This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32022D0484
Commission Implementing Decision (EU) 2022/484 of 23 March 2022 providing for derogations from Regulation (EU) No 1307/2013 of the European Parliament and of the Council and from Commission Delegated Regulation (EU) No 639/2014 as regards the implementation of certain conditions relating to the greening payment for claim year 2022 (notified under document C(2022) 1875)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/484 van de Commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van de mogelijkheid om af te wijken van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie wat betreft de uitvoering van bepaalde voorwaarden in verband met de vergroeningsbetaling voor het claimjaar 2022 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 1875)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/484 van de Commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van de mogelijkheid om af te wijken van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie wat betreft de uitvoering van bepaalde voorwaarden in verband met de vergroeningsbetaling voor het claimjaar 2022 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 1875)
C/2022/1875
PB L 98 van 25.3.2022, p. 105–107
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
25.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 98/105 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/484 VAN DE COMMISSIE
van 23 maart 2022
tot vaststelling van de mogelijkheid om af te wijken van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie wat betreft de uitvoering van bepaalde voorwaarden in verband met de vergroeningsbetaling voor het claimjaar 2022
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 1875)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (1), en met name artikel 69, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Titel III, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 voorziet in een betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken (“vergroeningsbetaling”). Deze praktijken omvatten gewasdiversificatie op grond van artikel 43, lid 2, punt a), en ecologische aandachtsgebieden op grond van artikel 43, lid 2, punt c), van die verordening. Nadere regels inzake die praktijken zijn vastgelegd in hoofdstuk 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie (2). |
(2) |
Krachtens artikel 44, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 moet braakliggend land, voor de toepassing van de gewasdiversificatie, worden beschouwd als een ander gewas dan grassen of andere kruidachtige voedergewassen. Dit impliceert dat land waarop is gegraasd of geoogst voor productiedoeleinden, niet als braakliggend land kan worden beschouwd. |
(3) |
Krachtens artikel 46, lid 2, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) nr. 1307/2013 mag braakliggend land als ecologisch aandachtsgebied worden beschouwd. Op braakliggend land dat als ecologisch aandachtsgebied kan worden aangemerkt, mag op grond van artikel 45, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 geen landbouwproductie plaatsvinden en is op grond van artikel 45, lid 10 ter, van die verordening het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verboden. |
(4) |
De Russische invasie in Oekraïne op 24 februari 2022 heeft geleid tot een forse stijging van de grondstofprijzen en heeft een impact op vraag en aanbod van landbouwproducten. Om deze situatie het hoofd te bieden, moet het landbouwproductiepotentieel van de Unie voor zowel de voedsel- als de voedervoorziening worden vergroot. |
(5) |
Arealen braakland blijven bouwland dat geschikt is voor de productie van gewassen en dat onmiddellijk voor de productie van levensmiddelen en diervoeders kan worden gebruikt, zij het in verschillende mate, afhankelijk van de omstandigheden, zoals de bodemkwaliteit. Opdat landbouwers voor de voedselproductie en het voederen van dieren zo veel mogelijk kunnen gebruikmaken van hun beschikbare arealen, moeten de lidstaten bijgevolg toestemming krijgen om voor het claimjaar 2022 af te wijken van de voorwaarden in verband met de vergroeningsbetaling, met inbegrip van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, ten aanzien van braakliggend land dat is aangegeven ter naleving van de vereisten inzake gewasdiversificatie en ecologische aandachtsgebieden overeenkomstig artikel 44, lid 4, respectievelijk artikel 46, lid 2, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) nr. 1307/2013. |
(6) |
Dit besluit mag slechts voorzien in afwijkingen van de verplichtingen inzake gewasdiversificatie en ecologische aandachtsgebieden voor zover en zolang dat strikt noodzakelijk is. De afwijkingen moeten worden beperkt tot het claimjaar 2022 en moeten erop gericht zijn de gevolgen voor het aanbod van en de vraag naar landbouwproducten aan te pakken door een uitbreiding toe te staan van het totale bouwland dat voor de productie van levensmiddelen en diervoeders beschikbaar is. |
(7) |
Wanneer de lidstaten een besluit inzake de toepassing van de afwijkingen nemen, moeten zij terdege rekening houden met de doelstellingen van de klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken en in het bijzonder met de noodzaak om de bodemkwaliteit, de kwaliteit van de natuurlijke hulpbronnen en de biodiversiteit voldoende te beschermen, met name tijdens de meest gevoelige perioden, i.e. de bloeitijd en de broedtijd voor vogels. |
(8) |
Om te waarborgen dat de bij dit besluit toegestane afwijkingen effectief zijn om de nagestreefde doelstellingen te halen, namelijk de matiging van de stijgende grondstofprijzen en van de gevolgen voor vraag en aanbod, moeten de lidstaten hun besluiten inzake de toepassing van de afwijkingen binnen 21 dagen na de datum van kennisgeving van het onderhavige besluit nemen en moeten zij hun besluiten binnen zeven dagen na de datum waarop ze zijn genomen, aan de Commissie meedelen. |
(9) |
Om de Commissie in staat te stellen de correcte toepassing van de bij het onderhavige besluit toegestane afwijkingen en de effecten ervan te monitoren, moeten de lidstaten informatie verstrekken over het aantal bedrijven en het aantal hectaren waarvoor van de afwijkingen wordt gebruikgemaakt. Deze informatie moet uiterlijk op 15 december 2022 beschikbaar worden gesteld aan de Commissie met behulp van de bestaande rapporteringsinstrumenten. |
(10) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor rechtstreekse betalingen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluiten tot afwijking van bepaalde voorwaarden in verband met de vergroeningsbetaling voor het claimjaar 2022
1. In afwijking van artikel 44, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 kunnen de lidstaten voor het claimjaar 2022 besluiten dat braakliggend land als een afzonderlijk gewas wordt beschouwd, ook al is er op dat land gegraasd of geoogst voor productiedoeleinden of is het beteeld.
2. In afwijking van artikel 45, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 kunnen de lidstaten voor het claimjaar 2022 besluiten dat braakliggend land als ecologisch aandachtsgebied wordt beschouwd op grond van artikel 46, lid 2, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) nr. 1307/2013, ook al is er op dat land gegraasd of geoogst voor productiedoeleinden of is het beteeld. De in bijlage X bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 vastgestelde wegingsfactor voor braakliggend land is van toepassing.
In afwijking van artikel 45, lid 10 ter, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 kunnen de lidstaten, wanneer zij gebruikmaken van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde afwijking, ook besluiten het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen toe te staan op arealen waarop wordt gegraasd of geoogst voor productiedoeleinden of die worden beteeld.
Artikel 2
Uiterste termijn
De in artikel 1 bedoelde besluiten worden binnen 21 dagen na de datum van kennisgeving van het onderhavige besluit genomen.
Artikel 3
Kennisgevingen
1. Een krachtens artikel 1 genomen besluit wordt uiterlijk zeven dagen na de datum waarop het is genomen, door de lidstaat aan de Commissie gemeld.
2. Uiterlijk op 15 december 2022 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van het aantal bedrijven dat heeft gebruikgemaakt van de in artikel 1 vastgestelde afwijkingen, en van het aantal hectaren waarop die afwijkingen zijn toegepast.
Artikel 4
Adressaten
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 23 maart 2022.
Voor de Commissie
Janusz WOJCIECHOWSKI
Lid van de Commissie
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die Verordening (PB L 181 van 20.6.2014, blz. 1).