This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CA0437
Case C-437/17: Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 13 March 2019 (request for a preliminary ruling from the Oberster Gerichtshof — Austria) — Gemeinsamer Betriebsrat EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH v EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH (Reference for a preliminary ruling — Free movement of workers — Article 45 TFEU — Regulation (EU) No 492/2011 — Article 7(1) — Prohibition of discrimination on grounds of nationality — Right to paid annual leave based on the seniority of the worker with the employer — Account taken only in part of previous periods of service completed with other employers — Social law — Disparity between the schemes and legislation of the Member States)
Zaak C-437/17: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 13 maart 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — Gemeinsamer Betriebsrat EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH/EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH (Prejudiciële verwijzing — Vrij verkeer van werknemers — Artikel 45 VWEU — Verordening (EU) nr. 492/2011 — Artikel 7, lid 1 — Verbod op discriminatie op grond van nationaliteit — Recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon op basis van de diensttijd van de werknemer bij de werkgever — Slechts gedeeltelijke inaanmerkingneming van eerdere diensttijdvakken bij andere werkgevers — Sociaal recht — Verschillen tussen de regelingen en wetgevingen van de lidstaten)
Zaak C-437/17: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 13 maart 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — Gemeinsamer Betriebsrat EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH/EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH (Prejudiciële verwijzing — Vrij verkeer van werknemers — Artikel 45 VWEU — Verordening (EU) nr. 492/2011 — Artikel 7, lid 1 — Verbod op discriminatie op grond van nationaliteit — Recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon op basis van de diensttijd van de werknemer bij de werkgever — Slechts gedeeltelijke inaanmerkingneming van eerdere diensttijdvakken bij andere werkgevers — Sociaal recht — Verschillen tussen de regelingen en wetgevingen van de lidstaten)
PB C 155 van 6.5.2019, p. 6–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.5.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 155/6 |
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 13 maart 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — Gemeinsamer Betriebsrat EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH/EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH
(Zaak C-437/17) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Vrij verkeer van werknemers - Artikel 45 VWEU - Verordening (EU) nr. 492/2011 - Artikel 7, lid 1 - Verbod op discriminatie op grond van nationaliteit - Recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon op basis van de diensttijd van de werknemer bij de werkgever - Slechts gedeeltelijke inaanmerkingneming van eerdere diensttijdvakken bij andere werkgevers - Sociaal recht - Verschillen tussen de regelingen en wetgevingen van de lidstaten)
(2019/C 155/07)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Oberster Gerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Gemeinsamer Betriebsrat EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH
Verwerende partij: EurothermenResort Bad Schallerbach GmbH
Dictum
Artikel 45 VWEU en artikel 7, lid 1, van verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling als aan de orde in het hoofdgeding, volgens welke bij de vaststelling of een werknemer die in totaal vijfentwintig jaar heeft gewerkt, recht heeft op verhoging van zijn jaarlijkse vakantie met behoud van loon van vijf naar zes weken, de door de werknemer vervulde dienstjaren in het kader van een of meerdere arbeidsverhoudingen die aan de arbeidsverhouding met zijn huidige werkgever voorafgaan, slechts voor ten hoogste vijf jaar beroepsactiviteit worden meegeteld, ook al heeft hij in werkelijkheid meer dan vijf jaar beroepsactiviteit vervuld.