EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005E0069

Gemeenschappelijk Standpunt 2005/69/GBVB van de Raad van 24 januari 2005 over de uitwisseling van bepaalde gegevens met Interpol

PB L 27 van 29.1.2005, p. 61–62 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 159M van 13.6.2006, p. 75–76 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/compos/2005/69/oj

29.1.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 27/61


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2005/69/GBVB VAN DE RAAD

van 24 januari 2005

over de uitwisseling van bepaalde gegevens met Interpol

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 30, lid 1, onder b), en artikel 34, lid 2, onder a),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Eén van de doelstellingen van de Europese Unie is de burgers in een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van veiligheid te verschaffen; nauwere samenwerking tussen de bevoegde wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten is van essentieel belang om deze doelstelling te bereiken.

(2)

Om de Unie te beschermen tegen bedreigingen door de internationale en georganiseerde criminaliteit, met inbegrip van terrorisme, dient in het kader van het gezamenlijke optreden tevens te worden voorzien in de uitwisseling van gegevens tussen de in strafzaken bevoegde wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten en met de internationale partners.

(3)

Afgegeven en blanco paspoorten die zijn gestolen, verloren of verduisterd, worden gebruikt om strafvervolging te ontlopen en strafbare feiten te plegen die de veiligheid van de Unie en van elke lidstaat in gevaar kunnen brengen. Doeltreffende maatregelen kunnen wegens de aard van de bedreiging alleen op het niveau van de Unie worden genomen. Dit doel kan niet worden verwezenlijkt door middel van individuele maatregelen van de lidstaten. Dit gemeenschappelijk standpunt gaat niet verder dan hetgeen nodig is om dat doel te verwezenlijken.

(4)

Alle lidstaten zijn aangesloten bij de Internationale Politieorganisatie (Interpol). Met het oog op de vervulling van haar taak ontvangt, verzamelt en verspreidt Interpol gegevens om de bevoegde wetshandhavingsautoriteiten bij te staan bij de preventie en de bestrijding van de internationale criminaliteit. Via de Interpolgegevensbank voor gestolen reisdocumenten kunnen de leden van Interpol elkaar gegevens meedelen over verloren en gestolen paspoorten.

(5)

In zijn verklaring betreffende de bestrijding van terrorisme van 25 maart 2004 heeft de Europese Raad de Raad opdracht gegeven om voor eind 2005 een geïntegreerd stelsel voor de uitwisseling van gegevens over gestolen en verloren paspoorten in te voeren, zulks met gebruikmaking van het Schengeninformatiesysteem (SIS) en de Interpolgegevensbank. Dit gemeenschappelijk standpunt is een eerste reactie op dit verzoek en zou moeten worden gevolgd door de installatie van de technische voorziening in het SIS om dit doel te bereiken.

(6)

Bij de uitwisseling van gegevens van de lidstaten over gestolen, verloren of verduisterde paspoorten met de Interpolgegevensbank voor gestolen reisdocumenten, alsook bij de verwerking van deze gegevens, worden de toepasselijke gegevensbeschermingsregels van de individuele lidstaten en van Interpol in acht genomen.

(7)

Overeenkomstig dit gemeenschappelijk standpunt moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun bevoegde autoriteiten de bovenvermelde gegevens uitwisselen met de Interpolgegevensbank voor gestolen reisdocumenten en moeten zij tegelijkertijd deze gegevens opnemen in de relevante nationale gegevensbank en — indien zij daaraan deelnemen — in het SIS. Deze verplichting ontstaat zodra de nationale autoriteiten kennis krijgen van de diefstal, het verlies of de verduistering. Uit een verdere eis, namelijk het opzetten van de nodige infrastructuur om de raadpleging van de Interpolgegevensbank te vergemakkelijken, blijkt het belang van deze gegevensbank voor de rechtshandhaving.

(8)

De voorwaarden voor de uitwisseling worden overeengekomen met Interpol, teneinde te waarborgen dat de uitwisseling van gegevens geschiedt met inachtneming van de beginselen inzake gegevensbescherming die centraal staan bij de gegevensuitwisseling binnen de Unie, met name wat betreft de uitwisseling en geautomatiseerde verwerking van dergelijke gegevens.

(9)

Dit gemeenschappelijk standpunt is opgesteld met inachtneming van de grondrechten en de beginselen die met name zijn vastgelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en die zijn vervat in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

Doelstelling

Het doel van dit gemeenschappelijk standpunt is de preventie en de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit, met inbegrip van terrorisme, door ervoor te zorgen dat de lidstaten de nodige maatregelen nemen om de samenwerking tussen hun bevoegde wetshandhavingsautoriteiten en tussen deze autoriteiten en dergelijke autoriteiten in derde landen te verbeteren door de uitwisseling van paspoortgegevens met de Interpolgegevensbank.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van dit gemeenschappelijk standpunt gelden de volgende definities:

1)

„Paspoortgegevens”: de met het oog op de opname in een specifiek informatiesysteem geformatteerde gegevens over afgegeven en blanco paspoorten die zijn gestolen, verloren of verduisterd. De met de Interpolgegevensbank uitgewisselde gegevens omvatten alleen het paspoortnummer, het land van afgifte en het documenttype.

2)

„Interpolgegevensbank”: het geautomatiseerde zoeksysteem van de gegevensbank voor gestolen reisdocumenten dat door de Internationale Politieorganisatie (Interpol) wordt beheerd.

3)

„Relevante nationale gegevensbank”: de politiële of justitiële gegevensbank(en) van een lidstaat waarin gegevens zijn opgenomen over afgegeven en blanco paspoorten die zijn gestolen, verloren of verduisterd.

Artikel 3

Gezamenlijk optreden

1.   De bevoegde wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten wisselen alle huidige en toekomstige paspoortgegevens uit met Interpol. Zij delen deze gegevens uitsluitend mee aan andere leden van Interpol die een passend niveau van bescherming van persoonsgegevens waarborgen. Er wordt tevens voor gezorgd dat de grondrechten en fundamentele vrijheden met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens worden nageleefd. De lidstaten kunnen beslissen dat zij hun gegevens alleen meedelen aan andere leden van Interpol die zich ertoe verbonden hebben ten minste dezelfde gegevens uit te wisselen.

2.   Elke lidstaat kan, met inachtneming van de in lid 1 bedoelde eisen, met Interpol overeenkomen op welke wijze alle huidige paspoortgegevens die in zijn bezit zijn, met Interpol worden uitgewisseld; dergelijke gegevens zijn opgenomen in de relevante nationale gegevensbank of — indien de lidstaat daaraan deelneemt — in het SIS.

3.   Elke lidstaat zorgt ervoor dat onmiddellijk na de opname van gegevens in zijn relevante nationale gegevensbank of indien hij daaraan deelneemt — in het SIS, deze gegevens ook worden uitgewisseld met Interpol.

4.   De lidstaten zorgen ervoor dat hun bevoegde wetshandhavingsautoriteiten de Interpolgegevensbank raadplegen met het oog op de toepassing van dit gemeenschappelijk standpunt telkens wanneer dit voor de uitvoering van hun taak passend is. De lidstaten zorgen ervoor dat zij ten spoedigste, maar uiterlijk in december 2005, de infrastructuren opzetten die nodig zijn om de raadpleging te vergemakkelijken.

5.   De uitwisseling van persoonsgegevens overeenkomstig de in dit gemeenschappelijk standpunt bedoelde verplichting vindt plaats ter verwezenlijking van de in artikel 1 vermelde doelstelling, onder waarborging van een passend niveau van bescherming van persoonsgegevens in het betrokken land dat lid is van Interpol, en met inachtneming van de grondrechten en fundamentele vrijheden met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Met het oog daarop zorgen de lidstaten ervoor dat de uitwisseling en mededeling van gegevens plaatsvindt onder passende voorwaarden en met inachtneming van bovenvermelde eisen.

6.   Indien bij raadpleging van de Interpolgegevensbank de betrokken gegevens worden aangetroffen, een „hit”, zorgt elke lidstaat ervoor dat zijn bevoegde autoriteiten maatregelen treffen overeenkomstig hun nationale recht en bijvoorbeeld in voorkomend geval de juistheid van de gegevens controleren met het land dat ze heeft ingevoerd.

Artikel 4

Monitoring en evaluatie

Op basis van door de lidstaten verstrekte informatie legt de Commissie uiterlijk in december 2005 de Raad een verslag voor over de werking van dit gemeenschappelijk standpunt. De Raad beoordeelt in hoeverre de lidstaten aan dit gemeenschappelijk standpunt voldoen en neemt passende maatregelen.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 6

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 24 januari 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

F. BODEN


Top