This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TN0155
Case T-155/19: Action brought on 12 March 2019 — AP v EIF
Zaak T-155/19: Beroep ingesteld op 12 maart 2019 — AP/EIF
Zaak T-155/19: Beroep ingesteld op 12 maart 2019 — AP/EIF
PB C 155 van 6.5.2019, p. 53–53
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.5.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 155/53 |
Beroep ingesteld op 12 maart 2019 — AP/EIF
(Zaak T-155/19)
(2019/C 155/62)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: AP (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)
Verwerende partij: Europees Investeringsfonds
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
nietig te verklaren de besluiten van de verwerende partij van 30 augustus 2018 en 3 oktober 2018 tot afwijzing van haar verzoek van 20 juni 2018; |
— |
de verwerende partij te veroordelen tot betaling van, met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2018, de in artikel 33 RAP voorziene uitkering, vermeerderd met vertragingsrente tegen de rentevoet van de Europese Centrale Bank plus 2 punten totdat zij volledige betaling zal hebben ontvangen; |
— |
de verwerende partij te veroordelen tot betaling van een ex aequo et bono vastgesteld bedrag van ten minste 20 000 EUR ter vergoeding van haar immateriële schade; |
— |
de verwerende partij te verwijzen in alle kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.
1. |
Eerste middel, ontleend aan het feit dat haar ziekte tot opschorting van de opzegtermijn en toepassing van de socialezekerheidsregeling moest leiden. Was dit niet het geval, dan zou er sprake zijn van schending van de bepalingen van de RAP, niet-nakoming van de zorgplicht en schending van het beginsel van gewettigd vertrouwen. |
2. |
Tweede middel, ontleend aan het feit dat de weigering om de intrekking van haar ontslag te aanvaarden een niet-nakoming van de zorgplicht opleverde. |