This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52009IE0638
Opinion of the European Economic and Social Committee on Transatlantic Relations: How to improve the participation of civil society
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het thema Trans-Atlantische betrekkingen: Een grotere rol voor het maatschappelijk middenveld
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het thema Trans-Atlantische betrekkingen: Een grotere rol voor het maatschappelijk middenveld
PB C 228 van 22.9.2009, p. 32–39
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.9.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 228/32 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het thema Trans-Atlantische betrekkingen: „Een grotere rol voor het maatschappelijk middenveld”
2009/C 228/05
Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn zitting van 17 januari 2008 besloten overeenkomstig artikel 29, lid 2, van zijn reglement van orde een initiatiefadvies op te stellen over het thema:
„Trans-Atlantische betrekkingen: „Een grotere rol voor het maatschappelijk middenveld””
De gespecialiseerde afdeling Externe betrekkingen, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 6 maart 2009 goedgekeurd. Rapporteur was mevrouw CARR, corapporteur de heer KRAWCZYK.
Het Comité heeft tijdens zijn op 24 en 25 maart 2009 gehouden 452e zitting (vergadering van 25 maart 2009) onderstaand advies uitgebracht, dat met 196 stemmen vóór en 7 stemmen tegen, bij 3 onthoudingen, werd goedgekeurd.
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1 |
De betrekkingen tussen de EU en de VS zijn onder een nieuw gesternte komen te staan, met steeds grotere uitdagingen en hogere verwachtingen. Met de verkiezing van Barack OBAMA tot president van de VS zijn de verwachtingen wereldwijd hooggespannen en is nieuw optimisme ontstaan over de mogelijkheden van de trans-Atlantische betrekkingen. Met betrekking tot tal van onderwerpen, variërend van een gezamenlijk antwoord op de huidige financieel-economische crisis tot de problemen rond de klimaatverandering, het bevorderen van de mensenrechten en de bilaterale economische betrekkingen, wordt oprecht gehoopt dat EU en VS zullen samenwerken en een leidersrol zullen vervullen. |
1.2 |
Daarbij is voor het Europese en het Amerikaanse maatschappelijk middenveld en de Europese sociale partners een sleutelrol weggelegd. Zij vertegenwoordigen immers de burgers en zijn op specifieke gebieden zeer deskundig. |
1.3 |
Het EESC moedigt de beleidsmakers in de EU aan de nu geboden kansen te benutten om in overleg en samenwerking met de VS werk te maken van de noodzakelijke hervormingen in het functioneren van VN, de WIPO (1), het Internationaal Strafhof, G8, G20, WTO, Wereldbank en IMF, en om de IAO te versterken, zodat deze organisaties adequater de problemen kunnen aanpakken waarvoor de globalisering en de huidige financiële crisis de wereld stellen. |
1.4 |
Gezien de ernst van de huidige financieel-economische crisis moet de trans-Atlantische economische samenwerking worden geïntensiveerd. In de eerste plaats moeten EU en VS via de G20 hun monetair en begrotingsbeleid beter op elkaar afstemmen, om de wereldeconomie te stimuleren. Vervolgens moeten ze samen met één nieuwe beleidsaanpak komen om het mondiale financiële systeem op dusdanig doeltreffende en efficiënte wijze te reguleren dat de economie nooit meer het slachtoffer kan worden van veel te riskante operaties. Er dienen duidelijke regels te komen voor de internationale financiële sector in het kader van een grondige hervorming van de internationale economische instellingen om zo een krachtig signaal aan de burgers en het bedrijfsleven af te geven. |
1.5 |
De Trans-Atlantische Economische Raad (TEC) moet erop toezien dat het doel van het Kader voor de bevordering van de trans-Atlantische economische integratie wordt gerealiseerd: meer trans-Atlantische economische integratie en groei ten gunste van de burgers en het economische concurrentievermogen. |
1.6 |
Kern van dit Kader is samenwerking op regelgevingsgebied. EU en VS delen veel van de waarden die ten grondslag liggen aan de manier waarop zij hun economieën reguleren, hoewel zij het niet op alle punten met elkaar eens zijn. Samenwerking op regelgevingsgebied betekent dat van meet af aan getracht moet worden sociaaleconomische en milieuproblemen samen in kaart te brengen en op te lossen. Het EESC spoort de Commissie en de lidstaten aan om het Europees sociaal model, dat is gebaseerd op geavanceerde socialezekerheidsstelsels en civiele en sociale dialoog, in de trans-Atlantische betrekkingen te promoten. |
1.7 |
De TEC heeft de komende tijd belangrijk werk te doen:
|
1.8 |
Om deze en andere doelstellingen te kunnen realiseren is het belangrijk dat de nieuwe Amerikaanse regering, de nieuwe Europese Commissie en het nieuwe Europees Parlement de samenwerking in het kader van de TEC voortzetten. Het EESC roept president OBAMA op om snel een nieuwe Amerikaanse covoorzitter van de TEC te benoemen, zodat deze organisatie verder kan gaan met haar belangrijke werk. |
1.9 |
De huidige economische problemen zullen er alleen maar groter op worden als bestuurders wereldwijd weer hun heil zoeken in protectionistische maatregelen, net als tijdens de depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw gebeurde. Het EESC roept EU en VS op samen de beloften na te komen die de leiders van de G20 tijdens hun top op 15 november 2008 hebben gedaan. EU en VS zouden zich verder moeten inspannen voor een snelle en succesvolle afronding van het Doha-overleg en alles in het werk moeten stellen om het ontstaan van nieuwe handels- of investeringsbelemmeringen te voorkomen. |
1.10 |
EU en VS zouden tevens in nauwe samenwerking anderen ervan moeten overtuigen geen maatregelen te nemen die de investerings- en aanbestedingsmarkten moeilijker toegankelijk kunnen maken. Zulke maatregelen waren helaas de uitkomst van recente debatten in het Amerikaanse Congres. Het EESC verwacht ook van de EU en VS dat zij bekijken hoe de wereldhandel weer kan worden gestimuleerd en dat zij sociale en duurzaamheidscriteria inbrengen in het mondiale handelsoverleg om dit te bespoedigen. Tot tevredenheid van het EESC tracht president OBAMA de negatieve gevolgen van handelsaanpassingen voor specifieke groepen werknemers en burgers te verzachten. |
1.11 |
Het EESC pleit ervoor financieringsregelingen uit te werken voor de trans-Atlantische „dialogen” (TABD (2), TACD (3), TALD (4) en TAED (5) en ook de TALD en TAED op te nemen in de TEC-adviesgroep. |
1.12 |
Het EESC moedigt EU en VS aan om de trans-Atlantische dialoog opener en toegankelijker te maken en daar meer belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld bij te betrekken, dus ook partijen die niet meedoen aan de vier afzonderlijke „dialogen”. |
1.13 |
Het EESC roept de Europese Commissie op binnenkort een trans-Atlantische belanghebbendenbijeenkomst te organiseren om de balans op te maken van de ontwikkelingen van de afgelopen tijd en nieuwe initiatieven en maatregelen te bespreken en te coördineren. Het wijst de Commissie erop dat zij in haar mededeling uit 2005 heeft voorgesteld een tripartiete conferentie over arbeidsverhoudingen te houden. |
1.14 |
Het EESC stelt voor om zelf contacten aan te knopen met de Amerikaanse economische en sociale partners. Het zal de oprichting van sociaaleconomische adviesgroepen binnen de Amerikaanse overheid op de voet volgen teneinde voor verschillende thema's mogelijke gesprekspartners te selecteren. Het zal ook bekijken hoe de uitwisseling van kennis en ervaringen met Amerikaanse maatschappelijke organisaties kan worden verbeterd. In dit verband zou het EESC een informele contactgroep moeten instellen om toezicht te houden op zijn activiteiten op het vlak van trans-Atlantische betrekkingen. |
1.15 |
Het EESC acht het zinvol en nuttig om de wetenschappelijke en culturele samenwerking (culturele dialoog) tussen de EU en de VS op te voeren als uitgangspunt voor meer wederzijds begrip en ruimere politieke samenwerking. De EU en de VS moeten gezamenlijk optrekken om creativiteit te stimuleren en te begunstigen, niet alleen op het gebied van wetenschap, techniek en innovatie, maar ook en met name op het gebied van kunst, om nieuwe waarden ingang te doen vinden, voor de geestelijke groei en verrijking van man en vrouw. |
2. Achtergrond
2.1 |
De betrekkingen tussen de EU en de VS zijn onder een nieuw gesternte komen te staan, met steeds grotere uitdagingen en hogere verwachtingen. Met de verkiezing van Barack OBAMA tot president van de VS zijn de verwachtingen wereldwijd hooggespannen en is nieuw optimisme ontstaan over de mogelijkheden van de trans-Atlantische betrekkingen. Met betrekking tot tal van onderwerpen, variërend van een gezamenlijk antwoord op de huidige financieel-economische crisis tot de problemen rond de klimaatverandering, het bevorderen van de mensenrechten en de bilaterale economische betrekkingen, wordt oprecht gehoopt dat de EU en de VS zullen samenwerken en een leidersrol zullen vervullen. Het EESC heeft in een advies uit 2004 (6) een reeks onderwerpen genoemd (waaronder de behoefte aan een betere mondiale sturing) die op de trans-Atlantische agenda zouden moeten komen te staan. De ontwikkelingen van de afgelopen tijd laten zien dat trans-Atlantische samenwerking belangrijk is. |
2.2 |
De EU, VS en de rest van de wereld staan momenteel voor grote uitdagingen. Er is een nieuwe beleidsaanpak nodig om ervoor te zorgen dat de wereldeconomie nooit meer het slachtoffer kan worden van de roofzucht van ongecontroleerd financieel kapitalisme. De trans-Atlantische en mondiale economieën maken de ergste crisis sinds decennia door, om de klimaatverandering een halt toe te roepen moet iedereen actie ondernemen, en veel grote veiligheidsvraagstukken moeten worden opgelost ter bevordering van de vrede, democratie en mensenrechten wereldwijd. Zonder intensievere samenwerking met de VS is de EU niet in staat om al deze kwesties adequaat aan te pakken. |
2.3 |
Daarbij is voor het Europese maatschappelijk middenveld en de Europese sociale partners een sleutelrol weggelegd. Zij vertegenwoordigen immers de burgers en zijn op specifieke gebieden zeer deskundig. Voorwaarde is wel dat alle belanghebbenden door de vele in EU en VS bestaande politieke overlegorganen beter bij de beleidsvorming worden betrokken. Vrij verkeer van burgers is ook een belangrijke stap om de betrekkingen tussen EU en VS te verbeteren door uitwisselingen op zakelijk, cultureel en sociaal vlak te stimuleren. Uitbreiding van visumvrij reizen tussen EU-lidstaten en de VS is een politieke prioriteit die nader vormgegeven moet worden. |
2.4 |
De bilaterale betrekkingen tussen EU en VS worden tot nu toe geregeld door de Trans-Atlantische Verklaring (7) uit november 1990, de Nieuwe Trans-Atlantische Agenda (NTA) (8) uit 1995 en het Trans-Atlantisch Economisch Partnerschap (TEP) (9) uit mei 1998. Een institutionele stap voorwaarts vormde de ondertekening van het Kader voor de bevordering van de trans-Atlantische economische integratie (10) in april 2007, waarbij de Trans-Atlantische Economische Raad (TEC) (11) werd opgericht. |
2.5 |
In de samenwerking tussen EU en VS draaide het tot op heden meer om buitenlands beleid, economie en handel dan om sociale kwesties en duurzaamheid. Ook is voor belanghebbenden, die in sommige Europese landen én op EU-niveau kunnen bogen op een sterke traditie en grote invloed, op enkele uitzonderingen na nog geen grote rol weggelegd in de onderlinge betrekkingen. Het EESC roept de EU en VS op om in de nieuwe fase van trans-Atlantische samenwerking die nu is aangebroken, de sterke punten van hun relatie verder te verstevigen, maar tegelijk werk te maken van de zaken die nog verbeterd kunnen worden. |
2.6 |
In dit advies komen niet alle aspecten van de trans-Atlantische betrekkingen aan bod. Zo blijft de samenwerking met Canada buiten beschouwing. Het advies concentreert zich op een aantal Europees-Amerikaanse vraagstukken, zoals multilateralisme, handel, trans-Atlantische economische samenwerking, klimaatverandering en de dialoog met belanghebbenden. Aan de betrekkingen tussen de EU en Canada zou een apart EESC-advies moeten worden gewijd. |
3. Multilateralisme
3.1 |
De Europees-Amerikaanse betrekkingen werden de afgelopen jaren gekenmerkt door een verschillende houding tegenover multilaterale instellingen. Waarschijnlijk zal de nieuwe Amerikaanse regering de banden met bevriende landen aanhalen en duidelijk meer betrokkenheid tonen met internationale organisaties. Het EESC moedigt de beleidsmakers in de EU aan deze kans te benutten om in overleg en samenwerking met de VS werk te maken van de noodzakelijke hervormingen ter versterking van VN, IAO, Internationaal Strafhof, WIPO, G8, G20, WTO, Wereldbank en IMF, zodat deze organisaties adequater de problemen kunnen aanpakken waarvoor de globalisering en de huidige financiële crisis de wereld stellen. Het EESC schaart zich achter het nog in januari in Parijs door de Duitse bondskanselier Merkel gedane voorstel om binnen de VN een sociaaleconomische veiligheidsraad te creëren die op gelijke voet staat met de Veiligheidsraad. |
3.2 |
Een van de lessen die kunnen worden getrokken uit de Europees-Amerikaanse betrekkingen van de afgelopen jaren is dat als EU en VS geen overeenstemming bereiken, wereldproblemen niet kunnen worden opgelost. Om internationaal meer successen te boeken, zouden de EU en de nieuwe Amerikaanse regering in nauw overleg gezamenlijke strategieën moeten uitstippelen voor de aanpak van een groot aantal mondiale veiligheids- en mensenrechtenvraagstukken. |
3.3 |
Voor zowel EU als VS geldt dat trans-Atlantische samenwerking niet in de plaats komt van, maar een aanvulling vormt op multilaterale betrekkingen. EU en VS blijven de twee belangrijkste spelers op het wereldtoneel en moeten dus samenwerken als zij bepaalde zaken op internationaal niveau willen regelen, of het nu gaat over regels voor de liberalisering van de handel, meer respect voor de rechten van werknemers of milieubescherming. |
3.4 |
Voor het mondiaal leiderschap van EU en VS is het essentieel dat zij internationale verdragen volledig naleven en ten uitvoer leggen. Wat dit betreft zouden VS, EU en haar lidstaten alle IAO-conventies (12) en WTO-afspraken moeten ratificeren en implementeren. |
4. Economische samenwerking
4.1 De financieel-economische crisis
4.1.1 |
Aangezien de wereld de ergste financiële crisis en het zwaarste economisch noodweer sinds ettelijke decennia doormaakt, moet de trans-Atlantische economische samenwerking worden geïntensiveerd. In de eerste plaats moeten EU en VS hun monetaire en begrotingsmaatregelen op elkaar afstemmen om te zorgen dat die in hun onderling verweven economieën effect sorteren. Het EESC vreest dat dit tot nu toe onvoldoende gebeurt. EU en VS moeten zich hiervoor harder inspannen, met name - samen met andere belangrijke economische spelers - in G20-verband teneinde de economie een impuls te geven. Het in februari 2009 beklonken Amerikaanse herstel- en investeringsplan en het door de Europese Raad in december 2008 goedgekeurde Europees economisch herstelplan vertonen opvallende overeenkomsten, hoewel het in het Europese plan ontbreekt aan één duidelijke doelstelling. Beide plannen zouden elkaar moeten aanvullen en geen protectionistische maatregelen mogen omvatten. |
4.1.2 |
In de tweede plaats kan economisch herstel worden bevorderd als EU en VS gezamenlijk met één nieuwe beleidsaanpak komen om het mondiale financiële systeem op dusdanig doeltreffende en efficiënte wijze te reguleren dat de economie nooit meer het slachtoffer kan worden van veel te riskante operaties. Daartoe moeten aan beide zijden van de Atlantische Oceaan nieuwe regels worden opgesteld, die nauwgezet op elkaar moet worden afgestemd om onnodige verschillen te voorkomen. Hier is meer dan ooit een belangrijke rol weggelegd voor de TEC en het in 2007 opgestelde bijbehorende Kader. |
4.2 De Trans-Atlantische Economische Raad (TEC)
4.2.1 |
Doel van het Kader voor de bevordering van de trans-Atlantische economische integratie is meer trans-Atlantische economische integratie en groei ten gunste van de burgers en het economische concurrentievermogen. De TEC moet erop toezien dat dit doel wordt verwezenlijkt. Dit orgaan moet minstens één keer per jaar bijeenkomen en heeft tot taak om de uitgangspunten die in het Kader zijn omschreven in het oog te houden teneinde sneller vorderingen te boeken, om tussentijdse doelstellingen vast te stellen en om gezamenlijke maatregelen te bevorderen. Dit mandaat verleent de TEC het nodige gezag om de trans-Atlantische economische integratie een impuls te geven, met name in tijden van crisis. |
4.2.2 |
Kern van het Kader is samenwerking op regelgevingsgebied. EU en VS delen veel van de waarden die ten grondslag liggen aan de manier waarop zij hun economieën reguleren. Beide vinden dat regelgeving bedoeld moet zijn om strenge normen vast te leggen ter bescherming van het milieu, de gezondheid en veiligheid van mens en dier, en de economische en juridische zekerheid. Ze zijn het erover eens dat die bescherming op zo efficiënt mogelijke wijze moet worden gegarandeerd, waarbij de economie zo min mogelijk mag worden verstoord, en dat de regelgeving moet getuigen van de grootst mogelijke deskundigheid. Uiteraard bestaan er ook verschillen van inzicht tussen EU en VS, zoals blijkt uit een aantal WTO-zaken. Soms zijn die verschillen het resultaat van uiteenlopende opvattingen van hun burgers. Maar in veel gevallen houden EU en VS er simpelweg een andere aanpak op na omdat beleidsmakers en maatschappelijk middenveld onvoldoende met elkaar hebben overlegd. Samenwerking op regelgevingsgebied betekent dat getracht moet worden sociaaleconomische en milieuproblemen samen in kaart te brengen en op te lossen, o.a. via contacten tussen maatschappelijke organisaties. |
4.2.3 |
Een beleidsterrein dat zou kunnen profiteren van meer contacten tussen maatschappelijke organisaties is voedselveiligheid. De Europees-Amerikaanse relatie op dit vlak is sinds lange tijd verstoord door een reeks verschillende regels, waaronder uiteenlopende voorschriften inzake hormonen in rundvlees en de antibacteriële behandeling van kip. In deze gevallen is de EU niet bereid de in de VS geldende normen te aanvaarden. Een ander geschilpunt betreft het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen in voedingsmiddelen. |
4.2.4 |
De TEC is tot nu toe driemaal bijeengekomen, voor het laatst in Washington op 12 december 2008. Ondanks het feit dat de TEC nog maar kort bestaat, heeft zij op een aantal economische terreinen grote vooruitgang gebracht:
|
4.2.5 |
Wat de toekomst betreft, staat de TEC nog belangrijk werk te doen en heeft zij de kans haar positie te verstevigen.
|
4.2.6 |
Om deze en andere doelstellingen te kunnen realiseren is het belangrijk dat de nieuwe Amerikaanse regering, de nieuwe Europese Commissie en het nieuwe Europees Parlement de samenwerking in het kader van de TEC voortzetten en uitbreiden. Het EESC roept de regering van de VS op om snel een nieuwe Amerikaanse covoorzitter van de TEC te benoemen, zodat deze organisatie verder kan gaan met haar belangrijke werk. |
4.3 Handel
4.3.1 |
De huidige economische problemen zullen er alleen maar groter op worden als bestuurders wereldwijd weer hun heil zoeken in protectionistische maatregelen, net als tijdens de depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw gebeurde. Het EESC roept EU en VS op samen de beloften na te komen die de leiders van de G20 tijdens hun top op 15 november 2008 hebben gedaan. EU en VS zouden zich verder moeten inspannen voor een snelle en succesvolle afronding van het Doha-overleg en alles in het werk moeten stellen om nieuwe handels- of investeringsbelemmeringen te voorkomen. EU en VS zouden tevens in nauwe samenwerking belangrijke handelspartners ertoe moeten bewegen bestaande handelsovereenkomsten na te leven, nu de verleiding groot wordt het eigen bedrijfsleven te beschermen. Ze zouden wat dit betreft het goede voorbeeld moeten geven teneinde anderen ervan te weerhouden maatregelen te nemen die de investerings- en aanbestedingsmarkten moeilijker toegankelijk kunnen maken, in weerwil van de uitkomst van recente debatten in het Amerikaanse Congres. Het EESC verwacht ook van de EU en VS dat zij bekijken hoe de wereldhandel weer kan worden gestimuleerd en dat zij sociale en duurzaamheidscriteria inbrengen in het mondiale handelsoverleg om dit te bespoedigen. |
4.3.2 |
De nieuwe Amerikaanse regering zou er goed aan doen haar standpunten in dezen voor haar handelspartners te verduidelijken. Momenteel lijkt het erop dat zij meer de nadruk zal leggen op handelsgerelateerde sociale en milieukwesties en zich open zal opstellen in handelsvraagstukken. |
4.3.3 |
Het EESC is zeer verheugd over zo'n houding tegenover internationale handel. Het beveelt de EU aan alle inspanningen te ondersteunen om handelsovereenkomsten erdoor te krijgen die zowel het aanbod van als de vraag naar goede regelgeving op nationaal en internationaal niveau ten goede komen en waarin aandacht wordt besteed aan de rechten van werknemers en milieubescherming. |
5. Klimaatverandering
5.1 |
De Europese landen nemen al sinds lang het voortouw op het vlak van klimaatbeleid. Ze wachten al even lang op ambitieuze milieu-initiatieven van de VS. De nieuwe Amerikaanse regering heeft toegezegd alles in het werk te zullen stellen om de klimaatverandering een halt toe te roepen. Het EESC kijkt dan ook uit naar nieuw en krachtiger beleid van de VS om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De regering van president OBAMA is niet alleen van plan een „cap-and-trade”-regeling in te voeren om de CO2-uitstoot door de zware industrie te beperken, maar zal waarschijnlijk ook meer gaan investeren in hernieuwbare energie. Maatregelen om de economische groei te stimuleren moeten wereldwijd worden aangegrepen om groene werkgelegenheid te creëren en milieuvriendelijke investeringen en innovaties te bevorderen. |
5.2 |
Het EESC verwelkomt de Amerikaanse plannen om in eigen land te investeren in energie-efficiënte en schone technologieën en tegelijk met ondersteunend en exportbevorderend beleid ontwikkelingslanden te helpen om de ontwikkelingsfase over te slaan waarin enorm veel fossiele brandstoffen worden verbruikt. Het staat ook achter het pleidooi voor bindende en afdwingbare afspraken om de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. |
5.3 |
Het EESC moedigt de VS aan om tijdens de VN-conferentie van december dit jaar in Kopenhagen een sterke en duidelijke onderhandelingspositie in te nemen die de standpunten van EU en VS dichter bij elkaar kan brengen. Dat zou de voorbereiding van een nieuw internationaal akkoord om de broeikasgasuitstoot te beperken ten goede komen (als vervolg op het Kyoto-protocol). De EU verwacht van de VS grote toewijding en steun tijdens de onderhandelingen over het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC). |
5.4 |
Om de Europese klimaatdoelstellingen op coherentere wijze te realiseren, roept het EESC de EU-lidstaten op om op hun beurt overeenstemming te bereiken over de vraag hoe concurrentievermogen en meer aandacht voor het milieu met elkaar kunnen worden verzoend, en om tijdens de huidige economische crisis niet te snijden in investeringen in nieuw onderzoek naar groene technologieën. |
5.5 |
Het EESC dringt er bij de Europese Commissie en de Amerikaanse regering op aan om milieu-ngo's en -netwerken alsmede werkgeversorganisaties en vakbonden actief te betrekken bij de voorbereiding van de VN-conferentie van december dit jaar in Kopenhagen en om de Trans-Atlantische Milieudialoog (TAED) nieuw leven in te blazen. De TAED zou de contacten met belanghebbenden kunnen coördineren en kunnen meehelpen bij de voorbereiding van genoemde VN-conferentie. |
6. Dialoog met belanghebbenden
6.1 |
De mate waarin belanghebbenden bij beleidsvorming worden betrokken loopt in EU en VS van oudsher uiteen. De Nieuwe Trans-Atlantische Agenda (NTA) heeft EU en VS verplicht systematisch samen te werken en onder meer bruggen te slaan „tussen mensen” aan weerszijden van de Atlantische Oceaan. Dat heeft een aantal maatschappelijke overlegstructuren opgeleverd voor werknemers-, consumenten- en milieuorganisaties. De in de tweede helft van de jaren negentig gecreëerde trans-Atlantische „dialogen” zijn niet allemaal even actief en worden niet op dezelfde wijze betrokken bij de Europees-Amerikaanse samenwerking, met name niet bij de Europees-Amerikaanse toppen, in het kader waarvan de aandacht eenzijdig uitging naar de Trans-Atlantische Ondernemersdialoog (TABD). Verder maken alleen de TABD, de Trans-Atlantische Consumentendialoog (TACD) en de Trans-Atlantische Wetgeversdialoog (TLD) deel uit van de TEC-adviesgroep. De twee andere „dialogen” (de Trans-Atlantische Werknemersdialoog (TALD) en de TAED) niet, maar dat is zonder overleg met de betrokken belanghebbenden besloten. |
6.2 |
Naar aanleiding van deze situatie deed het Europees Parlement in zijn resolutie van 8 mei 2008 over de TEC de oproep tevens de voorzitters van de TALD en TAED te laten zetelen in de TEC-adviesgroep. Het EESC staat vierkant achter deze oproep en dringt er dan ook bij de TEC op aan haar werkafspraken aan te passen (die afspraken zijn door de TEC-covoorzitters op 28 juni 2007 goedgekeurd). |
6.3 |
In de nieuwe werkafspraken zouden o.a. betere bepalingen moeten worden opgenomen inzake transparantie en coördinatie met de adviesgroep, waaronder bepalingen over de toegankelijkheid van documenten en het tijdig versturen van convocaties. |
6.4 |
Het EESC kan zich vinden in de opmerking die het Europees Parlement maakte in zijn „ontwerpverslag over de stand van de trans-Atlantische betrekkingen in de nasleep van de VS-verkiezingen” over het belang van „grondige kennis van het gemeenschappelijk middenveld van de partijen”. (13) Voor het EESC is hier ook absoluut een rol weggelegd. |
6.5 |
De diverse bij de „dialogen” betrokken belangengroepen hebben allemaal al ervaring met de opbouw van transnationale netwerken. De initiatieven van EU en VS in de jaren negentig n.a.v. de voortschrijding van de Europese integratie creëerden tevens kansen voor het trans-Atlantisch maatschappelijk middenveld. (14) |
6.6 |
De vier in het voorafgaande genoemde „dialogen” zijn niet allemaal even succesvol en krijgen niet allemaal evenveel steun vanuit de Europese en Amerikaanse politiek. De TACD functioneert goed en is actief betrokken bij de voorbereiding van de Europees-Amerikaanse toppen en bij de werkzaamheden van de TEC. |
6.7 |
De TAED kende een relatief geslaagde start, maar werd helaas na twee jaar opgeheven. Er zijn veel argumenten om de TAED opnieuw in te stellen en bijdragen te laten leveren aan de Europees-Amerikaanse toppen en de werkzaamheden van de TEC. Het EESC pleit ervoor financieringsregelingen uit te werken voor de trans-Atlantische „dialogen” en ook de TALD en TAED (na weer te zijn ingesteld) op te nemen in de TEC-adviesgroep. |
6.8 |
Het EESC ziet in dat bilaterale trans-Atlantische contacten voor sommige maatschappelijke organisaties niet per se de meest voor de hand liggende vorm van transnationale samenwerking zijn. In vakbonden en milieuorganisaties moet trans-Atlantische samenwerking niet alleen „concurreren” met nationale problemen, maar ook met mondiale vraagstukken, zoals de klimaatverandering en het recht van vereniging in ontwikkelingslanden. Als niettemin een diversere groep belanghebbenden bij de Europees-Amerikaanse contacten wordt betrokken, zou dat het draagvlak en het democratisch karakter van de samenwerking tussen EU en VS ten goede komen. Het EESC moedigt EU en VS dan ook aan om de trans-Atlantische dialoog opener en toegankelijker te maken en daar meer belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld bij te betrekken. |
6.9 |
Het EESC roept de Europese Commissie op binnenkort voor alle bij de trans-Atlantische samenwerking betrokken belanghebbenden een bijeenkomst te organiseren om de balans op te maken van de ontwikkelingen van de afgelopen tijd en nieuwe initiatieven en maatregelen te bespreken en te coördineren. Het EESC biedt aan actief aan zo'n bijeenkomst mee te werken wat betreft de deelname van het maatschappelijk middenveld. |
6.10 |
De Europese Commissie heeft in haar mededeling COM(2005) 196 van 18 juni 2005 een aantal interessante voorstellen gedaan. Zo opperde zij de dialoog tussen de Europese en Amerikaanse sociale partners te bevorderen en in dat verband onder meer een tripartiete conferentie over arbeidsverhoudingen te houden. Deze voorstellen, die nooit zijn uitgevoerd, zouden opnieuw in aanmerking moeten worden genomen, want contacten tussen de Europese en Amerikaanse sociale partners lijken zeer nuttig nu in de VS ideeën zijn gelanceerd voor invoering van een zgn. Employee Free Choice Act. |
6.11 |
Het EESC zal zelf contacten aanknopen met de Amerikaanse economische en sociale partners (vakbonden, werkgevers-, landbouw-, consumentenorganisaties enz.) om hun interesse te peilen voor een dialoog over één of twee specifieke onderwerpen, zoals klimaatverandering of handel en duurzame ontwikkeling. Beide zijden van de Atlantische Oceaan zouden belang hebben bij zo'n dialoog, die is bedoeld om alle verschillende belanghebbenden tegelijkertijd over hetzelfde onderwerp van gedachten te laten wisselen. Dit in tegenstelling tot de bestaande dialogen, die specifieke werkterreinen betreffen en waaraan telkens slechts één bepaald soort organisaties meedoet. Het EESC zal ook de Europese Commissie en de Amerikaanse regering hierover te benaderen, om hun steun voor dit initiatief te krijgen en hun belangstelling daarvoor in te schatten. |
6.12 |
Het EESC zal de oprichting van sociaaleconomische adviesgroepen binnen de Amerikaanse overheid op de voet volgen teneinde voor verschillende thema's mogelijke gesprekspartners te selecteren. Het zal ook bekijken hoe de uitwisseling van kennis en ervaringen met Amerikaanse maatschappelijke organisaties over onderwerpen van gemeenschappelijk belang kan worden verbeterd. In dit verband zou de afdeling Externe betrekkingen tijdelijk een informele contactgroep moeten instellen om toezicht te houden op de activiteiten van het EESC op het vlak van trans-Atlantische betrekkingen. Mocht die contactgroep een succes worden, dan kan die een permanent en officieel karakter krijgen. |
6.13 |
Het Europees Parlement benadrukt in zijn ontwerpverslag „dat het noodzakelijk is de bestaande NTA van 1995 te vervangen door een nieuwe trans-Atlantische partnerschapsovereenkomst die een stabielere en actuelere basis voor de betrekkingen moet vormen”. (15) Het EESC kan zich hier volledig in vinden en hoopt dat de belanghebbende organisaties uit het Europese en Amerikaanse maatschappelijk middenveld van begin af aan worden betrokken bij de onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst. Dat zou de institutionele samenwerkingsstructuren alleen maar verstevigen. |
6.14 |
Een intensievere trans-Atlantische dialoog zou een impuls zijn voor het maatschappelijk middenveld in EU en VS: het zou de vorming van adequate netwerken bevorderen, de uitwisseling van ervaringen binnen en tussen trans-Atlantische maatschappelijke netwerken (waaronder de bestaande „dialogen”) stimuleren, contacten met hoge regeringsfunctionarissen vergemakkelijken en de betrekkingen tussen de netwerken/„dialogen” en overheden/regeringen ten goede komen. |
Brussel, 25 maart 2009
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Mario SEPI
(1) Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom
(2) Trans-Atlantische Ondernemersdialoog
(3) Trans-Atlantische Consumentendialoog
(4) Trans-Atlantische Werknemersdialoog
(5) Trans-Atlantische Milieudialoog
(6) EESC-advies „De trans-Atlantische dialoog: hoe de trans-Atlantische relatie te verstevigen?” in PB C 241 van 28.9.2004
(7) Trans-Atlantische verklaring betreffende de betrekkingen tussen de EG en de VS, 1990 http://ec.europa.eu/external_relations/us/docs/trans_declaration_90_en.pdf
(8) Zie http://eurunion.org/eu/index.php?option=com_content&task=view&id=2602&Itemid=9
(9) Zie http://ec.europa.eu/external_relations/us/docs/trans_econ_partner_11_98_en.pdf
(10) Zie http://www.eu2007.de/de/News/download_docs/April/0430-RAA/022Framework1.pdf
(11) Zie http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/inter_rel/tec/index_en.htm
(12) Zie voor de aantallen landen die de verschillende IAO-conventies hebben geratificeerd het Information document on ratifications and standards related activities Report III (deel 2) van de 97e internationale arbeidsconferentie uit 2008.
(13) Ontwerpverslag over de stand van de trans-Atlantische betrekkingen in de nasleep van de VS-verkiezingen (2008/2199(INI))
(14) Zie voor beknopte achtergrondinformatie over de „dialogen” het EESC-advies van 3 juni 2004 (rapporteur Belabed) getiteld „De trans-Atlantische dialoog: hoe de trans-Atlantische relatie te verstevigen?” in PB C 241 van 28.9.2004.
(15) Ontwerpverslag over de stand van de trans-Atlantische betrekkingen in de nasleep van de VS-verkiezingen (2008/2199(INI))