Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0289

2004/289/EG: Besluit van de Raad van 22 maart 2004 tot gedeeltelijke vrijgeving van het voorwaardelijke bedrag van 1 miljard EUR uit het Negende Europees Ontwikkelingsfonds voor samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan met het oog op de oprichting van een waterfaciliteit

PB L 94 van 31.3.2004, p. 57–58 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/289/oj

32004D0289

2004/289/EG: Besluit van de Raad van 22 maart 2004 tot gedeeltelijke vrijgeving van het voorwaardelijke bedrag van 1 miljard EUR uit het Negende Europees Ontwikkelingsfonds voor samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan met het oog op de oprichting van een waterfaciliteit

Publicatieblad Nr. L 094 van 31/03/2004 blz. 0057 - 0058


Besluit van de Raad

van 22 maart 2004

tot gedeeltelijke vrijgeving van het voorwaardelijke bedrag van 1 miljard EUR uit het Negende Europees Ontwikkelingsfonds voor samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan met het oog op de oprichting van een waterfaciliteit

(2004/289/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 310 juncto artikel 300, lid 2, tweede alinea,

Gelet op artikel 1 van het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake maatregelen en procedures voor de tenuitvoerlegging van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst(1),

Gelet op de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst die op 23 juni 2000 in Cotonou is ondertekend,

Gelet op het op 18 september 2000 ondertekende Intern Akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Financieel Protocol bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst ("Intern Akkoord"), inzonderheid op artikel 2, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig punt 1 van het Financieel Protocol bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst heeft het Financieel Protocol betrekking op een periode van vijf jaar die op 1 maart 2000 begint. In punt 5 van het Financieel Protocol is evenwel bepaald dat het totale bedrag van dit protocol, aangevuld met de overgedragen resterende middelen van eerdere Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF's), de periode 2000-2007 dekt.

(2) Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van het Intern Akkoord en de Verklaring van de Europese Unie over het Financieel Protocol, die als Verklaring XVIII aan de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst is gehecht, werd van het totaalbedrag van 13,5 miljard EUR van het negende EOF voor de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) slechts 12,5 miljard EUR vrijgegeven bij de inwerkingtreding, op 1 april 2003, van het Financieel Protocol. Dit bedrag is opgesplitst in drie soorten kredieten: 9,259 miljard EUR voor langetermijnontwikkeling, 1,204 miljard EUR voor regionale samenwerking en integratie en 2,037 miljard EUR voor de investeringsfaciliteit.

(3) Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van het Intern Akkoord mag het bedrag van 1 miljard EUR pas worden vrijgegeven na een evaluatie van de resultaten, die de Raad in 2004 zal maken op basis van een voorstel van de Commissie. Zowel in punt 7 van het Financieel Protocol als in Verklaring XVIII is nader bepaald dat deze evaluatie van de resultaten een beoordeling moet zijn van de mate waarin de vastleggingen en de betalingen zijn uitgevoerd.

(4) Op basis van het peil van de vastleggingen en de betalingen aan het einde van 2003 en van de ramingen van de Commissie voor de periode 2004-2007 mag ervan worden uitgegaan dat de middelen van het negende EOF voor de ACS-landen volledig zullen kunnen worden vastgelegd, en dat een eerste schijf van het voorwaardelijke bedrag van 1 miljard EUR wordt vrijgemaakt op basis van de tot dusverre geboekte resultaten.

(5) Op 19 mei 2003 heeft de Raad geconcludeerd dat inderdaad aanzienlijke bedragen moeten worden vrijgemaakt ten behoeve van water en sanitaire voorzieningen en heeft hij de Commissie verzocht passende voorstellen in te dienen met het oog op overleg in de Europese Unie en in de ACS-EG-Raad van ministers.

(6) Het is van belang om een afweging te maken van de financiële behoeften voor het halen van MDG's inzake de toegang tot water en sanitaire voorzieningen, en van de behoefte aan innovatieve instrumenten om hiertoe bijkomende middelen aan te trekken,

BESLUIT:

Artikel 1

De Raad komt overeen dat een waterfaciliteit voor ACS-landen wordt opgericht.

Artikel 2

De Raad komt overeen te overwegen voor deze waterfaciliteit een bedrag van 500 miljoen EUR uit te trekken van het voorwaardelijke bedrag van 1 miljard EUR dat is vermeld in artikel 2, lid 2, van het Intern Akkoord.

Een eerste toewijzing van 250 miljoen EUR wordt vrijgegeven en als volgt verdeeld:

1. 185 miljoen EUR voor steun voor langetermijnontwikkeling als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van het Intern Akkoord en in punt 3, onder a), van het Financieel Protocol, waardoor het totaalbedrag van deze kredieten 9,444 miljard EUR zal bedragen.

2. 24 miljoen EUR voor regionale samenwerking en integratie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b), van het Intern Akkoord en in punt 3, onder b), van het Financieel Protocol, waardoor het totaalbedrag van deze kredieten 1,228 miljard EUR zal bedragen.

3. 41 miljoen EUR voor de investeringsfaciliteit, als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder c), van het Intern Akkoord en in punt 3, onder c), van het Financieel Protocol, waardoor het totaalbedrag van deze kredieten 2,078 miljard EUR zal bedragen.

Artikel 3

In het licht van het resultaat van de tussentijdse evaluatie van de landenstrategieën en de evaluatie van de resultaten van het Europees Ontwikkelingsfonds door de Raad eind 2004, neemt de Raad uiterlijk in maart 2005 een besluit:

1. over de vrijmaking van de tweede toewijzing van 250 miljoen EUR;

2. over het gebruik van de resterende 500 miljoen EUR van het voorwaardelijke bedrag van 1 miljard EUR vermeld in artikel 2, lid 2, van het Intern Akkoord, voor nog vast te stellen doelen.

Artikel 4

Dit besluit wordt meegedeeld aan de ACS-Raad van ministers.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Brussel, 22 maart 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. Cowen

(1) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 376.

Top