Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017IE0703

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over„Namaak en piraterij” (initiatiefadvies)

    PB C 345 van 13.10.2017, p. 25–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.10.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 345/25


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over„Namaak en piraterij”

    (initiatiefadvies)

    (2017/C 345/04)

    Rapporteur:

    Antonello PEZZINI

    Corapporteur:

    Hannes LEO

    Besluit van de voltallige vergadering

    26.1.2017

    Rechtsgrondslag

    artikel 29, lid 2, van het rvo

     

    Initiatiefadvies

    Bevoegd orgaan

    Adviescommissie Industriële Reconversie (CCMI)

    Goedgekeurd door de CCMI

    22.6.2017

    Goedkeuring door de voltallige vergadering

    5.7.2017

    Zitting nr.

    527

    Stemuitslag

    (voor/tegen/onthoudingen)

    119/0/0

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1.

    De Europese economie is steeds meer gebaseerd op creativiteit en innovatie. Intellectuele-eigendomsintensieve sectoren zijn in Europa goed voor 39 % van het bbp van de EU en 26 % van de werkgelegenheid (1). Het EESC is van mening dat ondernemingen moeten kunnen gedijen in een milieu dat bevorderlijk is voor innovatie, investeringen en werkgelegenheid.

    1.2.

    Volgens schattingen van de VN (2) en de OESO zijn namaakproducten goed voor 5-7 % (VN) of 2,5 % (OESO) van de wereldhandel. Het merendeel van de namaakproducten in Europa wordt in derde landen geproduceerd, maar ook in de lidstaten stijgt de productie. Het internet heeft de mogelijkheden en de ruimte om online namaakproducten te verkopen zeer fors vereenvoudigd en uitgebreid, terwijl het risico van vervolging nog steeds zeer laag is.

    1.3.

    De namaakindustrie profiteert van efficiëntieverschillen tussen de douanecontroles aan de belangrijkste toegangspunten tot de interne markt en van fragmentatie en heterogeniteit van de nationale toepassing van EU-regels en normen. Daarom komen er steeds meer van die producten in de EU, die een risico vormen voor de gezondheid van de consument, de openbare veiligheid en beveiliging en het concurrentievermogen van onze bedrijven.

    1.4.

    Bijgevolg moet een volledig functionerende en interoperabele douane-unie zorgen voor de efficiënte werking van het nieuwe systeem, dat door het douanewetboek werd ingevoerd. Op die manier moeten bedrijven worden beschermd tegen oneerlijke concurrentie, vooral uit de wereldwijde sector nagemaakte en door piraterij verkregen producten. Dat is niet alleen in het belang van die bedrijven, maar ook omdat het rechtstreekse gevolgen heeft voor de volksgezondheid, de openbare veiligheid en beveiliging en de economische groei.

    1.5.

    Aangezien er onderscheid moet worden gemaakt tussen twee soorten namaak — namaak als schending van IER (intellectuele-eigendomsrechten), d.w.z. pure oneerlijke concurrentie zonder dat de veiligheid of volksgezondheid in het geding is, en namaak als strafbaar feit, zoals gedefinieerd in het Geneesmiddelencriminaliteitsverdrag (3) — moet volgens het EESC het elimineren van namaak en piraterij een belangrijke prioriteit voor de EU zijn, niet alleen met het oog op de gezonde groei van de vrije wereldhandel zonder protectionisme, maar ook met het oog op de professionalisering van de georganiseerde misdaad in de handel in nagemaakte en door piraterij verkregen goederen en de risico’s voor de consument. Om dergelijke„criminele namaakpraktijken” te ontmoedigen kunnen strafrechtelijke procedures nodig zijn.

    1.6.

    Met het oog op het beperken van de negatieve gevolgen voor de markt van de toename van namaak en piraterij moeten op sectoraal, nationaal, Europees en multilateraal niveau maatregelen worden genomen betreffende:

    belemmeringen voor productie en investeringen;

    schade aan imago en kwaliteit, waaronder technische non-conformiteit, valse conformiteits- of nalevingscertificaten en valse conformiteitsaanduidingen, en misbruik van dergelijke certificaten en aanduidingen;

    risico’s voor gezondheid, veiligheid en milieu;

    gebrek aan certificering, normering en kwaliteitscontrole van nagemaakte goederen;

    verlies van arbeidsplaatsen en obstakels voor het ontstaan van bedrijven;

    (para)fiscale inkomstenderving;

    toenemende problemen op het gebied van veiligheid en bestrijding van georganiseerde criminaliteit, met inbegrip van terrorismefinanciering.

    1.7.

    Het EESC is ervan overtuigd dat er een gemeenschappelijke inspanning nodig is van alle publieke en particuliere actoren voor het ontwerpen en tenuitvoerleggen van een gezamenlijke strategie van gecoördineerde maatregelen die zijn gericht op preventie, opsporing en bestrijding van namaak en piraterij, ondersteund door een toereikend gemeenschappelijk technisch en wettelijk kader.

    1.8.

    Daarbij ligt het initiatief in de eerste plaats bij de particuliere sector van de Unie, bestaande uit industriële bedrijven en dienstverleners die hier het meest bij betrokken zijn (samen met anderen in de leveringsketen). Maar ook moet meegedaan worden door houders van rechten en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en de Europese Commissie moet het regelgevingskader voor IER bijwerken om de bestaande regels te moderniseren en de strafrechtelijke opties waarover de EU en haar lidstaten thans beschikken aan te passen. Gezamenlijk moeten zij werken aan krachtige impulsen, vanaf het begin tot het einde van de gehele leveringsketen. Daarbij moeten zij interoperabele mechanismen voor internationale samenwerking in kaart brengen en leveranciers en klanten controleren, teneinde het risico van namaak in de keten tot een minimum te beperken.

    1.9.

    Die versterkte gezamenlijke actie door de particuliere sector is cruciaal voor doeltreffende partnerschappen met de internetproviders, producenten van inhoud, merkhouders, operators voor elektronisch betalen, adverteerders en reclamenetwerken en online-domeinregisters, en vrijwillige convenanten voor Gemeenschappelijk Optreden, waarmee kan worden gezorgd voor snelle aanpassingen aan plotse veranderingen op de markt.

    1.10.

    Krachtige maatregelen van de particuliere sector moeten worden geflankeerd door overheidsmaatregelen zoals:

    de ontwikkeling van nieuwe semi-juridische technieken om paal en perk te stellen aan de groeiende handel in namaakproducten. Hierdoor wordt privaat-publieke samenwerking mogelijk en kan het optreden van de douane worden geoptimaliseerd door middel van markering en traceerbaarheid;

    interoperabele opsporingssystemen die in verbinding staan met automatische risicobeheersystemen op basis van passende technologieën, zodat eigenaren en rechtenhouders in de elektronische handel in staat zijn om inbreuken op te sporen en te voorkomen;

    invoering van een nieuw strategisch plan 2018-2021 met een nieuw en beter gecoördineerd actiekader, met toereikende financiële middelen, meer transparantie en toekomstgerichte capaciteit, meer gedetailleerde inlichtingentechnieken, een„EU-lijst van beruchte landen”, de toepassing van aangescherpte plaatselijke IER-desks, waaronder inspanningen ter bestrijding van criminele namaakpraktijken, en meer geavanceerde instrumenten voor markttoezicht (interactieve databank) met een doeltreffende gemeenschappelijke douane. Dat alles in overeenstemming met het voorstel voor een richtlijn betreffende het rechtskader van de Unie inzake douaneovertredingen en douanesancties (4);

    betere statistische gegevens en analyses betreffende de omvang en impact van namaak.

    1.11.

    Het EESC is van mening dat er een Europese campagne ter bestrijding van namaak moet worden gefinancierd, met inbegrip van een Europese dag tegen namaak en een speciaal telefoonnummer — waarbij de nadruk ligt op:

    de ernstige schade die nagemaakte en gepirateerde producten en de aankoop ervan toebrengen aan hele sectoren van de economie, de gezondheid, het milieu, de Europese innovatie en creativiteit, de werkgelegenheid, openbare inkomsten en economische groei als geheel;

    de behoefte aan substantiële inspanningen om de gegevensbank over namaakproducten te verbeteren en om het verlies van productie en banen in dit verband in kaart te brengen teneinde adequate beleidsmaatregelen te ontwerpen. Op dit moment moeten de statistische basis en de econometrische ramingen nauwkeuriger, betrouwbaarder en beter vergelijkbaar zijn.

    1.12.

    Het Comité beschouwt nauwere coördinatie tussen de verschillende diensten van de Europese Commissie en de Europese agentschappen die zich bezighouden met de kwestie met hun collega’s in de lidstaten als essentieel. Dit kan worden bereikt door het verstrekken van voldoende middelen voor samenwerking in heel Europa en inspanningen om tot een echte cultuur van samenwerking te komen. Oprichting van een centrale taskforce ‘Namaak” met een voldoende lange levensduur zou effectief moeten kunnen bijdragen tot verwezenlijking van deze doelstelling.

    1.13.

    Het EESC dringt er bij Raad en EP op aan om te bewerkstelligen dat de Europese Commissie:

    snel werk maakt van de technologische en structurele maatregelen en het nieuwe actieplan 2018-2021 voor de bestrijding van namaak en piraterij;

    meer solide ondersteuning geeft aan gezamenlijke actie in de particuliere sector. Zulks middels regels en structuren die waarborgen dat de vrije internationale handel zich ontwikkelt op een eerlijke en proactieve basis.

    2.   Inleiding: aard en kwantitatieve en kwalitatieve kenmerken van namaak en piraterij

    2.1.

    Ter wille van verduidelijking van onderhavig onderwerp wordt verwezen naar de namaakconcepten van Verordening (EU) 608/2013. „Elektronische en digitale piraterij”, handel en verspreiding van software of onrechtmatige bestanden die in strijd zijn met de relevante wetgeving inzake intellectuele eigendom, vallen niet binnen de werkingssfeer van dit advies, aangezien zij nauw verband houden met de digitale agenda, waarvoor het EESC een speciale vaste studiegroep heeft opgericht.

    2.2.

    Kwantificering van namaak is complex omdat, zoals met alle aspecten van illegale activiteiten, de beschikbare gegevens te sterk zijn gebaseerd op schattingen. De namaakkanalen zijn namelijk voor het grootste deel in handen van criminele organisaties, die zeer snel het enorme potentieel van dit soort illegale activiteit hebben onderkend en een zeer gering risico lopen om te worden betrapt.

    2.3.

    De laatste jaren is er zoveel namaak dat er nagenoeg geen productsoort meer valt te bespeuren die niet kan worden nagemaakt en verkocht: kleding, mechanische onderdelen en gereedschap, bouwmaterialen en materieel, juwelen, schoeisel, designproducten, speelgoed, cosmetica, geneesmiddelen enz. Namaak is een heuse parallelsector geworden en de producenten hebben te maken met hevige mededinging en moeten er alles aan doen om hun marktaandeel te behouden.

    2.4.

    Gemakkelijk kunnen kopen leidt ertoe dat de consument vaak voor namaak kiest en dat heeft serieuze negatieve gevolgen voor bedrijven, met name kmo’s; minder regulering en moeilijk te controleren e-handel en online-veilingen zijn een doeltreffende en veilige manier om een groot klantenbestand op te bouwen en te handelen in goedkope namaak.

    2.5.

    De namaakindustrie is uitgegroeid tot een van de belangrijkste voedingsbodems en financiers van georganiseerde misdaad. Criminele organisaties hebben de zaak met hun mondiale netwerken nog veel professioneler en winstgevender gemaakt.

    2.6.

    Namaak zou zich het meest voordoen in derde landen. Uit douanestatistieken blijkt bijvoorbeeld duidelijk dat de meeste namaakproducten afkomstig zijn uit landen buiten de EU. China, dat toch zonder meer heeft toegezegd om namaak aan banden te leggen, is nog altijd een ‘topspeler”.

    2.7.

    De opkomst van het internet heeft ook bijgedragen tot nieuwe distributiekanalen voor nagemaakte producten met minder risico voor de verkopers, omdat die nauwelijks te vervolgen zijn. Daarom moet er in de gehele waardenketen beter worden samengewerkt om namaak zo efficiënt mogelijk online te bestrijden.

    2.8.

    IER-intensieve sectoren zijn in Europa goed voor 39 % van het bbp van de EU en 26 % van de werkgelegenheid (5). Volgens recente studies (6) vertegenwoordigen namaakproducten 5 tot 7 % van de wereldhandel, hetgeen neerkomt op ruwweg 600 miljard EUR per jaar, terwijl de OESO (7) de waarde van ingevoerde namaakgoederen op 2,5 % van de internationale handel in 2013 raamt, wat overeenkomt met 338 miljard EUR, en ook schat dat ongeveer 5 %, of 85 miljard EUR, van in de EU ingevoerde goederen zijn nagemaakt of door piraterij zijn verkregen. Buiten beschouwing gelaten zijn daarbij goederen die worden geproduceerd en verkocht in een en dezelfde lidstaat en producten die op het internet en via indirecte economische activiteit worden gekocht.

    2.9.

    Volgens andere internationale statistische gegevens uit 2017 (8) levert de mondiale handel in die goederen jaarlijks naar schatting tussen de 923 miljard en 1,13 biljoen USD op.

    2.10.

    De productie van namaakproducten is, ook op grote schaal, in opkomst in de lidstaten om douanecontroles aan de buitengrenzen van de EU te omzeilen.

    2.11.

    Het in de handel brengen van nagemaakte en door piraterij verkregen goederen veroorzaakt enorme schade aan de economie en draagt bij aan de ontwikkeling van een ‘ondergrondse economie”, waarin overheden inkomsten mislopen (9) die nodig zijn voor essentiële openbare diensten en dat betekent ook een zwaardere fiscale last voor de belastingplichtige, waardoor reguliere banen verloren gaan.

    2.12.

    In de EU is namaak verantwoordelijk voor het verlies van ongeveer 800 000 banen per jaar en ongeveer 14,3 miljard EUR aan jaarlijkse derving aan belastinginkomsten, waaronder btw en accijnzen (10).

    2.13.

    Het Europees Parlement heeft een aantal resoluties over dit onderwerp uitgebracht, met name zijn resolutie van 9 juni 2015 (11), waarin het onder meer pleit voor een benadering waarin alle actoren in de strijd tegen namaak worden samengebracht, de bewustmaking van consumenten wordt vergroot en zij beter worden voorgelicht, de ontwikkeling van nieuwe handelsmodellen, betere verdedigingsmechanismen voor kmo’s, bevordering van convergentie van belangen tussen lidstaten en derde landen, en meer gebruik van gegevens die zijn verzameld door het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO).

    2.14.

    Op 19 maart 2013 heeft de Raad een resolutie aangenomen over het EU-douaneactieplan om inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten te bestrijden (periode 2013-2017). Het plan bevat duidelijke doelstellingen, passende middelen, en resultaat- en prestatie-indicatoren die zijn vastgesteld volgens een duidelijke routekaart betreffende:

    de toepassing en follow-up van nieuwe wetgeving om de intellectuele-eigendomsrechten te handhaven;

    maatregelen ter bestrijding van de schending van die rechten in de handel in goederen en diensten;

    samenwerking met de belangrijkste landen van herkomst, doorvoer en bestemming ter bestrijding van de illegale handel in de hele internationale leveringsketen;

    intensievere samenwerking met het EUIPO en de rechtshandhavingsautoriteiten.

    2.15.

    Op 18 mei 2017 heeft de Raad in zijn conclusies over de vaststelling van de prioriteiten van de EU ter bestrijding van georganiseerde en zware internationale criminaliteit voor de periode 2018-2021 onderstreept dat „de criminele markten steeds complexer en dynamischer zijn […]. Er moet […] bijgevolg bijzondere aandacht worden besteed aan de onlinehandel in verboden goederen en diensten, met inbegrip van namaakgoederen”.

    3.   Internationaal overzicht

    3.1.

    Uit de douanestatistieken blijkt duidelijk dat de meeste namaakgoederen uit derde landen komen. De grootste ‘namakers” zijn niet alleen China en Hongkong, maar er zijn ook andere Aziatische landen die zich sectorieel specialiseren: India in geneesmiddelen, Egypte in voedingsproducten en Turkije in parfum, cosmetica en schoeisel. Maleisië, Wit-Rusland, de Verenigde Arabische Emiraten, Indonesië, Thailand en de Filipijnen blazen ook hun partijtje mee.

    3.2.

    In 2014 hebben de statistische gegevens van de douane uitgewezen dat meer dan 66 % van de nagemaakte textielproducten en kleding van buiten de EU kwam.

    3.3.

    Voor het vervoer van goederen vanuit Azië naar Europa spelen transitpunten een bijzonder belangrijke rol, aangezien zij de centrale overslagplaatsen zijn voor het vervoer van goederencontainers in een netwerk van 3 000 vrije zones in 135 verschillende landen. Daar wordt uitgewisseld, worden documenten verschaft en worden nieuwe etiketten op de goederen in de containers aangebracht.

    3.4.

    Een andere factor waarmee rekening moet worden gehouden, is de forse stijging van namaak en piraterij binnen de EU. Die worden volgens Europol steeds winstgevender voor de georganiseerde misdaad, gaan gepaard met veel minder risico’s en houden verband met andere vormen van criminaliteit zoals fraude, vervalsing van documenten, belastingontwijking en mensenhandel.

    3.5.

    Met de verplaatsing van faciliteiten voor namaak en piraterij naar de Unie, de lagere vervoerskosten, het lagere risico op onderschepping en de opkomst van goed georganiseerde criminele netwerken met adequate middelen schijnt een nieuw model het levenslicht te zien; de verwachte uitbreiding van de Tanger/Med-vrije zone in Marokko, op slechts 15 km van de EU, zou die netwerken wel eens nog meer mogelijkheden kunnen bieden om nog grotere partijen nagemaakte goederen op de Europese markt af te zetten.

    3.6.

    De landen waar ondernemingen tussen 2011 en 2013 het zwaarst door namaakactiviteiten werden getroffen zijn de VS 20 %, Italië 15 %, Frankrijk en Zwitserland 12 %, Japan en Duitsland 8 %, het Verenigd Koninkrijk en Luxemburg. Indirecte verliezen en bijkomende kosten voor nieuwe ontwerpen/innovatieve oplossingen als gevolg van vervalsing mogen ook niet worden onderschat.

    4.   Bestrijding van namaak en piraterij op de interne markt

    4.1.

    Het EESC verzoekt de lidstaten met klem om maatregelen te nemen die gericht zijn op:

    aanscherping van de nationale maatregelen en wetgeving ter bestrijding van namaak, bevordering van harmonisatie van wetgeving op EU-niveau, ontwikkeling van efficiënte voorzieningen voor administratieve inspectie van namaakproducten en aanpassing van de strafrechtelijke opties waarover de lidstaten beschikken;

    betere, onderling afgestemde nationale handhaving van Europese regels en uitwisseling van goede praktijken;

    het doen verzamelen door de bevoegde autoriteiten van vergelijkbare statistische gegevens, ook over het verband tussen namaak en ongevallen en sterfgevallen, en zulks bijvoorbeeld per productgroep;

    doeltreffendere controle op en preventie van risico’s van nagemaakte producten voor de volksgezondheid;

    empowerment van de consument, die via smartphonetechnologie zijn eigen oordeel kan vellen over de authenticiteit van zijn spullen en zelf de kenmerken en de waarde en veiligheid van wat hij koopt kan verifiëren en controleren;

    het verbeteren van de communicatie met consumenten, hen waarschuwen voor de risico’s van nagemaakte producten en hun tonen hoe zij met nieuwe methoden namaak gemakkelijk kunnen herkennen: het bewustzijn onder consumenten moet worden verbeterd en er moeten nationale informatie- en voorlichtingscampagnes worden gevoerd;

    actievere betrokkenheid van lokale actoren, intersectorale groepen en consumentenorganisaties bij de bestrijding van namaak op nationaal niveau, met name door middel van voorlichtingscampagnes;

    voldoende financiële en andere middelen voor de douanebeambten en een adequate opleiding in methoden en beleid voor het opsporen van nagemaakte producten;

    vereenvoudiging van de registratie van merken, modellen en andere IER voor kmo’s, met behoud van een hoog niveau van technische normen en IER.

    4.2.

    Het EESC pleit voor een nieuw EU-kader 2018-2021 en een volledig gefinancierd en gecoördineerd actieplan met het oog op de versterking van wetgeving tegen namaak en initiatieven op EU-niveau door middel van maatregelen als:

    bespoediging van de oprichting van één Europees douanesysteem door gemeenschappelijke procedures, gemeenschappelijke instrumenten en eenvormige databanken die onmiddellijk kunnen worden geraadpleegd;

    vaststelling van gemeenschappelijke criteria voor de verzameling van statistische gegevens, waarbij de nadruk wordt gelegd op sectorale initiatieven omdat er geen pasklare oplossingen zijn;

    bevordering van innovatieve tracking- en observatiesystemen;

    meer EU-coördinatie om de strijd tegen namaak in alle lidstaten op hetzelfde niveau te brengen;

    intensivering van inlichtingenvergaring en bilaterale overeenkomsten inzake rechtshandhaving in de hele keten, onder meer met behulp van een uitgebreid lokaal EU-IPR-loket;

    onmiddellijke actie ter bevordering van een vereenvoudigd EU-kader voor steun en bijstand aan Europese kmo’s;

    invoeging van anti-namaakclausules in nieuwe vrijhandelsovereenkomsten;

    uitvoering en coördinatie van preventieve maatregelen op internationaal niveau om toezicht te houden op de 3 000 vrije zones en op de volledige distributieketen;

    het belasten van de bevoegde EU-autoriteiten met de verzameling van volledig vergelijkbare statistische gegevens over het verband tussen namaak en ongevallen en sterfgevallen;

    vaststelling van gemeenschappelijke EU-maatregelen voor een doeltreffender controle op en preventie van risico’s van nagemaakte producten voor de volksgezondheid;

    verbetering van de EU-communicatie met de consumenten en hen leren hoe ze deze producten kunnen herkennen (JRC-model);

    het stimuleren van het EU-bedrijfsleven om efficiënter informatie uit te wisselen over problemen in verband met namaak en bestrijdingsmaatregelen te nemen, zoals invoering van speciale telefonische meldpunten voor consumenten en betere systemen voor gegevensbeheer;

    gecoördineerde actie op het gebied van e-handel (betalingswijzen en reclame) en goedkeuring van gemeenschappelijke specifieke regels om toezicht te houden op de onlineverkoop van geneesmiddelen en andere delicate producten;

    ontwikkeling van een aanpak van criminele organisaties en hun effect op veiligheid, volksgezondheid en beveiliging, waarbij erkende rechtsbeginselen zoals neergelegd in het geneesmiddelencriminaliteitsverdrag als uitgangspunt worden genomen en worden uitgebreid tot industriële namaakproducten die een risico vormen voor de veiligheid en de volksgezondheid;

    vaststelling, samen met het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA), Europol, de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa), van speciale regels voor het toezicht op de onlineverkoop van geneesmiddelen, voedingsmiddelen en andere delicate producten;

    evaluatie van de rol die tussenpersonen kunnen spelen bij de bescherming van IER, ook met betrekking tot nagemaakte goederen, en eventuele wijziging van het specifieke EU-rechtskader voor handhaving (12);

    ontwikkeling en ondersteuning van een sterke Europese anti-namaakcampagne binnen en buiten de interne markt, parallel aan de nationale campagnes;

    bevordering van een gemeenschappelijk technologie-initiatief (GTI) op het gebied van namaak, in het kader van Horizon 2020;

    het uittrekken van voldoende middelen voor de maatregelen die in het kader van dit nieuwe actieplan 2018-2021 zijn goedgekeurd.

    5.   Zorgen voor optimale governance

    5.1.

    Het is essentieel om te zorgen voor een nauwere coördinatie tussen de verschillende diensten van de Commissie en de Europese agentschappen die zich bezighouden met dit onderwerp. Dit kan worden gedaan door de oprichting van een taskforce die rechtstreeks rapporteert aan de voorzitter van de Commissie, contacten kan onderhouden met de relevante segmenten van de particuliere sector, internationale organen en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

    5.2.

    Deze taskforce ‘Namaak” moet een alomvattend jaarverslag uitbrengen over de vorderingen die zijn gemaakt met technologische, structurele en regelgevende aspecten, met name op internationaal niveau.

    5.3.

    De Europese Commissie en de Europese agentschappen, en met name het EUIPO, Europol en OLAF, alsmede ngo’s die actief zijn in de strijd tegen namaak, moeten hun inspanningen voor internationale coördinatie middels jaarlijkse internationale conferenties opvoeren.

    Brussel, 5 juli 2017.

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Georges DASSIS


    (1)  Gezamenlijk verslag van het Europees Octrooibureau (EOB) en het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) over IPR-intensieve sectoren in de EU, september 2013.

    (2)  http://www.springer.com/978-1-4614-5567-7 — United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC).

    (3)  http://www.coe.int/en/web/conventions/full-list/-/conventions/treaty/211

    (4)  http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52016AE4500&from=NL

    (5)  Gezamenlijk verslag van het Europees Octrooibureau (EOB) en het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) over IPR-intensieve sectoren in de EU, september 2013.

    (6)  UNODC, The Globalisation of Crime. A Transnational Crime Threat Assessment.

    (7)  OESO/EUIPO (2016), Trade in Counterfeit and Pirated Goods: Mapping the Economic Impact.

    (8)  Global Financial Integrity, Transnational Crime and the Developing World, maart 2017 (statistische gegevens bevestigd door WAITO — april 2017).

    (9)  In 2013 naar schatting 90 tot 120 miljard EUR aan gederfde belastinginkomsten — Frontier Economics — 2016.

    (10)  Sectorale studies naar negen door namaak getroffen sectoren: cosmetica en lichaamsverzorging, kleding, schoeisel en accessoires, sportartikelen, speelgoed en spelletjes, juwelen en uurwerken, tassen, muziekopnames, wijn en alcoholische dranken, geneesmiddelen.

    (11)  Europarl P8_TA(2015)0219 — 9.6.2015 — http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P8-TA-2015-0219&language=IT&ring=A8-2015-0161

    (12)  Zie COM(2016) 288 final.


    Top