Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R2630

    Verordening (EG) nr. 2630/2000 van de Commissie van 30 november 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1420/1999 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen van de Europese Gemeenschap naar Bahrein, Haïti, Honduras, Libië, Namibië, Qatar, Oezbekistan en Vaticaanstad (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 302 van 1.12.2000, p. 35–35 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/2630/oj

    32000R2630

    Verordening (EG) nr. 2630/2000 van de Commissie van 30 november 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1420/1999 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen van de Europese Gemeenschap naar Bahrein, Haïti, Honduras, Libië, Namibië, Qatar, Oezbekistan en Vaticaanstad (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 302 van 01/12/2000 blz. 0035 - 0035


    Verordening (EG) nr. 2630/2000 van de Commissie

    van 30 november 2000

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1420/1999 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen van de Europese Gemeenschap naar Bahrein, Haïti, Honduras, Libië, Namibië, Qatar, Oezbekistan en Vaticaanstad

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap(1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 1999/816/EG van de Commissie(2), inzonderheid op artikel 17, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Europese Commissie heeft in januari een verbale nota gezonden aan alle niet-OESO-landen (plus Hongarije en Polen die OESO-Besluit C(92)39 def. nog niet toepassen). Deze verbale nota had een drievoudig doel: i) deze landen in kennis stellen van de nieuwe voorschriften van de Gemeenschap, ii) bevestiging vragen van de respectieve posten als omschreven in de bijlagen bij beide verordeningen, en iii) een antwoord krijgen van de landen die in 1994 niet hebben geantwoord.

    (2) Van de landen die hebben geantwoord, hebben de volgende aan de Commissie medegedeeld dat zij de overbrenging van geen enkele soort afvalstoffen vermeld in bijlage II van Verordening (EEG) nr. 259/93 aanvaarden:

    1. Bahrein (antwoord van 29 februari 2000)

    2. Haïti (antwoord van 1 maart 2000)

    3. Honduras (antwoord van 23 maart 2000)

    4. Libië (antwoord van 22 februari 2000)

    5. Namibië (antwoord van 20 februari 2000)

    6. Qatar (antwoord van 9 mei 2000)

    7. Oezbekistan (antwoord van 6 maart 2000)

    8. Vaticaanstad (antwoord van 16 maart 2000).

    (3) Het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 inzake afvalstoffen(3), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/350/EG van de Commissie(4), ingestelde comité werd overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 259/93 op 19 juni 2000 van het officiële verzoek van deze landen in kennis gesteld.

    (4) Teneinde rekening te houden met de nieuwe situatie van die landen, moet Verordening (EG) nr. 1420/1999 van de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen(5) worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 1420/1999 wordt als volgt gewijzigd:

    1. De volgende landen worden met de vermelding "Alle soorten" toegevoegd aan de lijst van bijlage A: "Bahrein, Haïti, Honduras, Libië, Namibië, Qatar, Oezbekistan en Vaticaanstad".

    2. De volgende landen worden geschrapt uit de lijst van bijlage B: "Bahrein, Haïti, Honduras, Namibië, Qatar, Oezbekistan en Vaticaanstad".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 30 november 2000.

    Voor de Commissie

    Pascal Lamy

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1.

    (2) PB L 316 van 10.12.1999, blz. 45.

    (3) PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39.

    (4) PB L 135 van 6.6.1996, blz. 32.

    (5) PB L 166 van 1.7.1999, blz. 6.

    Top