Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TB0355(01)

    Zaak T-355/14: Beschikking van het Gerecht van 1 december 2016 — STC/Commissie („Overheidsopdrachten voor werken — Aanbestedingsprocedure — Bouw van een trigeneratiecentrale met een gasturbine en het daarmee samenhangende onderhoud — Afwijzing van de offerte van een inschrijver — Intrekking van de bestreden handeling — Afdoening zonder beslissing”)

    PB C 22 van 23.1.2017, p. 33–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.1.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 22/33


    Beschikking van het Gerecht van 1 december 2016 — STC/Commissie

    (Zaak T-355/14) (1)

    ((„Overheidsopdrachten voor werken - Aanbestedingsprocedure - Bouw van een trigeneratiecentrale met een gasturbine en het daarmee samenhangende onderhoud - Afwijzing van de offerte van een inschrijver - Intrekking van de bestreden handeling - Afdoening zonder beslissing”))

    (2017/C 022/44)

    Procestaal: Italiaans

    Partijen

    Verzoekende partij: STC SpA (Forlì, Italië) (vertegenwoordigers: A. Marelli en G. Delucca, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk L. Di Paolo, F. Moro en L. Cappelletti, vervolgens L. Di Paolo en F. Moro, gemachtigden)

    Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: CPL Concordia Soc. coop. (Concordia Sulla Secchia, Italië) (vertegenwoordiger: A. Penta, advocaat)

    Voorwerp

    Ten eerste een verzoek op grond van artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van 1) het besluit van 3 april 2014 waarbij de Commissie de offerte van verzoekster in het kader van aanbesteding JRC IPR 2013 C04 0031 OC voor de bouw van een trigeneratiecentrale met een gasturbine en het onderhoud ervan (PB 2013/S 137-237146) op het terrein van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) te Ispra (Italië) heeft afgewezen, 2) het besluit waarbij de Commissie de opdracht aan CPL Concordia heeft gegund alsmede van iedere daarmee samenhangende handeling die daaraan vooraf ging of daarop volgde, waaronder begrepen het eventuele besluit waarbij het contract werd goedgekeurd, en in voorkomend geval het contract zelf, 3) de brief van de Commissie van 15 april 2014 waarbij het verzoek van verzoekster om inzage in de aanbestedingsstukken werd afgewezen, en ten tweede, primair, een verzoek dat ertoe strekt dat de Commissie wordt gelast de gunning te herroepen en de opdracht aan verzoekster te gunnen en, subsidiair, mocht het nadeel niet in natura kunnen worden hersteld, dat de Commissie wordt veroordeeld tot vergoeding van de door verzoekster geleden schade.

    Dictum

    1)

    Op het onderhavige beroep behoeft niet meer te worden beslist.

    2)

    De vorderingen van CPL Concordia Soc. coop. worden kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

    3)

    Elke partij zal haar eigen kosten dragen die verband houden met de onderhavige procedure en met de procedure in kort geding.


    (1)  PB C 233 van 14.7.2014.


    Top