Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011TN0575

Zaak T-575/11: Beroep ingesteld op 7 november 2011 — Inaporc/Commissie

PB C 25 van 28.1.2012, p. 56–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 25/56


Beroep ingesteld op 7 november 2011 — Inaporc/Commissie

(Zaak T-575/11)

(2012/C 25/108)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Interprofession nationale porcine (Inaporc) (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: H. Calvet, Y. Trifounovitch en C. Rexha, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van beschikking C(2011) 4376 def. van de Commissie van 29 juni 2011 betreffende steunmaatregel NN 10/2010 — Frankrijk — Heffing ter financiering van een comité interprofessionnel national porcin, nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, voor zover daarin: i) de van 2004 tot en met 2008 door INAPORC ondernomen activiteiten inzake technische bijstand, steun voor de productie en afzet van kwaliteitsproducten, onderzoek, ontwikkeling en reclame als staatssteun zijn aangemerkt, en ii) de verplichte vrijwillige bijdragen ter financiering van deze activiteiten zijn aangemerkt als staatsmiddelen die integrerend deel uitmaken van de voornoemde staatssteunmaatregelen;

verwijzing van de Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van haar beroep voert verzoekster primair twee middelen aan:

1)

schending van wezenlijke vormvoorschriften, doordat de bestreden beschikking ontoereikend is gemotiveerd gelet op artikel 296 VWEU, doordat verzoekster niet in staat is de redenen te begrijpen waarom de Commissie heeft besloten dat in casu is voldaan aan de criteria van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie inzake staatssteun;

2)

schending van artikel 107, lid 1, VWEU, doordat de Commissie in de bestreden beschikking:

de door INAPORC geheven verplichte vrijwillige bijdragen als staatsmiddelen heeft aangemerkt en de door deze brancheorganisatie ondernomen activiteiten, die met deze bijdragen worden gefinancierd, als toerekenbaar aan de staat heeft aangemerkt;

het bestaan heeft vastgesteld van een uit de door INAPORC ondernomen activiteiten voortvloeiend selectief economisch voordeel voor ondernemingen die varkensvlees produceren, verwerken en verdelen;

heeft geconcludeerd dat de door INAPORC ondernomen activiteiten kunnen leiden tot mededingingsvervalsing als gevolg van staatssteun.


Top