Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006D0803

    2006/803/EG: Beschikking van de Commissie van 23 november 2006 houdende wijziging van Beschikking 2005/381/EG tot vaststelling van een vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5546) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 329 van 25.11.2006, p. 38–63 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 319M van 29.11.2008, p. 442–467 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/803/oj

    25.11.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 329/38


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 23 november 2006

    houdende wijziging van Beschikking 2005/381/EG tot vaststelling van een vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5546)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2006/803/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name op artikel 21, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De vragenlijst in de bijlage van Beschikking 2005/381/EG van de Commissie (2) dient te worden aangepast in het licht van de ervaring die de lidstaten en de Commissie hebben opgedaan bij het gebruik van die vragenlijst en bij de evaluatie van de antwoorden op die vragenlijst met het oog op het opstellen van de jaarverslagen die vóór 30 juni 2005 moesten worden ingediend.

    (2)

    Uit de antwoorden van de lidstaten is gebleken dat er aspecten zijn die relevant zijn voor het verslag van de Commissie over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG maar die in de vragenlijst in de bijlage van Beschikking 2005/381/EG nog niet aan bod komen.

    (3)

    De evaluatie van de antwoorden van de lidstaten heeft uitgewezen dat sommige vragen niet consistent werden beantwoord en nadere verduidelijking behoeven.

    (4)

    De ervaring die is opgedaan gedurende de eerste volledige cyclus van bewaking, rapportage en verificatie van de kooldioxide-emissies door installaties die deelnemen aan de regeling voor de handel in emissierechten heeft een herziening van de desbetreffende onderdelen van de vragenlijst noodzakelijk gemaakt.

    (5)

    De bijlage van Beschikking 2005/381/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd en, ter wille van de duidelijkheid, worden vervangen.

    (6)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde richtlijnen op milieugebied (3),

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De bijlage bij Beschikking 2005/381/EG wordt vervangen door de tekst van de bijlage bij deze beschikking.

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 23 november 2006.

    Voor de Commissie

    Stavros DIMAS

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2004/101/EG (PB L 338 van 13.11.2004, blz. 18).

    (2)  PB L 126 van 19.5.2005, blz. 43.

    (3)  PB L 377 van 31.12.1991, blz. 48. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).


    BIJLAGE

    „BIJLAGE

    DEEL 1

    VRAGENLIJST OVER DE UITVOERING VAN RICHTLIJN 2003/87/EG

    1.   Gegevens betreffende de rapporterende instelling

    1.

    Naam van de contactpersoon:

    2.

    Officiële functieaanduiding van de contactpersoon:

    3.

    Naam en afdeling van de organisatie:

    4.

    Adres:

    5.

    Internationaal telefoonnummer:

    6.

    Internationaal faxnummer:

    7.

    E-mailadres:

    2.   Bevoegde autoriteiten

    De vragen 2.1 en 2.2 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    2.1.

    Vermeld de naam en de afgekorte benaming van de bevoegde autoriteiten die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de regeling voor de handel in emissierechten in uw land.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Naam

    Afkorting

    Contactgegevens

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2.2.

    Geef door het vermelden van de passende afkorting aan welke bevoegde autoriteit verantwoordelijk is voor elk van de in onderstaande tabel genoemde taken.

    Vermeld de afkorting van de autoriteit die bevoegd is voor elk van de volgende taken:

    Afgifte van vergunningen

     

    Toewijzing van emissierechten

     

    Afgifte van emissierechten

     

    Validatie van de bewakingsmethodiek

     

    Ontvangst en controle van de geverifieerde emissieverslagen

     

    Accreditering van verificateurs

     

    Registratie

     

    Naleving en handhaving

     

    Afgifte van ERU’s als gastland

     

    Goedkeuring van het gebruik van CER’s en ERU’s met het oog op de naleving

     

    Beheer van de reserve voor nieuwkomers

     

    Publieksvoorlichting

     

    Veiling van emissierechten

     

    Beheer van opt-ins

     

    Beheer van pooling

     

    Andere (omschrijf):

     

    3.   Betrokken activiteiten en installaties

    3.1.

    Hoeveel stookinstallaties hebben op 31 december van het verslagjaar een nominaal thermisch vermogen van meer dan 20 MW en minder dan 50 MW? Hoeveel CO2-equivalenten bedroeg de totale uitstoot van deze installaties in de verslagperiode?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

     

    Aantal

    Percentage van het totale aantal c.q. van de totale uitstoot

    Aantal installaties met een nominaal thermisch vermogen van meer dan 20 MW en minder dan 50 MW

     

     

    Door deze installaties uitgestoten hoeveelheid CO2-equivalenten

     

     

    3.2.

    Welke veranderingen zijn er tijdens de verslagperiode opgetreden ten opzichte van de tabel van het nationale toewijzingsplan in het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap op 1 januari van het verslagjaar (nieuwkomers, sluitingen, installaties waarvan de capaciteit tot onder de drempelwaarde is afgenomen)?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van tabel 1 van deel 2 van deze bijlage.

    3.3.

    Heeft de bevoegde autoriteit in de verslagperiode een aanvraag (aanvragen) ontvangen van exploitanten die een pool wensen te vormen overeenkomstig artikel 28 van Richtlijn 2003/87/EG (EH-richtlijn)? Zo ja, op welke activiteit van bijlage I van Richtlijn 2003/87/EG (hierna „bijlage I-activiteit” te noemen) had de aanvraag betrekking, en is de pool tot stand gekomen?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Voornaamste bijlage I-activiteit (1)

    Aantal ontvangen aanvragen

    Aantal gevormde pools

    Energieactiviteiten

    E1

    Stookinstallaties met een nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW (met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of stadsafval)

     

     

    E2

    Aardolieraffinaderijen

     

     

    E3

    Cokesovens

     

     

    Productie en verwerking van ferrometalen

    F1

    Installaties voor het roosten of sinteren van ertsen, met inbegrip van zwavelhoudend erts

     

     

    F2

    Installaties voor de productie van ijzer of staal (primaire of secundaire smelting), met inbegrip van uitrusting voor continugieten met een capaciteit van meer dan 2,5 ton per uur

     

     

    Delfstoffenindustrie

    M1

    Installaties voor de productie van cementklinkers in draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 500 ton per dag, of van ongebluste kalk in draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag, of in andere ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag

     

     

    M2

    Installaties voor de fabricage van glas, met inbegrip van installaties voor de fabricage van glasvezels, met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag

     

     

    M3

    Installaties voor de fabricage van keramische producten door middel van verhitting, met name dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein, met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag, en/of een ovencapaciteit van meer dan 4 m3 en met een plaatsingsdichtheid per oven van meer dan 300 kg/m3

     

     

    Overige activiteiten

    Industriële installaties voor de productie van:

    O1

    a)

    pulp uit hout of andere vezelhoudende materialen

     

     

    O2

    b)

    papier en karton met een productiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag

     

     

    3.4.

    Is er nog andere relevante informatie over de rapportage over installaties en activiteiten in uw land? Zo ja, welke?

    4.   Vergunningen voor installaties

    De vragen 4.1 tot en met 4.4 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    4.1.

    Welke maatregelen zijn genomen om ervoor te zorgen dat de exploitanten voldoen aan de voorschriften van hun broeikasgasemissievergunningen?

    Noot: De boetes of sancties die in voorkomend geval bij overtreding worden opgelegd, moeten niet hier maar in rubriek 12 worden vermeld.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Welke van de hierna genoemde maatregelen zijn in uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    In geval van onregelmatigheden wordt de rekening geblokkeerd

    Ja/Nee

    In geval van onregelmatigheden wordt de verkoop van emissierechten verboden

    Ja/Nee

    Intrekking van de vergunning; schorsing van de installatie

    Ja/Nee

    Incidentele of periodieke controles of inspecties door de bevoegde instantie

    Ja/Nee

    Conservatieve ramingen ingeval emissieverslagen ontbreken

    Ja/Nee

    Verificatie-instanties controleren de naleving van de vergunningsvoorwaarden

    Ja/Nee

    Geregelde vergaderingen met het bedrijfsleven en brancheorganisaties om aan de orde zijnde vraagstukken te bespreken

    Ja/Nee

    Vaststelling van specifieke rapportageformats en -richtsnoeren

    Ja/Nee

    Exploitanten die de voorschriften niet naleven, komen aan de schandpaal

    Ja/Nee

    Andere (omschrijf):

     

    4.2.

    Hoe regelt de nationale wetgeving de volledige coördinatie van vergunningsprocedures en -voorwaarden, indien daarbij meer dan één bevoegde autoriteit betrokken is? Hoe werkt deze coördinatie in de praktijk?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Welke van de volgende beweringen zijn op uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    Er is meer dan één bevoegde autoriteit

    Ja/Nee

    Zo ja, gelieve de volgende vragen te beantwoorden:

    De samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten is uitdrukkelijk bij wet of bij overheidsbesluit geregeld

    Ja/Nee

    Er is voorzien in een overlegcommissie of -werkgroep of in geregelde coördinatievergaderingen

    Ja/Nee

    Er bestaan richtsnoeren voor de uitvoering van de nationale wetgeving inzake emissierechtenhandel

    Ja/Nee

    Er is een interpretatiegroep die ambigue punten moet verduidelijken

    Ja/Nee

    Eén centrale autoriteit coördineert alle administratieve handelingen

    Ja/Nee

    Er worden opleidingscursussen georganiseerd om een consistente implementatie te garanderen

    Ja/Nee

    Andere (omschrijf):

     

    4.3.

    Met welke maatregelen is ervoor gezorgd dat, wanneer installaties in bijlage I van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (2) (de IPPC-richtlijn) opgenomen activiteiten verrichten, de voorwaarden en procedure voor de afgifte van een broeikasgasemissievergunning gecoördineerd worden met de vergunningsvoorwaarden en -procedure waarin die richtlijn voorziet? Zijn de eisen van de artikelen 5, 6 en 7 van Richtlijn 2003/87/EG verwerkt in de procedures van Richtlijn 96/61/EG? Zo ja, hoe is daarbij te werk gegaan?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Welke van de volgende beweringen zijn op uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    De bepalingen van de artikelen 5 t/m 7 van Richtlijn 2003/87/EG zijn omgezet in nationaal recht

    Ja/Nee

    De nationale wetgeving waarin de IPPC-richtlijn is omgezet, bevat geen emissie- of concentratiedrempelwaarden voor CO2

    Ja/Nee

    Er is een geïntegreerde vergunningsprocedure voor de IPPC-richtlijn en de EH-richtlijn

    Ja/Nee

    Er zijn afzonderlijke vergunningen uit hoofde van de IPPC- en de EH-richtlijn

    Ja/Nee

    IPPC-vergunningen worden alleen verleend aan houders van een geldige EH-vergunning

    Ja/Nee

    EH-vergunningen worden alleen verleend aan houders van een geldige IPPC-vergunning

    Ja/Nee

    De bevoegde IPPC-instanties controleren of een EH-vergunning vereist is en stellen de bevoegde EH-instanties daarvan in kennis

    Ja/Nee

    Andere (omschrijf):

     

    4.4.

    Welke wettelijke bepalingen, procedures en praktijken worden door de bevoegde autoriteit toegepast bij de bijstelling van vergunningsvoorwaarden overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2003/87/EG?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Vermeld de wettelijke bepaling die artikel 7 van Richtlijn 2003/87/EG in nationaal recht omzet

     

    Welke van de volgende bepalingen, procedures en praktijken zijn in uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    Voor veranderingen van het type installatie of de wijze van bedrijf is toestemming vereist

    Ja/Nee

    Voor veranderingen in de bewakingsmethodiek is toestemming vereist

    Ja/Nee

    Veranderingen moeten van tevoren worden aangemeld

    Ja/Nee

    Van sluitingen moet onmiddellijk kennis worden gegeven

    Ja/Nee

    Er wordt een sanctie toegepast wanneer geen gevolg wordt gegeven aan een verzoek tot bijstelling van de bewakingsmethodiek

    Ja/Nee

    Bij verandering van exploitant moet de vergunning worden bijgesteld

    Ja/Nee

    Minder ingrijpende veranderingen hoeven alleen te worden geregistreerd

    Ja/Nee

    Andere (omschrijf):

     

    4.5.

    Hoeveel vergunningen zijn er tijdens de verslagperiode bijgesteld vanwege een wijziging van de aard of de werking, dan wel een uitbreiding van installaties door exploitanten, zoals bepaald in artikel 7 van Richtlijn 2003/87/EG? Vermeld voor iedere categorie (capaciteitsuitbreiding, capaciteitsvermindering, verandering van procestype, enz.) hoeveel vergunningen er zijn bijgesteld.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Vermeld het aantal veranderingen in elke categorie:

    Totaal aantal veranderingen

     

    Vergunning ingetrokken

     

    Vergunning ingeleverd

     

    Vergunning overgedragen

     

    Capaciteitsuitbreiding

     

    Capaciteitsvermindering

     

    Aanpassingen op het stuk van bewaking en rapportage

     

    Naamsverandering van installatie of exploitant

     

    Onbeduidende wijziging

     

    Kennisgeving van veranderingen zonder bijstelling van de vergunning

     

    Andere (omschrijf):

     

    4.6.

    Is er nog andere relevante informatie over de vergunningverlening voor installaties in uw land? Zo ja, welke?

    5.   Toepassing van de bewakings- en rapportagerichtsnoeren

    Vraag 5.1 moet worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag, in het eerste verslag van elke handelsperiode en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    5.1.

    Welke juridische instrumenten heeft uw land aangenomen ter uitvoering van de bewakings- en rapportagerichtsnoeren? Voorziet de wetgeving van uw land in algemene afwijkingen van de bewakings- en rapportagerichtsnoeren, bijv. voor specifieke brandstoffen of activiteiten? Zo ja, welke?

    5.2.

    Welke niveaus werden gehanteerd in de bewakingsmethodiek voor de belangrijkste emitterende installaties (cf. Beschikking 2004/156/EG van de Commissie) (3))?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van tabel 2 in deel 2 van deze bijlage. De in tabel 2 gevraagde informatie behoeft alleen te worden gegeven voor de grootste onder de EH-richtlijn vallende installaties, die gezamenlijk 50 % vertegenwoordigen van de totale onder de handelsregeling vallende emissies. Er behoeft geen informatie te worden verstrekt over bronnen in deze installaties met een jaarlijkse uitstoot van minder dan 25 kt CO2-equivalenten.

    5.3.

    Indien in de bewakingsmethodiek gebruik is gemaakt van niveaus die lager zijn dan de minimumniveaus in tabel 1 in punt 4.2.2.1.4 van bijlage I van Beschikking 2004/156/EG, vermeld dan voor iedere installatie waarbij deze situatie zich voordeed de bestreken emissies, de activiteit en de niveaucategorie (activiteitsgegevens, calorische onderwaarde, emissiefactor, oxidatie- of conversiefactor) en de/het in de vergunning overeengekomen bewakingsmethode/niveau.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van tabel 3 van deel 2 van deze bijlage. De in tabel 3 gevraagde informatie behoeft alleen te worden gegeven voor installaties die niet zijn behandeld onder vraag 5.2. Eventuele algemene afwijkingen waarin de nationale wetgeving voorziet, moeten worden vermeld onder vraag 5.1.

    5.4.

    Voor welke installaties zijn tijdelijk methoden van een ander niveau toegepast dan de met de bevoegde autoriteit afgesproken methoden?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van tabel 4 van deel 2 van deze bijlage.

    5.5.

    In hoeveel installaties is continue emissiemeting toegepast? Vermeld het aantal installaties per bijlage I-activiteit en binnen iedere activiteit per deelcategorie op basis van de aangemelde jaarlijkse emissies (minder dan 50 kt, 50-500 kt en meer dan 500 kt).

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van tabel 5 van deel 2 van deze bijlage.

    5.6.

    Hoeveel CO2 is overgedragen uit de installaties? Vermeld hoeveel ton CO2 is overgedragen overeenkomstig punt 4.2.2.1.2 van bijlage I van Beschikking 2004/156/EG, alsook het aantal installaties dat CO2 heeft overgedragen per in bijlage I van Richtlijn 2003/87/EG vermelde activiteit.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Voornaamste bijlage I-activiteit

    Aantal installaties

    overgedragen CO2 [kt CO2]

    Gebruik van overgedragen CO2

    E1

     

     

     

    E2

     

     

     

    E3

     

     

     

    F1

     

     

     

    F2

     

     

     

    M1

     

     

     

    M2

     

     

     

    M3

     

     

     

    O1

     

     

     

    O2

     

     

     

    5.7.

    Hoeveel biomassa is verbrand of in processen gebruikt? Vermeld de hoeveelheid biomassa zoals omschreven in punt 2, onder d), van bijlage I van Beschikking 2004/156/EG die is verbrand (TJ) of verwerkt (t of m3) per in bijlage I van Richtlijn 2003/87/EG vermelde activiteit.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Voornaamste bijlage I-activiteit

    Verbrande biomassa [TJ]

    Gebruikte biomassa [t]

    Gebruikte biomassa [m3]

    E1

     

     

     

    E2

     

     

     

    E3

     

     

     

    F1

     

     

     

    F2

     

     

     

    M1

     

     

     

    M2

     

     

     

    M3

     

     

     

    O1

     

     

     

    O2

     

     

     

    5.8.

    Hoeveel bedroeg de totale hoeveelheid afval die als brandstof of als uitgangsmateriaal is gebruikt, per afvaltype? Hoeveel bedroeg de totale CO2-uitstoot als gevolg daarvan, per afvaltype?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Afvaltype (4)

    Gebruikte/benutte hoeveelheid[t]

    Gebruikte/benutte hoeveelheid[m3]

    CO2-emissies [t CO2]

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    5.9.

    Leg voorbeelden van bewakings- en verslagdocumenten over voor enkele tijdelijk uitgesloten installaties, indien van toepassing.

    Vraag 5.10 moet worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    5.10.

    Welke maatregelen zijn er genomen om de rapportagevoorschriften te coördineren met reeds bestaande rapportagevoorschriften, om de rapportagelast voor de bedrijven zoveel mogelijk te beperken?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Welke van de volgende beweringen zijn op uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    De EH-rapportagevoorschriften zijn gecoördineerd met andere rapportagevoorschriften

    Ja/Nee

    Coördinatie met de broeikasgasinventarisatie krachtens het UNFCCC (5) en Beschikking nr. 280/2004/EG

    Ja/Nee

    Coördinatie met het EPER (6)

    Ja/Nee

    Coördinatie met de IPPC

    Ja/Nee

    Coördinatie met de NEP’s (7)

    Ja/Nee

    Coördinatie met de GSI-regelgeving (8)

    Ja/Nee

    Coördinatie met het EMEP (9)

    Ja/Nee

    Coördinatie met convenanten

    Ja/Nee

    Coördinatie met andere handelsregelingen (specificeer)

    Ja/Nee

    De EH-gegevens kunnen door het bureau voor de statistiek worden gebruikt

    Ja/Nee

    Andere (omschrijf):

     

    5.11.

    Welke procedures of maatregelen zijn ten uitvoer gelegd om de bewaking en rapportage door de exploitanten te verbeteren?

    5.12.

    Is er nog andere relevante informatie over de toepassing van de bewakings- en rapportagerichtsnoeren in uw land? Zo ja, welke?

    6.   Regelingen voor verificatie

    Vraag 6.1 moet worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    6.1.

    Beschrijf hoe de verificatie van de emissies is georganiseerd, met name de rol van de bevoegde autoriteiten en andere verificateurs en eventuele speciale eisen ten aanzien van verificateurs die reeds in een ander land zijn geaccrediteerd. Leg de documenten over waarin de accreditatiecriteria voor verificateurs beschreven staan, alsmede alle voor geaccrediteerde verificateurs bestemde verificatierichtsnoeren en documenten met regelingen inzake toezicht en kwaliteitsborging voor verificateurs, indien beschikbaar.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Welke van de volgende beweringen zijn op uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    Onafhankelijke verificateurs kunnen overeenkomstig de nationale criteria worden geaccrediteerd

    (verstrek in dit geval de desbetreffende documenten of een internetlink)

    Ja/Nee

    Er zijn nationale verificatierichtsnoeren opgesteld

    (verstrek in dit geval de desbetreffende documenten of een internetlink)

    Ja/Nee

    Zijn de nationale regels en procedures inzake verificatie gebaseerd op EN45011 en EA-6/01 (10)?

    Ja/Nee

    De verificateurs moeten aanbevelingen formuleren om de bewaking in de installaties te verbeteren

    Ja/Nee

    De bevoegde autoriteit of een andere instantie heeft het recht de geverifieerde emissieverslagen te controleren

    Ja/Nee

    De bevoegde autoriteit of een andere instantie heeft het recht de geverifieerde emissieverslagen bij te stellen als deze onbevredigend worden geacht

    Ja/Nee

    De bevoegde autoriteit of een andere instantie ziet toe op de activiteiten van de verificateurs (m.i.v. incidentele controles, opleiding en kwaliteitsborging- en kwaliteitscontroleprocedures)

    Ja/Nee

    De bevoegde autoriteit heeft het recht een verificateur voor een installatie aan te wijzen

    Ja/Nee

    In een andere lidstaat geaccrediteerde verificateurs dienen nogmaals te worden geaccrediteerd

    Nee

    Nee, het gaat uitsluitend om formaliteiten (registratie, enz.)

    Niet in het geval van verificateurs die geaccrediteerd zijn in een lidstaat die vergelijkbare criteria toepast

    Ja, lichtere procedure

    Ja, volledige accreditatie vereist (geef een beknopte motivering)

    In een andere lidstaat geaccrediteerde verificateurs dienen vertrouwd te zijn met de taal en/of de nationale wet- en regelgeving

    Ja/Nee

    De bevoegde autoriteit past speciale kwaliteitsborging-/kwaliteitscontroleprocedures toe voor verificateurs die in een andere lidstaat zijn geaccrediteerd

    Ja/Nee

    Andere (omschrijf):

     

    6.2.

    Zijn er exploitanten die voor de verslagperiode tegen 31 maart een emissieverslag hebben ingediend dat ondeugdelijk is bevonden? Verstrek in bevestigend geval een lijst van de betrokken installaties, met opgave van de redenen waarom het emissieverslag niet is gevalideerd.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van tabel 6 van deel 2 van deze bijlage. Gevallen waarin een exploitant géén emissieverslag heeft ingediend, moeten worden gerapporteerd onder vraag 6.3.

    6.3.

    Voor hoeveel installaties is tegen 31 maart geen emissieverslag voor de verslagperiode ingediend? Vermeld het aantal installaties, toegewezen emissierechten en op de tegoedrekening van de exploitant geblokkeerde rechten per bijlage I-activiteit en binnen iedere activiteit per deelcategorie op basis van de aangemelde jaarlijkse emissies (minder dan 50 kt, 50-500 kt en meer dan 500 kt).

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van tabel 7 van deel 2 van deze bijlage.

    6.4.

    Welke maatregelen zijn genomen wanneer exploitanten tegen 31 maart van de verslagperiode geen emissieverslag hadden ingediend?

    6.5.

    Heeft de bevoegde autoriteit onafhankelijke controles verricht van geverifieerde verslagen? Zo ja, beschrijf hoe deze bijkomende controles in hun werk gingen en/of hoeveel verslagen er zijn gecontroleerd.

    6.6.

    Heeft de bevoegde autoriteit de registeradministrateur opgedragen de jaarlijkse geverifieerde emissies voor het afgelopen jaar voor één of meer installaties te corrigeren om ervoor te zorgen dat aan de door de lidstaat overeenkomstig bijlage V van Richtlijn 2003/87/EG opgestelde gedetailleerde voorschriften wordt voldaan?

    Vermeld eventuele correcties in tabel 6 van deel 2.

    6.7.

    Is er nog andere relevante informatie over de verificatieregelingen in uw land? Zo ja, welke?

    7.   Functionering van de registers

    Vraag 7.1 moet worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    7.1.

    Vermeld alle voorwaarden die door rekeninghouders moeten worden onderschreven en geef een beschrijving van de aan de opening van een rekening voorafgaande identiteitscontrole van personen (vgl. Verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie (11)).

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Vermeld de link naar uw register:

     

    Welke van de volgende beweringen zijn op uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    Er zijn specifieke voorwaarden die door de rekeninghouders moeten worden onderschreven

    (verstrek in dit geval de desbetreffende documenten of links)

    Ja/Nee

    De identiteitscontroles zijn verschillend voor exploitanten en particulieren

    Ja/Nee

    Voor de identiteitscontrole van ingezetenen van de lidstaat is hun persoonlijke aanwezigheid vereist (12)

    Exploitanten/Particulieren/Beide/Nee

    Voor de identiteitscontrole van ingezetenen volstaat een schriftelijke procedure (13)

    Exploitanten/Particulieren/Beide/Nee

    Voor de identiteitscontrole van ingezetenen van andere landen is hun persoonlijke aanwezigheid vereist (14)

    Exploitanten/Particulieren/Beide/Nee

    Voor de identiteitscontrole van ingezetenen van andere landen volstaat een schriftelijke procedure (15)

    Exploitanten/Particulieren/Beide/Nee

    Is voor het openen van een tegoedrekening van een exploitant een kopie van het bedrijfsregister of soortgelijke documentatie vereist?

    Ja/Nee

    Is voor het openen van een tegoedrekening van een exploitant een document vereist waaruit blijkt dat betrokkene gemachtigd is het bedrijf te vertegenwoordigen?

    Ja/Nee

    Andere (omschrijf):

     

    7.2.

    Geef een overzicht van alle voor het nationale register relevante veiligheidsalarmen die zich in de loop van de verslagperiode hebben voorgedaan, hoe daarop is gereageerd en hoe lang het heeft geduurd om tot een oplossing te komen.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Welke van de volgende beweringen zijn op uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    Er zijn algemene procedures om te voorkomen dat zich een veiligheidsalarm voordoet

    Ja/Nee

    Gedurende de verslagperiode hebben zich voor het nationale register relevante veiligheidsalarmen voorgedaan

    Ja/Nee

    Vul in bevestigend geval de onderstaande tabel in:


    Soort veiligheidsalarm

    Aantal incidenten

    Genomen maatregel

    Voor de oplossing vereiste tijd

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    7.3.

    Vermeld hoeveel minuten per maand van de verslagperiode het nationale register niet toegankelijk was voor de gebruikers als gevolg van a) geplande downtijd en b) onvoorziene problemen.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Maand

    Geplande downtijd

    [minuten]

    Niet geplande downtijd

    [minuten]

    Januari

     

     

    Februari

     

     

    Maart

     

     

    April

     

     

    Mei

     

     

    Juni

     

     

    Juli

     

     

    Augustus

     

     

    September

     

     

    Oktober

     

     

    November

     

     

    December

     

     

    7.4.

    Vermeld alle upgrades van het nationale register die voor de komende verslagperiode zijn gepland en verstrek nadere bijzonderheden.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Welke van de volgende beweringen zijn op uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    Voor onderhoud en upgrades van het register zijn periodieke tijdsleuven gereserveerd

    (zo ja, vermeld de datums)

    Ja/Nee

    Het register ondergaat een upgrade tegelijk met de upgrade van het gebruikte softwaresysteem

    Ja/Nee

    Geeft een overzicht van alle voor de volgende verslagperiode geprogrammeerde upgrades

    Datum

    Doel

     

     

     

     

     

     

    7.5.

    Is er nog andere relevante informatie over het functioneren van de registers in uw land? Zo ja, welke?

    8.   Regelingen voor de toewijzing van emissierechten — nieuwkomers — sluitingen

    De vragen 8.1 en 8.2 moeten worden beantwoord in het eerste verslag na iedere aanmeldings- en toewijzingsprocedure in het kader van de artikelen 9 en 11 van Richtlijn 2003/87/EG.

    8.1.

    Bekijk het toewijzingsproces na afloop en beschrijf de voornaamste lessen die uw autoriteiten daaruit hebben geleerd. Geef aan hoe dat volgens u van invloed zal zijn op uw werkwijze bij het volgende toewijzingsproces.

    8.2.

    Hebt u suggesties voor verbetering van de toekomstige aanmeldings- en toewijzingsprocessen voor de gehele Europese Gemeenschap?

    8.3.

    Hoeveel uitstootrechten zijn, eventueel, toegewezen aan de in tabel 1 vermelde nieuwkomers? Geef voor elke nieuwkomer de installatie-identificatiecode alsook de aan de toewijzing van de rechten verbonden transactie-identificatiecode.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van tabel 1 van deel 2 van deze bijlage.

    8.4.

    Hoeveel emissierechten waren er aan het einde van de verslagperiode over in de eventuele reserve voor nieuwkomers en welk percentage vormen zij van de oorspronkelijke reserve?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Resterende hoeveelheid emissierechten in de reserve voor nieuwkomers aan het einde van de verslagperiode (op 31 december van ieder jaar)

     

    Percentage resterende emissierechten in de reserve voor nieuwkomers

     

    8.5.

    Indien uw lidstaat rechten toekent die niet gratis zijn, licht toe hoe die toewijzing in zijn werk gaat (bijvoorbeeld op welke manier de veiling plaatsvindt).

    8.6.

    Indien als toewijzingsmethode veilen is gebruikt, wie mocht dan deelnemen aan de veiling?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Uitsluitend exploitanten uit de lidstaat zelf

    Ja/Nee

    Uitsluitend houders van een rekening in het nationale register

    Ja/Nee

    Alle exploitanten uit de Gemeenschap

    Ja/Nee

    Alle houders van een rekening in een communautair register

    Ja/Nee

    Andere (omschrijf):

     

    8.7.

    Indien als toewijzingsmethode veilen is gebruikt, hoeveel veilingen zijn er in de verslagperiode gehouden, hoeveel emissierechten zijn er bij elke veiling geveild, welk percentage vormen zij van de totale hoeveelheid emissierechten over de emissiehandelsperiode en wat was de prijs per recht op iedere veiling?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Zijn er emissierechten toegewezen door veiling?

    Ja/Nee

    Zo ja, gelieve de volgende vragen te beantwoorden:

    Aantal veilingen in de loop van de verslagperiode (1 januari t/m 31 december)

     

    Aantal geveilde emissierechten (voor elke veiling afzonderlijk)

     

    Uiteindelijke veilingprijs (voor elke veiling afzonderlijk)

     

    8.8.

    Indien als toewijzingsmethode veilen is gebruikt, welk gebruik is er gemaakt van de rechten die niet op de veiling(en) zijn gekocht?

    8.9.

    Indien als toewijzingsmethode veilen is gebruikt, waarvoor is de opbrengst gebruikt?

    8.10.

    Wat is er gebeurd met de emissierechten die werden toegewezen maar niet zijn afgegeven aan installaties die in de verslagperiode zijn gesloten?

    Vraag 8.11 moet worden beantwoord in het eerste verslag na het einde van de handelsperioden zoals bedoeld in artikel 11, leden 1 en 2, van Richtlijn 2003/87/EG.

    8.11.

    Zijn de emissierechten die aan het einde van de handelsperiode in de reserve voor nieuwkomers overbleven, geannuleerd of geveild?

    8.12.

    Is er verder nog relevante informatie over de regelingen inzake toewijzing, nieuwkomers en sluitingen in uw land? Zo ja, welke?

    9.   Inlevering van emissierechten door exploitanten

    9.1.

    In alle gevallen waarin een rekening in het register gesloten is omdat er redelijkerwijs geen verdere inlevering van emissierechten door de exploitant van de installatie mocht worden verwacht, geef aan waarom dat vooruitzicht niet bestond en vermeld de hoeveelheid uitstaande rechten (16).

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Reden voor het sluiten van de rekening

    Hoeveelheid uitstaande rechten [kt CO2-eq]

     

     

     

     

     

     

    9.2.

    Is er verder nog relevante informatie over de inlevering van rechten door exploitanten in uw land? Zo ja, welke?

    10.   Gebruik van emissiereductie-eenheden (eru’s) en gecertificeerde emissiereducties (cer’s) in de communautaire regeling

    Vraag 10.1 moet jaarlijks worden beantwoord, wat de CER’s betreft te beginnen met het in 2006 in te dienen verslag en wat de ERU’s betreft te beginnen met het in 2009 in te dienen verslag.

    10.1.

    Zijn er ERU’s en CER’s afgegeven waarvoor een gelijk aantal emissierechten moest worden geannuleerd overeenkomstig artikel 11 ter, lid 3 of 4, van Richtlijn 2003/87/EG, omdat de projectactiviteiten uit hoofde van de gezamenlijke uitvoering (JI) of het mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM) het uitstootniveau van onder die richtlijn vallende installaties rechtstreeks of indirect verminderen of beperken? Zo ja, vermeld het totaal aan geannuleerde emissierechten en het totale aantal betrokken exploitanten afzonderlijk voor de annulering overeenkomstig artikel 11 ter, lid 3, en overeenkomstig artikel 11 ter, lid 4, van die richtlijn.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

     

    Hoeveelheid geannuleerde rechten

    Aantal betrokken exploitanten

    Annulering overeenkomstig artikel 11 ter, lid 3

     

     

    Annulering overeenkomstig artikel 11 ter, lid 4

     

     

    De vragen 10.2 en 10.3 moeten worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    10.2.

    Welke CER’s en ERU’s mogen in uw lidstaat met het oog op de naleving worden gebruikt? Vermeld alle uitgesloten projectcategorieën, m.u.v. die welke reeds zijn uitgesloten uit hoofde van artikel 11 bis, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG (CER’s en ERU’s afkomstig uit projectactiviteiten betreffende nucleaire installaties of landgebruik, verandering in het landgebruik en bosbouwactiviteiten).

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Er mogen CER’s en ERU’s uit alle projectcategorieën worden gebruikt

    Ja/Nee

    CER’s en ERU’s uit bepaalde projectcategorieën zijn uitgesloten (zo ja, specificeer)

    Ja/Nee

    10.3.

    Welke maatregelen zijn er genomen om ervoor te zorgen dat de relevante internationale criteria en richtsnoeren, met inbegrip van de criteria en richtsnoeren in het eindverslag van de World Commission on Dams (WCD) van 2000, zullen worden nageleefd bij de ontwikkeling van waterkrachtprojecten met een opwekkingscapaciteit van meer dan 20 MW?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Welke van de volgende beweringen zijn op uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    Deelnemers aan projecten zijn wettelijk verplicht de WCD-richtsnoeren na te leven

    Ja/Nee

    De naleving van de WCD-richtsnoeren wordt geverifieerd

    (vermeld in bevestigend geval de betrokken instantie, bijv. de bevoegde autoriteit of een daartoe speciaal aangewezen nationale autoriteit)

    Ja/Nee

    Bij de ontwikkeling van grote waterkrachtprojecten moeten andere internationale criteria en richtsnoeren worden nageleefd

    (verstrek in dit geval de desbetreffende documenten of links)

    Ja/Nee

    Andere (omschrijf):

     

    10.4.

    Bestaat er nog andere relevante informatie over het gebruik van ERU’s en CER’s in de communautaire regeling in uw land? Zo ja, welke?

    11.   Vergoedingen en aangerekende kosten

    De vragen 11.1 tot en met 11.4 hoeven alleen te worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    11.1.

    Wordt van de exploitanten een vergoeding verlangd voor de afgifte en bijstelling van vergunningen? Zo ja, verstrek bijzonderheden over de gevraagde vergoedingen, de totale opbrengst en het gebruik dat daarvan wordt gemaakt.

    11.2.

    Welke vergoeding wordt van de exploitanten verlangd voor de afgifte van emissierechten? Verstrek in voorkomend geval bijzonderheden over de gevraagde vergoedingen, de totale opbrengst en het gebruik dat daarvan wordt gemaakt.

    11.3.

    Welke vergoeding wordt in voorkomend geval verlangd voor het gebruik van het register? Geef nadere bijzonderheden.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Welke van de volgende beweringen zijn op uw land van toepassing? (Geef desgewenst nadere toelichting.)

    Voor het gebruik van het register wordt een vergoeding gevraagd

    Exploitanten: Ja/Nee

    Particulieren: Ja/Nee

    Voor exploitanten en particulieren gelden verschillende tarieven

    Ja/Nee

    Vergoeding voor het openen van een rekening (17)

    Exploitanten: … EUR eenmalig/per handelsperiode

    Particulieren: … EUR eenmalig/per handelsperiode

    Jaarlijkse rekeningvergoeding (18)

    Exploitanten: …EUR per jaar

    Particulieren: …EUR per jaar

    Andere (omschrijf):

     

    11.4.

    Is er nog andere relevante informatie over de aanrekening van vergoedingen of kosten in de communautaire regeling in uw land? Zo ja, welke?

    12.   Naleving van de eh-richtlijn

    Vraag 12.1 moet worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    12.1.

    Vermeld de relevante nationale bepalingen en de sancties voor inbreuken op de nationale bepalingen overeenkomstig artikel 16, lid 1, van de EH-richtlijn.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

    Aard van de inbreuk

    Relevante nationale bepaling

    Boetes [EUR]

    Gevangenisstraf [maanden]

    min.

    max.

    min.

    max.

    Exploitatie zonder vergunning

     

     

     

     

     

    Inbreuken op de bewakings- en rapportageverplichting

     

     

     

     

     

    Niet-aanmelding van veranderingen in de installatie

     

     

     

     

     

    Andere (omschrijf):

     

     

     

     

     

    12.2.

    Indien er sancties zijn opgelegd overeenkomstig artikel 16, lid 1, van de EH-richtlijn wegens inbreuken op de nationale bepalingen, vermeld de relevante nationale bepalingen, geef een beknopte omschrijving van de inbreuk en vermeld de opgelegde sancties.

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel. Voeg zo nodig extra regels toe.

     

     

    Sanctie

    Inbreuk

    Nationale bepaling

    Boete [EUR]

    Gevangenisstraf [maanden]

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    12.3.

    Vermeld de namen van de exploitanten aan wie overeenkomstig artikel 16, lid 3, van de EH-richtlijn sancties zijn opgelegd wegens overmatige emissie.

    Voor de beantwoording van deze vraag volstaat een verwijzing naar de publicatie van de namen krachtens artikel 16, lid 2, van de EH-richtlijn.

    12.4.

    Is er nog andere relevante informatie over de naleving van de EH-richtlijn in uw land? Zo ja, welke?

    13.   Juridische status van de emissierechten en fiscale behandeling

    De vragen 13.1 tot en met 13.8 hoeven alleen te worden beantwoord in het voor 30 juni 2007 in te dienen verslag en, in geval van wijzigingen tijdens de verslagperiode, in de daaropvolgende verslagen.

    13.1.

    Welke juridische status (handelsartikel/financieel instrument) heeft een emissierecht in de financiële regelgeving?

    13.2.

    Welke juridische status hebben emissierechten en emissies in boekhoudkundig opzicht?

    13.3.

    Zijn er voor emissierechten specifieke boekhoudkundige regels opgesteld of aangenomen? Zo ja, geef daarvan een beknopte omschrijving.

    13.4.

    Wordt bij de overdracht van emissierechten BTW berekend?

    13.5.

    Wordt bij de afgifte van emissierechten BTW berekend?

    13.6.

    Wanneer uw lidstaat emissierechten tegen betaling toekent, is dan bij deze transactie BTW verschuldigd?

    13.7.

    Geldt voor baten en verliezen uit de overdracht van emissierechten een specifieke inkomstenbelastingregeling (bijv. specifieke tarieven)?

    13.8.

    Is er nog andere relevante informatie over de juridische status van emissierechten en de fiscale behandeling daarvan in uw land? Zo ja, welke?

    14.   Toegang tot informatie overeenkomstig artikel 17 van de eh-richtlijn

    14.1.

    Waar kunnen de besluiten betreffende de toewijzing van emissierechten, de informatie over projectactiviteiten waaraan een lidstaat deelneemt of particuliere dan wel overheidsorganisaties laat deelnemen, en de emissieverslagen die vereist zijn op grond van de broeikasgasemissievergunning en die door de bevoegde autoriteit worden bijgehouden, door het publiek worden geraadpleegd?

    Maak voor het beantwoorden van deze vraag gebruik van onderstaande tabel.

    Soort informatie

    Voor het publiek beschikbare informatie

    Plaats waar de informatie (in voorkomend geval) beschikbaar is

    Internet (19)

    Officiële publicatie (20)

    Andere (omschrijf):

    Regels voor de toewijzing

    Ja/Nee/Alleen op verzoek

     

     

     

    Tabel nationaal toewijzingsplan

    Ja/Nee/Alleen op verzoek

     

     

     

    Wijzigingen van de lijst van installaties

    Ja/Nee/Alleen op verzoek

     

     

     

    Geverifieerde emissieverslagen

    Ja/Nee/Alleen op verzoek

     

     

     

    Projectactiviteiten

    Ja/Nee/Alleen op verzoek

     

     

     

    Broeikasgasemissievergunningen

    Ja/Nee/Alleen op verzoek

     

     

     

    Informatie vereist overeenkomstig bijlage XVI van Verordening (EG) nr. 2216/2004

    Ja/Nee/Alleen op verzoek

     

     

     

    Andere (omschrijf):

     

     

     

     

    14.2.

    Is er nog andere relevante informatie over de toegang tot informatie overeenkomstig artikel 17 van de EH-richtlijn in uw land? Zo ja, welke?

    15.   Andere opmerkingen

    15.1.

    Heeft de overheid in uw land studies uitgevoerd of laten uitvoeren over de implementatie en de verdere ontwikkeling van de Europese regeling voor de handel in emissierechten? Verstrek in dit geval het document, de referentie of een internetlink alsook een résumé van de studie.

    15.2.

    Zijn er bepaalde aspecten van de implementatie die aanleiding geven tot bezorgdheid in uw land? Zo ja, welke?

    Deel 2

    Tabel 1

    Wijzigingen van de lijst van installaties

    Lidstaat:

    Verslagperiode:


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    H

    I

    J

    Installatie

    Exploitant

    voornaamste bijlage I-activiteit (21)

    Andere bijlage I-activiteiten (21)

    Voornaamste niet-bijlage I-activiteit (22)

    Wijziging t.o.v. de in het nationale toewijzingsplan opgenomen installaties (23)

    Toegewezen of afgegeven emissierechten (24)

    Transactie-identificatiecode (25)

    ID-code vergunning

    ID-code installatie

    Naam

    Hoeveelheid

    Jaar/Jaren

     

     

     

     

     


    Tabel 2

    Toegepaste bewakingsmethoden (uitsluitend voor installaties die gezamenlijk 50 % vertegenwoordigen van de totale onder de handelsregeling vallende emissies. Er behoeft geen informatie te worden verstrekt over bronnen in deze installaties met een jaarlijkse uitstoot van minder dan 25 kt CO2-equivalenten.)

    Lidstaat:

    Verslagperiode:


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    H

    I

    J

    K

    L

    M

    N

    O

    P

    Installatie

    Emissiebron

    Gekozen niveau (30)

    Waarden

    ID-code vergunning

    ID-code installatie

    Voornaamste bijlage I-activiteit (26)

    Totale jaarlijkse emissies (27)

    Bijlage I-activiteit (28)

    Soort brandstof of activiteit (29)

    Gerelateerde emissies (27)

    Activiteitsgegevens

    Emissiefactor

    Calorische onderwaarde

    Oxidatiefactor

    Emissiefactor

    Calorische onderwaarde

    Oxidatiefactor

    t CO2

    t CO2

    Niveau

    Niveau

    Niveau

    Niveau

    Waarde

    Eenheid (31)

    Waarde

    Eenheid (32)

    %

     

     

     

     


    Tabel 3

    Bewakingsmethoden toegepast op installaties waarvoor het niet mogelijk was om de in tabel 1 van punt 4.2.2.1.4 van Beschikking 2004/156/EG aangegeven minimumniveaus aan te houden

    Lidstaat:

    Verslagperiode:


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    H

    I

    Installatie

    Totale jaarlijkse emissies

    Betrokken bewakingsparameter (34)

    Minimumniveau overeenkomstig MRG

    Toegepast niveau

    Reden voor verlaging niveau (35)

    Lager niveau toegestaan tot (36)

    ID-code vergunning

    ID-code installatie

    Bijlage I-activiteit (33)

    t CO2

    Niveau

    Niveau

    maand/jaar

     

     

     


    Tabel 4

    Tijdelijke verandering van bewakingsmethode

    Lidstaat:

    Verslagjaar:


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    H

    I

    J

    Installatie

    Bijlage I-activiteit (37)

    Totale jaarlijkse emissies

    Betrokken bewakingsparameter (38)

    Oorspronkelijk goedgekeurde methode

    Tijdelijk toegepaste methode

    Reden voor de tijdelijke verandering (39)

    Periode van tijdelijke opschorting (tot de passendniveaumethode weer wordt toegepast)

    Begin

    Einde

    ID-code vergunning

    ID-code installatie

     

    t CO2

    Niveau

    Niveau

    maand/jaar

    maand/jaar

     

     

     

     

     


    Tabel 5

    Aantal installaties waar continue emissiemeting wordt toegepast

    Lidstaat:

    Verslagjaar:


    A

    B

    C

    D

    Voornaamste bijlage I-activiteit (40)

    < 50 000 t CO2-eq.

    50 000 tot 500 000 t CO2-eq.

    > 500 000 t CO2-eq.

    E1

     

    E2

     

    E3

     

    F1

     

    F2

     

    M1

     

    M2

     

    M3

     

    O1

     

    O2

     


    Tabel 6

    Krachtens artikel 14, lid 3, van de EH-richtlijn uitgebrachte emissieverslagen die niet als voldoende zijn gevalideerd

    Lidstaat:

    Verslagjaar:


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    Installatie

    Gerapporteerde emissies van de installatie

    Ingeleverde rechten

    Op de tegoedrekening van de exploitant geblokkeerde rechten

    Reden voor het niet valideren van het emissieverslag (41)

    Correctie van de geverifieerde emissies door de bevoegde autoriteit

    ID-code vergunning

    ID-code installatie

    t CO2

    t CO2

    t CO2

    t CO2

     

     

     

     


    Tabel 7

    Installaties waarvoor tegen 31 maart van de verslagperiode geen emissieverslag werd ingediend

    Lidstaat:

    Verslagperiode:


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    H

    I

    J

    Voornaamste bijlage I-activiteit (42)

    < 50 000 t CO2-eq.

    50 000 tot 500 000 t CO2-eq.

    > 500 000 t CO2-eq.

    Aantal ontbrekende emissieverslagen

    Toewijzing

    Op tegoedrekeningen van exploitanten geblokkeerde rechten

    Aantal ontbrekende emissieverslagen

    Toewijzing

    Op tegoedrekeningen van exploitanten geblokkeerde rechten

    Aantal ontbrekende emissieverslagen

    Toewijzing

    Op tegoedrekeningen van exploitanten geblokkeerde rechten

    t CO2

    t CO2

    t CO2

    t CO2

    t CO2

    t CO2

    E1

     

     

     

    E2

     

     

     

    E3

     

     

     

    F1

     

     

     

    F2

     

     

     

    M1

     

     

     

    M2

     

     

     

    M3

     

     

     

    O1

     

     

     

    O2

     

     

     


    (1)  Voer installaties waar meer dan een activiteit plaatsvindt, slechts één keer op in de tabel, en wel onder de voornaamste bijlage I-activiteit.

    (2)  PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26. Richtlijn laaststelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 1).

    (3)  PB L 59 van 26.2.2004, blz. 1.

    (4)  Maak voor de indeling in afvaltypes gebruik van de „Europese lijst van afvalstoffen” (Beschikking 2000/532/EG van de Commissie van 3 mei 2000 tot vervanging van Beschikking 94/3/EG houdende vaststelling van een lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen en Beschikking 94/904/EG van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van een lijst van gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen).

    (5)  Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering.

    (6)  Europees emissieregister van verontreinigende stoffen (Beschikking 2000/479/EG van de Commissie van 17 juli 2000) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 36).

    (7)  Nationale emissieplafonds (Richtlijn 2001/81/EG) (PB L 309 van 27.11.2001, blz. 22).

    (8)  Grote stookinstallaties (Richtlijn 2001/80/EG) (PB L 309 van 27.11.2001, blz. 1).

    (9)  Programma voor samenwerking inzake de bewaking en evaluatie van het transport van luchtverontreinigende stoffen over lange afstand in Europa.

    (10)  Richtsnoeren van de „European Co-operation for Accreditation” (EA) inzake de toepassing van EN 45011.

    (11)  PB L 386 van 29.12.2004, blz. 1.

    (12)  Hieronder vallen ook identiteitscontroles ten kantore van derde partijen (bijv. postkantoren, notariaten…) waar de aanvrager zich persoonlijk dient te melden.

    (13)  M.i.v. elektronische procedures.

    (14)  Hieronder vallen ook identiteitscontroles ten kantore van derde partijen (bijv. ambassades) waar de aanvrager zich persoonlijk dient te melden.

    (15)  M.i.v. elektronische procedures.

    (16)  Indien de hoeveelheid uitstaande rechten niet bekend is, vermeld dan een raming van die hoeveelheid op basis van het laatste geverifieerde emissieverslag, de resterende hoeveelheid emissierechten op de rekening en andere informatie waarover de bevoegde autoriteit beschikt.

    (17)  Vermeld ook de periodiciteit (eenmalig/per handelsperiode).

    (18)  Indien de vergoeding afhankelijk is van hoeveelheid toegewezen rechten, vermeld dan de berekeningswijze alsook, in voorkomend geval, de minimum en maximumvergoeding.

    (19)  Vermeld het internetadres.

    (20)  Vermeld de titel.

    (21)  Dezelfde installatie kan tot verschillende categorieën behorende activiteiten uitvoeren. Alle relevante activiteiten moeten worden aangegeven. Gebruik voor de activiteiten van bijlage I de codes van de tabel van vraag 3.3.

    (22)  De voornaamste activiteit in een installatie is niet altijd een activiteit van bijlage I. Vul in indien van toepassing.

    (23)  Vermeld „nieuwkomer”, „sluiting” of „afname tot onder capaciteitsdrempel”.

    (24)  Geef bij nieuwkomers de jaren aan waarvoor de hoeveelheid emissierechten is toegewezen. Bij sluitingen de tijdens de resterende handelsperiode afgegeven emissierechten vermelden, indien van toepassing.

    (25)  Vermeld voor nieuwkomers de bij de toekenning van de emissierechten behorende code.

    (26)  Dezelfde installatie kan tot verschillende categorieën behorende activiteiten uitvoeren. De voornaamste activiteit van bijlage I moet worden vermeld. Gebruik voor de activiteiten van bijlage I de codes van de tabel van vraag 3.3.

    (27)  Geverifieerde emissies indien voorhanden, zo niet de emissies zoals vermeld door de exploitant.

    (28)  Dezelfde installatie kan tot verschillende categorieën behorende activiteiten uitvoeren. Voor iedere soort brandstof of activiteit moet de corresponderende bijlage I-activiteit worden aangegeven. Gebruik voor de activiteiten van bijlage I de codes van tabel 1.

    (29)  Steenkool, aardgas, staal, kalk, enz.; gebruik een afzonderlijke regel voor iedere brandstof of activiteit indien er in dezelfde installatie meer dan een brandstof wordt gebruikt of meer dan een activiteit wordt verricht.

    (30)  Alleen invullen indien de emissies worden berekend.

    (31)  kg CO2/kWh, t CO2/kg, enz.

    (32)  kJ/kg, kJ/m3, enz.

    (33)  Dezelfde installatie kan tot verschillende categorieën behorende activiteiten uitvoeren. Vermeld de voornaamste activiteit van bijlage I. Gebruik voor de activiteiten van bijlage I de codes van de tabel van vraag 3.3.

    (34)  Gebruik de volgende afkortingen: activiteitsgegevens (AD), calorische onderwaarde (NCV), emissiefactor (EF), samenstellingsgegevens (CD), oxidatiefactor (OF), conversiefactor (CF); indien het gaat om meerdere waarden in een installatie, een regel per waarde invullen.

    (35)  Gebruik de volgende omschrijvingen: technisch niet haalbaar, overdreven hoge kosten, andere reden (specificeer).

    (36)  Indien het gebruik van een lager niveau slechts tijdelijk is toegestaan, vermeld hier de termijn. Laat dit vak anders leeg.

    (37)  Dezelfde installatie kan tot verschillende categorieën behorende activiteiten uitvoeren. Vermeld de voornaamste activiteit van bijlage I. Gebruik voor de activiteiten van bijlage I de codes van de tabel van vraag 3.3.

    (38)  Gebruik de volgende afkortingen: activiteitsgegevens (AD), calorische onderwaarde (NCV), emissiefactor (EF), samenstellingsgegevens (CD), oxidatiefactor (OF), conversiefactor (CF); indien het gaat om meerdere waarden in een installatie, een regel per waarde invullen.

    (39)  Gebruik de volgende afkortingen: defect in meetapparatuur (FMD), tijdelijk gebrek aan gegevens (TLD), verandering van installatie, soort brandstof, enz. (CIF), andere (specificeer).

    (40)  Zie de tabel van vraag 3.3 voor de verklaring van de codes voor de activiteiten van bijlage I. Voer installaties waar meer dan een activiteit plaatsvindt, slechts één keer op in de tabel, en wel onder de voornaamste bijlage I-activiteit.

    (41)  Gebruik de volgende afkortingen: de gerapporteerde gegevens bevatten tegenstrijdigheden en/of materiële onjuistheden (NFI), de gegevens zijn niet verzameld volgens de geldende wetenschappelijke normen (NASS), de relevante geregistreerde gegevens van de installatie zijn niet volledig en/of niet consistent (RNC), de verificateur kreeg geen toegang tot alle locaties en informatie met betrekking tot het onderwerp van verificatie (VNA), een verslag ontbreekt (NR), andere (specificeer).

    (42)  Zie de tabel van vraag 3.3 voor de verklaring van de codes voor de activiteiten van bijlage I. Voer installaties waar meer dan een activiteit plaatsvindt, slechts één keer op in de tabel, en wel onder de voornaamste bijlage I-activiteit.”


    Top