This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CN0028
Case C-28/21: Request for a preliminary ruling from the Sąd Okręgowy w Łodzi (Poland) lodged on 15 January 2021 — TM v EJ
Zaak C-28/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Łodzi (Polen) op 15 januari 2021 — TM/EJ
Zaak C-28/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Łodzi (Polen) op 15 januari 2021 — TM/EJ
PB C 182 van 10.5.2021, p. 27–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
10.5.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 182/27 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Łodzi (Polen) op 15 januari 2021 — TM/EJ
(Zaak C-28/21)
(2021/C 182/39)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Sąd Okręgowy w Łodzi
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: TM
Verwerende partij: EJ
Prejudiciële vraag
Moet de frase in artikel 3 van richtlijn 2009/103 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (1) dat iedere lidstaat “de nodige maatregelen” treft, aldus worden uitgelegd dat de wetgeving van de lidstaten moet bepalen dat de aansprakelijkheid van een verzekeringsonderneming in het kader van de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid de dekking van alle geleden schade inhoudt, met inbegrip van de gevolgen van een schadegeval bestaande in de door de benadeelde gederfde winst?