Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0247

    2004/247/EG: Beschikking van de Commissie van 10 maart 2004 betreffende de niet-opneming van simazin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 727)

    PB L 78 van 16.3.2004, p. 50–52 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 20/08/2005

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/247/oj

    32004D0247

    2004/247/EG: Beschikking van de Commissie van 10 maart 2004 betreffende de niet-opneming van simazin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 727)

    Publicatieblad Nr. L 078 van 16/03/2004 blz. 0050 - 0052


    Beschikking van de Commissie

    van 10 maart 2004

    betreffende de niet-opneming van simazin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 727)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2004/247/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/119/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 8, lid 2, derde en vierde alinea,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2266/2000(4), en met name op artikel 7, lid 3 bis, onder b),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG is bepaald dat de Commissie een werkprogramma moet uitvoeren inzake het onderzoek van de in gewasbeschermingsmiddelen gebruikte werkzame stoffen die op 25 juli 1993 reeds op de markt waren. Bij Verordening (EEG) nr. 3600/92 zijn de bepalingen voor de uitvoering van dit programma vastgesteld.

    (2) Bij Verordening (EG) nr. 933/94 van de Commissie van 27 april 1994 houdende vaststelling van de werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen en aanwijzing van de als rapporteur optredende lidstaten voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3600/92(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2230/95(6), zijn de werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 moeten worden beoordeeld, aangewezen, alsmede de respectieve lidstaten die voor de beoordeling van elk van deze werkzame stoffen als rapporteur moeten optreden, en de producenten van die werkzame stoffen die tijdig een kennisgeving hebben ingediend.

    (3) Simazin is een van de 89 in Verordening (EG) nr. 933/94 opgenomen werkzame stoffen.

    (4) Het Verenigd Koninkrijk, de voor simazin als rapporteur aangewezen lidstaat, heeft op 20 december 1996 overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 3600/92 zijn verslag over de evaluatie van de door de kennisgevers overeenkomstig artikel 6, lid 1, van die verordening verstrekte gegevens bij de Commissie ingediend.

    (5) De Commissie heeft, na ontvangst van het verslag van de als rapporteur optredende lidstaat, deskundigen van de lidstaten en de belangrijkste kennisgever Syngenta geraadpleegd, zoals bepaald in artikel 7, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3600/92.

    (6) De Commissie heeft met de belangrijkste kennisgever en de rapporterende lidstaat over deze werkzame stof een tripartiete vergadering gehouden op 6 juni 2003.

    (7) Het door het Verenigd Koninkrijk opgestelde evaluatieverslag is door de lidstaten en de Commissie verder onderzocht in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Dit onderzoek is op 3 oktober 2003 afgesloten met het evaluatieverslag van de Commissie over het onderzoek betreffende simazin.

    (8) Het dossier en het resultaat van het onderzoek zijn ook aan het Wetenschappelijk Comité voor planten voorgelegd. Het comité werd verzocht zich uit te spreken over de aspecten van mogelijke verontreiniging van grondwater met simazin. Het Wetenschappelijk Comité voor planten heeft in zijn advies(7) de aangegeven berekeningen van de milieuconcentraties in grondwater niet aanvaard. Ook is het comité van mening dat uit de beschikbare monitoringgegevens niet blijkt dat de concentraties simazin of afbraakproducten daarvan in grondwater niet hoger zullen zijn dan 0,1 μg/l.

    (9) De op basis van de verstrekte gegevens gemaakte evaluaties hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat simazin bevattende gewasbeschermingsmiddelen onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen. Met name tonen de beschikbare monitoringgegevens onvoldoende aan dat de concentraties van de werkzame stof en de afbraakproducten daarvan in grondwater in grote gebieden niet hoger zullen zijn dan 0,1 μg/l. Verder kan niet worden gegarandeerd dat, wanneer het gebruik in andere gebieden wordt voortgezet, de grondwaterkwaliteit zich voldoende kan herstellen indien de concentratie in het grondwater al boven de 0,1 μg/l ligt. Deze concentraties van de werkzame stof liggen boven de grenswaarden van bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG en zouden een onaanvaardbare uitwerking op het grondwater hebben.

    (10) Simazin mag daarom niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

    (11) De nodige maatregelen moeten worden genomen om erop toe te zien dat de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die simazin bevatten, binnen een bepaalde termijn worden ingetrokken en niet worden verlengd, en dat voor dergelijke producten geen nieuwe toelatingen worden gegeven.

    (12) Uit de bij de Commissie ingediende informatie blijkt dat er bij gebrek aan doeltreffende alternatieven voor bepaalde beperkte vormen van gebruik een noodzaak bestaat om de werkzame stof verder te gebruiken, teneinde de ontwikkeling van alternatieven mogelijk te maken. Onder de huidige omstandigheden is het derhalve gerechtvaardigd onder stringente, op het minimaliseren van de risico's gerichte voorwaarden een langere periode voor te schrijven voor de intrekking van de bestaande toelatingen voor de beperkte toepassingen die voor de bestrijding van schadelijke organismen als essentieel worden beschouwd en waarvoor momenteel geen doeltreffende alternatieven voorhanden lijken te zijn.

    (13) De looptijd van een eventuele door de lidstaten toegestane termijn voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden gewasbeschermingsmiddelen die simazin bevatten, mag niet meer bedragen dan twaalf maanden, zodat de bestaande voorraden nog gedurende ten hoogste één extra groeiseizoen mogen worden gebruikt.

    (14) Deze beschikking loopt niet vooruit op eventuele latere acties van de Commissie met betrekking tot deze werkzame stof in het kader van Richtlijn 79/117/EEG van de Raad van 21 december 1978 houdende verbod van het op de markt brengen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen bevattende bepaalde actieve stoffen(8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003(9).

    (15) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Simazin wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

    Artikel 2

    De lidstaten zien erop toe dat:

    1. toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die simazin bevatten, vóór 10 september 2004 worden ingetrokken;

    2. met ingang van 16 maart 2004 geen simazin bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden toegelaten en geen toelatingen voor dergelijke gewasbeschermingsmiddelen meer worden verlengd op grond van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde afwijkingsbepalingen;

    3. een in kolom A van de bijlage vermelde lidstaat met betrekking tot de in kolom B vermelde soorten gebruik toelatingen voor simazin bevattende gewasbeschermingsmiddelen tot en met 30 juni 2007 mag handhaven, op voorwaarde dat:

    a) hij ervoor zorgt dat de gewasbeschermingsmiddelen die nog op de markt zijn, een nieuw etiket krijgen teneinde aan de strengere gebruiksvoorschriften te voldoen;

    b) hij de nodige maatregelen neemt om mogelijke risico's zo gering mogelijk te houden, teneinde ervoor te zorgen dat de gezondheid van mens en dier en het milieu worden beschermd;

    c) hij erop toeziet dat serieus naar alternatieven voor die gebruiksdoeleinden wordt gezocht, met name door middel van actieplannen.

    De betrokken lidstaat informeert de Commissie uiterlijk op 31 december 2004 over de toepassing van dit lid en met name over de maatregelen die op grond van het bepaalde onder a) tot en met c) zijn getroffen, en verstrekt jaarlijks ramingen over de hoeveelheden simazin die op grond van dit artikel voor essentieel gebruik zijn aangewend.

    Artikel 3

    Eventuele extra termijnen die door de lidstaten worden toegestaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG, moeten zo kort mogelijk zijn en moeten:

    a) voor gebruiksdoeleinden waarvoor de toelating uiterlijk op 10 september 2004 moet zijn ingetrokken, uiterlijk op 10 september 2005 aflopen;

    b) voor gebruiksdoeleinden waarvoor de toelating uiterlijk op 30 juni 2007 moet zijn ingetrokken, uiterlijk op 31 december 2007 aflopen.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 10 maart 2004.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2) PB L 325 van 12.12.2003, blz. 41.

    (3) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

    (4) PB L 259 van 13.10.2000, blz. 27.

    (5) PB L 107 van 28.4.1994, blz. 8.

    (6) PB L 225 van 22.9.1995, blz. 1.

    (7) Opinion of the Scientific Committee on Plants on specific questions from the Commission concerning the evaluation of simazin in the context of Council Directive 91/414/EEC-SCP/SIMAZIN/002-Final, goedgekeurd op 30 januari 2003.

    (8) PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36.

    (9) PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36.

    BIJLAGE

    Lijst van toelatingen als bedoeld in artikel 2, lid 3

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top