Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011R0444

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 444/2011 van de Raad van 5 mei 2011 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika tot vanuit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld tot biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot beëindiging van het onderzoek naar de vanuit Singapore verzonden biodiesel

    PB L 122 van 11.5.2011, p. 12–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2011/444/oj

    11.5.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 122/12


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 444/2011 VAN DE RAAD

    van 5 mei 2011

    tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika tot vanuit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld tot biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot beëindiging van het onderzoek naar de vanuit Singapore verzonden biodiesel

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name artikel 13, lid 3,

    Gezien het voorstel dat de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité heeft ingediend,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1.   PROCEDURE

    1.1.   Geldende maatregelen

    (1)

    De Commissie heeft bij Verordening (EG) nr. 193/2009 (2) van de Raad een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (VSA).

    (2)

    Bij Verordening (EG) nr. 599/2009 (3) („de definitieve verordening”) heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld van 0 EUR tot 198 EUR per ton op biodiesel, zoals omschreven in artikel 1, lid 1, van de genoemde Verordening („het betrokken product”), van oorsprong uit de VSA („de bestaande maatregelen”). Het onderzoek dat tot vaststelling van de definitieve verordening heeft geleid, wordt hierna „het oorspronkelijke onderzoek” genoemd.

    (3)

    Er wordt op gewezen dat de Raad bij Verordening (EG) nr. 598/2009 (4) een definitief compenserend recht van 211,2 EUR tot 237 EUR per ton op de invoer van het betrokken product heeft ingesteld.

    1.2.   Verzoek

    (4)

    Op 30 juni 2010 heeft de Commissie een verzoek ontvangen, ingediend op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening, om een onderzoek te openen naar de mogelijke ontwijking van de ten aanzien van de invoer van het betrokken product ingestelde antidumpingmaatregelen. Het verzoek werd ingediend door de European Biodiesel Board („EBB”) namens de biodieselproducenten in de Unie.

    (5)

    In het verzoek werd aangevoerd dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van het betrokken product werden ontweken door verzendingen via Canada en Singapore en door de uitvoer van biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel.

    (6)

    In het verzoek werd aangevoerd dat de structuur van het handelsverkeer bij de uitvoer uit de VSA, Canada en Singapore naar de Unie na de instelling van maatregelen ten aanzien van het betrokken product sterk was veranderd en dat hiervoor afgezien van de instelling van het recht geen afdoende reden of rechtvaardiging bestaat. Deze verandering in de structuur van het handelsverkeer werd kennelijk veroorzaakt door de verzending van het betrokken product via Canada en Singapore.

    (7)

    Voorts werd aangevoerd dat na de instelling van de maatregelen biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel uit de VSA naar de Unie was uitgevoerd om kennelijk te profiteren van de in de beschrijving van het betrokken product genoemde drempel.

    (8)

    Verder werd in het verzoek aangevoerd dat de corrigerende werking van de voor het betrokken product bestaande antidumpingmaatregelen werd ondermijnd, zowel wat de hoeveelheden als wat de prijzen betreft. In plaats van het betrokken product zouden nu significante hoeveelheden biodiesel in zuivere vorm of in mengsels bevattende 20 of meer gewichtsprocenten biodiesel uit Canada en Singapore en biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel worden ingevoerd. Bovendien waren er voldoende aanwijzingen dat deze toegenomen invoer plaatsvond tegen prijzen die veel lager waren dan de geen schade veroorzakende prijs die werd vastgesteld in het kader van het onderzoek dat tot de bestaande maatregelen heeft geleid.

    (9)

    Ten slotte werd in het verzoek aangevoerd dat de prijzen van het betrokken product op dezelfde manier werden gesubsidieerd als eerder is vastgesteld.

    1.3.   Opening van het onderzoek

    (10)

    Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie was gekomen dat er voldoende voorlopig bewijsmateriaal was om op grond van artikel 13 van de basisverordening een onderzoek te openen, heeft zij bij Verordening (EU) nr. 720/2010 (5) („de openingsverordening”) een onderzoek geopend. Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening heeft de Commissie de douaneautoriteiten door middel van de openingsverordening ook de opdracht gegeven tot registratie van de invoer vanuit Canada en Singapore en de invoer van oorsprong uit de VSA van biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong.

    (11)

    De Commissie heeft door middel van Verordening (EU) nr. 721/2010 (6) gelijktijdig een onderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van compenserende maatregelen ten aanzien van biodiesel van oorsprong uit de VSA, door de invoer van vanuit Canada en Singapore verzonden biodiesel en door de invoer van biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de VSA.

    1.4.   Onderzoek

    (12)

    De Commissie heeft de autoriteiten van de VSA, Canada en Singapore officieel van de procedure in kennis gesteld. Zij heeft vragenlijsten gezonden aan de haar bekende producenten/exporteurs in de VSA, Canada en Singapore. Belanghebbende partijen werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in de openingsverordening vermelde termijn hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord.

    (13)

    De volgende ondernemingen hebben antwoorden op de vragenlijst ingediend, waarna bij de ondernemingen ter plaatse een controle werd uitgevoerd:

     

    Producenten/exporteurs in Canada:

    BIOX Corporation

    Rothsay Biodiesel

     

    Handelaren in Singapore:

    Trafigura Pte Ltd

    Wilmar Trading Pte Ltd

     

    Producenten/exporteurs in de VSA:

    Archer Daniels Midland Company

    BP Products North America Inc.

    Louis Dreyfus Corporation

     

    Verbonden importeurs:

    BP Oil International Limited

    Cargill BV

    (14)

    Bovendien zijn ter plaatse controles uitgevoerd bij de bevoegde autoriteiten van de Canadese en van de Singaporese regering.

    1.5.   Onderzoektijdvak

    (15)

    Het onderzoek had betrekking op de periode van 1 april 2009 tot en met 30 juni 2010 („het OT”). Er zijn gegevens verzameld voor het tijdvak vanaf 2008 tot het einde van het OT teneinde de beweerde verandering in de structuur van het handelsverkeer te onderzoeken.

    2.   PRODUCT DAT HET ONDERWERP IS VAN HET ONDERZOEK NAAR ONTWIJKING

    (16)

    Bij het bij de mogelijke ontwijking betrokken product, d.w.z. het product waarop het oorspronkelijke onderzoek betrekking had, gaat het om door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als „biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, thans vallende onder de GN-codes ex 1516 20 98, ex 1518 00 91, ex 1518 00 99, ex 2710 19 41, 3824 90 91 en ex 3824 90 97, van oorsprong uit de VSA.

    (17)

    Het onderzoek naar ontwijking heeft betrekking op twee producten. Met betrekking tot de vermoedelijke verzending via Canada en Singapore is het onderzochte product gelijk aan het hierboven omschreven in het oorspronkelijke onderzoek onderzochte product, als beschreven in de voorgaande overweging. Met betrekking tot de directe verzending vanuit de VSA, is het onderzochte product biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de VSA.

    3.   INVOER VAN BIODIESEL IN DE UNIE EN UITVOER VANUIT DE VSA

    (18)

    Na de instelling van de voorlopige antidumpingmaatregelen in maart 2009, heeft er vrijwel geen invoer van het betrokken product meer plaatsgevonden. De onderstaande tabel geeft een samenvatting van de situatie weer:

    Invoer van biodiesel en van bepaalde biodieselmengsels in de Europese Unie

    onder GN-code 3824 90 91 (in t)

     

    2008

    aandeel

    2009

    aandeel

    OT

    aandeel

    Verenigde Staten

    1 487 790

    83,62 %

    381 227

    22,29 %

    24

    0,00 %

    Canada

    1 725

    0,10 %

    140 043

    8,19 %

    197 772

    9,28 %

    Singapore

    179

    0,01 %

    20 486

    1,20 %

    32 078

    1,50 %

    Bron: Eurostat

    (19)

    De bovenstaande gegevens van Eurostat betreffen alle biodiesel die 96,5 % of meer esters bevat.

    (20)

    Ter vergelijking, doen de VSA als volgt verslag over de uitvoer van biodiesel en mengsels van biodiesel onder code HTS 3824 90 40 00 (mengsels van vetstoffen van dierlijke of plantaardige oorsprong):

    VS-uitvoer van biodiesel en van biodieselmengsels

    onder HTS-code 3824 90 40 00 (in t)

     

    2008

    2009

    OT

    Europese Unie

    2 241 473

    335 577

    358 291

    Canada

    967

    128 233

    161 841

    Singapore

    311

    42 056

    27 415

     

    2 242 751

    505 866

    547 547

    Bron: US Department of Commerce

    (21)

    Uit vergelijking van de twee bovenstaande tabellen kan worden afgeleid dat de hoeveelheid van 358 291 t die tijdens het OT naar de Unie is uitgevoerd, mengsels bevattende 96,5 % of minder biodiesel betreft.

    4.   CANADA

    4.1.   Algemene overwegingen

    (22)

    De producenten/exporteurs in Canada hebben in hoge mate meegewerkt. Twee producenten, die ongeveer 90 % van de Canadese productie van biodiesel vertegenwoordigen, hebben de vragenlijst beantwoord en hun volledige medewerking aan het onderzoek verleend. Bovendien hebben de Canadian Renewable Fuels Association en de desbetreffende autoriteiten van de Canadese regering hun medewerking aan het onderzoek verleend.

    (23)

    Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de basisverordening moest worden nagegaan of er sprake was van ontwijking door achtereenvolgens te bekijken of zich een verandering in de structuur van het handelsverkeer tussen de VSA, Canada en de Unie had voorgedaan, of deze verandering het gevolg was van praktijken, processen of werkzaamheden waarvoor, afgezien van de instelling van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestond, of uit bewijsmateriaal bleek dat er sprake was van schade of dat de corrigerende werking van het recht, gezien de prijzen en/of de hoeveelheden van het soortgelijke product, werd ondermijnd, en of uit bewijsmateriaal bleek dat dumping plaatsvond ten aanzien van de voor het soortgelijke product eerder vastgestelde normale waarden.

    4.2.   Verandering in de structuur van het handelsverkeer

    4.2.1.   Invoer in de Unie

    (24)

    De invoer van biodiesel vanuit de VSA is gedaald van 1 487 790 t in 2008 naar 381 227 t in 2009 en tot vrijwel nihil tijdens het OT.

    (25)

    Volgens de gegevens van Eurostat is tussen 2008 en het eind van het OT de totale invoer van biodiesel uit Canada in de Unie daarentegen aanzienlijk gestegen van 1 725 t in 2008 tot 140 043 t in 2009 en 197 772 t tijdens het OT.

    4.2.2.   Uitvoer van biodiesel uit de VSA naar Canada

    (26)

    Voor de verkoop van biodiesel tussen de VSA en Canada gelden geen douanerechten of andere invoerbeperkingen.

    (27)

    Volgens de statistieken van de VSA is de uitvoer van biodiesel van de VSA naar Canada gestegen van 967 t in 2008 naar 128 233 t in 2009 en 161 841 t tijdens het OT.

    (28)

    Een vergelijking van de door de autoriteiten van de VSA verstrekte uitvoerstatistieken en de ter plaatse door de Canadese autoriteiten verstrekte invoerstatistieken liet op maandbasis aanzienlijke verschillen zien. Volgens de statistieken van Canada is de invoer van biodiesel vanuit de VSA gestegen van 11 757 t in 2008 naar 18 673 t in 2009 en 174 574 t tijdens het OT.

    (29)

    Volgens de Canadese autoriteiten bestaat er geen specifieke code voor biodiesel. Zij merkten op dat Canada en de VSA invoergegevens uitwisselen om te gebruiken als hun respectieve uitvoergegevens. In dat geval zouden de zescijferige Canadese invoergegevens overeen moeten stemmen met de uitvoergegevens van de VSA, hetgeen voor code HTS 38.24.90 ook grotendeels het geval is. Voor de cijfers achter de zescijferige code hebben zij echter elk hun eigen classificatiesysteem. Tevens moet worden opgemerkt dat de Canadese statistieken slechts de door de douane ingeklaarde invoer betreffen en niet de overgeladen goederen.

    (30)

    Concluderend kan worden gesteld dat het ondanks de verschillen tussen de twee bronnen van gegevens duidelijk is dat de uitvoer van de VSA van biodiesel naar Canada tussen 2008 en het eind van het OT is gestegen, met name na de instelling van de antidumpingmaatregelen. De Canadese markt voor biodiesel is momenteel niet in staat dergelijke hoeveelheden biodiesel af te nemen. Producenten van echte Canadese biodiesel richten zich bovendien op de uitvoer.

    4.2.3.   Productie in Canada en de verkoop van echte Canadese biodiesel naar de Unie

    (31)

    De twee medewerkende producenten in Canada hebben tijdens het OT geen biodiesel vanuit de VSA of van andere bronnen gekocht.

    (32)

    De productie van biodiesel staat in Canada nog in de kinderschoenen. Tijdens het OT waren er in Canada zes productiefaciliteiten; de twee productiefaciliteiten in het oosten van Canada, die feitelijk in eigendom zijn van en beheerd worden door de twee medewerkende producenten, zijn alleen al goed voor ongeveer 90 % van de totale productie.

    (33)

    Van de door de medewerkende producenten verkochte productiehoeveelheden werd bepaald dat de verkoop plaatsvond aan eindgebruikers die zich daadwerkelijk in Noord-Amerika, d.w.z. in de VSA of Canada, bevonden. De rest van de verkoop ging naar afnemers die de goederen verhandelden en/of vermengden met andere biodiesel. De twee ondernemingen wisten niet of de afnemers de producten naar de Unie verkochten als Canadese biodiesel, of zij deze vermengden, dan wel of de biodiesel aan eindgebruikers in de VSA of Canada werd verkocht.

    (34)

    Zelfs in het uitzonderlijke geval dat alle echte Canadese biodiesel in de Unie terecht zou komen, zou die hoeveelheid slechts 20 % uitmaken van de totale invoer tijdens het OT naar de markt van de Unie vanuit Canada.

    4.3.   Conclusie over de verandering in de structuur van het handelsverkeer

    (35)

    Uit een vergelijking van de statistieken met de van de medewerkende producenten verkregen gegevens bleek dat de Canadese producenten van biodiesel de uit Canada naar de Unie uitgevoerde hoeveelheid niet konden hebben geproduceerd. Dit wijst er dus sterk op dat de gestegen invoer vanuit Canada in de Unie te maken heeft met de uitvoer van via Canada verzonden biodiesel uit de VSA.

    (36)

    De algehele daling van de uitvoer van de VSA naar de Unie vanaf 2008 en de gelijktijdige stijging van de uitvoer uit Canada naar de Unie, alsmede de uitvoer vanuit de VSA naar Canada na het instellen van de oorspronkelijke maatregelen kunnen derhalve als een verandering in de structuur van het handelsverkeer worden beschouwd.

    4.4.   Geen andere afdoende reden of economische rechtvaardiging dan de instelling van het antidumpingrecht

    (37)

    Het onderzoek heeft geen andere afdoende reden of economische rechtvaardiging voor de verzending na overlading aan het licht gebracht dan de ontwijking van de betaling van het geldende antidumpingrecht op biodiesel van oorsprong uit de VSA.

    4.5.   Ondermijning van de corrigerende werking van het antidumpingrecht

    (38)

    De gegevens van Eurostat werden gebruikt om na te gaan of de ingevoerde producten, gezien de hoeveelheden, de corrigerende werking van de geldende antidumpingmaatregelen voor de invoer van biodiesel uit de VSA ondermijnden. De hoeveelheden en prijzen van de uitvoer vanuit Canada werden vergeleken met de in het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde schademarge.

    (39)

    Zoals reeds vermeld, steeg de invoer vanuit Canada naar de Unie van 1 725 t in 2008 naar 197 772 t in het OT; dit laatste komt neer op een aandeel van 9,2 % van de invoer. De toename van de invoer vanuit Canada kan niet als onaanzienlijk worden beschouwd gezien de in het oorspronkelijke onderzoek bepaalde grootte van de markt van de Unie. Gezien het in het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde, geen schade veroorzakende prijspeil is gebleken dat tijdens het OT de Canadese invoer in de Unie tot een prijsbederf van ongeveer 50 % heeft geleid, waarbij de verkoopprijzen van de producenten in de Unie met ongeveer 40 % werden onderboden.

    (40)

    Daarom werd geconcludeerd dat, gezien de hoeveelheden en de prijzen, de maatregelen worden ondermijnd.

    4.6.   Bewijs voor dumping

    (41)

    Overeenkomstig artikel 13, leden 1 en 2, van de basisverordening is onderzocht of dumping kon worden aangetoond ten aanzien van de in het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde normale waarde.

    (42)

    In het oorspronkelijke onderzoek werd de normale waarde vastgesteld op basis van de prijzen op de binnenlandse markt in het kader van normale handelstransacties, of — wanneer er geen sprake was van binnenlandse verkoop of wanneer de binnenlandse verkoop niet in het kader van normale handelstransacties plaatsvond — berekend op basis van de productiekosten, vermeerderd met een redelijke winstmarge.

    (43)

    Voor het vaststellen van de uitvoerprijzen vanuit Canada werd uitgegaan van de door Eurostat gerapporteerde gemiddelde invoerprijs van biodiesel tijdens het OT.

    (44)

    Met het oog op een billijke vergelijking tussen de normale waarde en de uitvoerprijs werden overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening correcties toegepast om rekening te houden met verschillen die van invloed zijn op de prijzen en de vergelijkbaarheid van de prijzen. Dientengevolge werden, bij gebrek aan informatie met betrekking tot een aantal kostenposten, slechts de vervoers- en verzekeringskosten op basis van de waargenomen gemiddelde kosten voor vervoer over zee van biodiesel van de VSA naar de Unie tijdens het oorspronkelijke onderzoektijdvak, afgetrokken van de door Eurostat gehanteerde cif-prijzen, teneinde te komen tot de fob-prijzen, grens Canada.

    (45)

    Overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening werd de dumping berekend door de gewogen gemiddelde normale waarde die tijdens het oorspronkelijke onderzoek was vastgesteld, te vergelijken met de gewogen gemiddelde uitvoerprijzen in het OT, uitgedrukt in procenten van de cif-prijs, grens Unie, vóór inklaring.

    (46)

    Uit de vergelijking bleek dat er sprake was van dumping.

    4.7.   Conclusie

    (47)

    In het onderzoek werd geconcludeerd dat de definitieve antidumpingrechten op biodiesel van oorsprong uit de VSA werden ontweken, op een wijze zoals omschreven in artikel 13 van de basisverordening, door overlading via Canada.

    5.   SINGAPORE

    (48)

    Twee in Singapore gevestigde handelaren hebben hun medewerking aan het onderzoek verleend. Bovendien hebben de relevante autoriteiten van Singapore hun medewerking verleend.

    (49)

    De criteria om te beoordelen of er sprake was van ontwijking zijn in overweging 23 beschreven.

    (50)

    Volgens cijfers van Eurostat is de totale uitvoer van biodiesel vanuit Singapore naar de Unie gestegen van 179 t in 2008 tot 20 486 t in 2009 en tot 32 078 t in het OT. De uitvoer van de VSA naar Singapore is in dezelfde periode eveneens gestegen.

    (51)

    Volgens de relevante autoriteiten van de regering van Singapore wordt de plaatselijk geproduceerde biodiesel vooral binnen Singapore verkocht om te voorzien in de binnenlandse vraag. Zij constateren echter dat de bedrijfstak in Singapore groeit, gezien de recente bouw van nieuwe productiefaciliteiten.

    (52)

    De uitvoer vanuit Singapore is altijd gering geweest. De invoer van biodiesel in de Unie werd nauwkeurig onderzocht in de gegevensbank die de in artikel 14, lid 6, bedoelde gegevens bevat en werd gecontroleerd bij de nationale douaneautoriteiten. De invoer blijkt in enkele pieken te zijn verlopen. De analyse toonde aan dat het merendeel van deze invoer daadwerkelijk van Singaporese oorsprong was. Toch kon niet van alle invoer de oorsprong worden achterhaald.

    (53)

    In vergelijking met het in het oorspronkelijke onderzoek vastgelegde verbruik in de Unie bleken de vanuit Singapore naar de Unie ingevoerde hoeveelheden waarvan de oorsprong niet kon worden achterhaald, zeer gering te zijn. Bovendien is het aandeel van die hoeveelheden in het verbruik van de Unie te verwaarlozen, rekening houdend met de schatting door de EBB dat het verbruik in de Unie sinds het oorspronkelijke onderzoek aanzienlijk is gestegen.

    (54)

    Gezien het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de corrigerende werking van de antidumpingmaatregelen gezien de hoeveelheden verzonden vanuit Singapore niet werd ondermijnd.

    (55)

    Ten aanzien van de overlading kan worden opgemerkt dat Singapore bekend staat als een grote overslaghaven in Azië, waar schepen uit de regio aanmeren om goederen over te laden in schepen die onder meer naar Europa varen. Uit dit onderzoek is gebleken dat een van de medewerkende handelaren biodiesel van Maleisische of Indonesische oorsprong via Singapore heeft overgeladen voor een eindbestemming in de Unie. Tijdens het OT heeft deze handelaar alleen al een aanzienlijke hoeveelheid biodiesel door middel van overlading in Singapore naar de Unie uitgevoerd; de douane heeft de biodiesel in de Unie ingeklaard met Maleisië of Indonesië als oorsprong. Bij de controle zijn geen aanwijzingen gevonden om de aangegeven Indonesische of Maleisische oorsprong ter discussie te stellen.

    (56)

    Gezien het voorgaande moet het onderzoek naar de mogelijke ontwijking van antidumpingmaatregelen door de invoer van biodiesel, verzonden vanuit Singapore, worden beëindigd.

    6.   VSA

    6.1.   Opmerkingen vooraf

    (57)

    Vijf producenten uit de VSA van biodiesel of mengsels van biodiesel hebben hun medewerking aan het onderzoek verleend; drie daarvan waren opgenomen in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek. De regering van de VSA heeft medewerking verleend door uitvoerstatistieken te verstrekken en hun interpretatie van de statistieken te geven.

    (58)

    De drie producenten die in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek waren opgenomen, hadden na de instelling van definitieve maatregelen de uitvoer van biodiesel gestaakt.

    (59)

    Slechts een van de vijf medewerkende ondernemingen, BP North America, die geen medewerking heeft verleend aan het oorspronkelijke onderzoek, voerde tijdens het OT mengsels bevattende 20 gewichtsprocenten of minder biodiesel („B20 en lager”) naar de Unie uit.

    (60)

    De National Biodiesel Board („NBB”), die de bedrijfstak voor biodiesel van de VSA vertegenwoordigt, voerde aan dat op een product dat volgens hen expliciet niet onder de productomschrijving van de bestaande maatregelen valt, geen antidumpingmaatregelen van toepassing kunnen zijn zonder een nieuw antidumpingonderzoek. De NBB voerde aan dat de definitieve verordening het „betrokken product” en het „soortgelijk product” in duidelijke bewoordingen heeft omschreven als biodiesel of biodiesel in mengsels met een gehalte aan biodiesel van meer dan 20 % biodiesel. Volgens de NBB was dit geen kunstmatige drempel, maar een drempel die de feitelijke situatie op de markt ten tijde van het oorspronkelijke onderzoek weergaf. Er werd bijvoorbeeld geconstateerd dat het met de drempel van 20 % mogelijk was een duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende soorten mengsels die op de VS-markt verkrijgbaar waren.

    (61)

    Volgens de NBB en andere belanghebbende partijen kan een anti-ontwijkingsonderzoek de antidumpingmaatregelen alleen uitbreiden tot een soortgelijk product dat slechts een licht gewijzigd product is in vergelijking met het betrokken product. Ook hier stelde de NBB dat de Raad zelf in de definitieve verordening had vastgelegd dat biodiesel in mengsels bevattende 20 % of minder biodiesel geen soortgelijk product is. Volgens de NBB is er gezien de bepalingen van de basisverordening geen andere mogelijkheid dan het openen van een nieuw onderzoek om te bepalen of deze mengsels aan maatregelen moeten worden onderworpen.

    (62)

    Als antwoord op deze argumenten wordt in de eerste plaats opgemerkt dat de bepalingen inzake ontwijking in artikel 13 van de basisverordening bedoeld zijn om elke poging tot ontduiking van de geldende maatregelen tegen te gaan. Indien voldoende voorlopig bewijsmateriaal voorhanden is om aan te tonen dat ontwijking in de zin van artikel 13, lid 1, van de basisverordening plaatsvindt, opent de Commissie een onderzoek om te bepalen of ontwijking plaatsvindt. Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de basisverordening moet worden uitgemaakt of er sprake was van ontwijking door bv. achtereenvolgens na te gaan of zich een verandering in de structuur van het handelsverkeer tussen de VSA en de Unie had voorgedaan, of deze verandering het gevolg was van praktijken, processen of werkzaamheden waarvoor geen andere afdoende reden of economische rechtvaardiging dan de instelling van het antidumpingrecht bestond, of uit bewijsmateriaal bleek dat er sprake was van schade dan wel of de corrigerende werking van het recht, gezien de prijzen en/of de hoeveelheden van het soortgelijke product, werd ondermijnd.

    (63)

    Er wordt ook op gewezen dat een onderzoek naar ontwijking geen nieuw onderzoek van de productomschrijving uit hoofde van artikel 11, lid 3, van de basisverordening is en de definitie van het betrokken product en het soortgelijk product niet wijzigt. De bepalingen van artikel 13 van de basisverordening vormen de rechtsgrond voor een onderzoek in verband met de vraag of er sprake is van ontwijking ten aanzien van een aan maatregelen onderworpen product.

    (64)

    In dit verband werd in het door de Commissie op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening ontvangen verzoek aangevoerd dat na de instelling van de maatregelen biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel uit de VSA naar de Unie was uitgevoerd, teneinde te profiteren van de in de beschrijving van het betrokken product en het soortgelijk product genoemde drempel. In het onderzoek is nagegaan of een dergelijke praktijk kon worden beschouwd als ontwijking in de zin van artikel 13 van de basisverordening. Ten slotte wordt opgemerkt dat vermoedelijke ontwijkingspraktijken slechts op grond van artikel 13 van de basisverordening kunnen worden onderzocht.

    6.2.   Uitvoer van B20 en lager van de VSA naar de Unie

    (65)

    Zoals vermeld in overweging 20, vallen mengsels bevattende 96,5 % of minder biodiesel in de VSA eveneens onder HTS-code 3824 90 40 00. Volgens de uitvoerstatistieken van de VSA werd er tijdens het OT een hoeveelheid van in totaal 358 291 t van dit soort mengsels naar de Unie uitgevoerd.

    (66)

    BP Products North America („BPNA”) heeft tijdens het OT een aanzienlijk deel van de genoemde hoeveelheid uitgevoerd.

    (67)

    BPNA nam niet deel aan het oorspronkelijke onderzoek, omdat het bedrijf, in reactie op regeringsmandaten in en buiten de VSA en vooruitlopend op een groeiende markt voor biodiesel in de toekomst, pas begin 2009 een aanvang heeft gemaakt met zijn activiteiten inzake biodiesel. BPNA is in december 2009 gestart met de uitvoer naar de Unie. In dit verband wordt eraan herinnerd dat de definitieve maatregelen in juli 2009 werden ingesteld.

    (68)

    In de Unie verkocht BP biodiesel in mengsels bevattende 15 gewichtsprocenten of minder biodiesel („B15”) van oorsprong uit de VSA in Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. In alle gevallen is het product verder vermengd, teneinde rekening te houden met de geldende wetgeving in bepaalde lidstaten ter bevordering van het verbruik van biobrandstoffen aan de pomp, omdat deze brandstoffen tegenwoordig als duurzaam worden beschouwd.

    (69)

    BPNA voerde aan dat mengsels met minder dan 15 % biodiesel voor het betrokken product niet als soortgelijk product kunnen worden beschouwd. De situatie op de markt en de kenmerken zijn zeer verschillend. De logistiek (waaronder vervoersbeperkingen) van de productie en de invoer van mengsels met een lager gehalte is zeer verschillend van die van mengsels met een hoger gehalte. Volgens BPNA worden mengsels met minder dan 15 % wat het vervoer betreft worden aangemerkt als aardolieproduct en niet als chemisch product, hetgeen tot lagere vervoerskosten leidt. BPNA voerde ook aan dat er prestatieverschillen bestaan tussen biodieselmengsels van hogere of lagere graad bij het gebruik in dieselmotoren.

    (70)

    Het doel van een onderzoek naar ontwijking is om na te gaan of de geldende maatregelen zijn ontweken met een biodiesel in een mengsel bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel. Het moge zo zijn dat lagere mengsels leiden tot lagere vervoerskosten. Er wordt echter op gewezen dat een mengsel van B20 en lager in feite slechts een verschillende samenstelling van een mengsel betreft in vergelijking met het productieproces van biodiesel in een mengsel hoger dan B20. De samenstelling van een mengsel is eenvoudig te veranderen. Het maken van B20 en lager wordt slechts beschouwd als een kleine wijziging van het betrokken product, omdat het enige verschil is gelegen in het biodieselgehalte van het mengsel. Ook wordt er op gewezen dat zowel het betrokken product als B20 en lager uiteindelijk voor hetzelfde gebruik in de Unie bestemd waren. Bovendien hebben zowel biodiesel in mengsels van B20 en lager als biodiesel in mengsels hoger dan B20 dezelfde eigenschappen.

    6.3.   Verandering in de structuur van het handelsverkeer

    (71)

    De invoer van het betrokken product vanuit de VSA is gedaald van 1 487 790 t in 2008 naar 381 227 t in 2009 en tot vrijwel nihil tijdens het OT.

    (72)

    In dit verband wordt opgemerkt dat, hoewel er ten tijde van het oorspronkelijke onderzoek in de Unie sprake was van verplichte bijmenging van bv. B5, de uitvoer van B20 of lager vanuit de VSA naar de Unie pas van de grond kwam na de instelling van de definitieve antidumpingmaatregelen. Ten tijde van het oorspronkelijke onderzoek heeft volgens de gegevens van de in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs voornamelijk uitvoer van B99,9 naar de Unie plaatsgevonden. De reden hiervoor was gelegen in het maximaliseren van de subsidie op de uitgevoerde goederen (een accijnsverlaging voor biodiesel van 1 dollar per gallon).

    (73)

    Het lijkt daarom niet waarschijnlijk dat er een andere economische rechtvaardiging dan het ontwijken van de geldende antidumpingmaatregelen bestond om te beginnen met de uitvoer van B20 en lager.

    (74)

    Voor het biodieselgehalte van het mengsel wordt nog steeds subsidie verkregen en de importeur vermijdt de betaling van antidumpingrechten. In dit verband wordt opgemerkt dat het antidumpingrecht op mengsels van toepassing is in verhouding tot de hoeveelheid biodiesel in het mengsel, d.w.z. dat bij invoer van B15 het niet-betaalde antidumpingrecht kan oplopen tot ongeveer 26 EUR per ton.

    6.4.   Geen andere afdoende reden of economische rechtvaardiging dan de instelling van het antidumpingrecht

    (75)

    Volgens BPNA is biodiesel onder B15 niet specifiek bedacht om rechten te vermijden. De onderneming voerde aan dat zij niet deelnam aan het oorspronkelijke onderzoek, omdat zij, in reactie op regeringsmandaten zowel in als buiten de VSA en vooruitlopend op een actieve markt voor biodiesel in de toekomst, begin 2009 een aanvang heeft gemaakt met haar activiteiten inzake biodiesel. De specifieke structuur van de onderneming wereldwijd, haar activiteiten als aardoliemaatschappij en haar logistieke aanwezigheid in de VSA hebben ertoe geleid dat het een logische commerciële beslissing was om te vermengen in de VSA en uit te voeren naar de Unie. De uitgevoerde mengsels betroffen altijd B15 of lager vanwege de minder strenge veiligheidseisen: een mengsel tot en met B15 wordt volgens de zeevaartregelgeving niet als chemisch product beschouwd.

    (76)

    Het is opgevallen dat de activiteiten van deze onderneming wat de uitvoer naar de Unie betreft pas zijn begonnen na de instelling van maatregelen. Daarom wordt geoordeeld dat er geen andere afdoende reden of economische rechtvaardiging is voor de verzending na overlading dan het vermijden van de betaling van het geldende antidumpingrecht op biodiesel van oorsprong uit de VSA.

    6.5.   Ondermijning van de corrigerende werking van het antidumpingrecht

    (77)

    Wat het geen schade veroorzakende prijspeil in het oorspronkelijke onderzoek betreft, is gebleken dat tijdens het OT de invoer van B20 en lager uit de VSA in de Unie tot prijsonderbieding en prijsbederf heeft geleid. De invoer van B20 en lager is pas begonnen na de instelling van de definitieve antidumpingmaatregelen en de betrokken hoeveelheden zijn niet onaanzienlijk.

    (78)

    Daarom werd geconcludeerd dat, gezien de hoeveelheden en de prijzen, de maatregelen worden ondermijnd.

    6.6.   Bewijs voor dumping

    (79)

    Overeenkomstig artikel 13, leden 1 en 2, van de basisverordening is onderzocht of dumping kon worden aangetoond ten aanzien van de in het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde normale waarde. Uit de vergelijking tussen de gewogen gemiddelde normale waarde en de aldus vastgestelde gewogen gemiddelde uitvoerprijs bleek dat er sprake was van dumping.

    6.7.   Conclusie

    (80)

    In het onderzoek werd geconcludeerd dat de definitieve antidumpingrechten op biodiesel van oorsprong uit de VSA werden ontweken door invoer in de Unie van biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel.

    (81)

    Er werd geconcludeerd dat de enige economische rechtvaardiging voor de uitvoer van mengsels van B20 en lager moet zijn gelegen in de subsidieverlening in de VSA enerzijds en de ontwijking van de betaling van antidumpingrechten bij de invoer in de Unie anderzijds.

    (82)

    BPNA verzocht om vrijstelling van de eventuele uitgebreide maatregelen. Een dergelijke vrijstelling kan echter niet worden verleend, aangezien in het onderzoek duidelijk gebleken is dat de invoer van B20 en lager slechts heeft plaatsgevonden om de geldende maatregelen te ontwijken. Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening kunnen vrijstellingen worden verleend aan producenten van het betrokken product die kunnen aantonen dat er geen enkele relatie bestaat tussen hen en de producenten waarop de maatregelen van toepassing zijn en dat zij niet betrokken zijn bij ontwijkingspraktijken. Uit deze onderzoeken is gebleken dat BPNA betrokken is bij ontwijkingspraktijken door na de instelling van de antidumping- en compenserende maatregelen te beginnen met de uitvoer van B20 en lager zonder een andere afdoende reden of economische rechtvaardiging dan de instelling van de maatregelen. Bovendien blijkt uit bewijsmateriaal dat, wat de prijzen en de hoeveelheden betreft, de werking van de maatregelen wordt ondermijnd en dat dumping plaatsvindt ten aanzien van de eerder vastgestelde normale waarden.

    (83)

    Enkele aan de oorspronkelijke onderzoeken medewerkende producenten van biodiesel verzochten om vrijstelling van eventuele uitgebreide anti-ontwijkingsmaatregelen. Deze producenten in de VSA bleken geen biodiesel B20 en lager te produceren of te verkopen. Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening kunnen slechts het vrijstellingsverzoeken van producenten in de loop van een anti-ontwijkingsonderzoek in aanmerking worden genomen. Er wordt echter opgemerkt dat artikel 13 van de basisverordening ook bepalingen voor nieuwkomers bevat.

    7.   MAATREGELEN

    7.1.   Canada

    (84)

    Gezien het bovenstaande werd geconcludeerd dat het definitieve antidumpingrecht op biodiesel van oorsprong uit de VSA werd ontweken, op een wijze zoals omschreven in artikel 13 van de basisverordening, door verzending na overlading in Canada.

    (85)

    Overeenkomstig artikel 13, lid 1, eerste zin, van de basisverordening, moeten derhalve de maatregelen die gelden ten aanzien van de invoer van het betrokken product van oorsprong uit de VSA worden uitgebreid tot de invoer van hetzelfde product verzonden vanuit Canada, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada.

    (86)

    Teneinde te vermijden dat het recht wordt ontweken door niet te controleren verklaringen dat het via Canada verzonden product is geproduceerd door een onderneming waarvoor op grond van de definitieve verordening een individueel recht geldt, moet de uit te breiden maatregel die maatregel zijn die in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld voor „Alle andere ondernemingen”, namelijk een definitief antidumpingrecht van 172,2 EUR per ton.

    (87)

    Het antidumpingrecht op mengsels is van toepassing naar gelang van het aandeel, in gewichtsprocenten, van de totale hoeveelheid door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong in het mengsel (biodieselinhoud).

    (88)

    Overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening moeten uitbreidende maatregelen van toepassing zijn op goederen waarvan de invoer in de Unie overeenkomstig de openingsverordening wordt geregistreerd; daarom moeten rechten worden geïnd op vanuit Canada verzonden biodiesel waarvan de invoer wordt geregistreerd.

    7.2.   VSA

    (89)

    Gezien het bovenstaande werd geconcludeerd dat het definitieve antidumpingrecht op biodiesel van oorsprong uit de VSA werd ontweken, op een wijze zoals omschreven in artikel 13 van de basisverordening, door invoer in de Unie van B20 en lager.

    (90)

    Overeenkomstig artikel 13, lid 1, eerste zin, van de basisverordening, moeten derhalve de maatregelen die gelden ten aanzien van de invoer van het betrokken product van oorsprong uit de VSA worden uitgebreid tot de invoer van B20 en lager.

    (91)

    De uit te breiden maatregelen zijn de maatregelen die in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 599/2009 zijn ingesteld.

    (92)

    Het uitgebreide antidumpingrecht op mengsels is van toepassing naar gelang van het aandeel, in gewichtsprocenten, van de totale hoeveelheid door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong in het mengsel (biodieselinhoud).

    (93)

    Overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening moeten uitbreidende maatregelen worden toegepast op goederen waarvan de invoer in de Unie overeenkomstig de openingsverordening wordt geregistreerd; daarom moeten rechten worden geïnd op B20 en lager van oorsprong uit de VSA, waarvan de invoer wordt geregistreerd.

    8.   BEËINDIGING VAN HET ONDERZOEK TEGEN SINGAPORE

    (94)

    Gezien de bevindingen betreffende Singapore moet het onderzoek naar de mogelijke ontwijking van antidumpingmaatregelen door de invoer van biodiesel verzonden vanuit Singapore worden beëindigd en moet de bij de openingsverordening ingestelde registratie van de invoer van biodiesel verzonden vanuit Singapore worden opgeheven.

    9.   VERZOEK OM VRIJSTELLING

    (95)

    De twee medewerkende ondernemingen in Canada die een ingevulde vragenlijst hebben ingediend, verzochten overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening om vrijstelling van de eventuele uitgebreide maatregelen.

    (96)

    Er werd geconstateerd dat de twee medewerkende Canadese producenten niet betrokken waren bij de ontwijkingspraktijken waarop dit onderzoek betrekking heeft. Verder konden de producenten aantonen dat zij niet verbonden zijn met een van de producenten-exporteurs van biodiesel in de VSA. Daarom kunnen hun verzoeken om vrijstelling worden ingewilligd.

    (97)

    Er zijn in dit geval bijzondere maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat deze vrijstellingen adequaat worden toegepast. Deze bijzondere maatregelen bestaan uit de overlegging aan de douaneautoriteiten van de lidstaten van een geldige handelsfactuur die voldoet aan de in de bijlage bij deze verordening vermelde vereisten. Invoer die niet van een dergelijke factuur vergezeld gaat, moet aan het uitgebreide antidumpingrecht worden onderworpen.

    (98)

    Een medewerkende onderneming in de VSA die een ingevulde vragenlijst heeft ingediend, verzocht overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening om vrijstelling van de eventuele uitgebreide maatregelen.

    (99)

    Zoals uiteengezet in overweging 82, heeft het onderzoek duidelijk aangetoond dat deze partij bij de ontwijkingspraktijken betrokken was door de invoer van B20 en lager. Bijgevolg kan geen vrijstelling worden verleend.

    (100)

    Er wordt echter nadrukkelijk op gewezen dat, indien een of meer van de betrokken producenten zich niet meer schuldig maken aan dumping, deze partijen om een nieuw onderzoek kunnen vragen overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

    10.   MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

    (101)

    Alle belanghebbende partijen werden op de hoogte gebracht van de belangrijkste feiten en overwegingen die tot voornoemde conclusies hebben geleid, en werden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. De mondelinge en schriftelijke opmerkingen van partijen werden onderzocht,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld op door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als „biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, wordt uitgebreid tot in de Unie ingevoerde, door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als „biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, verzonden vanuit Canada, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, thans vallende onder de GN-codes ex 1516 20 98 (Taric-code 1516209821), ex 1518 00 91 (Taric-code 1518009121), ex 1518 00 99 (Taric-code 1518009921), ex 2710 19 41 (Taric-code 2710194121), ex 3824 90 91 (Taric-code 3824909110) en ex 3824 90 97 (Taric-code 3824909701), met uitzondering van de producten die door de onderstaande ondernemingen worden geproduceerd:

    Land

    Onderneming

    Aanvullende Taric-code

    Canada

    BIOX Corporation, Oakville, Ontario, Canada

    B107

    Canada

    Rothsay Biodiesel, Guelph, Ontario, Canada

    B108

    Het uit te breiden recht is het recht dat in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 599/2009 is vastgesteld voor „Alle andere ondernemingen”, namelijk een definitief antidumpingrecht van 172,2 EUR per nettoton.

    Het antidumpingrecht op mengsels is van toepassing naar gelang van het aandeel, in gewichtsprocenten, van de totale hoeveelheid door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong in het mengsel (biodieselinhoud).

    2.   De vrijstellingen die aan in lid 1 genoemde ondernemingen zijn verleend of die overeenkomstig artikel 4, lid 2, door de Commissie zijn verleend, gelden alleen indien een geldige handelsfactuur die voldoet aan de in de bijlage vermelde vereisten, aan de douaneautoriteiten van de lidstaten wordt overgelegd. Indien een dergelijke factuur niet wordt overgelegd, geldt het bij lid 1 ingestelde antidumpingrecht.

    3.   Het bij lid 1 van dit artikel uitgebreide recht wordt geïnd op ingevoerde producten verzonden vanuit Canada, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, die overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EU) nr. 720/2010 en artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 zijn geregistreerd, met uitzondering van de producten die door de in lid 1 vermelde ondernemingen zijn geproduceerd.

    4.   De geldende bepalingen inzake douanerechten zijn van toepassing.

    Artikel 2

    1.   Het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld op door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als „biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, wordt uitgebreid tot in de Unie ingevoerde biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, thans vallende onder de GN-codes ex 1516 20 98 (Taric-code 1516209830), ex 1518 00 91 (Taric-code 1518009130), ex 1518 00 99 (Taric-code 1518009930), ex 2710 19 41 (Taric-code 2710194130) en ex 3824 90 97 (Taric-code 3824909704).

    De uit te breiden rechten zijn de rechten die in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 599/2009 zijn vastgesteld.

    Het antidumpingrecht op mengsels is van toepassing naar gelang van het aandeel, in gewichtsprocenten, van de totale hoeveelheid door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong in het mengsel (biodieselinhoud).

    2.   Het bij lid 1 van dit artikel uitgebreide recht wordt geïnd op ingevoerde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, die zijn geregistreerd overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EU) nr. 720/2010 en artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1225/2009.

    3.   De geldende bepalingen inzake douanerechten zijn van toepassing.

    Artikel 3

    Het onderzoek dat werd geopend bij Verordening (EU) nr. 720/2010 betreffende de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 599/2009 ten aanzien van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika door de invoer van uit Singapore verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Singapore, en tot registratie van deze invoer, wordt beëindigd.

    Artikel 4

    1.   Verzoeken om vrijstelling van het bij artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, uitgebreide recht moeten schriftelijk worden ingediend in een van de officiële talen van de Europese Unie en zijn ondertekend door een persoon die gemachtigd is om de entiteit die om de vrijstelling verzoekt, te vertegenwoordigen. Het verzoek moet aan het onderstaande adres worden gestuurd:

    Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat H

    Kamer N-105 04/92

    1049 Brussel

    BELGIË

    Fax 32 2 295 65 05

    2.   Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 kan de Commissie, na raadpleging van het Raadgevend Comité, de invoer van ondernemingen die de bij Verordening (EG) nr. 599/2009 ingestelde antidumpingmaatregelen niet ontwijken, bij besluit vrijstellen van het bij artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, uitgebreide recht.

    Artikel 5

    De douaneautoriteiten wordt de opdracht gegeven de bij artikel 2 van Verordening (EG) nr. 720/2010 ingestelde registratie van de invoer te beëindigen.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 5 mei 2011.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    MARTONYI J.


    (1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

    (2)  PB L 67 van 12.3.2009, blz. 22.

    (3)  PB L 179 van 10.7.2009, blz. 26.

    (4)  PB L 179 van 10.7.2009, blz. 1.

    (5)  PB L 211 van 12.8.2010, blz. 1.

    (6)  PB L 211 van 12.8.2010, blz. 6.


    BIJLAGE

    De in artikel 1, lid 2, bedoelde geldige handelsfactuur moet een verklaring, ondertekend door een daartoe bevoegde medewerker van de entiteit die de handelsfactuur uitschrijft, bevatten met de volgende gegevens:

    1.

    de naam en de functie van de medewerker van de entiteit die de handelsfactuur uitschrijft;

    2.

    de volgende verklaring: „Ondergetekende verklaart dat de (hoeveelheid) (betrokken product) die naar de Europese Unie wordt uitgevoerd en waarop deze factuur betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in (betrokken land). Hij verklaart dat de gegevens in deze factuur volledig en juist zijn.”;

    3.

    datum en handtekening.


    Top