Ce document est extrait du site web EUR-Lex
Document 62020TN0127
Case T-127/20: Action brought on 27 February 2020 — France v ECHA
Zaak T-127/20: Beroep ingesteld op 27 februari 2020 — Frankrijk / ECHA
Zaak T-127/20: Beroep ingesteld op 27 februari 2020 — Frankrijk / ECHA
PB C 191 van 8.6.2020, p. 20–21
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 191/20 |
Beroep ingesteld op 27 februari 2020 — Frankrijk / ECHA
(Zaak T-127/20)
(2020/C 191/27)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Franse Republiek (vertegenwoordigers: A.-L. Desjonquères en E. Leclerc, gemachtigden)
Verwerende partij: Europees Agentschap voor chemische stoffen
Conclusies
— |
vernietiging van de beslissing van de kamer van beroep van ECHA van 17 december 2019 in de gevoegde zaken A-003-2018, A-004-2018 en A-005-2018, waarbij de drie besluiten van ECHA van 21 december 2017 betreffende de stofbeoordeling voor aluminiumchloride en aluminiumchloride, basisch alsook aluminiumsulfaat nietig zijn verklaard; |
— |
verwijzing van ECHA in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan, die betrekking hebben op een onjuiste rechtsopvatting.
1. |
Eerste middel: verzoekster is van mening dat de kamer van beroep blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door zich in de bestreden beslissing op het standpunt te stellen dat ECHA rekening had moeten houden met de studie Schönholzer (1997), ook al was deze niet aan ECHA ter kennis gebracht in de loop van de beoordelingsprocedure. In dit verband voert verzoekster de volgende grieven aan:
|
2. |
Tweede middel: verzoekster is van mening dat de kamer van beroep blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door zich in de bestreden beslissing te baseren op een onjuiste uitlegging van de rechtspraak van het Gerecht van de Europese Unie volgens welke ECHA de noodzaak van een verzoek om aanvullende informatie over een bepaalde stof enkel kan aantonen indien het met name bewijst dat er een reële mogelijkheid bestaat dat op basis van de gevraagde informatie verbeterde risicobeheersmaatregelen kunnen worden getroffen. |