EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CN0607

Zaak C-607/10: Beroep ingesteld op 22 december 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Zweden

PB C 89 van 19.3.2011, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.3.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/8


Beroep ingesteld op 22 december 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Zweden

(Zaak C-607/10)

2011/C 89/15

Procestaal: Zweeds

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Alcover San Pedro en K. Simonsson, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk Zweden

Conclusies

vaststellen dat het Koninkrijk Zweden, door niet de nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten door middel van vergunningen overeenkomstig de artikelen 6 en 8 van richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (1) of op passende wijze door toetsing en, zo nodig, aanpassing van de voorwaarden, toezien dat de bestaande installaties uiterlijk op 30 oktober 2007 worden geëxploiteerd overeenkomstig de eisen van de artikelen 3, 7, 9, 10 en 13, artikel 14, sub a en b, en artikel 15, lid 2, de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

het Koninkrijk Zweden verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Uit artikel 5, lid 1, van de IPPC-richtlijn volgt dat de lidstaten de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten, door middel van vergunningen overeenkomstig de artikelen 6 en 8 van de richtlijn of op passende wijze door toetsing en, zo nodig, aanpassing van de voorwaarden, erop toezien dat de bestaande installaties uiterlijk op 30 oktober 2007 worden geëxploiteerd overeenkomstig de eisen van de artikelen 3, 7, 9, 10 en 13, artikel 14, sub a en b, en artikel 15, lid 2. Volgens de Commissie geldt deze verplichting voor alle in de betrokken lidstaten bestaande installaties.

Volgens vaste rechtspraak moet het bestaan van een niet-nakoming worden beoordeeld op basis van de situatie waarin de lidstaat zich bevond aan het einde van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn. Blijkens het antwoord van Zweden op het met redenen omkleed advies voldeden 33 bestaande installaties niet aan de eisen van de IPPC-richtlijn ten tijde van het antwoord.

Blijkens de bijlage bij het aanvullend antwoord van Zweden op het met redenen omkleed advies voldeden in oktober 2010, bijna drie jaar na het verstrijken van de omzettingstermijn, voorts nog 23 bestaande installaties niet aan de eisen van de richtlijn.


(1)  PB L 24, blz. 8.


Top