EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0886

2001/886/JBZ: Besluit van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

PB L 328 van 13.12.2001, p. 1–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2008: This act has been changed. Current consolidated version: 31/12/2006

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/886/oj

32001D0886

2001/886/JBZ: Besluit van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

Publicatieblad Nr. L 328 van 13/12/2001 blz. 0001 - 0003


Besluit van de Raad

van 6 december 2001

betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

(2001/886/JBZ)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 30, lid 1, onder a) en b), artikel 31, onder a) en b), en artikel 34, lid 2, onder c),

Gezien het initiatief van het Koninkrijk België en het Koninkrijk Zweden(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Schengeninformatiesysteem, dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Overeenkomst van 1990 ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, hierna de "Schengenovereenkomst van 1990" genoemd, is een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie.

(2) In zijn huidige vorm kan het Schengeninformatiesysteem niet meer dan 18 deelnemende staten aan. Het is thans operationeel in 13 lidstaten en 2 andere staten (IJsland en Noorwegen) en het is de bedoeling dat het in de nabije toekomst in het Verenigd Koninkrijk en Ierland operationeel wordt. Het is evenwel niet berekend op het toegenomen aantal lidstaten van de Europese Unie na de uitbreiding.

(3) Daartoe, en om de laatste ontwikkelingen op het gebied van de informatietechnologie te benutten en de invoering van nieuwe functies mogelijk te maken, moet een nieuw Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) worden ontwikkeld, hetgeen reeds erkend is in Besluit SCH/Com-ex (97) 24 van het Uitvoerend Comité van 7 oktober 1997(3),

(4) De uitgaven die verband houden met de ontwikkeling van SIS II komen ten laste van de begroting van de Europese Unie overeenkomstig de conclusies van de Raad hierover van 29 mei 2001. Dit besluit vormt samen met Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)(4) de rechtsgrondslag die nodig is om in de begroting van de Unie de vereiste kredieten te kunnen opnemen voor de ontwikkeling van SIS II en de uitvoering van dat deel van de begroting.

(5) De rechtsgrondslag bestaat uit twee delen: dit besluit, dat gegrond is op de artikelen 30, lid 1, onder a) en b), 31, onder a) en b), en 34, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie en een verordening van de Raad, die gegrond is op artikel 66 (...) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Reden hiervoor is dat, zoals in artikel 92 van de Schengenovereenkomst van 1990 is vermeld, door middel van het Schengeninformatiesysteem signaleringen van personen en voorwerpen via geautomatiseerde bevraging ter beschikking moeten staan van de door de Overeenkomstsluitende Partijen aangewezen autoriteiten bij de uitoefening, naar nationaal recht, van grenscontroles aan de buitengrens en andere politie- en douanecontroles in het binnenland, alsmede ten behoeve van de visumverleningsprocedure, de afgifte van verblijfstitels en de toepassing van het vreemdelingenrecht uit hoofde van de bepalingen van het Schengenacquis inzake het personenverkeer.

(6) Het feit dat de rechtsgrondslag voor de financiering van de ontwikkeling van SIS II door de begroting van de Unie gevormd wordt door twee afzonderlijke instrumenten doet geen afbreuk aan het beginsel dat het Schengeninformatiesysteem één geïntegreerd informatiesysteem is en zal blijven en dat SIS II als zodanig moet worden ontwikkeld.

(7) Dit besluit doet geen afbreuk aan de toekomstige aanneming van de noodzakelijke wetgeving waarin de werking en het gebruik van SIS II in detail worden beschreven, zoals - maar niet uitsluitend - regels ter vaststelling van de in het systeem op te nemen categorieën gegevens, doel van en criteria voor de opneming ervan, regels betreffende de inhoud van SIS-bestanden, met inbegrip van de aansprakelijkheid voor de juistheid ervan, regels inzake de duur van signaleringen, kruisverwijzingen tussen en verenigbaarheid van signaleringen, regels inzake toegang tot SIS-gegevens en regels betreffende de bescherming van persoonsgegevens en de controle daarvan.

(8) Dit besluit stelt de procedures vast voor het nemen van maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering ervan en die de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 2424/2001 weerspiegelen, teneinde te waarborgen dat er voor de ontwikkeling van SIS II als geheel één enkel implementatieproces is.

(9) Dit besluit is een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis en valt onder artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(5) en artikel 8, lid 2, van Besluit 2000/365/EG van de Raad betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis(6).

(10) Er moet een regeling worden getroffen om de vertegenwoordigers van IJsland en Noorwegen in staat te stellen betrokken te worden bij de werkzaamheden van de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden. Een dergelijke regeling is genoemd in de briefwisseling tussen de Gemeenschap enerzijds en IJsland en Noorwegen anderzijds, die in de bijlage bij bovengenoemde samenwerkingsovereenkomst is opgenomen.

(11) Dit besluit doet geen afbreuk aan de regelingen voor de gedeeltelijke deelneming van het Verenigd Koninkrijk aan het Schengenacquis, die door de Raad in Besluit 2000/365/EG zijn vastgelegd,

BESLUIT:

Artikel 1

Het Schengeninformatiesysteem dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Schengenovereenkomst van 1990, zal worden vervangen door een nieuw systeem, het Schengeninformatiesysteem II (SIS II), waardoor nieuwe lidstaten in het systeem kunnen worden geïntegreerd.

Artikel 2

SIS II is één enkel geïntegreerd systeem en wordt door de Commissie ontwikkeld overeenkomstig de procedures van dit besluit.

Artikel 3

De maatregelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van SIS II worden vastgesteld overeenkomstig de beheersprocedure van artikel 5, wanneer zij betrekking hebben op andere aangelegenheden dan die welke in artikel 4 worden genoemd.

Artikel 4

De maatregelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van SIS II met betrekking tot de volgende aangelegenheden worden genomen overeenkomstig de regelgevingsprocedure van artikel 6:

a) het ontwerp voor de materiële architectuur van het systeem, met inbegrip van het communicatienetwerk daarvan;

b) de technische aspecten die van invloed zijn op de bescherming van persoonsgegevens;

c) de technische aspecten die aanzienlijke financiële gevolgen hebben voor de begrotingen van de lidstaten of die aanzienlijke technische gevolgen hebben voor de nationale systemen van de lidstaten;

d) de uitwerking van de beveiligingseisen.

Artikel 5

1. Ingeval naar dit artikel wordt verwezen, wordt de Commissie bijgestaan door een comité van beheer, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. Het comité stelt op voorstel van zijn voorzitter zijn reglement van orde vast op basis van standaardprocedureregels die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen worden bekendgemaakt.

3. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter naar gelang van de urgentie van de materie kan vaststellen, advies over dit ontwerp uit. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 205, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is voorgeschreven voor de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie moet aannemen. De stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten in het comité worden gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

4. De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien de vastgestelde maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In laatstgenoemd geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten, uitstellen voor een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de datum van de kennisgeving.

5. De Raad kan binnen de in lid 4 genoemde termijn met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

Artikel 6

1. Ingeval naar dit artikel wordt verwezen, wordt de Commissie bijgestaan door een regelgevend comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. Het comité stelt op voorstel van zijn voorzitter zijn reglement van orde vast op basis van standaardprocedureregels die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen worden bekendgemaakt.

3. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter naar gelang van de urgentie van de materie kan vaststellen, advies over dit ontwerp uit. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 205, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie moet aannemen. De stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten in het comité worden gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

4. De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.

5. Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of wanneer geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel betreffende de te nemen maatregelen in en brengt zij het Europees Parlement op de hoogte.

6. De Raad kan binnen twee maanden na de datum van indiening van het voorstel bij de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit nemen over het voorstel.

Wanneer de Raad binnen die termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen te kennen geeft dat hij zich tegen het voorstel verzet, neemt de Commissie het voorstel opnieuw in behandeling. Zij kan bij de Raad een gewijzigd voorstel indienen, haar voorstel opnieuw indienen of een wetgevingsvoorstel indienen.

Wanneer de Raad bij afloop van die termijn het voorgestelde uitvoeringsbesluit niet heeft aangenomen of niet te kennen heeft gegeven dat hij zich tegen het voorstel voor uitvoeringsmaatregelen verzet, wordt het voorgestelde uitvoeringsbesluit door de Commissie vastgesteld.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad.

Dit besluit verstrijkt op 31 december 2006.

Gedaan te Brussel, 6 december 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

M. Verwilghen

(1) PB C 183 van 29.6.2001, blz. 14.

(2) Advies uitgebracht op (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(3) PB L 239 van 22.9.2000, blz. 442.

(4) Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad.

(5) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(6) PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

Top