Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R2504

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2504 van de Commissie van 19 december 2022 tot wijziging van de bijlagen III en V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 wat betreft modellen van diergezondheids-/officiële certificaten en officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde visserijproducten en zeer verfijnde producten van dierlijke oorsprong, en het model van een particuliere verklaring voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde samengestelde producten (Voor de EER relevante tekst)

C/2022/9350

PB L 325 van 20.12.2022, p. 62–86 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/2504/oj

20.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 325/62


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2504 VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2022

tot wijziging van de bijlagen III en V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 wat betreft modellen van diergezondheids-/officiële certificaten en officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde visserijproducten en zeer verfijnde producten van dierlijke oorsprong, en het model van een particuliere verklaring voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde samengestelde producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 7, lid 2, punt a),

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (2), en met name artikel 238, lid 3, en artikel 239, lid 3,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (3), en met name artikel 90, eerste alinea, punten a) en b), en artikel 126, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie (4) bevat onder meer voorschriften inzake de in Verordening (EU) 2017/625 bedoelde officiële certificaten die vereist zijn voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde zendingen producten van dierlijke oorsprong. Met name bevat bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 onder meer modellen van diergezondheids-/officiële certificaten en officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde visserijproducten en zeer verfijnde producten van dierlijke oorsprong.

(2)

De hoofdstukken 30 en 31 van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 bevatten respectievelijk het model van het officiële certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde visserijproducten of visserijproducten op basis van tweekleppige weekdieren die rechtstreeks van een reeferschip, vriesvaartuig of fabrieksvaartuig dat de vlag van een derde land voert de Unie binnenkomen, zoals bepaald in artikel 11, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie (5) (model FISH/MOL-CAP), en het model van het diergezondheids-/officiële certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en producten van dierlijke oorsprong van die dieren (model MOL-HC). Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2258 van de Commissie (6) is artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 (7) gewijzigd, op grond waarvan de indeling van de productie- en de heruitzettingsgebieden niet verplicht is met betrekking tot het verzamelen van stekelhuidigen die geen filtrerende dieren zijn. Het model van het officiële certificaat en het model van het diergezondheids-/officiële certificaat voor de binnenkomst in de Unie van dergelijke visserijproducten moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

Hoofdstuk 46 van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 bevat het model van het officiële certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd(e) zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren (model HRP). Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2258 is Verordening (EG) nr. 853/2004 gewijzigd, waarbij vetderivaten en levensmiddelenaroma’s die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad (8) zijn toegelaten, als zeer verfijnde producten zijn toegevoegd, op voorwaarde dat zij behandelingen ondergaan die elk risico voor de dier- of volksgezondheid wegnemen. Het model van het officiële certificaat voor de binnenkomst in de Unie van dergelijke zeer verfijnde producten moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Het model van particuliere verklaring in bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van explointanten die houdbare samengestelde producten in de Unie binnenbrengen, moet ook worden bijgewerkt om het invullen van het document te vergemakkelijken, waarbij de opgedane ervaring moet worden weerspiegeld en toelichtingen en aantekeningen moeten worden toegevoegd om de verstrekking van informatie door de invoerende exploitanten van levensmiddelenbedrijven te vergemakkelijken. Gelatine, collageen en bepaalde zeer verfijnde producten mogen worden ingevoerd zonder een residubewakingsplan in te dienen, dus mag vermelding van de uitvoerende landen in de lijst in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU van de Commissie (9) geen voorwaarde zijn voor het naar de Unie mogen uitvoeren van deze producten of het mogen gebruiken van deze producten als ingrediënten in samengestelde producten voor uitvoer naar de Unie, hoewel opname in de lijst overeenkomstig de artikelen 18, 19 of 22 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie (10) wel verplicht blijft. Daarom moet de particuliere verklaring in bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 worden vervangen door een bijgewerkte versie.

(6)

Bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Om verstoring van het handelsverkeer wat betreft de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde visserijproducten, zeer verfijnde producten van dierlijke oorsprong en houdbare samengestelde producten te voorkomen, moeten de overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 afgegeven certificaten of verklaringen die zijn afgegeven vóór de bij deze verordening aangebrachte wijzigingen, blijven worden toegestaan, mits een dergelijk certificaat of een dergelijke verklaring uiterlijk op 15 april 2023 is afgegeven.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen III en V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

1.   Gedurende een overgangsperiode die loopt tot en met 15 juli 2023 blijft de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde visserijproducten en zeer verfijnde producten van dierlijke oorsprong die vergezeld gaan van het toepasselijke diergezondheids-/officiële certificaat of officiële certificaat dat is afgegeven overeenkomstig de modellen in de hoofdstukken 30, 31 en 46 van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235, zoals die van toepassing was vóór de bij deze uitvoeringsverordening in die uitvoeringsverordening ingevoerde wijzigingen, toegestaan, op voorwaarde dat het desbetreffende certificaat uiterlijk op 15 april 2023 is afgegeven.

2.   Gedurende een overgangsperiode die loopt tot en met 15 juli 2023 blijft de binnenkomst in de Unie van zendingen van houdbare samengestelde producten die vergezeld gaan van de particuliere verklaring die is afgegeven overeenkomstig het model in bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235, zoals die van toepassing was vóór de bij deze uitvoeringsverordening in die uitvoeringsverordening ingevoerde wijzigingen, toegestaan, op voorwaarde dat de desbetreffende verklaring uiterlijk op 15 april 2023 is afgegeven.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(2)   PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(3)   PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 1).

(5)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 18).

(6)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2258 van de Commissie van 9 september 2022 tot wijziging en rectificatie van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong wat visserijproducten, eieren en bepaalde zeer verfijnde producten betreft, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie wat bepaalde tweekleppige weekdieren betreft (PB L 299 van 18.11.2022, blz. 5).

(7)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

(9)  Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).

(10)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen of regio’s daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 118).


BIJLAGE

De bijlagen III en V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de inleidende tabel met de lijst van de in die bijlage opgenomen modellen van diergezondheids-/officiële certificaten en van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie, wordt het deel betreffende het model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd(e) zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren vervangen door:

Zeer verfijnde producten als omschreven in sectie XVI van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004, bestemd voor menselijke consumptie

HRP

Hoofdstuk 46: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE ZEER VEFIJNDE PRODUCTEN ALS OMSCHREVEN IN SECTIE XVI VAN BIJLAGE III BIJ VERORDENING (EG) NR. 853/2004 (MODEL HRP)”

b)

de hoofdstukken 30 en 31 worden vervangen door:

HOOFDSTUK 30:

MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE VISSERIJPRODUCTEN OF VISSERIJPRODUCTEN DIE ZIJN AFGELEID VAN TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN DIE RECHTSTREEKS VAN EEN REEFERSCHIP, VRIESVAARTUIG OF FABRIEKSVAARTUIG DAT DE VLAG VAN EEN DERDE LAND VOERT DE UNIE BINNENKOMEN, ZOALS BEPAALD IN ARTIKEL 11, LID 3, VAN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/625 (MODEL FISH/MOL-CAP)

Image 1

LAND

Modelcertificaat FISH/MOL-CAP

 

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

Deel II: Certificering

II.1

Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (2), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (verordening officiële controles) (4) en dat de in deel I beschreven visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen:

a)

overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat het vaartuig wordt vermeld in de lijst van vaartuigen waaruit de invoer in de Unie is toegestaan (“de EU-lijst”):

b)

op het vaartuig de algemene hygiënevoorschriften worden toegepast en een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 wordt toegepast, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en het is opgenomen in een lijst van door de Unie erkende inrichtingen;

c)

de visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen zijn gevangen en aan boord van het vaartuig gehanteerd, aan land gebracht, gehanteerd en, in voorkomend geval, op hygiënische wijze bereid, verwerkt, ingevroren en ontdooid overeenkomstig de voorschriften van sectie VIII, hoofdstukken I tot en met IV, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Ingewanden en delen die een gevaar voor de volksgezondheid inhouden, zijn zo snel mogelijk verwijderd en gescheiden gehouden van voor menselijke consumptie bestemde producten;

d)

de visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen voldoen aan de gezondheidsnormen van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 [voldoen aan de gezondheidsnormen van bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004] (schrappen wat niet van toepassing is) en, waar van toepassing, de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie (5);

e)

de visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen verpakt, opgeslagen en vervoerd zijn overeenkomstig de voorschriften van sectie VIII, hoofdstukken VI tot en met VIII, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

f)

de visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen gemerkt zijn overeenkomstig de voorschriften van sectie I van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

g)

in het geval van Pectinidae, mariene buikpotigen en stekelhuidigen die geen filtrerende dieren zijn en buiten de ingedeelde productiegebieden zijn verzameld, voldoen aan de specifieke voorschriften van bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

h)

de visserijproducten voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, indien zij van aquacultuur afkomstig zijn, die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (6) ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie (7);

i)

de visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen zijn geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (8) vastgestelde maximumgehalten voor verontreinigingen garanderen, en

j)

ingevroren visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen op een temperatuur van ten hoogste -18 °C in alle delen van het product zijn gehouden. Hele in pekel ingevroren vissen die voor de productie van conserven bestemd zijn, mogen worden bewaard bij een temperatuur van ten hoogste -9 °C.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit officiële certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in hoofdstuk 4 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235.

Deel I:

Vak I.2:

Een uniek documentnummer overeenkomstig uw eigen classificatie.

Vak I.5:

De naam en het adres (straat, postcode en plaats) van de natuurlijke persoon naar wie of rechtspersoon waarnaar de zending rechtstreeks wordt ingevoerd in de lidstaat van bestemming.

Vak I.7:

Het land waarvan het vaartuig de vlag voert en dat dit document afgeeft.

Vak I.11:

De naam van het vaartuig en het erkenningsnummer zoals vermeld in de lijst overeenkomstig artikel 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie (9) waarvan de visserijproducten rechtstreeks worden ingevoerd.

Vak I.20:

Vink “Conservenindustrie” aan voor hele vissen die aanvankelijk in pekel worden ingevroren bij -9 °C of een temperatuur hoger dan -18 °C en die bestemd zijn voor de bereiding van conserven overeenkomstig de voorschriften van sectie VIII, hoofdstuk I, punt II.7, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Vink “Producten voor menselijke consumptie” of “Verdere verwerking” aan voor de andere gevallen.

Vak I.27:

Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van een of meer van de volgende posten: 0301 , 0302 , 0303 , 0304 , 0305 , 0306 , 0307 , 0308 , 0511 , 1504 , 1516 , 1518 , 1603 , 1604 , 1605 of 2106 .

Vak I.27:

Beschrijving van de zending:

“Soort behandeling”: geef aan: gekoeld, ingevroren of verwerkt.

 

Kapitein van het vaartuig

Naam (in hoofdletters):

Datum:

Stempel:

Handtekening:

HOOFDSTUK 31

MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNNENKOMST IN DIE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE LEVENDE TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN, STEKELHUIDIGEN, MANTELDIEREN, MARIENE BUIKPOTIGEN EN PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG VAN DIE DIEREN (MODEL MOL-HC)

Image 2

Image 3

LAND

Modelcertificaat MOL-HC

 

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

Deel II: Certificering

II.1

(1) Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en producten van dierlijke oorsprong van die dieren is]

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (10), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (11), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (12) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (verordening officiële controles) (13) en dat de in deel I beschreven (4)[levende tweekleppige weekdieren] (4)[levende stekelhuidigen] (4)[levende manteldieren] (4)[levende mariene buikpotigen] (4)[producten van dierlijke oorsprong die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen] overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

a)

zijn verkregen in een regio/regio’s of een land/landen waaruit op de datum van afgifte van dit diergezondheids-/officiële certificaat de binnenkomst in de Unie van (4)[levende tweekleppige weekdieren] (4)[levende stekelhuidigen] (4)[levende manteldieren] (4)[levende mariene buikpotigen] (4)[producten van dierlijke oorsprong die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen] is toegestaan en die is/zijn opgenomen in de lijst in bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie (14);

b)

afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de Unie erkende inrichtingen;

c)

zijn verzameld, in voorkomend geval heruitgezet, en vervoerd overeenkomstig sectie VII, hoofdstukken I en II, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

d)

(4)[zijn gehanteerd, in voorkomend geval gezuiverd, en verpakt overeenkomstig bijlage III, sectie VII, hoofdstukken III en IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

e)

(4)[op hygiënische wijze zijn bereid, verwerkt, ingevroren en ontdooid overeenkomstig de voorschriften van sectie VIII, hoofdstukken III en IV, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]]

f)

voldoen aan de gezondheidsnormen van sectie VII, hoofdstuk V, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004, (4)[sectie VIII, hoofdstuk V, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004] en de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie (15);

g)

zijn verpakt, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig (4)[sectie VII, hoofdstukken VI en VIII, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004] (4)[sectie VIII, hoofdstukken VI, VII en VIII, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004];

h)

zijn voorzien van een merk en geëtiketteerd overeenkomstig (4)[bijlage II, sectie I, en bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004] (4)[bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004];

i)

in het geval van Pectinidae, mariene buikpotigen en stekelhuidigen die geen filtrerende dieren zijn en buiten de ingedeelde productiegebieden zijn verzameld, voldoen aan de specifieke voorschriften van bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

j)

afkomstig zijn uit een ten tijde van het verzamelen overeenkomstig artikel 52 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie (16) als [A] [B] of [C] ingedeeld productiegebied (vermeld de indeling van het productiegebied ten tijde van het verzamelen) (met uitzondering van Pectinidae, mariene buikpotigen en stekelhuidigen die geen filtrerende dieren zijn en buiten de ingedeelde productiegebieden zijn verzameld);

k)

op afdoende wijze de officiële controles van (4)[de artikelen 51 tot en met 66 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 of in artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie (17)] (4)[de artikelen 69, 70 en 71 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627] hebben ondergaan;

l)

voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, indien zij van aquacultuur afkomstig zijn, die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (18) ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie (19);

m)

zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (20) en de maximumgehalten voor verontreinigingen zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie garanderen (21).

(2)[II.2.

Verklaring inzake de diergezondheid voor levende tweekleppige weekdieren van (3)in de lijst opgenomen soorten bestemd voor menselijke consumptie en producten van dierlijke oorsprong van die weekdieren die bestemd zijn voor verdere verwerking in de Unie vóór menselijke consumptie, met uitzondering van wilde weekdieren en producten daarvan die uit vissersvaartuigen worden aangeland

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart het volgende:

II.2.1

Volgens officiële informatie (4)[voldoen de in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren] (4)[zijn de andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, zoals bedoeld in vak I.27 van deel I, verkregen van dieren die voldoen] aan de volgende diergezondheidsvoorschriften:

II.2.1.1

zij zijn afkomstig uit (4)[een inrichting] (4)[een habitat] die niet viel onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen of vanwege het voorkomen van abnormale sterftegevallen met onbekende oorzaak, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten zoals genoemd in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie (22) en nieuwe ziekten;

II.2.1.2

de (4)[waterdieren zijn niet bestemd om te worden gedood] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren zijn verkregen van dieren die niet bestemd waren om te worden gedood] in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten zoals genoemd in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en van nieuwe ziekten.

(4)[II.2.2.

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde aquacultuurdieren] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van aquacultuurdieren dan levende aquacultuurdieren, zoals bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die] voldoen aan de volgende voorschriften:

II.2.2.1

zij zijn afkomstig uit een aquacultuurinrichting die is (4)[geregistreerd] (4)[erkend] door en onder toezicht staat van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van oorsprong en beschikt over een systeem om gedurende een periode van ten minste drie jaar actuele gegevens te bewaren en bij te houden die ten minste de volgende informatie omvatten:

i)

de soorten, categorieën en aantallen aquacultuurdieren in de inrichting;

ii)

de verplaatsingen van waterdieren naar, en aquacultuurdieren uit, de inrichting;

iii)

het sterftecijfer in de inrichting;

II.2.2.2

zij zijn afkomstig uit een aquacultuurinrichting waar regelmatig diergezondheidsinspecties worden uitgevoerd door een dierenarts met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten zoals genoemd in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en nieuwe ziekten, met een frequentie die in verhouding staat tot het door de inrichting gevormde risico.]

II.2.3

Algemene voorschriften inzake diergezondheid

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren zoals bedoeld in vak I.27 van deel I] zijn verkregen van dieren die aan de volgende diergezondheidsvoorschriften voldoen:

(4)(6)[II.2.3.1

de voorschriften als bedoeld in deel II.2.4 zijn erop van toepassing en zij zijn afkomstig uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] met de (5)code: __ __ - __ dat/die op de datum van afgifte van dit diergezondheids-/officiële certificaat in de lijst in deel 1 van bijlage XXI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie (23) is opgenomen voor binnenkomst in de Unie van die (4)[waterdieren] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren];]

(4)(6)[II.2.3.2

zij zijn waterdieren die binnen een periode van 72 uur vóór het tijdstip van het laden voor verzending naar de Unie aan een klinische inspectie door een officiële dierenarts zijn onderworpen. Bij de inspectie vertoonden de dieren geen klinische symptomen van een overdraagbare ziekte en volgens de relevante gegevens van de inrichting waren er geen aanwijzingen van ziekteproblemen;]

II.2.3.3

zij zijn waterdieren die rechtstreeks uit de plaats van oorsprong naar de Unie worden verzonden;

II.2.3.4

zij zijn niet in contact geweest met waterdieren met een lagere gezondheidsstatus.

hetzij (4)(6) [II.2.4.

Specifieke gezondheidsvoorschriften

(4) [II.2.4.1.

Voorschriften voor ten aanzien van infectie met Mikrocytos mackini of infectie met Perkinsus marinus (3)in de lijst opgenomen soorten

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, zoals bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die vrij is verklaard van (4)[infectie met Mikrocytos mackini] (4)[infectie met Perkinsus marinus] overeenkomstig voorwaarden die ten minste even streng zijn als de in artikel 66 of in artikel 73, lid 1, en artikel 73, lid 2, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie (24) vastgestelde voorschriften en, in het geval van waterdieren, worden alle voor de relevante ziekte(n) (3)in de lijst opgenomen soorten zijn:

i)

binnengebracht uit een ander(e) land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van diezelfde ziekte(n) is verklaard;

ii)

niet tegen die (4)[ziekte] (4)[ziekten] gevaccineerd.]

(4)(7) [II.2.4.2

Voorschriften voor ten aanzien van infectie met Marteilia refringens, infectie met Bonamia exitiosa of infectie met Bonamia ostreae (3)in de lijst opgenomen soorten

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die vrij is verklaard van (4)[infectie met Marteilia refringens] (4)[infectie met Bonamia exitiosa] (4)[infectie met Bonamia ostreae] overeenkomstig deel II, hoofdstuk 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie en, in het geval van waterdieren, worden alle voor de relevante ziekte(n) (3)in de lijst opgenomen soorten zijn:

binnengebracht uit een ander(e) land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van diezelfde ziekte(n) is verklaard;

niet tegen die (4)[ziekte] (4)[ziekten] gevaccineerd.]

(4)(8) [II.2.4.3

Voorschriften voor (9)soorten die vatbaar zijn voor infectie met ostreid herpesvirus 1 μνar (OsHV-1 μνar)

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, zoals bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die voldoet aan de nodige gezondheidsgaranties wat betreft OsHV-1 μvar voor de naleving van de nationale maatregelen die overeenkomstig artikel 175 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van toepassing zijn in de lidstaat van bestemming en waarvoor de lidstaat of een deel daarvan is opgenomen in de lijst in (4)[bijlage I] (4)[bijlage II] bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/260 van de Commissie (25).]]

hetzij (4)(6) [II.2.4

Specifieke gezondheidsvoorschriften

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn bestemd] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, zoals bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die bestemd zijn] voor een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen in de Unie die is erkend overeenkomstig artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie (26), om daar voor menselijke consumptie te worden verwerkt.]

II.2.5

Voor zover ondergetekende weet en zoals verklaard door de exploitant, zijn de (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, zoals bedoeld in vak I.27 van deel I, verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit (4)[een inrichting] (4)[een habitat] waar:

i)

geen abnormale sterftegevallen met onbekende oorzaak voorkwamen, en

ii)

de dieren niet in contact zijn geweest met waterdieren van (3)in de lijst opgenomen soorten die niet aan de in punt II.2.1 bedoelde voorschriften voldeden.

II.2.6

Vervoersvoorschriften

Er zijn regelingen getroffen voor het vervoer van de waterdieren zoals bedoeld in vak I.27 van deel I overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 167 en 168 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, met name om ervoor te zorgen dat:

II.2.6.1

wanneer de dieren worden vervoerd in water, dit niet wordt vervangen in een derde land of gebied, zone of compartiment dat/die niet in de lijst is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie waterdieren;

II.2.6.2

de dieren niet worden vervoerd onder omstandigheden die hun gezondheidsstatus in gevaar brengen, en met name:

i)

wanneer de dieren worden vervoerd in water, wordt hierdoor hun gezondheidsstatus niet gewijzigd;

ii)

worden het vervoermiddel en de laadkisten zodanig geconstrueerd dat de gezondheidsstatus van de waterdieren tijdens het vervoer niet in gevaar wordt gebracht;

iii)

moet (4)[de laadkist] (4)[het schip met leeftank] (4)[niet eerder gebruikt zijn] (4)[vóór het laden voor de verzending naar de Unie gereinigd en ontsmet zijn volgens een protocol dat en met producten die door de bevoegde autoriteit van het (4)[derde land] (4)[gebied] van oorsprong zijn goedgekeurd];

II.2.6.3

de dieren in de zending vanaf het tijdstip van het laden op de plaats van oorsprong tot het tijdstip van aankomst in de Unie niet samen met waterdieren die een lagere gezondheidsstatus hebben of die niet voor binnenkomst in de Unie bestemd zijn, in hetzelfde water of (4)[dezelfde laadkist] (4)[hetzelfde schip met leeftank] zijn vervoerd;

II.2.6.4

wanneer het nodig is het water te verversen in een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die is opgenomen in de lijst voor binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie waterdieren, dit alleen gebeurt (4)[in het geval van vervoer over land, in waterverversingspunten die door de bevoegde autoriteit van het (4)[derde land] (4)[gebied] waar het verversen van het water plaatsvindt, zijn goedgekeurd] (4)[in het geval van vervoer per schip met leeftank, op een afstand van ten minste 10 km van alle aquacultuurinrichtingen die langs de route van de plaats van oorsprong naar de plaats van bestemming in de Unie zijn gelegen].

II.2.7

Etiketteringsvoorschriften

Er zijn regelingen getroffen om (4)[het vervoermiddel] (4)[de laadkisten] overeenkomstig artikel 169 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie te identificeren en te etiketteren, met name om ervoor te zorgen dat:

II.2.7.1

de zending wordt geïdentificeerd aan de hand van (4)[een leesbaar en zichtbaar etiket aan de buitenkant van de laadkist] (4)[een vermelding in het scheepsmanifest, in het geval van vervoer met een schip met leeftank,] waarmee de zending duidelijk aan dit diergezondheids-/officiële certificaat wordt gelinkt;

(4)[II.2.7.2

in het geval van levende waterdieren, het in punt II.2.7.1 bedoelde leesbare en zichtbare etiket het volgende bevat:

a)

het aantal laadkisten in de zending;

b)

de naam van de soort in elke laadkist;

c)

het aantal dieren in elke laadkist voor elk van de aanwezige soorten;

d)

de volgende vermelding: “levende weekdieren bestemd voor menselijke consumptie in de Europese Unie”;]

(4)[II.2.7.3

in het geval van andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, het in punt II.2.7.1 bedoelde leesbare en zichtbare etiket ten minste de volgende vermelding bevat:

“weekdieren bestemd voor menselijke consumptie na verdere verwerking in de Europese Unie”.]

(4) (10) II.2.8

Geldigheid van het diergezondheids-/officiële certificaat

Dit diergezondheids-/officiële certificaat is geldig gedurende tien dagen na de datum van afgifte. Voor het vervoer over binnenwateren/zee van waterdieren kan deze periode van tien dagen worden verlengd met de duur van de reis over binnenwateren/zee.

Toelichting

In overeenstemming met het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit diergezondheids-/officieel certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit diergezondheids-/officiële certificaat dient voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende tweekleppige weekdieren en producten van dierlijke oorsprong van die dieren, ook als de Unie niet de eindbestemming van dergelijke tweekleppige weekdieren en producten daarvan is.

“Waterdieren” zijn dieren zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 3, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad. (27)“Aquacultuurdieren” zijn waterdieren die het voorwerp zijn van aquacultuur zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/429.

“Verdere verwerking” betekent elke soort maatregelen en technieken die vóór het voor menselijke consumptie in de handel brengen worden uitgevoerd en die de anatomische toestand wijzigen, zoals laten verbloeden, verwijderen van de ingewanden, koppen, in moten verdelen en fileren, waarbij afval of bijproducten worden geproduceerd die een risico op ziekteverspreiding kunnen inhouden.

Alle waterdieren en andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren waarop deel II.2.4 van dit diergezondheids-/officiële certificaat van toepassing is, moeten afkomstig zijn uit een land/gebied/zone/compartiment dat/die wordt vermeld in kolom 2 van de tabel in deel 1 van bijlage XXI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404.

Deel II.2.4 van het diergezondheids-/officiële certificaat is niet van toepassing op de volgende waterdieren, en zij mogen derhalve afkomstig zijn uit een land dat of regio die is opgenomen in de lijst in bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405:

a)

weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)

schaaldieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)

weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die zijn bestemd voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in hoofdstuk 4 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235.

Deel I:

Vak I.8:

Regio van oorsprong: vermeld het productiegebied ten tijde van het verzamelen, behalve voor Pectinidae, mariene buikpotigen en stekelhuidigen die buiten de ingedeelde productiegebieden zijn verzameld.

Deel II:

(1)

Deel II.1 is niet van toepassing op landen met speciale certificeringsvoorschriften in verband met de volksgezondheid die zijn vastgelegd in gelijkwaardigheidsovereenkomsten of andere wetgeving van de Unie.

(2)

Deel II.2 van dit diergezondheids-/officiële certificaat is niet van toepassing en moet worden geschrapt wanneer de zending bestaat uit: a) andere soorten dan die welke in de lijst in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie (28) zijn opgenomen, of b) wilde waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van die waterdieren die uit vissersvaartuigen worden aangeland voor rechtstreekse menselijke consumptie, of c) andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren die klaar zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie zonder verdere verwerking in de Unie.

(3)

In de derde en vierde kolom van de tabel in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 opgenomen soorten. In de vierde kolom van die tabel opgenomen soorten worden alleen als vector beschouwd als zij aan de voorwaarden van artikel 171 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen.

(4)

Doorhalen wat niet van toepassing is. Voor deel II.2.4.1 is schappen niet toegestaan als de zending soorten bevat die in de lijst zijn opgenomen voor infectie met Mikrocytos mackini of infectie met Perkinsus marinus, behalve in de in voetnoot (6) bedoelde omstandigheden.

(5)

Code van het derde land/het gebied/de zone/het compartiment zoals vermeld in kolom 2 van de tabel in deel 1 van bijlage XXI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404.

(6)

De delen II.2.3.1, II.2.3.2 en II.2.4 zijn niet van toepassing en moeten worden geschrapt indien de zending uitsluitend de volgende waterdieren bevat:

a)

weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)

schaaldieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)

weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die zijn bestemd voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking.

(7)

Alleen van toepassing indien de lidstaat/de zone/het compartiment van bestemming in de Unie hetzij de ziektevrije status heeft ten aanzien van een ziekte van categorie C zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 3), van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882, hetzij is onderworpen aan een overeenkomstig artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429 vastgesteld optioneel uitroeiingsprogramma, anders schrappen.

(8)

Van toepassing indien in de lidstaat van bestemming in de Unie of een deel daarvan goedgekeurde nationale maatregelen gelden voor een specifieke ziekte zoals vermeld in de lijst in bijlage I of II bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/260, anders schrappen.

(9)

Gevoelige soorten zoals vermeld in de tweede kolom van de tabel in bijlage III bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/260.

(10)

Alleen van toepassing op zendingen levende waterdieren.

(11)

Te ondertekenen door:

een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

 

[Officiële dierenarts](4)(11)/[Certificerend functionaris](4)(11)

Naam (in hoofdletters)

 

 

 

Datum

 

Hoedanigheid en titel

 

Stempel

 

Handtekening

 

”;

c)

hoofdstuk 46 wordt vervangen door:

HOOFDSTUK 46:

MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE ZEER VEFIJNDE PRODUCTEN ALS OMSCHREVEN IN SECTIE XVI VAN BIJLAGE III BIJ VERORDENING (EG) NR. 853/2004 (MODEL HRP)

Image 4

Image 5

 

LAND

Modelcertificaat HRP

 

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

Deel II: Certificering

II.1

Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (29), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (30), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (31) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (verordening officiële controles) (32) en dat de in deel I beschreven zeer verfijnde producten overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

a)

afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die zijn geregistreerd en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteit regelmatig audits worden uitgevoerd;

b)

overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval bereid, verpakt en opgeslagen;

c)

voldoen aan de voorschriften van sectie XVI van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004, en

d) (1)

in het geval van aminozuren, dat

i)

bij de productie geen mensenhaar is gebruikt, en

ii)

zij voldoen aan Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad (33);

e) (1)

in het geval van vetderivaten, dat zij een van de processen hebben ondergaan:

(1)i)

omestering of hydrolyse bij een temperatuur van ten minste 200 °C, onder de corresponderende adequate druk gedurende ten minste 20 minuten; of

(1)ii)

verzeping met NaOH 12M, in een batchprocedé bij 95 °C gedurende drie uur of in een continuprocedé bij 140 °C en 2 bar (2 000  hPa) gedurende acht minuten; of

(1)iii)

hydrogenering bij 160 °C en 12 bar (12 000 hPa) gedurende 20 minuten;

f)

in het geval van levensmiddelenaroma’s, dat zij zijn toegelaten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad (34).

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit officiële certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat dient voor de binnenkomst in de Unie van zeer verfijnde producten als omschreven beschreven in sectie XVI van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in hoofdstuk 4 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie.

Deel I:

Vak I.27:

Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals 2106 , 2906 , 2907 , 2922 , 2930 , 2932 , 2936 , 3503 , 3507 of 3913 .

Deel II:

(1)

Schrappen indien niet van toepassing.

 

Certificerend functionaris

Datum

 

Hoedanigheid en titel

 

Stempel

 

Handtekening

 

”.

2)

Bijlage V wordt vervangen door:

“BIJLAGE V

MODEL VAN PARTICULIERE VERKLARING, ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 14 VAN VERORDENING (EU) 2019/625, VAN DE EXPLOITANT DIE HOUDBARE SAMENGESTELDE PRODUCTEN IN DE UNIE BINNENBRENGT

Image 6

 

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Verklaring

II.b

Imsoc-referentie

Deel II: Verklaring

Ondergetekende, …

(naam, adres en volledige gegevens van de importeur)

verklaart, als vertegenwoordiger van de invoerende exploitanten van levensmiddelenbedrijven van de in deel I beschreven zending samengestelde producten, dat de samengestelde producten die vergezeld gaan van deze verklaring:

1.

voldoen aan de toepasselijke voorschriften zoals bedoeld in artikel 126, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (verordening officiële controles) (35);

2.

niet hoeven te worden opgeslagen of vervoerd onder gereguleerde temperatuur, tenzij het houdbare samengestelde product omwille van de organoleptische kwaliteit gekoeld moet worden vervoerd;

3.

geen producten op basis van colostrum en geen ander verwerkt vlees dan gelatine(3), collageen(3) en zeer verfijnde producten(3), zoals bedoeld in sectie XVI van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (36), bevatten;

4.

de volgende ingrediënten van plantaardige oorsprong en van verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten(1): …;

5.

verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten waarvoor in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 voorschriften zijn vastgesteld en die afkomstig zijn van de volgende erkende inrichting(en)(2): …;

6.

verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten die, met uitzondering van gelatine, collageen, en de in sectie XVI, punt 1, van bijlage III bij Verordening (EG) 853/2004 vermelde zeer verfijnde producten, afkomstig zijn uit derde landen of regio’s daarvan die zijn goedgekeurd voor de uitvoer naar de Unie van elk verwerkt product van dierlijke oorsprong, zoals vermeld in Besluit 2011/163/EU van de Commissie (37), of uit een lidstaat van de EU;

7.

afkomstig zijn uit derde landen of regio’s daarvan die op basis van de voorschriften van de Unie inzake de dierlijke en de volksgezondheid zijn goedgekeurd voor de uitvoer naar de Unie van vleesproducten, zuivelproducten, visserijproducten of eiproducten en die voor ten minste één van deze producten van dierlijke oorsprong zijn opgenomen in een lijst overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie (38) of Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie (39) en die zijn opgenomen in de lijst in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU voor de soort/het product waarvan de verwerkte producten van dierlijke oorsprong in de samengestelde producten, met uitzondering van collageen, gelatine en de in sectie XVI, punt 1, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 opgenomen zeer geraffineerde producten, zijn afgeleid;

8.

zijn geproduceerd in een inrichting die voldoet aan hygiënische normen waarvan erkend is dat zij gelijkwaardig zijn aan die welke op grond van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (40) vereist zijn;

9.

zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (41) en de maximumgehalten voor verontreinigingen zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie garanderen (42);

10.

zuivelproducten bevatten(3) die:

(3)(4) hetzij

geen specifieke risicobeperkende behandeling hebben ondergaan overeenkomstig bijlage XXVII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie (43);

(3)(5) hetzij

een specifieke risicobeperkende behandeling hebben ondergaan zoals beschreven in kolom A of B van de tabel in bijlage XXVII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;

(3)(6) hetzij

een specifieke risicobeperkende behandeling hebben ondergaan die ten minste gelijkwaardig is aan een van de behandelingen in kolom B van de tabel in bijlage XXVII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;

11.

eiproducten bevatten die een specifieke risicobeperkende behandeling hebben ondergaan die ten minste gelijkwaardig is aan een van de behandelingen in de tabel in bijlage XXVIII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692(3).

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in deze verklaring ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Deel I:

Vak I.6:

Facultatief in het geval van producten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten.

Vak I.13:

Facultatief in het geval van producten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten.

Vak I.15:

Facultatief in het geval van producten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten.

Vak I.16:

Facultatief in het geval van producten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten.

Vak I.18:

Vink “gekoeld” aan wanneer het houdbare samengestelde product omwille van de organoleptische kwaliteit gekoeld moet worden vervoerd.

Vak I.19:

Facultatief in het geval van producten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten.

Vak I.27:

Indien de particuliere verklaring betrekking heeft op meerdere samengestelde producten, moet de omschrijving van de goederen in vak I.27 voor elk samengesteld product duidelijk en afzonderlijk worden vermeld (één regel per product).

Beschrijving van de zending:

 

“Type verpakking”: geef het type verpakking aan overeenkomstig de definitie in aanbeveling 21 (9) van UN/Cefact (Centrum van de Verenigde Naties voor de bevordering van handel en elektronisch zakendoen).

 

“Nettogewicht”: geef de massa van elk samengesteld product aan waarop de particuliere verklaring betrekking heeft. Deze gegevens zijn nodig om het totale nettogewicht in vak I.26 te berekenen.

 

“Verwerkingsbedrijf”: geef het registratienummer of adres aan van de fabriek waar het samengestelde eindproduct wordt geproduceerd.

 

Datum

 

Hoedanigheid en titel van de importeur

 

 

Stempel

 

Handtekening

 

(1)

Vermeld de ingrediënten in afnemende volgorde van gewicht. Bepaalde ingrediënten mogen naargelang het geval als zuivelproducten, visserijproducten, eiproducten of producten van niet-dierlijke oorsprong worden gegroepeerd.

(2)

Vermeld het erkenningsnummer van de inrichting(en) die de verwerkte producten van dierlijke oorsprong in het samengestelde product heeft (hebben) geproduceerd en het derde land of gebied, of de zone daarvan, of de lidstaat van de EU, waar de erkende inrichting(en) is (zijn) gevestigd, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 853/2004 en zoals vermeld door de invoerende exploitant van het levensmiddelenbedrijf.

(3)

Schrappen indien niet van toepassing.

(4)

Alleen indien:

a)

het derde land of gebied, of de zone daarvan, van oorsprong van het samengestelde product (ISO-landcode als vermeld in vak I.7 van deel I van de verklaring) in de lijst in bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 (44) is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van rauwe melk en zuivelproducten die niet onderworpen zijn aan een risicobeperkende behandeling,

en

b)

de (in deel II, punt 5, van de verklaring vermelde) erkende inrichting van oorsprong van de rauwe melk of het zuivelproduct zich bevindt:

i)

in een derde land of gebied dat of een zone daarvan die is opgenomen in de lijst voor de binnenkomst in de Unie van rauwe melk en zuivelproducten die niet onderworpen zijn aan een risicobeperkende behandeling in bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404; of

ii)

in de Unie.

(5)

Alleen indien:

a)

het derde land of gebied, of de zone daarvan, van oorsprong van het samengestelde product (ISO-landcode als vermeld in vak I.7 van deel I van de verklaring) in de lijst in bijlage XVIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van zuivelproducten die onderworpen zijn aan een risicobeperkende behandeling,

en

b)

de (in deel II, punt 5, van de verklaring vermelde) erkende inrichting van oorsprong van de rauwe melk of het zuivelproduct zich bevindt:

i)

in een derde land of gebied dat of een zone daarvan die is opgenomen in de lijst voor de binnenkomst in de Unie van rauwe melk en/of zuivelproducten in bijlage XVII of XVIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404; of

ii)

in de Unie.

(6)

Indien:

a)

het derde land of gebied, of de zone daarvan, van oorsprong van het samengestelde product (ISO-landcode als vermeld in vak I.7 van deel I van de verklaring) niet is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van rauwe melk en/of zuivelproducten in bijlage XVII of XVIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404,

en

b)

de (in punt 5 van deel II van de verklaring vermelde) erkende inrichting van oorsprong van het zuivelproduct zich bevindt:

i)

in een derde land of gebied dat of een zone daarvan die is opgenomen in de lijst voor de binnenkomst in de Unie van rauwe melk en/of zuivelproducten in bijlage XVII of XVIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404; of

ii)

in de Unie.

(7)

Importeur: Vertegenwoordiger van de invoerende exploitanten van levensmiddelenbedrijven als vastgesteld in artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 18).”.

(1)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong. (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(4)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).

(6)  Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).

(7)  Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).

(8)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

(9)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 18).

(10)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(11)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(12)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong. (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(13)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).

(14)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen of regio’s daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 118).

(15)  Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).

(16)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).

(17)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 1).

(18)  Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).

(19)  Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).

(20)  Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

(21)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

(22)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).

(23)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 1).

(24)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 211).

(25)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/260 van de Commissie van 11 februari 2021 tot goedkeuring van nationale maatregelen ter beperking van het effect van bepaalde ziekten bij waterdieren overeenkomstig artikel 226, lid 3, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Besluit 2010/221/EU van de Commissie (PB L 59 van 19.2.2021, blz. 1).

(26)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor aquacultuurinrichtingen en vervoerders van waterdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 345).

(27)  Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).

(28)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).

(29)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(30)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(31)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong. (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(32)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).

(33)  Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

(34)  Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

(35)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).

(36)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong. (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(37)  Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).

(38)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen of regio’s daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 118).

(39)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 1).

(40)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(41)  Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

(42)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

(43)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).

(44)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 1).


Top