie-, navigatie- en surveillancecapaciteiten. |
(11) |
Het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart heeft in zijn advies nr. 01/2023 (9) maatregelen voorgesteld overeenkomstig artikel 75, lid 2, punten b) en c), en artikel 76, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1139. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 127 van Verordening (EU) 2018/1139 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In artikel 3 wordt het volgende lid (6) bis ingevoegd: “(6) bis De lidstaten zorgen ervoor dat het gebruik van een op hun grondgebied geëxploiteerde zender op de grond geen schadelijke interferentie met andere surveillancesystemen veroorzaakt.”. |
3) |
De volgende artikelen 3 sexies en 3 septies worden ingevoegd: “Artikel 3 sexies Toewijzing van Mode S-ondervragingscodes 1. De lidstaten zien erop toe dat wijzigingen in de toewijzing van een ondervragingscode die het gevolg zijn van een actualisering van het plan voor de toewijzing van ondervragingscodes, binnen 14 kalenderdagen na ontvangst van het geactualiseerde plan voor de toewijzing van ondervragingscodes aan de relevante onder hun gezag vallende Mode S-operators worden meegedeeld. 2. Ten minste om de zes maanden stellen de lidstaten via het systeem voor de toewijzing van ondervragingscodes een geactualiseerd overzicht van de toewijzing en het gebruik van ondervragingscodes door de in aanmerking komende Mode S-ondervragingssystemen in hun bevoegdheidsgebied ter beschikking van de andere lidstaten. 3. In geval van overlapping tussen de dekking van een Mode S-ondervragingssysteem in het bevoegdheidsgebied van een lidstaat en de dekking van een Mode S-ondervragingssysteem in het bevoegdheidsgebied van een derde land, moet de betrokken lidstaat:
4. Een lidstaat stelt de onder zijn rechtsbevoegdheid vallende verleners van luchtverkeersdiensten in kennis van Mode S-ondervragingssystemen die worden geëxploiteerd onder de verantwoordelijkheid van een derde land waarvoor de toewijzing van Mode S-ondervragingscodes niet is gecoördineerd. 5. De lidstaten controleren de geldigheid van de aanvragen voor ondervragingscodes die zij van de Mode S-operators hebben ontvangen alvorens ondervragingscodes, overeenkomstig punt 15 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/123 (*1) van de Commissie, voor coördinatie beschikbaar te stellen via het systeem voor de toewijzing van ondervragingscodes. 6. De lidstaten zorgen ervoor dat de Mode S-operators, met uitzondering van verleners van surveillancediensten, voldoen aan punt CNS.TR.205 van bijlage VIII. 7. De in de leden 1 tot en met 6 vastgestelde eisen zijn niet van toepassing in het gemeenschappelijk Europees luchtruim dat geen deel uitmaakt van de Europese regio (EUR) van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO). Artikel 3 septies Gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim 1. In het kader van de bescherming van het spectrum zorgen de lidstaten ervoor dat een transponder voor secundaire surveillanceradar aan boord van een luchtvaartuig dat over een lidstaat vliegt, niet buitensporig wordt bevraagd door surveillance-ondervragingssystemen op de grond die een antwoord verlangen of, indien zij geen antwoord verlangen, voldoende sterk zijn om de ontvangstdrempel van de transponder van de secundaire surveillanceradar te overschrijden. In geval van onenigheid tussen de lidstaten over de nodige maatregelen vragen de betrokken lidstaten de Commissie om actie te ondernemen. 2. De lidstaten zorgen ervoor dat alle frequentietoewijzingen voor mondelinge communicatie worden omgezet in een kanaalafstand van 8,33 kHz. De omzettingsvereisten zijn niet van toepassing op frequentietoewijzingen:
3. De in lid 2 vastgestelde eisen zijn niet van toepassing in het gemeenschappelijk Europees luchtruim dat geen deel uitmaakt van de EUR-regio van de ICAO, noch in het vluchtinformatiegebied (FIR)/vluchtinformatiegebied voor het hogere luchtruim (UIR) Canarische Eilanden. 4. De overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1079/2012 door de lidstaten verleende en aan de Commissie meegedeelde ontheffingen van de verplichting om ervoor te zorgen dat alle frequentietoewijzingen worden omgezet in 8,33 kHz-kanaalafstand voor situaties die beperkte gevolgen hebben voor het netwerk, blijven geldig. 5. Voor zover van toepassing stellen de lidstaten de procedures vast — en publiceren zij deze in de nationale luchtvaartgidsen — voor de behandeling van luchtvaartuigen die niet zijn uitgerust met:
(*1) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/123 van de Commissie van 24 januari 2019 tot vaststelling van nadere regels voor de uitvoering van de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie (PB L 28 van 31.1.2019, blz. 1).”." |
4) |
De bijlagen I, II, III, IV, VIII, IX, X en XII worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Intrekking
De Verordeningen (EG) nr. 1032/2006, (EG) nr. 633/2007 en (EG) nr. 262/2009 worden ingetrokken.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 12 september 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (“de interoperabiliteitsverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 26).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie van 1 maart 2017 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor verleners van luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en het toezicht daarop, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 482/2008, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1034/2011, (EU) nr. 1035/2011 en (EU) 2016/1377 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 677/2011 (PB L 62 van 8.3.2017, blz. 1).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1769 van de Commissie van 12 september 2023 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor de erkenning van organisaties die betrokken zijn bij het ontwerp of de productie van systemen en onderdelen voor luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/203 (zie bladzijde 19 van dit Publicatieblad).
(5) Verordening (EG) nr. 1032/2006 van de Commissie van 6 juli 2006 tot vaststelling van de eisen voor automatische systemen voor de uitwisseling van vluchtgegevens met het oog op de aanmelding, coördinatie en overdracht van vluchten tussen luchtverkeersleidingseenheden (PB L 186 van 7.7.2006, blz. 27).
(6) Verordening (EG) nr. 633/2007 van de Commissie van 7 juni 2007 tot vaststelling van de eisen voor de toepassing van een protocol voor de overdracht van vluchtberichten met het oog op de aanmelding, coördinatie en overdracht van vluchten tussen luchtverkeersleidingseenheden (PB L 146 van 8.6.2007, blz. 7).
(7) Verordening (EG) nr. 262/2009 van de Commissie van 30 maart 2009 tot vaststelling van de eisen inzake de gecoördineerde toewijzing en toepassing van Mode S-ondervragingscodes in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 20).
(8) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1079/2012 van de Commissie van 16 november 2012 tot vaststelling van de eisen voor de kanaalafstand bij mondelinge communicatie in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (PB L 320 van 17.11.2012, blz. 14).
(9) https://www.easa.europa.eu/document-library/opinions
BIJLAGE
De bijlagen I, II, III, IV, VIII, IX, X en XII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Aan bijlage VIII, subdeel B, wordt het volgende deel 2 toegevoegd: “ DEEL 2 TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR VERLENERS VAN SURVEILLANCEDIENSTEN CNS.TR.205 Toewijzing en gebruik van Mode S-ondervragingscodes
|
6) |
In bijlage IX wordt ATFM.TR.100 vervangen door: “ ATFM.TR.100 Werkmethoden en operationele procedures voor verleners van diensten voor het beheer van de luchtverkeersstromen Een verlener van diensten voor het beheer van de luchtverkeersstromen moet kunnen aantonen dat zijn werkmethoden en operationele procedures in overeenstemming zijn met Verordeningen (EU) nr. 255/2010 (*5) en (EU) 2019/123 van de Commissie. (*5) *Verordening (EU) nr. 255/2010 van de Commissie van 25 maart 2010 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake de regeling van luchtverkeersstromen (PB L 80 van 26.3.2010, blz. 10).”." |
7) |
In bijlage X wordt ASM.TR.100 vervangen door: “ ASM.TR.100 Werkmethoden en operationele procedures voor verleners van diensten voor luchtruimbeheer Een verlener van diensten voor luchtruimbeheer moet kunnen aantonen dat zijn werkmethoden en operationele procedures in overeenstemming zijn met Verordeningen (EG) nr. 2150/2005 (*6) en (EU) 2019/123 van de Commissie. (*6) Verordening (EG) nr. 2150/2005 van de Commissie van 23 december 2005 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor een flexibel gebruik van het luchtruim (PB L 342 van 24.12.2005, blz. 20).”." |
8) |
Bijlage XII wordt als volgt gewijzigd:
|
(*1) Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1).”;
(*2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1768 van 14 juli 2023 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor de certificering en verklaring van systemen en componenten voor luchtverkeersbeheer/luchtvaartnavigatie (PB L 228 van 15.9.2023, blz. 1 ”;
(*3) Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1769 van 12 september 2023 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor de erkenning van organisaties die betrokken zijn bij het ontwerp of de productie van systemen en componenten voor luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/203 (PB L 228 van 15.9.2023, blz. 19);”
(*4) Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1770 van de Commissie van 12 september 2023 tot vaststelling van bepalingen inzake luchtvaartuiguitrusting die vereist is voor het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en exploitatievoorschriften met betrekking tot het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 29/2009 en Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1206/2011, (EU) nr. 1207/2011 en (EU) nr. 1079/2012 (PB L 228 van 15.9.2023, blz. 39)”;
(*5) *Verordening (EU) nr. 255/2010 van de Commissie van 25 maart 2010 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake de regeling van luchtverkeersstromen (PB L 80 van 26.3.2010, blz. 10).”.
(*6) Verordening (EG) nr. 2150/2005 van de Commissie van 23 december 2005 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor een flexibel gebruik van het luchtruim (PB L 342 van 24.12.2005, blz. 20).”.”